Vrijdag 27 October 1939 No. 35 LEIDSCH DAGBLAD )e „drie G-men" en hun gasten Iste Jaargang Buiten regende het, maar binnen was pret 1EU6P j een prettig warme nazomer was een vochtige herfst gevolgd. Dat was alles- ilve aangenaam voor de Indische fami- dle in het koopmanshuls aan de austraat logeerden. Merkwaardiger- had de baboe Païna de minste last l de koude en de regen, maar tante Sik- Lies en kleine Ida moesten zich goed fikken, wilden 2e niet verkleumen. In de kamer brandde dan ook dag en nacht kachel, ofschoon het nauwelijks October |let de prettige uitstapjes was het ge- Men moest het vermaak binnenshuis ken. Voor de oudere leden van het grote li:: was dit geen bezwaar; die hadden lid een hoop dingen te bespreken, waar [kinderen geen belang in stelden. Maar Jongere leden verveelden zich soms stier- Boeken lezen ls wel heel aardig, maar flinke jongen en een gezonde meid kun- niet uren en dagen achtereen rustig en stoel zitten en letters verslinden. De blaten waren ook spoedig afgewerkt en [domino- en damspel begon te vervelen. I enige zonnestralen op de duistere le- weg waren dan ook de vergaderingen f G-men-club. Met het oog op de ongun- weersgesteldheid werden de bijeen- [ïsten geregeld op Woensdag- en Zater- liddag niet meer in het prieel achter [de tuin, maar op de ruime zolder gehou- Enfin, dit werd door niemand be gird. want de appel- en perebomen droe- 1 nog maar bruine, verschrompelde bla- en de bramen en frambozen zaten als jam in de stopflessen, veilig ach- I slot en grendel In de kelder, waar geen pkomen aan was. vergadering werd gewoonlijk geopend een serie gymnastische oefeningen 1 de ringen en balanceerkunstjes, waar- 1 ook de meisjes deelnamen; verder wor- [partijen tussen de jongens, waarbij de uwelijke leden der club geestdriftige toe- louwers waren en den overwinnaar toe- Ihten. Bij de krachtproeven was Padje bestreden nummer één, waar het echter [lenigheid en handigheid aankwam, werd plock door niemand overtroffen. Hij kon 1 lang, mager lichaam in duizend boch- wringen. 1 welbekende kruisstand aan de ringen waarbij de gymnast, op de ringen steu- bd, zich langzaam laat zakken, door de pen zijwaarts te strekken, en in deze nd zich een poosje in evenwicht houdt I voerde hij gemakkelijk uit. De Kever iGeorge kwamen meestal slechts halver- ge, maar dikke Padje viel reeds bij een kiwc zijwaartse beweging van zijn armen I een zak aardappelen op de grond, tot |fe hilariteit van de toeschouwers. deze gezonde sportoefeningen, die een lage kamertemperatuur dragelijk len schijnen, werden toekomstplannen meed. Makkers en maksters! nam Sherlock f woord. Makkeressen! verbeterde de Kever lergewoonte. Makkerinnen! protesteerde George. Als jullie mij telkens intrompetteren, de geen woord merel dreigde de rede- Niet kwalijk nemen, Sherlock. Het is allemaal goed bedoeld, kalmeerde hem Godelinde. Nou, luisteren jullie dan. maar houdt voorlopig je snuit dicht, want anders raak ik de kluts kwijt. Een oud spreekwoord zegt: Rust roest! Nou dan, onze club is aar dig op weg te roesten. Vanaf het uur dat we onze vennootschap gesticht hebben, hebben we ons verdiensten tegenover de maatschappij verworven. We hebben het goede beloond en het kwade gestraft. Maar we hebben nu al veertien dagen niets uitgevoerd, wat de aandacht trekt. Het wordt tijd dat we weer van ons doen spreken. Bennen jullie het met mij eens? Ja of ja? Natuurlijk! Ja, dat spreekt van zelf! Een waarheid als een huis! was het ant woord. Maar wat zullen we doen? Heb jij al een plan? vroeg Padje. Sherlock krabde zich achter de oren, keek naar de zoldering, als verwachtte hij van daar hulp en sprak eindelijk: We kunnen een reddingsploeg voor drenkelingen vormen. Hoe bedoel je dat? vroeg de Kever Nou, zo maar. We trekken gezamenlijk of in groepjes langs de vaart en de polder sloten en redden menschen en kinderen, die in het water vallen. En dan krijgen we allicht een reddingsmedaille. Dat vertik ik! protesteerde George, de Indische jongen. Voor geen dozijn red dingsmedailles ga ik in dit kikkerland door kou en regen patrouilleren om af te wach ten of de een of andere stumper in de soep wil vallen, om ons gelegenheid te geven hem te redden. Ik verdraai het mij rheu- matiek op de hals te halen. Tk heb nog nooit gehoord dat iemand rummetik in de hals krijgt, maar alleen in de armen en benen. Met dit weinig steekhoudend argument trachtte Sherlock het betoog van George te ontzenuwen, maar hij had weinig succes. Ook de meisjes en Padje moesten er niets van hebben door wind en weer te sjouwen. De kleine Goliath had zich gedurende de discussie gruwelijk verveeld. Hij had intus sen in de verborgen hoeken en gaten van de grote zolder rondgescharreld en de kis ten en kasten aan een nauwgezette inspec tie onderworpen. Nu kwam hij plotseling als het duveltje uit de doos te voorschijn. Op zijn dikke kop had hij een gedeukte hoge hoed, die hem tot over de oren zakte en sterk achterover helde, om de ogen vrij te laten. Een pandjesjas van onbestemde kleur, waaraan de knopen ontbraken, een veel te lange vrouwenrok en een groene paraplu voltooiden de maskerade. De ver schijning wekte natuurlijk algemeene hila riteit. „Alle mensen, wat hebben we daar voor een spook?" kreet de Kever, en de baboe Paina, die juist binnen gekomen was, om den clubleden een kopje thee te bren gen, liet van schrik het theeblad vallen, hurkte op de drempel en mompelde AstagéMenoesia seitan George was opgesprongen, had den klei nen man bij de kraag gegrepen, hem mid den in de kring gesleept en op een leege kist gezet. „Zeg, Goliath, ben je gek? Hoe kom je aan die vodden?" „Gevonden. In die grote kist daar ach ter het gordijn liggen nog veel meer spul len. Ga maar es kijken". Juichend haastten zich de meisjes naar de reusachtige koffer, waar de verborgen schatten in lagen, en weldra hadden ze een stapel oude, muffige rokken, vesten en jas sen, japonnen, schorten en hoeden, stuk ken vlaggedoek en andere lappen voor de dag gehaald. Verkleden is een zeer amu sant spel en wordt door jong en oud gaar ne beoefend, want het is een menschelijk oerinstinct anders te willen schijnen dan men werkelijk is. Astagé uitroep van verbazing. Menoesia seitan duivelskind. (Wordt vervolgd). De verschijning wekte algemene hilariteit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 15