I 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD ïwscde Blad I De „Iron Dukegetroffen Suikerbietencampagne in vollen gang Vlucht uit Moskou FEUILLETON HET BRITSCHE SLAGSCHIP „IKON DUKE" sinds eenigen tijd als artille rie-instructieschip in gebruik, dat gisteren bij een Duitschen luchtaanval door bom men werd getroffen en beschadigd. EEN OP EEN WAGON GEMONTEERD STUK ZWAAR GESCHUT ERGENS IN FRANKRIJK. MENSCHEN ACHTER TRALIES. De Duitsche grensafsluiting langs de Nieuw- straat te Kerkrade, tusschen de grenskantoren Pannesheide en Strass, die thans ge reed gekomen is. Deze anders zoo drukke straatweg is thans zoo goed als uitgestorven. EEN HUWELIJK IN MINANGKABAUSCHEN STIJL. Te Bandoeng werd het huwelijk voltrokken, tusschen een Minangka- bausche bruid, dochter van een regentenfamilie, Sitih Rakiah binti A. Marzoeki gl. Toeangkoe Bandahoro Pandjang met mr. Raden Loekman Wiriadinata, zoon van den Patih van Bandoeng. Een foto van het bruidspaar in gezelschap van vrouwelijke familieleden. ROMAN van MARLISE KOLLING 38) „U vergist u. Het betreft hier inderdaad wel een Lisaweta maar de achternaam luidt heel anders." .Daisy had de gravin nu, waar zij haar Wilde hebben. ■.Ja, ja, ik had wel gedacht, dat zij hier onder een anderen naam bekend zou zijn. ik wilde u alleen maar waarschuwen, ma dame. U weet waarschijnlijk niet, dat die jongedame een zeer gevaarlijke opllcht- ster is." Helena Trubetzkoy vertrok geen spier van haar gezicht. Zij gewaagde met geen woord van haar ervaringen met Lisaweta on haar verdenkingen. Nu kreeg zij mis schien de volle waarheid te hooren. Maar wat zij vernam, greep haar toch in het diepst van haar ziel. msaweta von Bernekamp een inbreekster? uo bijzondere protégée van den verloofde van deze jongedame? Op een valschen pas over de grens gesmokkeld? Hier onder val scnen naam verblijf houdend? ..Ze he»t beslist niet Von Bernekamp", verzekerde Daisy Lohr. „Misschien maakt 'U van een toevallige gelijkenis met een lid san deze familie misbruik om zich hier als de asylbehoevende vluchtelinge uit te geven. Zooiets is al meermalen voorgekomen. Wij zelf hebben in het begin van den oorlog, toen vluchtelingen uit Oost-Pruisen ons land overstroomden, iemand, die zich als koopman uitgaf, onderdak verleend. Later bleek, dat we met een lang gezoehten in breker te doen hadden." Helena Trubetzkoy streek met haar hand over haar oogen, alsof zij een onaangena me herinnering wilde uitwisschen. Alles, wat die Daisy Lohr daar vertelde, kwam zoo pijnlijk nauwkeurig overeen met haar eigen ervaringen. Het gaf vrijwel een vol ledige verklaring voor Lisaweta's zonder ling gedrag na de mode-show. Die dwaze angst gefotografeerd te zullen worden die overhaaste vlucht zij had immers wel geweten, dat daar iets meer achter moest steken. Maar dat was dan toch wer kelijk te bar. Zorgen en ellende konden een mensch diep doen zinken; Helena Trubetz koy wist daar menig voorbeeld van aan te halen. Hoe vaak had zij geen landgenooten geholpen vóór zij op den smallen weg tus schen recht en onrecht gestruikeld waren. Maar dit, wat Lisaweta alles scheen te heb ben gedaan, was erger dan een misstap, het was alles zoo geraffineerd in scène gezet, dat men meer op zijn kerfstok moest heb ben om zoo iets te kunnen uitdenken. „Uw mededeelingen hebben mij diep geschokt, juffrouw Lohr. Ik weet waarlijk niet, wat ik er van denken moet en het is voor mij uiteraard niet doenlijk mij in deze kwestie te mengen. Het lijkt mij het beste, dat u zich persoonlijk met juffrouw Von Bernekamp in verbinding stelt". Finschow", verbeterde Daisy. „Daarom ben ik ook juist hierheen gekomen, ma dame. Zou ik Lisaweta kunnen spreken?" „Zij is sinds gisteren niet meer bij mij ln betrekking." „Zoo hebt u haar op straat gezet?" Leedvermaak en groote voldoening lagen in den toon, waarop zij dit vroeg. Helena Trubetzkoy voelde plotseling haar wan trouwen ontwaken. Wie zich zoo verheugde over de nederlaag van een vijandin, die werd niet gedreven door edele motieven. „U vergist u, juffrouw Lohr." Haar stem klonk plotseling veel koeler. „Ik heb Lisa weta niet op straat gezet; daarvoor be stond geen enkele aanleiding. Ik wist van alles, wat u mij daar verteld hebt, natuur lijk niets. Het betrof een interne aange legenheid van ons bedrijf. Lisaweta gaf er de voorkeur aan een anderen werkkring te zoeken. Dat is alles." „Maar misschien kunt u mij toch wel haar adres geven?" „Natuurlijk een oogenblik, alstu blieft. Helena Trubetzkoy nam de hoorn van de huistelefoon. „Geeft u de dame, die direct bij u langs komt, even het adres van Lisaweta", verzocht ze. Onmiddellijk daar na stond zij op. „Het was mij een genoegen kennis met u te mogen maken, juffrouw Lohr". Daisy liep in gedachten de trap af. Ze had het gevoel, of zij bij Helena Trubetz koy niet zoo'n geweldigen indruk had ach tergelaten. Maar wat deed dat er ook eigen lijk toe? Zij had het adres van Lisaweta en dat was het voornaamste. Eindelijk zou zij dus dat schepsel eens op haar plaats kunnen zetten Nauwelijks had Daisy Lohr de kamer verlaten, of Helena Trubetzkoy liet zich met de taxistandplaats verbinden, waar Fedor Stolyn gewoonlijk met zijn wagen gestationneerd was. Fedor had Lisaweta bij haar gebracht. Zij was woedend op hem en zij zou hem nu eens ongezouten de waarheid zeg gen! Maar Fedor was juist met twee pas sagiers voor een langen rit naar Fontaine- bleau vertrokken, werd haar door een zij ner collega's meegedeeld. Zoodra Stolyn terugkwam, zou men hem zeggen, dat ma dame Trubetzkoy had opgebeld. Alexel Finschow lag, volkomen uitgeput door een zwaren hoestaanval, in het onge makkelijke bed van een derde rangs hotel in de Rue de Broglie. Op het wankele ta feltje naast het ledikant stond een beker melk en een ontkurkt fleschje met een of andere medicijn. Er hing een bedompte lucht in het kleine vertrek. Alexei's oogen waren in gespannen verwachting op de deur gericht. Volgens zijn berekening moest Robert Eschberg zijn brief reeds lang hebben ontvangen. Wanneer zou hij eindelijk komen? Er werd geklopt. Een huisknecht in een vettig, gestreept jasje trad binnen. „Daar is een heer om u te spreken." Alexei probeerde zich op te richten, n zijn van koorts gloeiende oogen kwam een glimp van vreugde. „Eindelijk eindelijk bent u dan toch gekomen. Nu zal alles goed worden!" Robert Eschberg stond ln de deurope ning. Diep medelijden vervulde hem, toen hij Alexei ontwaarde. Wat hadden die paar dagen van dezen man gemaakt! Reeds in ■v'eenen had hij er uitgezien als iemand, die nog slechts korten tijd te leven had, maar nu leek het, of de dood hem reeds had geteekend. „Hebt u haar gevonden?" was het eer ste, wat Finschow vroeg. „Bent u al bij haar geweest?" „Ik kom regelrecht van den trein. Mijn eerste gang was natuurlijk hierheen. Wat ben je in vredesnaam begonnen?" Alexei keek hem angstig aan. „Bent u erg boos op me?" „Welnee, natuurlijk niet, maar je had wat meer vertrouwen in mij moeten heb ben. Als je me gezegd had, dat je onmid dellijk naar Parijs wilde gaan „U zou mij immers toch niet hebben la ten vertrekken", antwoordde de zieke, licht verwijtend. „U had natuurlijk naar den dokter geluisterd, die daarvoor zeker nooit zijn toestemming zou hebben gegeven." „Voor je eigen bestwil, Finschow!" „Ik weet zelf wel, wat voor mij het beste is, meneer Eschberg! Lisaweta vinden! Toe, weest u zoo goed en gaat u eens naar de verschillende café s, waar de Russische emigranten gewoonlijk lijeen komen." Met bevende vingers tastte hij naar een stukje papier, dat naast hem op het tafel tje lag. „De huisknecht is zoo vriendelijk geweest om de namen op te schrijven. Ik zou er zelf natuurlijk wel heen zijn ge gaan, maar Hij haalde zijn schouders op, die zich scherp onder zijn hemd aftee- kender.. „Ik zal haar wel weten te vinden: maak je maar niet ongerust. Maar vóór alles moet je hier vandaan!" Met een blik vol afschuw bekeek Robert vluchtig de kamer. iNadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE SUIKERFABRIEKEN WERKEN OP VOLLE KRACHT. De te verwerken bieten worden voor ze verwerkt worden door middel van een sterk waterkanon van het vuil ontdaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5