De Duitsche luchtaanvallen op
Engeland en de duikbootoorlog
IEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Woensdag 18 October 1939
Overzicht
Verklaringen van Chamberlain, lord Chatfield
en Churchill
Lord Chatfield
in het Hoogerhuis
Uiteenzetting
van Churchill
Moskou faalt
inzake Turkije
STADSNIEUWS
Vebo definitief afgelast
Onze telefoonnummers
Directie en
Administratie 25041
Redactie No. 21507
Dr. V. E. Kom
In het Britsche Lagerhuis heeft minister
president Chamberlain gezegd, dat de lucht
aanval op de Firth of Forth Maandag werd
uitgevoerd door twaalf of mogelijk ook meer
vijandelijke vliegtuigen, die in escadrilles
van twee of drie tegelijk aanvielen.
Twee burgers werden licht gekwetst door
granaatsplinters. De schade, welke aan de
eigendommen van burgers werd aangericht,
is zeer gering.
Dooden zijn gevallen onder de opvaren
den van Zijner Majesteits schepen ..South
ampton", „Edinburgh" en Mohawk".
De minister-president betreurde te
moeten zeggen, dat drie officieren en
dertien minderen zijn gesneuveld of zijn
overleden aan de opgeloopen kwet
suren. Verder zijn twee officieren licht
gewond, elf minderen zijn ernstig en 31
lichter gekwetst.
De schade, welke aan de „Southamp
ton" en „Edinburgh" werd aangericht
is gering. Beide schepen zijn nog zee
waardig.
De Mohawk" heeft ook slechts ge
ringe schade geleden.
De vijand werd onmiddellijk aangevallen
door onze gevechtsescadrilles en 'het afweer-
vuur. Vier vijandelijke bombardements
vliegtuigen werden neergeschoten, waarvan
één door het luchtdoelgeschut.
Ook een aantal andere vijandelijke toe
stellen werd hevig aangevallen en eenige
hebben wellicht hun basis niet meer kun
nen bereiken.
Daar de aanval plaatselijk was en zich
slechts op kleine schaal scheen te ontwik
kelen, en daar onze afweer volkomen ge
reed was, achtte men het niet wenschelijk
luchtalarm te maken, omdat dit in een uit
gestrekt gebied ontwrichtend zou hebben
gewerkt en ongerief zou hebben veroor
zaakt.
Over den aanval van gister zeide Cham
berlain:
Te 10 u. 30 is een luchtaanval gedaan
op Scapa Flow door ongeveer vier toe
stellen. Twee bommen kwamen zeer
in de nabijheid van de „Iron Duke" te
recht, waardoor het schip in zekere
mate werd beschadigd. Er werd nie
mand gedood of gewond.
De „Iron Duke" is een oud slagschip,
dat, naar men zich zal herinneren,
krachtens het vlootverdrag van Londen
buiten dienst werd gesteld en van zijn
wapening werd ontdaan. Het schip is
sindsdien gebruikt als depot- en oefen
schip.
Een vijandelijk vliegtuig werd door
het scheeps- of door het kustgeschut
neergeschoten: het viel brandende
neer. Een tweede vliegtuig is waar
schijnlijk beschadigd".
In antwoord op een desbetreffende vraag,
zeide premier, dat hij niet geloofde, dat er
een luchtaanval op de kust van Yorkshire
gedaan is.
Op de vraag, of de regeering tevreden is
over de luchtverdediging te Edinburgh, ant
woordde hij: „Ik zou denken, dat uit de op
gesomde resultaten blijkt, dat de afweer in
de hoogste mate doeltreffend was."
In het Hoogerhuis heeft lord Chatfield
medegedeeld dat het slagschip Royal Oak
tot zinken werd gebracht, door een duik
boot, terwijl het voor anker lag in Scapa
Flow in Noord-Schotland te 13 uur 30 op
14 October.
lij voegde hieraan toe, dat nog niet
bekend is hoe de duikboot er in ia geslaagd
de verdedigingswerken van de haven te
passeeren. Het binnendringen van de duik
boot moet worden beschouwd als een op
merkelijk staaltje van kunde en durf. Een
commissie van onderzoek is gevormd.
Lord Chatfield zeide verder, dat de duik
boot blijkbaar de beide stuurboordtorpedo's
heeft afgevuurd op de Royal Oak, één hier
van trof het schip aan den boeg. De ge
dempte ontploffing, welke werd gehoord,
wordt toegeschreven aan de ontploffing
van de ontplofbare stoffen aan boord van
het slagschip.
Twintig minuten later vuurde de duik
boot. nog drie of vier torpedo's af en deze
troffen kort na elkaar het schip, waardoor
het kapseisde en zonk.
De Royal Oak lag aan het uiterste einde
van de haven en daardoor zijn officieren
cn minderen verdronken voor men hulp
kon bieden. Meer dan 800 opvarenden zijn
om het leven gekomen.
In antwoord op een vraag heeft Lord
Chatfield geantwoord: „We hebben geen
reden om aan te nemen, dat de duikboot,
welke de Royal Oak tot zinken heeft ge
bracht, is gezonken."
Verder heeft Lord Chatfield nog gezegd,
dat zoo ernstig als de aanval der duikboot
is geweest, deze toch niets afdoet aan de
veiligheid van de groote schepen, welke
voldoende blijft. Een intens onderzoek op
de ankerplaats heeft niets opgeleverd, doch
het is duidelijk, dat na eenigen tijd de ha
ven weer veilig kon worden verklaard. Alle
noodzakelijke maatregelen zijn genomen
om de bescherming, welke in den vorigen
oorlog voldoende is gebleken, uit te brei
den.
Scapa Flow is de vlootbasis bij de Ork-
ney-eilanden, waar na den oorlog de Duit-
schers hun oorlogsschepen, welke zij had
den uitgeleverd, tot zinken hebben ge
bracht.
De minister van marine Churchill ver
klaarde in het Britsche Lagerhuis:
Tegen het einde van de vorige week is
de duikbootoorlog, welke gedurende veertien
dagen voornamelijk gericht is geweest te
gen de neutralen, weer feller geworden,
tfier schepen, waaronder twee Fransche,
zijn tot zinken gebracht in de westelijke
wateren op Zaterdag en Zondag, drie an
dere werden aangevallen, doch slaagden
er in te ontsnappen.
De Britsche schepen, welke tot zinken
zijn gebracht, meten in totaal 13.000 ton.
Men kan evenwel niet zeggen, dat alle ver
liezen aan onze zijde zijn. Tot nu heeft
het ministerie van marine niet gepubli
ceerd hoeveel duikbooten tot zinken zijn
gebracht. De strijd tegen deze vaartuigen
gaat evenwel steeds voort.
Vrijdag j.l. werden vier onderzeeërs van
den vijand tot zinken gebracht, waaronder
twee van het grootste type: In den groo-
ten oorlog is een dergelijk resultaat niet
bereikt.
„Gedurende de laatste week, waarvoor
ik de getallen kan geven, dat is de zesde
week van den oorlog," zoo zeide Churchill,
„zijn zeven duikbooten tot zinken gebracht.
Indien wij terugblikken op de geheele pe
riode van zes weken, dan zijn naar schat
ting dertien duikbooten tot zinken ge
bracht en vijf ernstig beschadigd en ver
moedelijk gezonken. Verscheidene andere
zijn beschadigd.
Deze schatting is waarschijnlijk te laag.
Ongeveer tweederde van de duikbooten,
welke buitengaats waren, hebben te lijden
gehad van aanvallen van dieptebommen.
Ook de Fransche marine is krachtig en
actief en heeft zonder twijfel ook resulta
ten geboekt, doch het is niet mijn zaak,
cijfers hiervan te geven.
Wij schatten dus, dat van de zestig
duikbooten, waarover de vijand bij het
begin van den oorlog beschikte, onge
veer een derde tot zinken is gebracht.
Op het oogenblik bevinden zich de
overlevenden van de bemanning van
drie van deze schepen in Britsche ge
vangenschap.
Wanneer we dus de balans opmaken
van de eerste zes weken duikbootoor
log tegen de Britsche koopvaardij, dan
moeten we constateeren, dat een derde
tot een vierde van de geheele onder-
zeeërsvloot van Duitschland tot zin
ken is gebracht en dat het gat, dat is
geslagen in de grondig opgeleide offi
cieren en bemanning, niet gemakkelijk
kan worden aangevuld.
De Britsche koopvaardij, welke in to
taal 22 millioen ton telt, heeft door het
optreden van de duikbooten 156.000 ton
verloren, waarbij moet worden toege
voegd 18.000 ton, welke door mijnen
verloren is gegaan.
Het groote nieuws van heden is: de on
derhandelingen te Moskou met den Turk-
schen minister Saradjogloe zijn op een
mislukking uitgeloopen. De sovjets schijnen
eischen te hebben gesteld, waarvoor Tur
kije niets voelde
Van Russische zijde tracht men liet nu
voor te stellen alsof de besprekingen slechts
onderbroken zijn, doch dit is niet meer dan
een doekje voor het bloeden.
Turkije blijft Engeland en Frankrijk
trouw
Volgens den correspondent van de Daily
Telegraph te Moskou verklaren Russische
kringen, dat de Russisch-Turksche bespre
kingen hervat zullen worden, wanneer de
Turksehe minister voor handel, Mukhlies
Erkmen, vandaag te Moskou aankomt voor
een bezoek aan de landbouwtentoonstelling.
Deze verklaring beteekent volgens den
correspondent echter weinig meer dan het
bioote feit, dat de vriendschappelijke be
trekkingen tusschen de beide staten, welke
reeds door vriendschapsverdragen zijn ver
bonden, zullen blijven voortbestaan. Het
eenige nieuwe feit is, dat de Turken geen
mogelijkheid zien zékere voorstellen te aan
vaarden. welke eerst waren prijsgegeven
en vervolgens weer door de Russen waren
naar voren gebracht. De houding van Rus
land hangt volgens den correspondent ge
heel af van den loop van den oorlog in
West-Europa.
Voor het eerst heeft Moskou gefaald. Het
geen ook voor den Balkan van groote be-
teekenis is. Steeds waarschijnlijker wordt,
dat men druk doende is daar een blok te
vormen, dat meer op Italië zal zijn georiën
teerd dan op Duitschland of Rusland, doch
een blok, dat strikt neutraal wil blijven in
den oorlog.
De New York Times verklaart: De mis
lukking der onderhandelingen kan een be
langrijke verandering beteekenen voor de
oorlogskansen. De successen, welke Duitsch
land tot nu toe heeft behaald, moeten niet
hooger worden aangeslagen dan ais scher
mutselingen, welke voorafgaan aan de wer
kelijke krachtproef.
Uit Zweedsche kringen blijft men mel
ding maken van drukke diplomatieke actie
te Berlijn.
Het doel van deze berichten zou klaarblij
kelijk zijn druk uit te oefenen op de Scan
dinavische staatshoofden om een Scandi
navisch vredesoffensief te beginnen.
Het schijnt verder, dat Goerlng en admi
raal Raeder pogen Hitler te weerhouden
de Oostzeelanden op te offeren aan de
sovjets.
Heden vangt te Stockholm de conferentie
der vier Noordsche staten aan
President Kallio van Finland en de mi
nister van buttenïandsche zaken, Erkko,
zijn vanmorgen in een extra vliegtuig aan
gekomen. Zij werden verwelkomd door den
kroonprins, prins Gustaaf Adolf, de leden
der regeering en vertegenwoordigers der
stad Stockholm.
Om 9 uur 60 min. kwam de extra trein
met de koningen van Noorwegen en Dene
marken op het hoofdstation aldaar aan. De
koninklijke gasten werden op het perron
verwelkomd door koning Gustaaf van Zwe
den. den kroonprins, prins Gustaaf Adolf
en het Zweedsche kabinet.
De Zweedsche bladen schrijven uitvoerig
over de heden beginnende conferentie en
herinneren er aan. dat bij de bespreking
der drie koningen te Malmoe in December
1914 dezelfde vorsten de Noorsche landen
vertegenwoordigden. De deelneming van
den president van Finland aan de confe
rentie wordt hartelijk begroet.
De Zweedsche minister van buitenland-
sche zaken heeft de pers een verklaring
doen toekomen van den volgenden inhoud:
„De vier staatshoofden, die met hun mi
nisters van buitenlandsche zaken voor be
raadslagingen bijeenkomen, vertegenwoor
digen vier Noordsche landen, die gemeen
schappelijk vastbesloten zijn hun neutrali
teit en hun volledige politieke onafhanke
lijkheid in stand te houden. De ben er van
overtuigd, dat de conferentie deze reeds
sinds den aanvang van den oorlog aange
nomen esi op een hechte traditie berustende
houding bevestigen zal met den wensch
steeds in goede betrekkingen te staan met
derde mogendheden".
Ik kan dit eerste deel van mijn uiteen
zetting over dezen strijd ter zee niet slui
ten zonder het Huis te verzoeken zich te
realiseeren, welke moed en toewijding wor
den geëlscht van de bemanning der sche
pen, welke jacht maken op duikbooten en
welke convoieeren, niet alleen in nauw
vaarwater doch ook in storm.
Ook moet het huis zich de vastberaden
heid van de officieren en zeelieden van de
koopvaardij voor oogen houden, die al deze
gevaren het -hoofd bieden.
Het is niet te veel gèzegd, wanneer we
beweren, dat nu na zes weken oorlog wij
bijna dezelfde hoogte van een succesvollen
strijd tegen de duikbooten hebben bereikt
als in den vorigen oorlog in de eerste
maanden van 1918. Ik ben van meening,
dat wij dit deel van onze-bezigheld in den
oorlog met eenig vertrouwen aan het huis
kunnen voorleggen."
De leider van de Labourpartij, Attlee.
stemde in met de hulde, welke Churchill
bracht aan de zeelieden en hij gaf uiting
aan zijn sympathie met de nagelaten be
trekkingen van de omgekomen opvarenden
van de „Royal Oak."
Hij zeide verder, dat hetgeen de minister
had medegedeeld zeer verontrustend was
en vroeg of de haven van Scapa Flow sy
stematisch wordt beschermd, om te zorgen,
dat het een veilige ankerplaats blijft voor
de oorlopbodems. Voorts vroeg hij om de
verzekering, dat de voornaamste verdedi
gingswerken in de periode sedert den af-
geloopen oorlog goed gehandhaafd zijn.
Minister Churchill antwoordde hierop,
dat de versperringen gehandhaafd zijn en
thans weer zijn geplaatst. Het zijn evenwel
niet dezelfde, die in den vorigen oorlog
zijn gebruikt.
De labourafgevaardigde Alexander vroeg
of men mag aannemen, dat de verklarin
gen van het Duitsche opperbevel, dat de
Duitschers in feite meester zijn op de
Noordzee, door de verklhring van den mi
nister wordt tegengesproken.
De minister antwoordde, dat natuurlijk
een doeltreffende controle wordt uitgeoe
fend op alle contrabande en koopwaar,
welke naar Duitschland wordt gevoerd. De
Noordzee wordt doeltreffend bewaakt, zoo
dat geen voordeel kan worden behaald van
koopvaardij op den Oceaan.
DUITSCHE LEZING.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldde gis
teravond:
Duitsche luchtstrijdkrachten zijn tot
Scapa Flow doorgedrongen. De in de baai
liggende eenheden der Britsche slagvloot
werden met sucoos jaangevallen. Behalve
andere oorlogsschepen werd een slagschip
getroffen door bommen van zwaar middel
kaliber. Bij het"ihfchtgevecht, dat vervol
gens ontbrandde, werd een vijandelijk
Jachtvliegtuig door onze bombardements
vliegtuigen neergeschoten. Het zeer zware
vijandelijke afweervuur ten spijt gelukte
het allen Duitschen toestellen op één na,
hun bases te bereiken.
Naar het Engelsche ministerie van lucht
vaart mededeelt, zijn, nadat in den namid
dag de vijandelijke luchtmacht boven de
Oostkust ln actie was geweest, later twee
vijandelijke vliegtuigen waargenomen bij
de Noord-Oostkust. Zij werden door Brit
sche toestellen aangevallen en beide neer
geschoten. Zij vielen in zee. De inzitten
den van een der vliegtuigen werden gered.
De Engelsche machines keerden behouden
terug.
Het bestuur van de Vebo heeft be
sloten om de tentoonstelling: van vee-,
bodem- cn zuivelproducten, welke door
de tijdsomstandigheden reeds eenigen
tijd was uitgesteld, thans definitief af
te lasten.
Wij herinneren er in dit verband aan, dat
het bestuur van de Vety) bij de organisatie
dezer tentoonstellingen door tegenslag
schijnt te worden achtervolgd.
De eerste maal richtte een tsorm groote
verwoestingen aan in het tentenkamp op
het Schuttersveld: een volgenden keer
moest zij te elfder ure wegens mond- en
klauwzeer onder het vee worden afgelast;
het vorige jaar werd het tenoonstellings-
imateriaal om dezelfde reden gedecimeerd
en nu treedt de oorlog weer als spelbre
ker op.
Het is voor het bestuur waarlijk om er
moedeloos onder te worden
Het is maar goed, dat de leiding berust
-bij mannen, die niet spoedig bij de pakken
neerzitten; anders vreesden wij voor de
Vebo 1940. Nu zijn wij er van overtuigd, dat
het niet doorgaan dezer expositie
afhankelijk is van andere machten en om
standigheden, dan waarover het Vebo-be
stuur de beschikking heeft.
MUZIEKAVOND LEIDSCH MUZIEK-
LYCEUM.
(2 lijnen)
Pianist: de heer W. de Roos.
In het gezellige concertzaaltje van het
Leidsch Muzieklyceum woonden wij gister
avond den eersten avond bij van een serie,
welke dit seizoen georganiseerd wordt door
de directie van voornoemd Luceum.
De voorzitter der Commissie van Advies,
prof. dr. Lam, wees er op. dat het een goede
gedachte is op deze avonden de leerkrach
ten dezer school te laten optreden om iets
van hun vak te laten hooren en daarmee
tevens meerdere bekendheid aan het Mu
zieklyceum te geven. Op deze avonden zul
len zich dan tevens enkele der beste leer
lingen doen hooren. Spieker hoopte, dat
deze recitals een goede ontvangst zullen
genieten.
Op dezen eersten avond beluisterden wij
het spel van den heer W. de Roos, piano-
leeraar aan het Lyceum, die het zich niet
gemakkelijk had gemaakt. Hij speelde
Bach's Chromatische Fantasie en Fuga, de
Ag dur Sonate op. 26 van Beethoven en
Chopin's F moll Fantasie. Wij ontvingen
van zijn spel gemengde indrukken. Na een
aanvankelijke gejaagdheid gaf de heer de
Roos veel goeds te hooren. Een gedegen
technisch fundament kenmerkt zijn spel,
alsmede een duidelijke analyse der stem
voeringen, Het bezit echter nog te weinig
muzikale diepte, dan dat het ons bij voort
during kon boeien. Tengevolge van een
dikwijls voorkomende luide toongevlng en
te weinig nuanceering, alsmede een zeker
gemis aan voldoend legato, gaat van zijn
vertolking weinig warmte uit, hetgeen dus
een handicap vormt voor een volledige
waardeering zijner interpretaties.
Niettemin konden wij lof hebben voor de
serieuze wijze, waarop hij zich van zijn
zware taak kweet en die een zekere waar
borg inhield voor de ernst, waarmee hij ook
wel zijn leerlingen zal weten te bezielen.
Van dien ernst waren wij trouwens reeds
getuige tijdens het spel van twee hunner,
die, evenals hun leeraar veel succes moch
ten oogsten. Wij gelooven wel, dat deze
avonden aan hun doel zullen beantwoorden.
De directrice van het Muzieklyceum heeft
tenslotte nog verschillende mededeelingen
gedaan.
BENOEMD TOT BUITENGEWOON
HOOGLEERAAR.
Zooals wij gisteren nog onder „Laatste
Berichten" konden mededeelen, is bij Kon.
besluit van 16 dezer benoemd tot buiten
gewoon hoogleeraar in de faculteit der
rechtsgeleerdheid aan de rijksuniversiteit
alhier, om onderwijs te geven in het adat-
recht, dr. V. E. Korn, oud-resident van Ta-
panoeli, wonende te 's-Gravenhage.
Dr. Korn volgt in deze functie prof. mr.
F. D. Holleman op, die onlangs als zoodanig
ontslag heeft genomen.
Victor Emanuel Korn werd 1 Juli 1892 te
's-Gravenhage geboren. In 1910 werd hij als
student aan de Leidsche universiteit inge
schreven, waar hij de opleiding tot Indisch
bestuursambtenaar volgde.
In 1913 werd hij uitgezonden als admini
stratief ambtenaar bij het binnenlandsch
bestuur in Nederlandsch Indlë. In 1914 werd
hij benoemd tot adspirant controleur én
geplaatst in het gouvernement Celebes en
onderhoorigheden. In hetzelfde jaar volgde
zijn benoeming tot controleur van de resi
dentie Ternate.
In 1917 werd hij Overgeplaatst naar Bali-
Lombok, Vier jaren later, dus in 1921, kreeg
hij een jaar ziekteverlof voor Europa en
in aansluiting daarop werd hij aangewezen
voor de studie aan de Nederlandsch-Indi-
sche bestuursacademie alhier.
Na zijn verlof werd hij in 1924 benoemd
tot controleur van Ball-Lombok en in 1927
tot secretaris van den resident van Bali-
Lombok. In hetzelfde jaar werd hij met den
titel van assistent-resident ter beschikking
gesteld van den genoemden resident.
In 1928 volgde zijn benoeming tot assis
tent-resident van Samaranda (Zuidoost
kust van Borneo). Een jaar later werd hij
assistent-resident van Zuid Bali.
In 1930 ging hij wegens 6-jarlgen dienst,
met acht maanden verlof naar Europa en
na dat verlof werd hij benoemd tot assis
tent resident van Assahan (Oostkust van
Sumatra).
In 1936 werd hij resident van DJambi en
kort daarna ook van Tapanoeli, terwijl hem
in 1939 op zijn verzoek eervol ontslag werd
verleend uit 's lands dienst met dankbetui
ging voor de aan het land bewezen diensten.
De heer Korn heeft zich steeds in het bij
zonder voor het adatrecht geïnteresseerd.
Reeds in zijn eerste Indische dienstperi-
ode van 1915 tot 1924 verscheen van zijn
hand een tiental opstellen over bestuurs
voering en handhaving van het adatrecht
in Zuid Celebes, Ternate en Bali en Lombok.
Toen hij in 1924 zijn verlof in Nederland
doorbracht, promoveerde hij op 18 Novem
ber aan de Leidsche universiteit tot doctor
in de rechtsgeleerdheid op proefschrift „Het
adatrecht van Bali".
In 1933 verscheeri van zijn hand een
adatrechtelijke monografie over: „De Ba-
lische dorpsrepubliek Tnganan Paprln-
singan".
Prof. Korn zal eerst na de Kerstvacantie
zijn ambt Van hoogleeraar kunnen aan
vaarden.
ONTWIKKELING EN ONTSPANNING
VOOR MILITAIREN.
Een schema opgesteld.
Het comité, dat eenige weken geleden
werd opgericht om voor de meerdere ont
wikkeling der in Leiden en omgeving ge
legerde militairen te zorgen, heeft thans
hiervoor een schema opgemaakt.
Hedenavond te 8 uur worden daarom
alle studenten, die thans in Leiden of
naaste omgeving onder de wapenen zijn,
ln het Universiteitsgebouw aan het Ra
penburg verwacht. (Niet echter de juist
aangekomen medische studenten).
Alsdan zal er met professoren van de
verschillende faculteiten een bespreking
worden gehouden over eventueele hulp bij
de studies tijdens den diensttijd.
Wat de ontwikkeling der militairen be
treft. kan worden medegedeeld, dat met
ingang van morgen op Donderdagmidda
gen van 3,30 tot 4.30 uur voordrachten voor
de troep zulen worden gehouden.
Reeds zijn daarvoor de volgende voor
drachten vastgesteld:
19 Oct.: Prof. R. Casimir over: Hoe vormt
zich een karakter?
26 Oct.: Prof. dr. H. Kraemer over:
Gandhi.
2e Nov.: Prof. mr. H. Idema over: Gene
raal van Heutsz.
Voor officieren, onderofficieren en meer
ontwikkelde korporaals en manschappen
zullen met Ingang van Vrijdag 20 October
en vervolgens iederen Vrijdagavond van
8 tot 9 uur voordrachten gehouden worden
Reeds zijn hiervoor de volgende lezingen
vastgesteld
20 Oct.: Prof. dr. S. Bok over: Microsco
pische bestanddeelen van ons lichaam en
het wonder hunner samenwerking (met
lichtbeelden).
27 Oct.: Prof. dr. B. G. Escher over: Vul
kanen (met lichtbeelden l
3 Nov.: Prof. mr. J. J. Schrieke óver:
Ned. Indië en hun verhouding.
10 Nov.: Prof. dr. J. J. L. Duyvendak
over: China in het huidige wereldbestel.
17 Nov.: Prof. mr. B. M. Telders over:
Nederlands neutraliteit in 1914 en 1939.
Alle lezingen, zoowel die op Donderdag
middag voor de troep als die op Vrijdag
avond voor officieren enz. zullen in een
der zalen van het Universiteitsgebouw wor
den gehouden.
Morgen- en Vrijdagavond wordt uitslui
tend voor militairen in de Gehoorzaal een
concert gegeven door de Kon. Militaire
Kapel.
MILITARIA.
Promotics bij 6 R.V.A.
Met ingang van 1 Novemger is benoemd
tot luitenant-kolonel, commandant van het
lste regiment artillerie de majoor P. C. Ta
conis van het 6de regiment artillerie alhier.
Met ingang van denzelfden datum is be
noemd tot majoor bij 6 R.V.A. de kapitein
W. C. L. baron van Boetselaer, adjudant bij
het korps rijdende artillerie.
Voorts is benoemd tot reserve-majoor de
reserve-kapitein O. Kuipers van 6 R.V.A.
2—J