De Duitsche luchtaanvallen op Engeland en de duikbootoorlog IEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Woensdag 18 October 1939 Overzicht Verklaringen van Chamberlain, lord Chatfield en Churchill Lord Chatfield in het Hoogerhuis Uiteenzetting van Churchill Moskou faalt inzake Turkije STADSNIEUWS Vebo definitief afgelast Onze telefoonnummers Directie en Administratie 25041 Redactie No. 21507 Dr. V. E. Kom In het Britsche Lagerhuis heeft minister president Chamberlain gezegd, dat de lucht aanval op de Firth of Forth Maandag werd uitgevoerd door twaalf of mogelijk ook meer vijandelijke vliegtuigen, die in escadrilles van twee of drie tegelijk aanvielen. Twee burgers werden licht gekwetst door granaatsplinters. De schade, welke aan de eigendommen van burgers werd aangericht, is zeer gering. Dooden zijn gevallen onder de opvaren den van Zijner Majesteits schepen ..South ampton", „Edinburgh" en Mohawk". De minister-president betreurde te moeten zeggen, dat drie officieren en dertien minderen zijn gesneuveld of zijn overleden aan de opgeloopen kwet suren. Verder zijn twee officieren licht gewond, elf minderen zijn ernstig en 31 lichter gekwetst. De schade, welke aan de „Southamp ton" en „Edinburgh" werd aangericht is gering. Beide schepen zijn nog zee waardig. De Mohawk" heeft ook slechts ge ringe schade geleden. De vijand werd onmiddellijk aangevallen door onze gevechtsescadrilles en 'het afweer- vuur. Vier vijandelijke bombardements vliegtuigen werden neergeschoten, waarvan één door het luchtdoelgeschut. Ook een aantal andere vijandelijke toe stellen werd hevig aangevallen en eenige hebben wellicht hun basis niet meer kun nen bereiken. Daar de aanval plaatselijk was en zich slechts op kleine schaal scheen te ontwik kelen, en daar onze afweer volkomen ge reed was, achtte men het niet wenschelijk luchtalarm te maken, omdat dit in een uit gestrekt gebied ontwrichtend zou hebben gewerkt en ongerief zou hebben veroor zaakt. Over den aanval van gister zeide Cham berlain: Te 10 u. 30 is een luchtaanval gedaan op Scapa Flow door ongeveer vier toe stellen. Twee bommen kwamen zeer in de nabijheid van de „Iron Duke" te recht, waardoor het schip in zekere mate werd beschadigd. Er werd nie mand gedood of gewond. De „Iron Duke" is een oud slagschip, dat, naar men zich zal herinneren, krachtens het vlootverdrag van Londen buiten dienst werd gesteld en van zijn wapening werd ontdaan. Het schip is sindsdien gebruikt als depot- en oefen schip. Een vijandelijk vliegtuig werd door het scheeps- of door het kustgeschut neergeschoten: het viel brandende neer. Een tweede vliegtuig is waar schijnlijk beschadigd". In antwoord op een desbetreffende vraag, zeide premier, dat hij niet geloofde, dat er een luchtaanval op de kust van Yorkshire gedaan is. Op de vraag, of de regeering tevreden is over de luchtverdediging te Edinburgh, ant woordde hij: „Ik zou denken, dat uit de op gesomde resultaten blijkt, dat de afweer in de hoogste mate doeltreffend was." In het Hoogerhuis heeft lord Chatfield medegedeeld dat het slagschip Royal Oak tot zinken werd gebracht, door een duik boot, terwijl het voor anker lag in Scapa Flow in Noord-Schotland te 13 uur 30 op 14 October. lij voegde hieraan toe, dat nog niet bekend is hoe de duikboot er in ia geslaagd de verdedigingswerken van de haven te passeeren. Het binnendringen van de duik boot moet worden beschouwd als een op merkelijk staaltje van kunde en durf. Een commissie van onderzoek is gevormd. Lord Chatfield zeide verder, dat de duik boot blijkbaar de beide stuurboordtorpedo's heeft afgevuurd op de Royal Oak, één hier van trof het schip aan den boeg. De ge dempte ontploffing, welke werd gehoord, wordt toegeschreven aan de ontploffing van de ontplofbare stoffen aan boord van het slagschip. Twintig minuten later vuurde de duik boot. nog drie of vier torpedo's af en deze troffen kort na elkaar het schip, waardoor het kapseisde en zonk. De Royal Oak lag aan het uiterste einde van de haven en daardoor zijn officieren cn minderen verdronken voor men hulp kon bieden. Meer dan 800 opvarenden zijn om het leven gekomen. In antwoord op een vraag heeft Lord Chatfield geantwoord: „We hebben geen reden om aan te nemen, dat de duikboot, welke de Royal Oak tot zinken heeft ge bracht, is gezonken." Verder heeft Lord Chatfield nog gezegd, dat zoo ernstig als de aanval der duikboot is geweest, deze toch niets afdoet aan de veiligheid van de groote schepen, welke voldoende blijft. Een intens onderzoek op de ankerplaats heeft niets opgeleverd, doch het is duidelijk, dat na eenigen tijd de ha ven weer veilig kon worden verklaard. Alle noodzakelijke maatregelen zijn genomen om de bescherming, welke in den vorigen oorlog voldoende is gebleken, uit te brei den. Scapa Flow is de vlootbasis bij de Ork- ney-eilanden, waar na den oorlog de Duit- schers hun oorlogsschepen, welke zij had den uitgeleverd, tot zinken hebben ge bracht. De minister van marine Churchill ver klaarde in het Britsche Lagerhuis: Tegen het einde van de vorige week is de duikbootoorlog, welke gedurende veertien dagen voornamelijk gericht is geweest te gen de neutralen, weer feller geworden, tfier schepen, waaronder twee Fransche, zijn tot zinken gebracht in de westelijke wateren op Zaterdag en Zondag, drie an dere werden aangevallen, doch slaagden er in te ontsnappen. De Britsche schepen, welke tot zinken zijn gebracht, meten in totaal 13.000 ton. Men kan evenwel niet zeggen, dat alle ver liezen aan onze zijde zijn. Tot nu heeft het ministerie van marine niet gepubli ceerd hoeveel duikbooten tot zinken zijn gebracht. De strijd tegen deze vaartuigen gaat evenwel steeds voort. Vrijdag j.l. werden vier onderzeeërs van den vijand tot zinken gebracht, waaronder twee van het grootste type: In den groo- ten oorlog is een dergelijk resultaat niet bereikt. „Gedurende de laatste week, waarvoor ik de getallen kan geven, dat is de zesde week van den oorlog," zoo zeide Churchill, „zijn zeven duikbooten tot zinken gebracht. Indien wij terugblikken op de geheele pe riode van zes weken, dan zijn naar schat ting dertien duikbooten tot zinken ge bracht en vijf ernstig beschadigd en ver moedelijk gezonken. Verscheidene andere zijn beschadigd. Deze schatting is waarschijnlijk te laag. Ongeveer tweederde van de duikbooten, welke buitengaats waren, hebben te lijden gehad van aanvallen van dieptebommen. Ook de Fransche marine is krachtig en actief en heeft zonder twijfel ook resulta ten geboekt, doch het is niet mijn zaak, cijfers hiervan te geven. Wij schatten dus, dat van de zestig duikbooten, waarover de vijand bij het begin van den oorlog beschikte, onge veer een derde tot zinken is gebracht. Op het oogenblik bevinden zich de overlevenden van de bemanning van drie van deze schepen in Britsche ge vangenschap. Wanneer we dus de balans opmaken van de eerste zes weken duikbootoor log tegen de Britsche koopvaardij, dan moeten we constateeren, dat een derde tot een vierde van de geheele onder- zeeërsvloot van Duitschland tot zin ken is gebracht en dat het gat, dat is geslagen in de grondig opgeleide offi cieren en bemanning, niet gemakkelijk kan worden aangevuld. De Britsche koopvaardij, welke in to taal 22 millioen ton telt, heeft door het optreden van de duikbooten 156.000 ton verloren, waarbij moet worden toege voegd 18.000 ton, welke door mijnen verloren is gegaan. Het groote nieuws van heden is: de on derhandelingen te Moskou met den Turk- schen minister Saradjogloe zijn op een mislukking uitgeloopen. De sovjets schijnen eischen te hebben gesteld, waarvoor Tur kije niets voelde Van Russische zijde tracht men liet nu voor te stellen alsof de besprekingen slechts onderbroken zijn, doch dit is niet meer dan een doekje voor het bloeden. Turkije blijft Engeland en Frankrijk trouw Volgens den correspondent van de Daily Telegraph te Moskou verklaren Russische kringen, dat de Russisch-Turksche bespre kingen hervat zullen worden, wanneer de Turksehe minister voor handel, Mukhlies Erkmen, vandaag te Moskou aankomt voor een bezoek aan de landbouwtentoonstelling. Deze verklaring beteekent volgens den correspondent echter weinig meer dan het bioote feit, dat de vriendschappelijke be trekkingen tusschen de beide staten, welke reeds door vriendschapsverdragen zijn ver bonden, zullen blijven voortbestaan. Het eenige nieuwe feit is, dat de Turken geen mogelijkheid zien zékere voorstellen te aan vaarden. welke eerst waren prijsgegeven en vervolgens weer door de Russen waren naar voren gebracht. De houding van Rus land hangt volgens den correspondent ge heel af van den loop van den oorlog in West-Europa. Voor het eerst heeft Moskou gefaald. Het geen ook voor den Balkan van groote be- teekenis is. Steeds waarschijnlijker wordt, dat men druk doende is daar een blok te vormen, dat meer op Italië zal zijn georiën teerd dan op Duitschland of Rusland, doch een blok, dat strikt neutraal wil blijven in den oorlog. De New York Times verklaart: De mis lukking der onderhandelingen kan een be langrijke verandering beteekenen voor de oorlogskansen. De successen, welke Duitsch land tot nu toe heeft behaald, moeten niet hooger worden aangeslagen dan ais scher mutselingen, welke voorafgaan aan de wer kelijke krachtproef. Uit Zweedsche kringen blijft men mel ding maken van drukke diplomatieke actie te Berlijn. Het doel van deze berichten zou klaarblij kelijk zijn druk uit te oefenen op de Scan dinavische staatshoofden om een Scandi navisch vredesoffensief te beginnen. Het schijnt verder, dat Goerlng en admi raal Raeder pogen Hitler te weerhouden de Oostzeelanden op te offeren aan de sovjets. Heden vangt te Stockholm de conferentie der vier Noordsche staten aan President Kallio van Finland en de mi nister van buttenïandsche zaken, Erkko, zijn vanmorgen in een extra vliegtuig aan gekomen. Zij werden verwelkomd door den kroonprins, prins Gustaaf Adolf, de leden der regeering en vertegenwoordigers der stad Stockholm. Om 9 uur 60 min. kwam de extra trein met de koningen van Noorwegen en Dene marken op het hoofdstation aldaar aan. De koninklijke gasten werden op het perron verwelkomd door koning Gustaaf van Zwe den. den kroonprins, prins Gustaaf Adolf en het Zweedsche kabinet. De Zweedsche bladen schrijven uitvoerig over de heden beginnende conferentie en herinneren er aan. dat bij de bespreking der drie koningen te Malmoe in December 1914 dezelfde vorsten de Noorsche landen vertegenwoordigden. De deelneming van den president van Finland aan de confe rentie wordt hartelijk begroet. De Zweedsche minister van buitenland- sche zaken heeft de pers een verklaring doen toekomen van den volgenden inhoud: „De vier staatshoofden, die met hun mi nisters van buitenlandsche zaken voor be raadslagingen bijeenkomen, vertegenwoor digen vier Noordsche landen, die gemeen schappelijk vastbesloten zijn hun neutrali teit en hun volledige politieke onafhanke lijkheid in stand te houden. De ben er van overtuigd, dat de conferentie deze reeds sinds den aanvang van den oorlog aange nomen esi op een hechte traditie berustende houding bevestigen zal met den wensch steeds in goede betrekkingen te staan met derde mogendheden". Ik kan dit eerste deel van mijn uiteen zetting over dezen strijd ter zee niet slui ten zonder het Huis te verzoeken zich te realiseeren, welke moed en toewijding wor den geëlscht van de bemanning der sche pen, welke jacht maken op duikbooten en welke convoieeren, niet alleen in nauw vaarwater doch ook in storm. Ook moet het huis zich de vastberaden heid van de officieren en zeelieden van de koopvaardij voor oogen houden, die al deze gevaren het -hoofd bieden. Het is niet te veel gèzegd, wanneer we beweren, dat nu na zes weken oorlog wij bijna dezelfde hoogte van een succesvollen strijd tegen de duikbooten hebben bereikt als in den vorigen oorlog in de eerste maanden van 1918. Ik ben van meening, dat wij dit deel van onze-bezigheld in den oorlog met eenig vertrouwen aan het huis kunnen voorleggen." De leider van de Labourpartij, Attlee. stemde in met de hulde, welke Churchill bracht aan de zeelieden en hij gaf uiting aan zijn sympathie met de nagelaten be trekkingen van de omgekomen opvarenden van de „Royal Oak." Hij zeide verder, dat hetgeen de minister had medegedeeld zeer verontrustend was en vroeg of de haven van Scapa Flow sy stematisch wordt beschermd, om te zorgen, dat het een veilige ankerplaats blijft voor de oorlopbodems. Voorts vroeg hij om de verzekering, dat de voornaamste verdedi gingswerken in de periode sedert den af- geloopen oorlog goed gehandhaafd zijn. Minister Churchill antwoordde hierop, dat de versperringen gehandhaafd zijn en thans weer zijn geplaatst. Het zijn evenwel niet dezelfde, die in den vorigen oorlog zijn gebruikt. De labourafgevaardigde Alexander vroeg of men mag aannemen, dat de verklarin gen van het Duitsche opperbevel, dat de Duitschers in feite meester zijn op de Noordzee, door de verklhring van den mi nister wordt tegengesproken. De minister antwoordde, dat natuurlijk een doeltreffende controle wordt uitgeoe fend op alle contrabande en koopwaar, welke naar Duitschland wordt gevoerd. De Noordzee wordt doeltreffend bewaakt, zoo dat geen voordeel kan worden behaald van koopvaardij op den Oceaan. DUITSCHE LEZING. Het Duitsche Nieuwsbureau meldde gis teravond: Duitsche luchtstrijdkrachten zijn tot Scapa Flow doorgedrongen. De in de baai liggende eenheden der Britsche slagvloot werden met sucoos jaangevallen. Behalve andere oorlogsschepen werd een slagschip getroffen door bommen van zwaar middel kaliber. Bij het"ihfchtgevecht, dat vervol gens ontbrandde, werd een vijandelijk Jachtvliegtuig door onze bombardements vliegtuigen neergeschoten. Het zeer zware vijandelijke afweervuur ten spijt gelukte het allen Duitschen toestellen op één na, hun bases te bereiken. Naar het Engelsche ministerie van lucht vaart mededeelt, zijn, nadat in den namid dag de vijandelijke luchtmacht boven de Oostkust ln actie was geweest, later twee vijandelijke vliegtuigen waargenomen bij de Noord-Oostkust. Zij werden door Brit sche toestellen aangevallen en beide neer geschoten. Zij vielen in zee. De inzitten den van een der vliegtuigen werden gered. De Engelsche machines keerden behouden terug. Het bestuur van de Vebo heeft be sloten om de tentoonstelling: van vee-, bodem- cn zuivelproducten, welke door de tijdsomstandigheden reeds eenigen tijd was uitgesteld, thans definitief af te lasten. Wij herinneren er in dit verband aan, dat het bestuur van de Vety) bij de organisatie dezer tentoonstellingen door tegenslag schijnt te worden achtervolgd. De eerste maal richtte een tsorm groote verwoestingen aan in het tentenkamp op het Schuttersveld: een volgenden keer moest zij te elfder ure wegens mond- en klauwzeer onder het vee worden afgelast; het vorige jaar werd het tenoonstellings- imateriaal om dezelfde reden gedecimeerd en nu treedt de oorlog weer als spelbre ker op. Het is voor het bestuur waarlijk om er moedeloos onder te worden Het is maar goed, dat de leiding berust -bij mannen, die niet spoedig bij de pakken neerzitten; anders vreesden wij voor de Vebo 1940. Nu zijn wij er van overtuigd, dat het niet doorgaan dezer expositie afhankelijk is van andere machten en om standigheden, dan waarover het Vebo-be stuur de beschikking heeft. MUZIEKAVOND LEIDSCH MUZIEK- LYCEUM. (2 lijnen) Pianist: de heer W. de Roos. In het gezellige concertzaaltje van het Leidsch Muzieklyceum woonden wij gister avond den eersten avond bij van een serie, welke dit seizoen georganiseerd wordt door de directie van voornoemd Luceum. De voorzitter der Commissie van Advies, prof. dr. Lam, wees er op. dat het een goede gedachte is op deze avonden de leerkrach ten dezer school te laten optreden om iets van hun vak te laten hooren en daarmee tevens meerdere bekendheid aan het Mu zieklyceum te geven. Op deze avonden zul len zich dan tevens enkele der beste leer lingen doen hooren. Spieker hoopte, dat deze recitals een goede ontvangst zullen genieten. Op dezen eersten avond beluisterden wij het spel van den heer W. de Roos, piano- leeraar aan het Lyceum, die het zich niet gemakkelijk had gemaakt. Hij speelde Bach's Chromatische Fantasie en Fuga, de Ag dur Sonate op. 26 van Beethoven en Chopin's F moll Fantasie. Wij ontvingen van zijn spel gemengde indrukken. Na een aanvankelijke gejaagdheid gaf de heer de Roos veel goeds te hooren. Een gedegen technisch fundament kenmerkt zijn spel, alsmede een duidelijke analyse der stem voeringen, Het bezit echter nog te weinig muzikale diepte, dan dat het ons bij voort during kon boeien. Tengevolge van een dikwijls voorkomende luide toongevlng en te weinig nuanceering, alsmede een zeker gemis aan voldoend legato, gaat van zijn vertolking weinig warmte uit, hetgeen dus een handicap vormt voor een volledige waardeering zijner interpretaties. Niettemin konden wij lof hebben voor de serieuze wijze, waarop hij zich van zijn zware taak kweet en die een zekere waar borg inhield voor de ernst, waarmee hij ook wel zijn leerlingen zal weten te bezielen. Van dien ernst waren wij trouwens reeds getuige tijdens het spel van twee hunner, die, evenals hun leeraar veel succes moch ten oogsten. Wij gelooven wel, dat deze avonden aan hun doel zullen beantwoorden. De directrice van het Muzieklyceum heeft tenslotte nog verschillende mededeelingen gedaan. BENOEMD TOT BUITENGEWOON HOOGLEERAAR. Zooals wij gisteren nog onder „Laatste Berichten" konden mededeelen, is bij Kon. besluit van 16 dezer benoemd tot buiten gewoon hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de rijksuniversiteit alhier, om onderwijs te geven in het adat- recht, dr. V. E. Korn, oud-resident van Ta- panoeli, wonende te 's-Gravenhage. Dr. Korn volgt in deze functie prof. mr. F. D. Holleman op, die onlangs als zoodanig ontslag heeft genomen. Victor Emanuel Korn werd 1 Juli 1892 te 's-Gravenhage geboren. In 1910 werd hij als student aan de Leidsche universiteit inge schreven, waar hij de opleiding tot Indisch bestuursambtenaar volgde. In 1913 werd hij uitgezonden als admini stratief ambtenaar bij het binnenlandsch bestuur in Nederlandsch Indlë. In 1914 werd hij benoemd tot adspirant controleur én geplaatst in het gouvernement Celebes en onderhoorigheden. In hetzelfde jaar volgde zijn benoeming tot controleur van de resi dentie Ternate. In 1917 werd hij Overgeplaatst naar Bali- Lombok, Vier jaren later, dus in 1921, kreeg hij een jaar ziekteverlof voor Europa en in aansluiting daarop werd hij aangewezen voor de studie aan de Nederlandsch-Indi- sche bestuursacademie alhier. Na zijn verlof werd hij in 1924 benoemd tot controleur van Ball-Lombok en in 1927 tot secretaris van den resident van Bali- Lombok. In hetzelfde jaar werd hij met den titel van assistent-resident ter beschikking gesteld van den genoemden resident. In 1928 volgde zijn benoeming tot assis tent-resident van Samaranda (Zuidoost kust van Borneo). Een jaar later werd hij assistent-resident van Zuid Bali. In 1930 ging hij wegens 6-jarlgen dienst, met acht maanden verlof naar Europa en na dat verlof werd hij benoemd tot assis tent resident van Assahan (Oostkust van Sumatra). In 1936 werd hij resident van DJambi en kort daarna ook van Tapanoeli, terwijl hem in 1939 op zijn verzoek eervol ontslag werd verleend uit 's lands dienst met dankbetui ging voor de aan het land bewezen diensten. De heer Korn heeft zich steeds in het bij zonder voor het adatrecht geïnteresseerd. Reeds in zijn eerste Indische dienstperi- ode van 1915 tot 1924 verscheen van zijn hand een tiental opstellen over bestuurs voering en handhaving van het adatrecht in Zuid Celebes, Ternate en Bali en Lombok. Toen hij in 1924 zijn verlof in Nederland doorbracht, promoveerde hij op 18 Novem ber aan de Leidsche universiteit tot doctor in de rechtsgeleerdheid op proefschrift „Het adatrecht van Bali". In 1933 verscheeri van zijn hand een adatrechtelijke monografie over: „De Ba- lische dorpsrepubliek Tnganan Paprln- singan". Prof. Korn zal eerst na de Kerstvacantie zijn ambt Van hoogleeraar kunnen aan vaarden. ONTWIKKELING EN ONTSPANNING VOOR MILITAIREN. Een schema opgesteld. Het comité, dat eenige weken geleden werd opgericht om voor de meerdere ont wikkeling der in Leiden en omgeving ge legerde militairen te zorgen, heeft thans hiervoor een schema opgemaakt. Hedenavond te 8 uur worden daarom alle studenten, die thans in Leiden of naaste omgeving onder de wapenen zijn, ln het Universiteitsgebouw aan het Ra penburg verwacht. (Niet echter de juist aangekomen medische studenten). Alsdan zal er met professoren van de verschillende faculteiten een bespreking worden gehouden over eventueele hulp bij de studies tijdens den diensttijd. Wat de ontwikkeling der militairen be treft. kan worden medegedeeld, dat met ingang van morgen op Donderdagmidda gen van 3,30 tot 4.30 uur voordrachten voor de troep zulen worden gehouden. Reeds zijn daarvoor de volgende voor drachten vastgesteld: 19 Oct.: Prof. R. Casimir over: Hoe vormt zich een karakter? 26 Oct.: Prof. dr. H. Kraemer over: Gandhi. 2e Nov.: Prof. mr. H. Idema over: Gene raal van Heutsz. Voor officieren, onderofficieren en meer ontwikkelde korporaals en manschappen zullen met Ingang van Vrijdag 20 October en vervolgens iederen Vrijdagavond van 8 tot 9 uur voordrachten gehouden worden Reeds zijn hiervoor de volgende lezingen vastgesteld 20 Oct.: Prof. dr. S. Bok over: Microsco pische bestanddeelen van ons lichaam en het wonder hunner samenwerking (met lichtbeelden). 27 Oct.: Prof. dr. B. G. Escher over: Vul kanen (met lichtbeelden l 3 Nov.: Prof. mr. J. J. Schrieke óver: Ned. Indië en hun verhouding. 10 Nov.: Prof. dr. J. J. L. Duyvendak over: China in het huidige wereldbestel. 17 Nov.: Prof. mr. B. M. Telders over: Nederlands neutraliteit in 1914 en 1939. Alle lezingen, zoowel die op Donderdag middag voor de troep als die op Vrijdag avond voor officieren enz. zullen in een der zalen van het Universiteitsgebouw wor den gehouden. Morgen- en Vrijdagavond wordt uitslui tend voor militairen in de Gehoorzaal een concert gegeven door de Kon. Militaire Kapel. MILITARIA. Promotics bij 6 R.V.A. Met ingang van 1 Novemger is benoemd tot luitenant-kolonel, commandant van het lste regiment artillerie de majoor P. C. Ta conis van het 6de regiment artillerie alhier. Met ingang van denzelfden datum is be noemd tot majoor bij 6 R.V.A. de kapitein W. C. L. baron van Boetselaer, adjudant bij het korps rijdende artillerie. Voorts is benoemd tot reserve-majoor de reserve-kapitein O. Kuipers van 6 R.V.A. 2—J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 2