De Indrageborgen - Parijsche trein op vrachtauto gereden
gOiie JaargangIEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Vlucht uit Moskou
FEUILLETON
DE FINSCHE HOUTBOOT „INDRA",
die bij Terschelling op een mijn is geloopen, is
naar Amsterdam gesleept. Het zwaar slagzij
makende en half gezonken schip op
weg naar de hoofdstad.
DE PARIJSCHE TREIN is tus-
schen Willemsdorp en Dordrecht op
een vrachtauto gereden. De auto
werd vernield, en de locomotief ont
spoorde. De chauffeur kwam
om het leven.
EEN GEMOBILISEERDE SCHEVENINGSCHE SOLDAAT stapte in 't huwelijks
bootje. Zijn kameraden in het kamp Waalsdorp in de residentie haalden het bruids
paar cp feestelijke wijze in, waarbij ook de Jagerskapel „Prins Bernhard"
zich deed hooren.
EEN 7 MAANDEN OUDE TIJGER,
als speelkameraad bij de jongelui
Gerke te Tanah Tinggih (Batavia).
IN DEN BEEMSTER IS MEN BEZIG HET FRUIT TE PLUKKEN. DE VOLGELADEN
BOOMEN REIKEN ZELFS TOT BOVEN DEN WEG. DE PLUKKERS
AAN DEN ARBEID.
BURGEMEESTER F. VAN LANSCHOT
laat zich door de Roode Kruis-zusters in de kaart kijken, tijdens een bridge
drive in Den Bosch ten bate van het Roode Kruis.
ROMAN
van
MARLISE KOLLING.
33)
„Vermoedelijk heeft mij haar mededee-
ling niet meer bereikt zei hij, zoo rustig
mogelijk. „Ik ben van kantoor niet meer
thuis geweest, dat wil zeggen, ik heb niet
meer op mijn schrijfbureau gekeken ik
had nog een afspraak".
Hij bemerkte wel, ciat dit noodleugentje
geen geloof vond. Wie kwam nu ook in
avondtoilet van zijn kantoor? Maar als
er Daisy zoo weinig aan gelegen was al
thans den schijn van eensgezindheid te-
genove. de buitenwereld te bewaren, goed
ook hij wenschte tenslotte niet voortdu
rend comedie te spelen.
15
Telkens wanneer Robert de eerstvolgende
dagen probeerde Daisy te bereiken, trof hij
luffrouw Schellberg aan de telefoon. Steeds
weer werd hem op denzelfden kwasi vrien
delijken toon meegedeeld: „Het spijt me,
meneer Eschberg, maar Daisy is niet thuis,
u lr Gattersworth is haar komen halen."
Robert voelde zich steeds geprikkelder
worden. Dat dwaze gedoe van Daisy! Zij
~™oefde waarlijk niet te probeeren door
middel van Gattersworth zijn jalouzie op
AIs ze hem liever had, mocht ze
m gerust nemen; hij stond hun geluk
niet in den wegTenslotte was hij het toch
geweest, die had voorgesteld hun verloving
te verbreken, maar Daisy had daar niet
van willen hooren. In zijn oogen was het
klein en minderwaardig op een dergelijke
manier van haar macht misbruik te maken.
Den derden dag kreeg hij genoeg van dit
kat en muis spelletje. Hij besloot haar per
soonlijk te gaan bezoeken; vroeg of laat
moest er toch een eind komen aan deze
onmogelijke verhouding.
De huisknecht liet hem in den salon. „Ja,
juffrouw Lohr is thuis, maar zij heeft be
zoek".
„Vermoedelijk mister Gattersworth?" Ro
bert kon zich niet meer beheerschen. „Waar
is juffrouw Lohr?"
„In den tuin".
„Goed, Je behoeft me niet aan te dienen".
Daisy zat met Gattersworth op een bank
onder den grooten bruinen beuk. Zij kon
den tuin tot het achterhuis overzien en
stond op. toen zij hem zag naderen. „He Ro
bert, jij hier?" Zij reikte hem met een hau
tain gebaar haar hand. ..Mister Gatters
worth, u hebt, geloof ik. al kennis gemaakt
met meneer Eschberg?"
De beide mannen begroetten elkaar zeer
terughoudend Het gesprek, dat aanvanke
lijk tusschen Daisy en Gattersworth niets te
wensehen had overgelaten, bleek nu plotse
ling niet meer op gang te brengen. Robert'
probeerde het een paar maal, maar Daisy
deed eenvoudig, alsof hij niet bestond. Na
eenige onverschillige opmerkingen wendde
zij zich geheel tot Gattersworth. sprak over
zijn kansen bij de tenniswedstrijden, over
sport in Engeland en door hen beiden ge
maakte uitstapjes Robert was bijna belee-
digend uitgeschakeld. Hij kookte van woede.
Als Daisy nu alleen was geweest, zou zij
wat te hooren hebben gekregen. Maar te
genover Gattersworth ging dat niet.
„Je permitteert?" Hij nam een paar tijd
schriften van tafel, welke Daisy daar ach
teloos had neergeworpen.
„Ga je gang!" Zij liet zich niet in haar
gesprek storen.
Robert bladerde de tijdschriften door.
Werktuigelijk bekeek hij alle illustraties en
advertenties, zonder dat deze ook maar een
oogenblik zijn belangstelling vermochten
op te wekken. Hij zat daar als een kwajon
gen, wien verboden was zich met het ge
sprek der groote menschen te bemoeien.
Wat moest die Engelschman wel van hem
denken? Hij stond op.
„Zoo, ga je al weer?" Daisy maakte niet
de minste aanstalten om hem tegen te hou
den.
„Ja, ik zie, dat ik hier stoor".
Roberts stem klonk ijzig. Ietwat heftig
wierp hij het tijdschrift, dat hij in de hand
had gehouden, op tafel, waardoor het open
viel. Geboeid staarde hij naar een groote
foto, welke vrijwel de geheele pagina in
beslag nam. Zoowel uit fototechnisch als
uit artistiek oogpunt was deze reproductie
ongetwijfeld buitengewoon geslaagd, maar
het was vooral het object, dat Roberts aan
dacht geheel in beslag nam: Twee slanke
handen, die een houten beeld omklemden.
Zijn hart bonsde hem in de keel. Hij kon
zijn oogen niet gelooven. Vergeten was
Daisy en de man naast haar. Alles om hem
heen scheen weg te vallen. Hij zag slechts
alsof zij leefden, die handen en dat kleine
houten figuurtje.
Daisy keek verwonderd op. Waarom
staarde hij zoo naar dat blad?
„Wat scheelt je?" vroeg ze. „Voel je je
niet goed? Je ziet plotseling zoo bleek."
„O nee, dank je. ik voel me uitstekend!"
Met een ruk keerde Robert tot de werkelijk
heid terug.
„Tot ziens, Daisy."
Hij vergat geheel haar een hand te geven
en Gattersworth scheen hij volkomen over
het hoofd te zien. Met een totaal ver
strooid gezicht verdween hij. Er was slechts
een gedachte, die hem beheerschte: hij
moest het nummer van dit tijdschrift heb
ben! De naam van den fotograaf zou stel
lig wel vermeld zijn. Als hij dien naam een
maal wist, dan vond hij ook den weg naar
Llsaweta.
Daisy en Gattersworth bleven zwijgend
achter. Het gezicht van den jongen En
gelschman verried duidelijk zijn misnoegen.
Hij had van dien verloofde van Daisy Lohr
te Warschau een geheel anderen indruk
gekregen. Toen had hij zich toch uiterst
correct gedragen, maar nuOnbegrijpe
lijk voor een man als Gattersworth.
Daisy voelde, wat er in den Engelschman
omging. Met een geforceerd lachje zei ze:
„Ik hoop niet, dat je het kwalijk neemt,
Doug. Robby is wat eigenaardig".
„O. nee!' Gattersworth was in zijn hart
blij van Eschbergs tegenwoordigheid verlost
te zijn. Zijn onverwachte verschijning was
bepaald storend geweest.
Maar Daisy was niet meer in de goede
stemming te brengen. Zij scheen er niet
meer met haar gedachten bij te zijn en rea
geerde verstrooid op zijn, met zooveel zorg
gekozen complimenten. Plotseling zei ze.
voor Gattersworth volkomen onverwachts:
„Je moet mij excuseeren, Doug, ik heb eens
klaps een verschrikkelijke hoofdpijn. Ik zou
graag wat willen rusten. Of ik je vanavond
kan ontmoeten, weet ik nog niet. Doe me
een genoegen en bel in den namiddag nog
even op".
Zij voelde zich ten prooi aan een razende
nervositeit. Ze kon nauwelijks wachten tot
Gattersworth weg was en nog had hij den
tuin niet verlaten, of zij bladerde reeds ge
jaagd in het tijdschrift, dat Robert op tafel
had geworpen en bij zijn vertrek weer had
dichtgeslagen. Wat had hij in dat blad ge
vonden? Wat had zoo'n geweldigen indruk
op hem gemaakt, dat hij zijn omgeving ge
heel vergeten scheen te zijn? Met trillende
vingers sloeg zij bladzijde na bladzijde om.
Er was niets, wat hem belang zou hebben
kunnen inboezemen. Maar ja. daar, onge
veer In het midden las zij onder een artis
tieke foto: „Biddende handen Fotogra
fische studie. Bovenstaande foto, inge
zonden onder het motto „Rusland" door het
Atelier Trubetzkoy te Parijs, werd op een
internationalen wedstrijd met den eersten
prijs bekroond".
Daisy kneep haar oogen tot twee smalle
spleten. Zij staarde onafgebroken naar de
foto. Twee slanke handen om een klein
heiligenbeeld anders niets! Geen lichaam
geen gezicht maar desondanks wist zij
nu, wie Robert daar had herkend.
Atelier Trubetzkoy, Parijs herhaalde
zij voor zichzelf. Robert was dat schepsel
dus weer op het spoor. Innerlijk had hij die
Lisaweta Finschow nooit opgegeven! Het
sanatorium Rode die verdachte notitie
op de schrijftafel van zijn secretaresse
dat eromheen draaien van de chef-ver
pleegster van het sanatorium deze foto
hier alles stapelde zich op tot een berg
van gerechtvaardigde verdenkingen. Maar
Robert moest voorzichtig zijn zij zou
niet rusten, zoolang zij haar tegenstand
ster niet voor goed onschadelijk had ge
maakt!
[Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).