BENDÊt
BINNENLAND
LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 12 October 1939
M IJ N H ARDT J ES XÜ<r1lct&l SVU&j fe/:
De Frctnsche generalissimus
een man van de practijk
RADIO
Zakenverlof voor
gernobiliseerden
De benzine-distributie
Engeland en de
neutrale scheepvaart
Het
auto-verbod
Zondag
op
Generaal Gamelin
De heffing van opcenten op de
gemeentefonds-belasting
SS
Hoofdpijn Kiespijn Zenuwpijnen
Rheumatische pijnen Spit - Spierpijn
Periodieke pijnen - Kou en Griep.
1 „Mijnhardlje" 5 cl. 12 „Mijnhardljes" 50 ct. Bij Apolb. en Drog.
1034
(Ixigez, Med.V
SLECHTS IN DRINGENDE
GEVALLEN.
Thans kan als vrijwel zeker worden
aangenomen dat, indien de algemeene
situatie dit mogelijk maakt, men wel
dra zal beginnen met het verleenen
van zakenverloven aan gemobiliseerde
dienstplichtigen.
Hiervoor wordt dezer dagen een spe
ciaal bureau ingesteld, dat weldra zijn
werkzaamheden zal beginnen. Voor
alsnog zullen de verloven in geringen
omvang worden verleend. Het is niet
de bedoeling, dat voor kleine landbou
wers, tuinders en middenstanders een
aparte regeling zal komen; de maat
regel zal gelden voor alle gernobili
seerden. Het verlof zal slechts in de
meest dringende gevallen worden ver
leend. (Hbld.)
dragen tot een snellere afhandeling van de
controle, indien zij te voren aan de Britsche
autoriteiten zouden kunnen doen weten,
dat een bepaald schip, dat de Britsche con
trole moet aandoen, alleen goederen aan
boord heeft, die voor eigen gebruik van het
neutrale land bestemd is.
Deze kennisgeving zou ook kunnen ge
schieden door de importeurs, doch doordat
de regeeringen in de verschillende landen
thans een zoo scherpe controle over den
handel uitoefenen, schijnt de practijk uit
te wijzen, dat het gemakkelijkst de regee
ringen zelf in verbinding kunnen treden
met de Britsche autoriteiten. De regeerin
gen zelf zouden ook gemakkelijker een ga
rantie kunnen geven en van sommige zijden
heeft de Britsche regeering ook reeds der
gelijke kennisgevingen ontvangen, welke
de controle in de Britsche havens zeer be
spoedigen.
BENZINEZEGELS AAN DE POSTKAN
TOREN VERKRIJGBAAR.
Naar de „Opr. Haarl. Crt." van haar
Haagschen correspondent verneemt, zal
bij de benzinedistributie een rantsoen
van 80 percent voor het handelsver
keer en van 50 pCt. voor personen
auto's worden toegestaan. Op het
oogenblik worden op de postkantoren
de bons voor de benzinedistributie
voor verzending in gereedheid gebracht
De „Gooi- en Ecmlander" weet hier
omtrent nog het volgende te melden:
De regeering heeft een systeem in
voorbereiding, waarbij de verkoop van
benzine alleen op zegels mag geschie
den en deze zegels zullen dan uitslui
tend voor de rechthebbenden verkrijg
baar zijn op de postkantoren.
BEZOEK DER NEDERLANDSCHE MISSIE
DROEG SLECHTS VOORLOOPIG
KARAKTER.
De Britsche minister van economische
oorlogvoering, sir Leith Ross, heeft aan een
aantal buitenlandsche journalisten gele
genheid gegeven, vragen te stellen voorna
melijk betrekking hebbende op de positie
van den neutralen handel en scheepvaart in
verband met de Britsche economische oor
logvoering.
Onder meer kwam daarbij ter sprake de
groote vertraging, welke de neutrale boo
ten ondervinden, die in de Britsche con
trolebasis aan een onderzoek onderworpen
worden.
Volgens de „Msb." zeide de minister o.m.
De discussies met de Nederlandsche
missie, welke hier de vorige week ge
weest is, hebben nog slechts een voor-
loopig karakter gedragen, voorname
lijk, naar het mij leek, omdat de Ne
derlandsche vertegenwoordigers niet
over voldoende volmachten beschikten.
De indruk als zou er een diepe kloof
bestaan tusschen de Nederlandsche en
Britsche vertegenwoordigers is overdre
ven te achten.
De positie van Nederland is uiteraard
moeilijk, omdat Nederland zulk een
groot transitoverkeer met Duitschland
heeft.
Lading onder weg naar een neutraal
land, welke niet is bestemd en waarvan
niet kan worden aangetoond, dat zij be
stemd is voor eigen gebruik of voor
aanwending van eigen industrie of
voor heruitvoer naar een niet-oorlog-
voerend land wordt door Groot-Brit-
tannië steeds gestopt.
Naar aanleiding hiervan werd den mi
nister nog gevraagd, of Engeland van plan
was den invoer van veevoer te stoppen, in
dien, zooals het geval is, de eindproducten
van de zuivelindustrie gedeeltelijk voor
Duitschland en gedeeltelijk voor Groot-
Brittannië bestemd zijn.
Hierop werd nader te kennen gegeven,
dat Groot-Brittannië zeker den toevoer van
voermiddelen voor het Deensche vee zou
stoppen, indien Duitschland b.v. Denemar
ken zou dwingen, alle zuivelproducten naar
Duitschland te exporteeren.
Het ministerie van economische oorlog
voering zal blijven waken over den neutra
len export naar Duitschland en zal allen
toevoer naar de neutrale landen ophouden,
indien deze voor de Duitsche oorlogvoering
van nut zou kunnen zijn.
Indien contrabande slechts een zeer be
scheiden onderdeel zou uitmaken van goe
deren, welke door neutrale landen aan
Duitschland worden geleverd, heeft de
Britsche regeering geen bezwaar, deze con
trabande aan de neutrale landen te doen
toekomen voor heruitvoer als onderdeel van
een fabrikaat naar Duitschland.
In dit verband werd het voorbeeld aan
gehaald van bepaalde huishoudelijke elec-
trische apparaten, die een zekere hoeveel
heid rubber behoeven. Tegen den aanvoer
van deze rubber zou Groot Brittannië geen
bezwaar hebben.
Komende op de kwestie van de vertra
ging van de neutrale scheepvaart in de
Britsche controlebasis deelde sir Leith Ross
nog mede, dat de regeeringen van de neu
trale landen belangrijk zouden kunnen bij
DR. COLIJN NAAR GENEVE.
Dr. H. Colijn is gistermorgen naar Genève
vertrokken, waar zijn aanwezigheid ver-
eischt is in verband met interne Volken
bondsaangelegenheden, meldt de „Stand
aard."
DUURTEBIJSLAG GEVRAAGD.
De hoofdbesturen van de textielarbeiders
bonden De Eendracht. St. Lambertus en
Unitas hebben in een brief aan alle werk
gevers en werkgeversorganisaties in de tex
tielindustrie gewezen op de stijging in de
prijzen van de eerste levensbehoeften.
Zeer in het bijzonder het deel der textiel
arbeiders. van wie de loonen laag zijn,
wordt reeds thans getroffen door de stij
gende en zonder twijfel nog verder stijgen
de kosten van levensonderhoud.
Daarnaast wijzen de organisaties in haar
brief op de stagnatie in den aanvoer van
grond- en/of hulpstoffen, waardoor in vele
gevallen de loonen dalen.
Gevraagd wordt, boven het loon een
duurtebijslag en voor het wachten op
grond- en/of hulpstoffen schadevergoeding
te geven.
BUITEN GEBRUIKSTELLING
POSTZEGELS.
Met ingang van 1 Januari a.s. worden
buiten gebruik gesteld en derhalve voor
frankeering waardeloos de navolgende ze
geluitgiften de weldadigheidspostzegels
(kinderzegels) uitgegeven in 1934; de her
denkingspostzegels 40-jarlg regeeringsjubi-
leum H.M. de Koningin; de Willibrord-her-
denklngspostzegels en de spoorwegpost
zegels.
DE „ORANJE" NIET NAAR AMERIKA.
Aneta meldt uit Batavia:
De reis van het m.s. „Oranje" van Ma
deira naar New York. gaat niet door. De
„Oranje" vertrekt 18 dezer van Tandjong-
Prlok. Singapore en Colombo worden niet
aangedaan. De reis gaat via de Kaap, even
tueel met aandoen van Kaapstad. St. Vin
cent of Las Palmas, naar Lissabon. Hier
komen op 8 en 11 November resp. de „Jo-
han de Witt" en de „Jan Pietersz. Coen"
en worden de passagiers overgenomen. De
juiste vertrekdatum van de „Oranje" uit
Lissabon is nog niet vastgesteld.
Ook de „Marnix van St. Aldegonde" zal
de nieuwe reis naar Indië via de Kaap
maken.
HULP AAN NEDERLANDSCHE
GEZINNEN IN HET BUITENLAND.
Op vragen van den heer Marchant et
d'Ansembourg, betreffende het verleenen
van hulp aan Nederlandsche gezinnen in
het buitenland, waarvan het hoofd ten ge
volge van de mobilisatie in werkelijken
dienst is gekomen, heeft minister Van den
Tempel, als volgt geantwoord:
Dat Nederlandsche gezinnen door de
arbeidsinspecties gedwongen werden in het
buitenland werk te zoeken, berust blijkbaar
op een misverstand. Wel is den minister be
kend, dat door bemiddeling van de organen
der openbare arbeidsbemiddeling in de
laatste jaren een groot aantal Nederland
sche arbeiders, waaronder met gezinnen, in
naburige landen werk hebben gevonden.
Voor zoover deze arbeiders niet zijn terug
gekeerd en er zich in verband met hun
werkzaamheid en verblijf in het buitenland
moeilijkheden voordoen, wordt getracht
deze uit den weg te ruimen. Dit geschiedt
1037
(Ingez. Med.)
in het bijzonder ten aanzien van gezinnen,
waarvan het gezinshoofd of de kostwinner
onder de wapenen is geroepen.
De, gezinnen, waarvan het gezinshoofd of
de kostwinner onder de wapenen verblijft,
worden ten aanzien van het toekenen van
kostwinnersvergoeding op gelijkwaardige
wijze behandeld als de gezinnen ln Neder
land.
In het algemeen wordt de kostwinners
vergoeding aan de gezinnen, die in het
buitenland verblijven, uitgekeerd door be
middeling van de Nederlandsche consulaire
ambtenaren; ten einde de uitkeering aan
talrijke in Duitschland woonachtige gezin
nen op vlugge wijze te doen geschieden,
geschiedt deze sedert eenigen tijd door een
speciale organisatie; t.w. den rijksdienst
voor kostwinnersvergoeding aan dienst
plichtigen uit Duitschland. Hierdoor wordt
een snelle uitbetaling verzekerd.
Dispensaties warden niet verleend.
GEEN UITBREIDING VAN DE
UITZONDERINGEN.
Naar aanleiding van de vele vragen, wel
ke inzake het verbod van het verbruik van
benzine op Zon- en Feestdagen aan de mi
litaire autoriteiten aan de radlo-omroep-
controle-commissie en aan het departe
ment worden gericht, brengt de minister
van Economische Zaken het volgende ter
algemeene kennis.
Het verbod van het verbruik van benzine
op Zon- en feestdagen is uitgevaardigd met
het oog op de moeilijkheden, welke in de
toekomst in de voorziening van motor
brandstoffen kunnen optreden. De voorraad
van de verschillende aardolieproducten
speelt hierbij een rol.
Op dit verbod is een niet onaanzienlijk
aantal uitzonderingen gemaakt. Onthef
fing van het verbod is niet mogelijk, zoodat
aanvragen tot ontheffing niet kunnen wor
den ingewilligd. Ook het vragen van bewij
zen van „vrije doortocht" is niet op zijn
plaats, omdat deze bewijzen daarvoor niet
worden verstrekt.
Na ernstig onderzoek is gebleken, dat aan
verzoeken tot het opnemen in de beschik
king van uitzonderingen voor autoriteiten
met bepaalde particuliere- of zakelijke doel
einden, geen gevolg kan worden gegeven,
omdat een controle daarop practisch niet
mogelijk is.
Daartegenover is het openbaar vervoer-
Jean de Pierrefeu, de bekende schrijver
van „G.Q.G." (Grand Quartier Général),
waarni hij zijn herinneringen heeft opge-
teekend uit den tijd, toen hij aan het hoofd
kwartier van Joffre verbonden, dagelijks het
legercommuniqué van den voorgaanden oor
log samenstelde, beschrijft in deze mémoi
res een jongen stafofficier, overste Gamelin
Generaal Gamelin.
die zijn vrijen tijd doodde met het lezen van
Bergson en zijn kameraden zoo voor philo-
sophie wist te interesseeren, dat tenslotte
die heele staf voor zeer „Bergsoniaansch"
doorging. Gamelin is een studiekop geweest
in zijn jonge jaren en hij is het steeds ge
bleven: als leerling van het Stanislas-col
lege in zijn jeugdjaren behoorde hij tot de
besten van zijn klas en Mgr. tegenwoor
dig kardinaal Baudrillart, die op dat col
lege zijn geschiedenisleeraar was, rekende
hem tot zijn allerbeste leerlingen. Later, in
1893. behaqlde hij bij zijn eindexamen van
de kadettenschool St. Cyr de beste cijfers der
499 examinandi en toen hij na enkele jaren
militaire practijk in Algiers bij de Hoogere
Militaire Krijgsschool werd gedetacheerd,
was ook hier weer het resultaat van zijn
studie schitterend: zijn professoren, onder
wie luitenant-kolonel Foch algemeene tak-
tiek doceerde, kenden hem bij zijn eindexa
men met algemeene stemmen het praedi-
caat: „zeer goed" toe.
Toch is deze technicus, die de militaire
wetenschap ten volle beheerscht, ook een
man van actie en herhaalde malen heeft hij
getoond de mannelijke eigenschappen en
in het bijzonder den physieken moed te be
zitten, die voor een officier-te-velde onont
beerlijk zijn. Toen de oorlog van 1914 in
ging. behoorde hij tot den staf van generaal
Joffre en ofschoon hij er de rechterhand
van den toenmaligen generalissimus was en
zijn ideeën ten grondslag liggen aan heel wat
bevelen door Joffre gegeven, o.a. aan het be
roemde commando No. 6, waardoor generaal
Galliéni verlof kreeg den al te ver opgeruk-
ten vijand onder von Kluck aan te vallen en
daarmede den eersten stoot te geven tot den
Duitschen terugtocht, voelde hij er zich niet
op zijn plaats: hij wilde aan het front mee
vechten, in de loopgraven, in de veldslagen
en niet ver buiten het bereik van het vijan
delijk geschut slechts verstandelijk mede'
werken aan het behalen der overwinning. In
1916 komt hij met zijn verzoek voor den dag.
maar Joffre werd boos en acht dagen lang
keek hij hem kwaad aan. Maar au fond be
greep Joffre zijn medewerkers zeer goed en
na een week bevorderde hij Gamelin tot ko
lonel en belastte hem met het bevel over een
brigade jagers, de fameuze brigade der
„Blauwe Duivels", kerels, die vochten als
leeuwen en voor geen gevaar uit den weg
gingen. Betrekkelijk kort, enkele maanden
slechts, voerde hij die jagersbrigade aan,
doch in dien korten tijd wist hij zich per
soonlijk zoo te onderscheiden, dat zijn man
schappen hem op de handen droegen: dat
was nu eens werkelijk een kolonel de
„Blauwe Duivels" waardig. Van die physie
ken moed heeft generaal Gamelin later
nog herhaaldelijk blijk gegeven: zoo o.a. in
1925, toen hij bevelhebber was der colonne,
die het door de krijgshaftige Druzen bele
gerde Soueida moest ontzetten. Een gevaar
lijke onderneming was het, want slechts
weinige wegen waren aangelegd in dat heu
velachtige Syrische landschap en wanneer
de troepen zoo'n heuveltop beklommen had
den, dan staken daar boven de silhouetten
van manschappen en paarden scherp af als
evenvele schietschijven voor de scherp
schutters van den vijand. En Gamelin? Die
stelde zich met zijn stafofficieren op den
hoogsten heuveltop op om een wakend oog
te kunnen houden op die gevaarlijke ma
noeuvres en de kogels van de rondom ach
ter rotsblokken verborgen Druzen schrikten
hem zoo weinig af, dat hij weigerde van
stelling te veranderen, toen eens een dier
kogels tegen den rotswand' achter hem af
ketste en tegen zijn laars terugsprong.
Die physieke moed is een der groote
eigenschappen van Gamelin, doch zijn
enorme militaire kennis is oorzaak, dat
hem meestal functies werden toevertrouwd,
die hem dwongen zijn leven minder in de
waagschaal te stellen, wat overigens abso
luut niet zeggen wil, dat hij zich angstvallig
voor het vijandelijk vuur schuil hield. In
tegendeel zelfs: waar het noodig was, gaf
hij persoonlijk het voorbeeld aan zijn onder
geschikten, hoe een goed soldaat zich tegen
over den vijand te gedragen heeft.
Zooals wij hierboven schreven, bleef kolo
nel Gamelin slechts korten tijd bevelhebber
der „Blauwe Duivels", want reeds enkele
maanden na zijn bevordering tot kolonel
werd hij benoemd tot generaal-majoor en
als zoodanig chef van den staf van generaal
Micheier, bevelhebber der reserve-legers.
Weer enkele maanden later nocht hij een
nieuwe ster voegen bij de twee, die hij reeds
op de mouw droeg, die van luitenant-gene
raal: vier en veertig jaren is hij slechts oud,
een der jongste, maar ook der bekwaamste
hoofdofficieren van het Fransche leger. De
9de divisie wordt hem toevertrouwd en tot
aan het einde van den oorlog zal hij bevel
hebber blijven over deze elite-troepen, die
onder zijn commando stand hebben gehou
den tegenover een overmachtlgen vijand.
Zes Duitsche divisies stonden immers tegen
over hem opgesteld en om dien van alle
zijden opdringenden vijand tegen te houden
en niet omsingeld te worden, was hij ver
plicht zijn front successievelijk van 10 tot
18 K.M. uit te breiden. Langen tijd hielden
zijn mannen stand, doch langzamerhand
drongen rechts en links kleine afdeelingen
van den overmachtlgen tegenstander in zijn
stellingen. Het was Maart 1918 geworden en
Gamelin moest een beslissing nemen om aan
den greep der Duitschers te ontkomen. De
voorzichtigen raadden hem aan onmiddellijk
terug te trekken, doch een dergelijke terug
tocht in het volle daglicht zou zeer zeker
met groote verliezen gepaard gaan en toen
al was Gamelin zuinig met het leven van
zijn mannen. Allen zouden ze voor zoover
dat mogelijk was, in veiligheid gebracht
worden of wel ze zouden gezamenlijk ter
plaatse vernietigd worden en daarom beval
hij niet terug te trekken, maar aan te val
len op de vleugels totdat het nachtelijk
duister een veiligen teruchttocht mogelijk
zou maken Een riskant besluit was het maar
het bleek het goede te zijn en na met on-
geloofelijke koelbloedigheid de aanwezige
Engelsche generaals ten avondeten vlak bij
de voorste linie uitgenoodigd te hebben, liet
hij zijn troepen terugtrekken, zelf met zijn
staf als een der allerlaatsten een terrein
verlatend, waarop zijn soldaten zoo dapper
zich verdedigd hebben.
Na den oorlog werd hij als hoofd eener
militaire missie naar Brazilië uitgezonden
om er op verzoek der regeering het leger, dat
tot dusver door Duitsche instructeurs was
gedrild, te reorganiseeren en daar moet hij
een woord hebben gesproken, dat zoo ka
rakteristiek een Fransch van een Duitsch
officier onderscheidt: „Men moet niet altijd
bevelen, men moet dikwijls overtuigen."
Gamelin gaf hiermede blijk behalve een
goed officier ook een goed diplomaat te zijn
en deze eigenschappen kwamen enkele ja
ren later zeer goed tot haar recht, toen hem
opdraoht werd gegeven den opstand der
Druzen in Syrië te dempen, wat hij eerst
noodgedwongen gewapenderhand deed om
later diplomatiek het heele land te pacifi
ceeren.
In Frankrijk teruggekeerd en na korten
tijd het bevel gevoerd te hebben over het
20ste legerkorps, werd hij een jaar later tot
sous-chef en weer een jaar later tot chef
van den generalen staf benoemd om ten
slotte in 1935 generaal Weygand als opper
bevelhebber op te volgen. Gamelin heeft
zich geheel gegeven aan het leger, dat hem
toevertrouwd was: hij zorgde er voor, dat de
Maginotlinie nog verder versterkt werd, een
ondoordringbare wal vormde aan Frank.-
rijk's Oostgrens, de mechanisatie van het
leger voerde hij verder door, op zijn aan
dringen werd de oefeningstijd van het leger
verlengd.
En nu staat hij als generalissimus van alle
Fransche en Engelsche landstrijdkrachten
aan het hoofd van een geweldig leger, een
voudig man, een flegmatikus bijna, voor
zichtig en spaarzaam met het leven van zijn
mannen, maar tegelijk ontembaar energiek
en klaar van geest om onmiddellijk de gun
stige gelegenheid te zien en aan te grijpen.
Gamelin is de strateeg, waar heel Frankrijk
vertrouwen in stelt, die bewezen heeft dat
vertrouwen waardig te zijnEn tegen
over hem staat generaal von Brauchltsch
Nadruk verboden.
middel taxi, huurauto met chauffeur en
autobus geheel vrijgelaten, waardoor in
zeer vele gevallen moeilijkheden kunnen
worden ondervangen.
Het is der regeering bekend, dat de ver
bodsbepaling een last op een aantal hou
ders van motorrijtuigen legt. De regeering
is er echter van overtuigd, dat dit offer,
dat door het algemeen belang in deze ern
stige tijden wordt gevorderd, met berusting
zal worden gebracht.
De maatregel, welke van tljdelijken aard
is, zal, zoodra de omstandigheden zulks
vorderen, door een algemeene distributie-
regeling worden gevolgd. Overigens is de re
geering overtuigd, dat aan een distributie-
regeling hoe goed opgezet en uitgevoerd
deze ook moge zijn voor het zakenleven
meer bezwaren verbonden zijn dan aan de
huidige regeling.
BEZWAREN VAN TWEEDE KAMERLEDEN
TEGEN HET INGEDIENDE
WETSONTWERP.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Twee
de Kamer op het wetsontwerp, houdende
tijdelijke voorzieningen tot strekking van de
middelen tot dekking van de uitgaven des
Rijks, werden voornamelijk twee bezwaren
geopperd.
In de eerste plaats werd er op gewezen,
dat het tarief van de gemeentefondsbelas
ting in het geheel niet geschikt is om als
grondslag te dienen voor een heffing, welke
dekking van een tekort op de Rijksbegroo-
ting ten doel heeft. Dit tarief, met zijn zeer
beperkte progressie en met zijn lagen af
trek voor levensonderhoud, is indertijd door
de Regeering verdedigd en door de Staten-
Generaal aanvaard als speciaal geschikt
voor deze heffing ten bate van het gemeen
tefonds, welke min of meer werd beschouwd
als een geünificeerde gemeentelijke inkom
stenbelasting.
Op een tarief van dezen aard een hef
fing ten bate van de algemeene rijksmidde
len te gaan bouwen, is principieel onjuist.
Die principieele fout zal zich wreken in een
scheef trekken van de Rijksbelastingver-
houdingen.
Het gevolg van hetgeen thans wordt voor
gesteld zal zijn, dat alle inkomens tot
f 25.000 zwaarder worden belast dan vol-
geens de schaal der rijksinkomstenbelas
ting, terwijl de inkomens boven dat bedrag
relatief minder zwaar worden getroffen. Bo
vendien zullen ook inkomens aan belasting
worden onderworpen, die van Rijksinkom
stenbelasting vrij zijn.
Voorts werd de aandacht gevestigd op een
bezwaar, veroorzaakt door het feit, dat de
toepassing van het genoemde tarief nog
wordt beheerscht door een bepaling, welke
een klasse-indeeling inschakelt, een bepa
ling, die wederom geheel past in een hef
fing. welke in de plaats treedt van de ge
meentelijke inkomstenbelastingen, doch al
lerminst geschikt is om een element van
den grondslag voor een rijksheffing te
vormen.
Sommige leden, die deze bezwaren zeer
ernstig achtten, meenden der Regeering in
overweging te moeten geven, dit voorstel
terug te nemen en daarvoor in de plaats
te stellen een voorstel tot heffing van een
aantal opcenten op de Rijksinkomstenbe
lasting.
Enkele leden verklaarden zich daarom te
gen dit wetsontwerp, omdat naar hun oor
deel de inkomens tot 4 a 5000 gulden niet
verder behooren te worden belast. Naar hun
meening komen ter verkrijging van de ge-
wenschte opbrengst allereerst een verscher
ping van de progressie voor de hoogere in
komens en een verhooging van de dividend
en tantièmebelasting in aanmerking.
F-n keus uil beste.
Ee mu,iék »oe« ^in
393
(Ingez. Med.)
EEN DURE FILMVERTOONING.
Niettegenstaande alle moeite, die het co
mité van de Nationale film „Veertig Jaren"
zich heeft gegeven om belangstelling voor
deze film te wekken en ondanks de mede
werking, die het Comité van verschillende
zijden heeft ondervonden, zullen de lasten
de gerealiseerde baten met ongeveer
f 120.000 overtreffen. Daar men zich van
particuliere zijde voor een bedrag van
f 150.000 garant had gesteld, zal van het
geraamde tekort een vierde deel. dus een
bedrag van f 30.000 voor rekening van het
Rijk komen, aangezien de regeering zich
een jaar geleden bereid heeft verklaard om
voor een bedrag van ten hoogste f 50.000
garant te zijn.
DE „PELIKAAN" VERTROKKEN.
De „Pelikaan" is vanmorgen van Tjilili-
tan naar Europa vertrokken, met mede
neming van 455 Kg post, 4 Kg. pakketpost
en 70 Kg. vracht. Voor tusschentrajecten
werden dertien passagiers geboekt.
2—3