STADSNIEUWS De Amerikaansche neutraliteitswet Donderdag 5 October 1939 Overzicht Engeland en de neutralen Ministers der Dominions naar Londen Voor- en tegenstanders aan het woord Bericht aan gemobiliseerden Moeilijkheden in het Japansche kabinet Verspreide berichten Italië neutraal? DE AANHOUDING VAN DE IMANTA. De Letlandsche gezant te Berlijn, die bij de Duitsche regeering geprotesteerd heeft tegen de inbeslagneming van het Letland sche stoomschip Imanta door een Duitsch patrouillevaartuig in de Zweedsche territo riale wateren, heeft gisteren meegedeeld, dat de Imanta is vrijgelaten en op weg is naar Letland. GRIEKSCH STOOMSCHIP ONDER IERSCHE KUST GETORPEDEERD. Gisteravond zijn 28 overlevenden van een Grieksch stoomschip de „Diamantis", dat naar verklaard wordt ter hoogte van Lands- end door een Duitsche duikboot was tot zinken gebracht aangekomen in Ventry- ba.v, in het Iersche graafschap Kerry. Iersche burgerwachten hadden de duik boot zien onderduiken, doch zij waren te laat om het schip vast te houden. De over levenden waren 36 uur op de duikboot ge weest waar zij, naar zij verklaren, hoffelijk waren behandeld. Zij werden aan land ge zet. Zes hunner moesten zich naar een ziekenhuis begeven, doch de toestand van geen der gewonden is ernstig. Twee of drie zijn tamelijk ziek door shock en hooge tem peratuur. DE MINISTER VOOR DE OECONOMISCHE OORLOGVOERING AAN HET WOORD. Ronald Cross, de Engelsche minister voor de oeconomische oorlogvoering, heeft giste ren voor de radio een rede gehouden, waar in hij zeide: De neutrale landen zijn er natuurlijk op uit. dat hun belangen en nooden erkend worden, Ik hoef nauwelijks te zeggen, dat wij daar ten volle rekening mee houden. Zoodra de oorlog was uitgebroken, verklaar den wij dat wij er op uit waren om reke ning te houden met de gewettigde handels behoeften van de neutrale landen en deel den de neurale regeeringen mede, dat wij gaarne de denkbeelden zouden willen over wegen, welke zij zouden willen opperen. Engeland tracht zijn eigen uitvoer op een zoo hoog mogelijk peil te handhaven en van het allereerste begin af hebben we alles gedaan en doen we alles dat in onze macht is om tot wederzij dsch heil de meest vriend schappelijke handelsbetrekkingen met de neutrale landen te laten voortduren. Natuurlijk wenschen wij den neutralen landen niet te beletten levensmiddelen en andere voor hun eigen volk benoodigde goederen en materialen in te voeren. Wij wenschen op onze controlestations de neu trale scheepvaart ook niet meer ongemak te bereiden dan het noodzakelijke mini mum. We hebben reeds onderhandelingen aan geknoopt met verscheidene neutrale regee ringen en van de neutrale landen zijn een aantal missies overgekomen om met ons besprekingen te voeren. Deze besprekingen hebben plaats gehad in de meest vriend schappelijke atmosfeer en wij hopen in be paalde gevallen in staat te zijn om tot re gelingen te komen, die de procedure op de controle op contrabande nog meer zullen vereenvoudigen. Intusschen overstroomt Duitschland de neutrale landen met een gemengden stroom van verzekeringen, protesten en dreigemen ten. Onlangs is het begonnen deze be dreigingen in daden om te zetten en bijna iederen dag komen er berichten, dat neu trale schepen door Duitsche duikbooten tot zinken gebracht zijn onder omstandighe den, welke in strijd zijn met het internatio nale recht. Bij het debat over de neutraliteitswet heeft Senator Connally verklaard, dat Duitschland spoedig zou beginnen met het tot zinken brengen van Amerikaansche koopvaardijschepen, tenzij het embargo op wapens werd ingetrokken en de Ameri kaansche scheepvaart werd beperkt. Sche pen der Vereenigde. Staten waren aange vallen of tot zinken gebracht door Duitsch land, voordat Amerika ging deelnemen aan den wereldoorlog, ..niet omdat zij wapens of munitie of oorlogstuig vervoerden, maar omdat zij algemeen koopvaardij uitoefen den en op grond van de theorie, dat de vernieling van een dergelijken handel Duitschland behulpzaam zou zijn en de geallieerden zou benadeelen". Hij voegde hieraan toe: „Wat Duitsch land in den wereldoorlog deed, zal het ook in dezen oorlog doen. De onbeperkte duik bootoorlog tegen alle neutrale koopvaardij is reeds begonnen. Duitschland aarzelde niet onze schepen tot zinken te brengen, vóór wij gingen deelnemen aan den wereld oorlog en toen wij in vrede leefden. Het zal ook thans niet aarzelen zulks te doen". Voortgaande zeide Connally: „De Veree nigde Staten werden den wereldoorlog in- gesleept niet door den verkoop van wapens, maar door den verkoop van algemeene vrachtgoederen, welke Amerikaansche sche pen vervoerden. Op gelijke wijze brengt de bestaande wet een voortdurende bedreiging mede, dat de Vereenigde Staten in den oor log zullen worden gestort door het tot zin ken brengen van Amerikaansche schepen en Amerikaansche ladingen. De Vereenigde Staten gaan er niet toe over, nadeel toe te brengen aan voordeelen, die Duitschland genoot door zijn ligging en de Vereenigde Staten hebben niet het recht de natuurlijke voordeelen, die Groot-Brittannië en Frank rijk wellicht genieten, te weigeren of te kortwieken. Hoe kan Duitschland zich er over beklagen, dat wij wapens verkoopen aan oorlogvoerende naties, terwijl het zelf koopt van neutrale naties?" De volgende spreker, senator Vandenberg, verklaarde, dat een opheffing van het em bargo zou zijn „een opzettelijk onneutrale daad, welke maar al te gemakkelijk een voorloopster zou kunnen zijn van andere daden, wanneer de gewoonte eenmaal begint." Vandenberg vervolgde: „Bewust of niet, maar grootendeels bewust, wordt ons ge vraagd, af te wijken van de neutralitèits- politlek ten behoeve van een oorlogvoeren de. die grootendeels begunstigd wordt door onze persoonlijke sympathie en tegen een anderen oorlogvoerende, die grootelijks ver oordeeld wordt door onze persoonlijke ge voelens. Naar mijn meenihg is dit de weg, die ons zou kunnen leiden naar den oor log en dien weg wil ik niet vrijwillig in slaan". Verder verklaarde Vandenberg, dat het „een verraderlijke leer was, dat wij vele dingen kunnen doen, behalve oorlog voeren, om onze gunstelingen te helpen, alsof wij met succes half in dezen oorlog zouden kunnen zijn, maar er toch veilig buiten blijven". Spr. verklaarde, dat het wapenembargo het symbool was geworden der Amerikaan sche neutraliteit en een opheffing zou door de wereld opgenomen worden als een aan duiding, dat Amerika partij kiest. „Iemand zal voor den gek gehouden worden, hetzij Amerika, dat de verzekering krijgt, dat de wijziging volkomen vredelievend is. hetzij de buitenlanders, die gelooven, dat het be- teekent, dat wij onze teerling werpen". Spr. waarschuwde zijn hoorders, dat de Vereenigde Staten wellicht zouden beginnen met „het plan van contante betaling en vervoer in eigen schepen", de volgende stap echter zou zijn „crediet en vervoer in eigen schepen" en dan leeningen en ver voer in eigen schepen". Spr. merkte verder op, dat het huidige conflict de schulden uit den vorigen oorlog overschrijft in „het grootboek van het dui zendjarig rijk". Senator Edwin Johnson heeft een resolu tie ingediend, waarin president Roosevelt verzocht wordt, zich aan te sluiten bij an dere neutralen om aan te dringen op een onmiddellijken wapenstilstand in Europa. TOT COÖRDINEERING DER HULPACTIES In het Britsche Lagerhuis heeft minister Eden verklaard, dat de regeeringen van Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid- Af rika bezig zijn regelingen te treffen om elk een lid van het kabinet naar Groot- Brittannië te zenden, ten einde met de Britsche regeering zoo spoedig als- uitvoer baar is, overleg te plegen. Deze stap wordt genomen tot aanvulling van de bestaande regelingen voor samenwerking tusschen de regeeringen van het Britsche Gemeene- best en de regeering in het Vereenigd Koninkrijk. De ministers der Dominions zullen in Londen confereeren met de ministers, met het doel te komen tot een coördinatie, welke het beste profijt zal opleveren van de bijdragen, die elk leveren kan voor de gemeenschappelijke zaak. Eden voegde hieraan toe: „Wij vertrou wen, dat wij hier ten zeerste zullen profi- teeren van de gevarieerde kennis, die wij op deze wijze zullen verkrijgen van de pro blemen en plannen der Dominion-regee ringen". Een door het Japansche kabinet goedge keurde plan tot instelling van een minis terie voor den buitenlandschen handel, dat op formeele gronden was afgewezen door de handelsafdeeling van het ministe rie van koloniën, heeft plotseling tot ern stige moeilijkheden geleid De chef der handelsafdeeling. Matsoesjima. en acht ambtenaren van buitenlandsche zaken hebben hun ontslag genomen. Later zijn honderdvijftig ambtenaren van buiten landsche zaken in vergadering bijeengeko men. Zij konden ook door een uiteenzetting van den minister van buitenlandsche zaken niet overtuigd worden van de noodzakelijk heid van het nieuwe ministerie. Volgens het handelsorgaan „Tsjoegai" bestaat er ook verzet in economische kringen, die vreezen, dat een samenvoeging der han- delsafdeelingen der verschillende minis- terien belemmeringen van bureaucratischen aard voor den buitenlandschen handel zou veroorzaken, welke op het oogenblik bij zonder ernstig zouden zijn. In politieke kringen is men van meening dat door deze aangelegenheid een ernstige toestand voor het kabinet Abe zou kunnen ontstaan. Ook op het gebied der buiten landsche politiek, zou het kabinet voor moeilijke beslissingen staan, daar de poii- tr die een toenadering tot de Ver. Staten bcocjt, weinig kans op succes zou bieden. DE STRIJD IN CHINA. De „Times" meldt uit Sjanhai: De Japansche luchtmacht, in haar wiek Aangezien voor toezending van cou ranten aan gemobiliseerden naar hun militair adres geen porto verschuldigd is, kunnen wij van gemo biliseerden postabonnementen aan nemen, tegen den prijs van f. 0.18 per week, f. 0.80 per maand of f. 2.35 per kwartaal. Dcsgewenscht wordt over het abonne mentsgeld aan hun particulier adres per week, per maand of kwartaal be schikt. Zij, die een dergelijk speciaal abon nement wenschen, gelieven ons hun volledig militair adres op te geven, opdat ons Blad steeds zoo spoedig mogelijk in him bezit komt. DE DIRECTIE geschoten door den Chineeschen aanval op Hankou, heeft haar aanvallen op de Chi- neesche luchtbases vermenigvuldigd. Ver scheidene Chineesche bases in het binnen land werden gisteren gebombardeerd en Tsjoenking kreeg een bombardement bij maanlicht te verduren. De Chineezen maken er aanspraak op de Japansche troepen met een krachtig tegen offensief ten Noorden van Tsjangsja te hebben teruggeslagen. Van Japansche zijde wordt nu verklaard, dat wellicht geen poging zal worden ge daan deze stad te veroveren en dat het doel van de operaties in Hoenan alleen is, zware verliezen aan de vijanden toe te brengen, zooals dat in de lente in de cam pagne van de Hanrivier is gebeurd. Van beide kanten wordt verklaard, dat sedert het begin van den strijd in Hoenan twintigduizend tegenstanders zijn geveld. MUSSOLINI BEZICHTIGT DE VIA IMPERIALE. Gisterochtend heeft Mussolini in gezel schap van den minister van openbare wer ken, den minister voor volksopvoeding en den minister van corporaties, zoomede eenige andere autoriteiten, de Via Impe riale bezichtigd. Hij heeft een steen gelegd voor nieuwe bouwwerken. VERKLARING VAN MEVROUW PILSUDSKI. Mevrouw Pilsudski heeft in een inter view gezegd, dat zij tot 5 September te Warschau gebleven is en daar getuige was van de verschrikkingen der Duitsche bom-1 bardementen. Zij vertelde, dat de vrouwen met heldenmoed hebben meegewerkt aan de verdediging der hoofdstad. Zij verklaar de te protesteeren tegen ontwijding van i het graf van haar echtgenoot en zeide, dat het kasteel Belvedere, waar de maarschalk i gewoond heeft, en het nationale museum stelselmatig en meedoogenloos verwoest waren. HET CONFLICT BIJ AMERIKA's VAKVEREENIGINGEN. Het Amerikaansche vakvereenigingscon- gres, dat te Cincinnati vergadert, heeft een boodschap van Roosevelt ontvangen, waar in de president de beide rivaliseerende vak organisaties, de C.I.O. en de American Fe deration of Labor met het oog op de nood zakelijkheid van nationale aaneensluiting in dezen tijd van nood opnieuw uitnoodigt, de tusschen haar bestaande tegenstellingen te begraven. Morgen zal men vernemen, wat Duitsch land heeft aan te bieden. Tenminste zoo is de verwachting. Doch het blijft mogelijk, dat de Fuehrer, gelet op de uitspraak van Chamberlain, die door lord Halifax in het Britsche Hoogerhuis nog eens duidelijk is onderstreept, en na de uiteenzetting van den Franschen premier Daladier voor de Kamercommissie voor buitenlandsche za ken, die aan duidelijkheid ook al niets te wenschen overliet, er voor zal terugschrik ken, zijn kaarten te openlijk op tafel te leggen, daar men daaruit misschien een bewijs van zwakte zou kunnen distilleeren. Na hetgeen gezegd is over de huidige Duitsche regeering en haar „verzekerin gen", is een optimisme oveT een spoedig einde van den oorlog misplaatst te noemen. Met het HdUer-bewind, zeggen Londen en Parijs, is geen betrouwbare overeenkomst mogelijk Bepaald hoopvol gestemd is Berlijn reeds niet, ai is er nog een minderheid, die toch nog eenige verwachting blijft koesteren. Gezegd wordt: In politieke kringen ziet men in de uiteenzettingen van lord Halifax, evenmin als in de laatste redevoering van Chamberlain, nieuwe gedachten. Iedere concrete en constructieve aanduiding be treffende de toekomst en de gewenschte vorming van de toekomst is ijverig verme den. Des te meer trachtte de Engelsche minister van buitenlandsche zaken in het verleden rond te graven, zonder echter den balk in eigen oog gewaar te worden. Italië's houding wordt ietwat duidelijker en zooals de situatie zich thans ontwikkelt, neemt de waarschijnlijkheid toe, dat. Rome neutraal wil blijven. Daarop wijst heden ook onze Romeinsche correspondent. Het Italiaansche bureau Stefani meldt zelfs: Verscheidene Engelsche bladen heb ben de mededeeling gepubliceerd, dat de Duce bezig zou zijn, een ontwerp voor een vredesconferentie te bestudeeren en geven hierbij zelfs een lijst van de mogendheden, welke hieraan zouden moeten deelnemen. Dit bericht is van allen grond ontbloot. In den huidigen stand van zaken zal Italië een dergelijk initiatief niet nemen. En de tegenspraak van zijn vroegere me dedeeling ten spijt, deelt het Engelsche Reuter-bureau mede: De omroeper van den zender Rome heeft gisteravond voor de microfoon verklaard „De Italiaansche politiek beoogt te voor komen. dat de tweede Europeesehe oorlog zich uitbreidt en afmetingen aanneemt, die voor de menschheid noodlottig zouden zijn. De omroeper voegde hieraan toe: „Er is geen reden om aan te nemen, dat Italië zich in de krijgsverrichtingen zou mengen, tenzij het dat zou doen tot zijn eigen ver dediging of tot verdediging van zijn be langen". Hij zeide verder, dat de Italiaan sche regeering geen initiatief zou nemen voor hst bijeenroepen van een vredescon ferentie, ofschoon zij bereid is moreelen en diplomatieken steun te verte-enen aan elke poging, die een regeling van het conflict zou kunnen brengen. Het Reuter-bureau geeft daarop nog vol genden commentaar: Men brengt deze verklaring in verband met het feit, dat na het bezoek van Ciano aan Berlijn geen communiqué is uitgegeven en men ziet erin, dat de Duce geweigerd heeft de vredesplannen van Hitier te steu nen. Dit is van te meer beteekenis, omdat Chamberlain verklaard heeft, ieder voorstel te zullen onderzoeken in het licht van de voorwaarden, die hij tevoren had omschre ven. Klaarblijkelijk voldeden de Duitsche plannen aan deze voorwaarden niet en heeft Mussolini besloten geen verantwoordelijk heid voor het indienen der voorstellen te aanvaarden. Ook de zinsnede „in den hui- WIE ZAG DIE AANRIJDING? Gistermiddag, omstreeks 5 uur is de 4- jarlge W. S„ die zonder uit te kijken den Lage Rijndijk overstak, aangereden door oen motorrijwiel, bestuurd door A. v. d. A. Het kind viel en brak het linkerbeen. De Eerste Hulpdienst vervoerde den knaap naar het Diaconessenhuis. De onbekend gebleven dame en heer, die van deze aanrijding getuigen waren, wor den verzocht zich te willen melden aan liet Politiebureau afdeellng recherche. VEREENIGING „BELLAMY." Rede van Mr. Dr. IJsscl de Schepper. De afdeeling Leiden van de Internatio nale Vereeniging „Bellamy" hiéld gister avond in de kleine Stadsgehoorzaal, welke bijna geheel gevuld was, een openbare vergadering, waarin als spreker optrad mr. dr. P. IJssel de Schepper uit Den Haag, president der Int Ver. Bellamy, die tot onderwerp had gekozen „De huidige toestand en de Bellamy-gedachte." Spr. werd Ingeleid door den voorzitter der Leldsche afdeellng, den heer Arnold. Wij leven, aldus begon spreker, In een moeilijk tijdsgewricht, zooals de mensch heid nog nimmer beleefd heeft. In een der- gelijken tijd is bezinning broodnoodig, maar ook alleen mogelijk wanneer de ge- dachtensfeer, waarin de menschheid leeft, veranderd wordt van een van moordende concurrentie op elk gebied, van afbraak o.a. door beperking en vernietiging der productie en van strijd en oorlog op elk gebied, in een van broederschap in de practijk, zooals ons door Jezus Christus is geleerd, d.w.z. van samenwerking, van op bouw en van vrede. Deze broederschap in de practijk brengt ons de Bellamy-gedachte, zij geneest drie wetten waarop hèt economische stelsel waaronder wij nu leven, gebaseerd is, n.l. die van vraag en aanbod, van productie, distributie en consumptie en van waarde, prijs en inkomen. Zij zijn ongeneeslijk ziek omdat thans vraag (de koopkracht! in plaats van groot, klein is en steeds kleiner wordt en het aanbod (de productie) in plaats van klein, groot is en steeds groo- ter wordt als zij niet kunstmatig beperkt wordt. In de Bellamy-economie is alles ge baseerd op de behoefte en zijn deze drie wetten dus weer gezond. Dan toch bestaat het inkomen van den staat uit de pro ductie naar de behoefte van alle men- schen en daar de waarde dezer producten over alle menschen gelijk verdeeld wordt, is ook hun Inkomen op de behoefte ge baseerd. Aangezien deze producten in de magazijnen der gemeenschap te koop zijn, tegen prijzen die even hoog zijn als de waarde en ieder mensch zijn gelijk aandeel in de gezamenlijke waarde op zijn giro rekening krijgt, zijn waarde, prijs en in komen met elkaar in evenwicht. Doordat de gemeenschap, deze produc ten laat maken door de leden van het ar beidsleger, waarin alle inwoners worden opgenomen, heeft zij het in haar macht om te zorgen dat er steeds voldoende is en dus noch zij noch eenig inwoner ooit te kort aan inkomen hebben zal. Eenige gevolgen zijn volgens spreker: 1. Dat het tegenwoordige geld verdwijnt, wat noodig is omdat het a. onpersoonlijk is en b. een langdurige waarde heeft, waar door men er niet aan zien of ruiken kan dat het eerlijk verkregen is of niet en men niet meer overtreden kan het Chris telijk gebod van het schatten vergaren en dienen van den mammon; 2. Dat alle vermogensdelicten verdwij- nén, want het op naam staande girale geld kan niet worden afgenomen en ge stolen voorwerpen kunnen niet meer wor den verkocht; 3. Dat wij door de ijfhoorlijke, moreele en technische opvoeding van alle kinderen een maatschappij krijgen van behoorlijk opgevoede menschen en goed werkende beroepskeuze; 4. Dat oorlogen verdwenen zullen zijn, want de oorlog met wapenen is een nood zakelijk gevolg en het zichtbare symbool van den economlschen oorlog, die sinds lang tusschen de verschillende staten woedt (de concurrentie op de wereldmarkt) Spr. vergelek de menschheid met de schoone slaapster in het bosch. De prins, die haar eenmaal zal wekken, ls de Bella my-gedachte. De heer Arnold dankte den spreker voor zijn bezielend betoog. Na de pauze beantwoordde mr. J. de Schepper de talrijke schriftelijke vragen, waarbij hij de gelegenheid vond de prac- tische verwezenlijking van de Bellamy- gedachte nader toe te lichten. HOOGHEEMRAADSCHAP RIJNLAND. Vereenigde vergadering. In de gisteren gehouden vereenigde ver gadering van het Hoogheemraadschap van Rijnland werd mededeeling gedaan van de herbenoeming van den heer Ch. M. Rein- ders Folmer en van de benoeming van den heer P. J. Heemskerk als hoogheemraad digen stand van zaken" wordt zeer belang rijk geacht, daar deze bestaande omstandig heden den staat van oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk en Engeland, als mede de neutraliteit van Italië, insluiten. Dat na Ciano's bezoek aan Berlijn geen com muniqué is gepubliceerd, wordt waarschijn lijk verklaard door de omstandigheid, dat de beide regeeringen over de bewoordingen niet tot overeenstemming konden komen en dat een communiqué slechts gepubliceerd zou worden, indien de Duce met de Duitsche voorstellen instemde. Daar hij zijn goedkeu ring niet heeft gegeven, zal het communiqué nooit het licht zien. Het is, zoo besluit de redacteur van Reuter, zeer ongewoon, dat na een dergelijk belangrijk officieel bezoek, geen mededeeling wordt gepubliceerd. Wellicht ziet Londen het echter weer wat te optimistisch van zijn zienswijze uit. De Italiaansche staatscourant publiceert een lange lijst van goederen, waarvan de uitvoer vanaf heden verboden is. Daartoe behooren ook wapenen, munitie, vliegtuigen, watervliegtuigen en vele voedingsmiddelen. Tenslotte trekt de aandacht, dat de sovjet- regeering de Scandinavische koopvaardij heeft gepolst om schepen naar de Witte Zee te zenden voor houtvervoer naar Engeland, daar die weg nog veilig ls. Denemarken zou reeds gunstig geantwoord hebben. en van hun beëediging, benevens van het overlijden van 'den hoofdingeland-plaats vervanger voor het 16e district, den heer G. van Wijk te Zoetermeer. Voorts werd mededeeling gedaan van de goedkeuring van de suppletoire begrooting voor den buitengewonen dienst 1938 en van den staat van af- en overschrijving op de begrooting voor 1938, benevens van de genomen maatregelen voor luchtbe scherming van Rijnlands gebouwen en werken. In 1938 onthielden Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en Noord-Holland goed keuring aan een keur tot wijziging van de Algemeene Keur van Rijnland, strekkende tot invoering van een verbod voor de pol ders ten Noorden van den Rijn om uit te malen op Rijnlands boezem, zoodra van Rijnlandswege bij dringend of dreigend gevaar het bevol zou zijn gegeven tot stil zetten van de polderbemallngen. Wegens de overwegingen, waarop deze afwijzing rustte werd aan beide colleges de vraag voorgelegd, welke bevoegdheden aan Rijn lands bestuur zouden toekomen uit hoofde van art. 1 der Bevoegdhedenwet bij drin gend of dreigend gevaar ten Noorden van den Rijn. Thans werd het antwoord van deze colleges overgelegd, waaruit blijkt, dat zij, zoolang zij niet bepaaldelijk worden ge roepen tot het doen van een uitspraak over dit wetsartikel, zich van het uitspreken van een meening daarover willen onthou den. Ook werd medegedeeld, dat de Wierikker- dijklanden, genaamd Celia's Hoeve, welke onverdeeld eigendom waren van de hoog heemraadschappen Rijnland, Delfland en Schieland. krachtens het door Rijnland ge vraagd rechterlijk bevel tot openbaren ver koop op 12 September j.l. In het openbaar te Bodegraven zijn verkocht, waarbij do huidige pachter kooper werd. Nadat beschikkingen waren genomen op reclames tegen aanslagen ln Rijnlands bun- dergeld 1939 werd besloten tot verleenen van uitstel van aflossing over 1939 van het renteloos voorschot aan den polder Broek- velden en Vettenbroek, verstrekt wegens kosten van dijkherstel en droogmaling; tot het goedkeuren van het voorzien van een deel van den Lekdijk Bovendams van een betonmuur ter vervanging van een dijks- ophooging; tot verhuring van een gedeelte van het Spaarne aan de N.V. Spaarndam- mer Scheepswerf Stapel N.V.; tot het ver koopen van water der Kromme Aar aan de provincie Zuid-Holland voor den bouw van een brug; tot het verkoopen van een stukje water van het Kanaal achter Alphen aan de N.V. N. Samsom N.V. aldaar; tot het wijzigen van het ambtenaren-reglement en tot teruggaaf van een wegens tijdelijke ontgronding gestort waarborgkapitaal. Ten slotte werd besloten, tot het aan gaan van een geldleenlng van f. 200.000 tegen een rente van ten hoogste 4% wegens nog ter dekking overgebleven uitgaven, ge daan voor de nieuwe dieselgemalen te Gouda en Spaarndam, wijziging en inrich ting van het gemeenlandshuls te Leiden met naastgelegen pand en den bouw van een archiefbewaarplaats. „EX ANIMO" HERDENKT LEIDEN'S I ONTZET. Wijdingsuur in de Pieterskerk. De Chr. Gemengde Zangvereeniging „Ex Animo" heeft gisteravond in de Pieterskerk een wijdingsure gehouden, welke geheel in het teeken stond van het beleg en ontzet van Leiden. Het kerkkoor deed zich op dezen avond in enkele Valerius-liederen hooren, terwijl het kinderkoor enkele stukjes zong van den directeur, den heer H. W. de Wolff. Beide koren verhoogden door hun goeden zang de wijding van deze bijeenkomst. Dr. J. Rlemens, eere-voorzitter van „Ex Animo" heeft in dezen dienst een korte rede uitgesproken, waarbij hij allereerst in de herinnering terugbracht, hoe de Pieterskerk bij het ontzet van Leiden ln 1574 ln het middelpunt van de dankbare burgers stond. Een zeer groote schare was op dien Zondagochtend in de October- maand onder gehoor van ds. P. Cornells. Wij. die hier thans ln de Pieterskerk bij een zijn. hooren alsof een stem ons zegt: „Ik, Pieterskerk, heb beleg en ontzet mede gemaakt, doodsangst en bevrijding, bitter lot en openbaring van Gods Voorzienigheid en tenslotte predik ik U: God is ons een toevlucht en sterkte, Hij is ons krachtiglijk bevonden een hulp in benauwdheden". Spr. wees er vervolgens op dat het in 1574 een godsdienstoorlog gold en zeide, dat er een overeenkomst tusschen den strijd van 1574 en thans ls. Evenals ln dien tijd komen ook thans ln den oorlog, die reeds ontbrand is, duivelsche machten op het Koninkrijk Gods aanstormen. Men wil het Evangelie des Kruises wegtrappen en komt met de meest cynische vergel- dingsleer. Gelukkig kunnen wij, temidden van den strijd, die reeds rondom ons woedt, nog rustig bijeenkomen en zingen. Het kanongebulder, dat in de zestiende eeuw rond onze stad gehoord werd, overstemt thans nog niet ons zingen En ook de mili tairen, die momenteel in onze stad ver blijven, zien wij in geheel ander licht dan de Spaansche soldaten, die in 1574 rond Leiden gelegerd waren. Waren zij onze vij anden, ónze militairen zijn onze vrienden. Temidden van veel verwarring en afval van Gods Woord rijst ongetwijfeld de vraag „Wat moet er van Gods kerk terecht komen?" Maar dan is het spr. of hij de stem der Pieterskerk andermaal hoort, die zegt: „Ziet hoe Ik al jaren en eeuwen de wacht houd. Ik, Pieterskerk, betuig U: God is ons een toevlucht en sterkte, Hij is ons krachtiglijk bevonden een hulp in be nauwdheden". Dit woord, aldus spr., moet waarheid voor eigen leven worden. Dr. Riemens wees er tenslotte nog op, dat Gods Woord eeuwig zal triomfeeren; niet door kracht of geweld, maar door Zijn Geest. Door dien Geest moeten wij ons dan ook laten lelden. In de kracht des Heiligen Geestes zullen wij de eenheid onder elkander zoeken, breken met de wreedheid, strijden tegen den leugen en de goddeloosheid vervloeken. Na deze rede lieten zoovel het kinder- als gemengd koor zich nog in enkele wel gekozen en schoonklinkende liederen hoo ren. Vooral trof het „Dona nobis Pacem" van H. W. de Wolff, dat met veel wijding werd gezongen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 2