Omgevallen heistelling - Suikerbietencampagne - Nieuu) wereldrecord
LEIDSCH DAGBLAD
ïweede Blad
Vlucht uit Moskou
80ste Jasrgrr.g
FEUILLETON
DE SUIKERBIETENCAMPAGNE IN DE WIERINGERMEER IS BEGONNEN. HET ROOIEN DER BIETEN
FRANSCHEJ TROEPEN OP WEG NAAR HUN STELLINGEN AAN HET
WESTELIJK FRONT.
EEN DER TWEE GROOTE HEISTELLINGEN BIJ HET WERK AAN DE HOORN
BRUG TE RIJSWIJK IS BIJ HET OPHALEN VAN EEN BETONNEN PAAL
OMGEVALLEN. GEEN DER ARBEIDERS WERD GETROFFEN.
DE OMGEVALLEN STELLING.
DRIE WERELDRECORDS. Cor Kint heeft gister
avond voor de derde maal een wereldrecord op haar naam
gebracht, ditmaal de 150 yards rugslag. Haar trainster mevr.
Kerkmeester biedt bloemen aan.
KONING GEORGE Cr.))
bij een bezoek aan het hoofd
kwartier van de kustverdedi
ging van de Royal Air Force.
OOK IN INDIË WORDEN SCHUILPLAATSEN GEBOUWD. OP VERSCHILLENDE PLAATSEN IN
HET HART VAN BATAVIA ZULLEN BOMVRIJE SCHUILPLAATSEN
KOMEN.
ROMAN
van
MARLISE KOLLING.
23
„Heb ik die jurk nu eigenlijk wel van
Maria Mirkinowa terug gekregen?" peinsde
ze een oogenblik tot rust komend. „Je'moet
weten, dat ik haar het ding vdor eén film
opname heb geleend, waarbij zij moest
figureeren. Dat ls ook een hopeloos geval
als je niets hebt om aan te trekken het
kind zat met de handen in het haar ah.
daar heb ik 'm" riep ze enthousiast, onder
uit de kast een tamelijk verfomfaaid geel
achtig vodje opvisschend. Het bleek zich
bij nadere beschouwing als het gezochte
gele avondtoilet te ontpoppen.
Hier aan den zoom zitten weliswaar een
paar stof vlekken en het is nogal leelijk
gekreukeld ook", constateerde Lucilla,
maar dat zullen we wel even verhelpen".
Reeds had zij een electrisch strijkijzer in
geschakeld en terwijl ze tusschen de be
drijven door haastig thee dronk, biscuits
knabbelde en sigaretten rookte, wreef zij
met een lap met benzine over de slofvlek-
ken om daarna de zoo stiefmoederlijk be
handelde japon met het strijkijzer te be
werken.
Lisaweta paste de jurk voor den kleinen
toiletspiegel. Zij zat haar als aangegoten.
Lucilla was tevreden. Met haar zwarte
haar zag Lisaweta er ln de glanzende gele
zijde werkelijk allerbekoorlijkst uit.
„Alleen moet je je nog wat bijWerken".
adviseerde Lucilla. „Je kunt toen niet met
zoo'n kaal gezicht gaan!"
Lucilla viel bijna flauw bij de gedachte,
dat iemand zonder behoorlijke make up op
een avondfeest zou durven verschijnen.
Het hielp Lisaweta niets, of zij al pro
testeerde; zij werd „opgemaakt". Lucilla
ontpopte zich als een voortreffelijke
schoonheidsspecialiste. Een warm en een
koud gezichtsbad boven twee kleine schaal
tjes, daarna toiletwater, crème en schmink.
„Te geel, nee, nu weer te rood, we moeten
het mengen", mompelde Lucilla voor zich
heen. Lisaweta hield zich stil tegen Lu
cilla kon zij toch niet op en eindelijk
mocht zij zichzelf in den spiegel bewonde
ren. Haar gezicht bleek een Ingrijpende
verandering te hebben ondergaan. Onder
de geverfde wimpers schitterden haar
oogen nog sterker dan gewoonlijk. Haar
anders zoo bleek gezicht had een rose tint,
als dat van een kind.
Alleen tegen de lippenstift verzette zij
zich hardnekkig. Een heel klein beetje rood,
maar dan ook niets meer, daar kon zij zich
mee vereenigen. De bloedroode lippen,
waarmee Lucilla, ook als zij niet naar een
avondfeest behoefde, rondliep, konden in
haar oogen geen genade vinden. Tenslotte
gaf Lucilla het dan ook maar op. „Mis
schien zie je er zoo ook wel beter uit", be
sloot zij met een goedkeurend knikje.
Ook Helena Trubetzkoy was tevreden,
toen de beide meisjes in Restauant Wrinski
haar joyeuze entree maakten. Lucilla droeg
een zwart fluweelen japon en om haar
slanken hals een gouden kettinkje met een
schitterenden turkoois.
„Heel goed, heel goed, kinderen. Gaan
jullie maar naar binnen; er zijn al ver
schillende bekenden".
Lisaweta liep aan Lucllla's zijde door een
paar kléine salons. Daarna kwamen zij in
een wat grootere zaal. Hier was men geheel
onder elkaar. Er werd bijna uitsluitend
Russisch gesproken; hier geleek alles een
groote familie. Men zag bijna uitsluitend
elegante, goed gekleede vrouwen. Jong of
oud, slank of gezet, allen hadden zij de
bijzondere bekoring van het Slavische ras.
Ook de heeren waren, ongeacht hun tegen
woordige maatschapelij ke positie, over het
algemeen zeer correct gekleed.
Als eerste trad Fedor Stolijn stralend op
Lisaweta toe. Ze herkende hem in het eer
ste oogenblik niet eens. Hij droeg een zeer
elegant rokcostuum, dat zijn slank figuur
nog beter deed uitkomen. Met de anjer in
zijn knoopsgat representeerde hij ln alle
opzichten den gentleman uit de voormalige
Russische salons. Terwijl Lucilla een paar
kennissen begroette, geleidde Fedor Stolijn
Lisaweta naar een tafeltje en onmiddellijk
daarop stond een Sakoeska voor hen.
„Het is bijna angstwekkend", zet Lisa
weta, „zoo snel als de menschen hier ver
anderen. Ik herkende u bijna niet eens,
luitenant Stolijn".
Stolijn lachte.
„Dat wil ik graag gelooven. De eerste
weken van mijn verblijf hier had ik zelf
moeite om mij er bij aan te passen. Wij
leiden hier een dubbelleven. Overdag wer
ken wij hard; 's avonds, als het werk ge
daan is, willen wij degeen zijn, die wij
vroeger waren. Dat is de eenige mogelijk
heid om over alles heen te komen. U vindt
hier alle beroepen vertegenwoordigd, die
u maar bedenken kunt. Die daar bijvoor
beeld, ja, die blonde met dat frissche
gezicht is overdag bankwerker in een
machinefabriek maar nu is hij Wladi-
mir graaf Rischkow. Die dame daar schuin
voor u ln dat donkergrijze toilet met dat
sneeuwwitte haar en die mooie parels is
een vroegere hofdame van de Czarin. Over
dag is zij chef de reception in het Louvre.
Zoo zou ik er u nog veel meer kunnen
noemen. Als wij hier niet onzen eigen
kring hadden, waarin we weer eens onszelf
kunnen zijn, dan zou het op den duur zeker
spaak loopen. Zooals het nu gaat, vinden
wij echter steeds troost bij de gedachte,
dat zorg en armoede ons innerlijk niet
kunnen deeren. Wij hebben ons met ons
lot verzoend en nemen het niet meer zoo
tragisch".
Zich met zijn lot verzoenenhet
niet meer zoo tragisch nemendeze
woorden grepen Lisaweta diep in het hart.
Mocht zij in de komende weken eens een
zwak oogenblik hebben, dreigde het ver
langen naar Robert Eschberg haar te
machtig te worden dan zou zij zichzelf
deze woorden voorhouden.
De terugreis naar Weenen vormde voor
Robert Eschberg een voortdurende kwel
ling. Hoe verder trein en boot hem van
Lisaweta verwijderden, des te onmogelijker
leek het hem alles. Weenen? Zijn gewone
leven? Werk? Holle phrase. Maar mis
schien zou hij er toch nog eenige beteeke-
nis aan weten -e geven. Als hij tenminste
maar met iets van verbittering aan Lisa
weta kon denken! Maar elke poging in die
richting bleek tot mislukken gedoemd.
Voor een liefde als de zijne was geen kruid
gewassen.
Hij kwam, zonder iemand van zijn terug
keer ln kennis te hebben hebben gesteld,
op zijn kantoor te Weenen aan. Toen hij
met een taxi voorreed, staarde de portier
hem aan, of hij een geest zag.
„Wij dachten allemaal, dat u wat over
komen was", stotterde hij. „Meneer Fiedler
heeft al overal heen getelegrafeerd".
„Maar Schröning, wat zou er dan ge
beurd moeten zijn En eerst nu drong
het tot Robert door, wat het zeggen wilde,
zijn kantoor sinds Moskou zonder bericht
te hebben gelaten.
De portier hield de deur nog open, toen
Robert al lang met de lift en in gezelschap
van een al evenzeer verbaasden liftboy, op
weg was naar hoogere regionen.
Boven had de huistelefoon zijn plotse
ling verschijnen natuurlijk reeds aange
kondigd. Dr. Stephan, de eerste directeur,
anders de rust en kalmte in persoon,
stormde hem al op de gang tegemoet, ter
wijl zich achter vensters en deuren de
nieuwsgierige gezichten van het personeel
verdrongen. En juffrouw Kuilers, Robert's
particuliere secretaresse, bleek zelfs haar
tranen slechts met moeite te kunnen be
dwingen.
„Jullie hebben mij hier zeker al dood
gewaand?"
Robert probeerde het met een grapje,
maar het kwam niet van harte.
„Jullie willen zeker wel aan 1e werk
gaan!" snauwde dr. Stephan rle bedienden
toe en tegelijkertijd trok hij Robert mee in
het privékantoor.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)