iNDER BINNENLAND Onze Indische Luchtpostbrief RADIO! Vragen uit het publiek LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 29 September 1939 Algemeen steuncomité 1939 Het vischvraagstuk en de builenlandsche trawlers Steun aan telers van tuinbouwgewassen Britsche vliegtuigen boven ons land De luchtpostverbinding met Nederland -- De zorg voor de dienstplichtigen Bijzondere machtiging voor de regeering Oude bepolingen voor het notariaat - Teelt van zoeiwatervisschen En het officieele antwoord INITIATIEF VAN PRINSES JULIANA. Naar wij vernemen wordt op initia tief van H. K. H. Prinses Juliana de oprichting voorbereid van een alge meen steuncomité 1939, tot leniging van nooden, ontstaan door de buiten gewone omstandigheden. Het Nationaal fonds voor bijzondere nooden en de Koninklijke vereeniging voor steun aan miliciens zijn uitgenoo- digd hun organisaties voor dat doel beschikbaar te stellen. Nadere mede- deelingen omtrent samenstelling en werkwijze van het comité zijn binnen enkele dagen te verwachten. (Reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag geplaatst). DE NEDERLANDSCHE GEZANT IN WARSCHAU IN ONS LAND. De Nederlandsche gezant te Warschau, mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal, is gisteravond met familie in Den Haag aan gekomen. waar hfj zfjn intrek nam in Hotel Wittebrug. Niettegenstaande de geheele Hollandsehe trawlervioot wegens het oorlogsgevaar stil ligt. blijven de Deensche en Belgische traw lers geregeld doorvisschen op verschillende plaatsen van de Noordzee. De besommingen die deze schepen maken, zijn zeer hoog. tengevolge van de hooge vlschprijzen. Volgens Ingekomen berichten ondervinden deze buitenlandsche trawlers geen hinder bij het uitoefenen der vis- scherlj. Zoolang het weer gunstig blijft kan nog op kleine aanvoeren der kustvisschers gerekend worden. Indien echter het weer omslaat, kunnen deze kleine vaartuigen de kustvisscherij niet meer uitoefenen zoodat de vischaanvoer uitsluitend van buiten landsche trawlers zal afhangen. DISTRICTSCOMMANDANTEN RIJKSVELDWACHT. De minister van justitie heeft besloten: a. Met ingang van 1 October den districts commandant der rijksveldwacht F. H. A. H. Tielens eervol te ontheffen van zijn aan wijzing als plaatsvervanger van den in specteur der rijksveldwacht bij diens afwe zigheid. belet of ontstentenis. b. Den heer Tielens te ontheffen van het beheer van het vierde district der rijks veldwacht, met standplaats 's-Gravenhage, en hem te stellen aan het hoofd van het vijfde district der rijksveldwacht, met de standplaats Middelburg. c. Den heer A. E. van der Lely, districts commandant der rijksveldwacht te onthef fen van het beheer van het vijfde district der rijksveldwacht, met de standplaats Middelburg en hem te stellen aan het hoofd van het vierde district der rijksveld wacht met de standplaats 's-Gravenhage. Het in deze beschikking onder b. en c. bepaalde treedt in werking op den dag. waarop de heer Tielens ophoudt wegens oorlog, oorlogsgevaar of buitengewone om standigheden in militairen dienst te zijn. De minister van economische zaken heeft bepaald, dat uit het landbouw crisisfonds aan hen, die als teler van gewassen van den tuinbouw zijn aan gesloten bij de stichting Nederlandsche groenten- en fruitcentrale en op den dag der uitkeering geacht kunnen wor den hun bedrijf alsnog uit te oefenen, steun zal worden verleend tot een be drag van ten hoogste f. 1.455.000. De regeeringspersdienst meldt: In de pers is vermeld dat eergisternacht boven plaatsen in het midden van ons land motorgeronk is waargenomen. Als uitkomst van officieele onderzoekin gen is komen vast te staan, dat in den nacht van Woensdag op Donderdag op zeer groote hoogte boven ons land enkele vreemde vliegtuigen in Oost-Westelijke richting gepasseerd moeten zijn. Daar er op verschillende plaatsen in het Oosten van het land in het Duitsch gestelde Brit sche propaganda pamfletten gevonden zijn kan worden aangenomen dat het uit Duitschland terugkeerende Britsche vlieg tuigen zijn geweest. Blijkens de ontvangen rapporten zijn de vliegtuigen door ons luchtafweergeschut op verschillende plaatsen onder vuur ge nomen. De regeeringspersdienst meldt verder dat in den afgeloopen nacht omstreeks 12 uur een onbekend vliegtuig boven het mid den van ons land heeft gevlogen. AFLEVERING VAN SMEEROLIE EN DONKERE OLIE. De minister van economische zaken heeft artikel 7 der smeerolie-beschikking gewij zigd. als gevolg waarvan het aan een on derneming is verboden, zonder een daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergunning, in elk tijdvak van 30 dagen, te rekenen vanaf 1 October, van iedere groep van smeerolie, ongeacht of zij de smeer olie hier te lande heeft betrokken dan wel hier te lande heeft ingevoerd: a Aan elk harer afnemers, die ln het tijdvak van 1 Augustus 1938 tot en met 31 Juli 1939 smeerolie van haar heeft betrok ken. een grootere hoeveelheid te verkoopen of af te leveren dan overeenkomt met 70 ten honderd der gemiddeld per 30 dagen in het tijdvak van 1 Augustus 1938 tot en met 31 Juli 1939 aan elk dezer afnemers van elk dier groepen van smeerolie afge leverde hoeveelheid. b. In totaal een grootere hoeveelheid te verkoopen of af te leveren dan overeen komt met 70 ten honderd der gemiddeld per 30 dagen in genoemd tijdvak afgele verde hoeveelheid Voor donkere olie geldt hetzelfde. De verboden zijn niet van toepassing op verkoopen en afleveringen aan of ten be hoeve van de bevoegde militaire autori teiten en instanties, mits van de verkochte of afgeleverde hoeveelheden onverwijld op gave wordt gedaan aan den directeur. HET VERKOOPVERBOD VOOR CEMENT. De minister van Economische Zaken ves tigt er de aandacht van belanghebbenden op. dat de directeur van het rijksbureau voor bouwmaterialen heeft besloten de dis pensatie van het verbod cement te ver koopen of af te leveren, zonder daartoe van hem verkregen schriftelijke vergun ning. met Ingang van 1 October 1939 op te heffen, indien en voor zoover deze han delingen geschieden door producenten en Importeurs van cement. Onze Indische correspondent schrijft ons uit Batavia: Wel mochten wij in onzen vorlgen brief de vrees uitspreken, dat de Indische luchtpost brieven niet meer op de gewone normale vlugge wijze zouden overkomen ln deze ab normale omstandigheden. Deze verbinding ls dadelijk een van de meest kwetsbare ge worden en de pogingen tot herstel blijven het voorwerp van elk gesprek, zoodra twee Nederlanders in Indië bij elkaar komen en over den oorlog zijn uitgepraat. Wat is men ln de afgeloopen Jaren, dat deze brieven regelmatig naar Nederland vliegen, toch in buitengewone mate verwend en bevoordeeld, en wat zal het moeilijk zijn om aan de oorlogsche onregelmatigheid te wennen. Intusschen hebben vele families door mid del van de radio-telefoon toch met elkaar kunnen spreken. Op die wijze hebben ouders nog kunnen praten met hun studeerende DE „VAN KINSBERGEN" NAAR WEST-INDIE. Maandag a.s. zal het nieuwe artillerie- instructieschip „Van Kinsbergen" naar West-Indië vertrekken onder commando van den kapitein luitenant ter zee J. L. K. Hoeke. Dit is de eerste groote reis, welke het schip zal maken. COMMISSIENOTEERING NEDERLANDSCHE BOTER. De commisslenoteering voor Nederland sche boter is gisteren vastgesteld op 80 ct. per Kg. DE BOTERHEFFING. Het bedrag van de heffing en steunuit- keering op boter, is, behoudens tusschen- tijdsche wijziging, voor de week van 28 September tot 5 October vastgesteld op 60 cent per K.G. (onveranderd). BETALING SCHADELOOSSTELLINGEN. Krachtens de algemeene vorderings- wet 1938. Men meldt ons van bevoegde zijde, dat personen aan wie. door de militaire auto riteiten een bewijs van ter-beschikking- stelling is uitgereikt krachtens de alge meene vorderlngswet 1938, zich voor de be taling van schadeloosstelling kunnen wen den tot den administrateur van de militaire autoriteit, die gevorderd heeft. Naam, rang en functie van deze militaire autoriteit staan zoowel op het vorderings- lormulier als op het bewijs van ter be schikking-stelling vermeld. kinderen in Nederland, en hun stemmen even kunnen hooren. Zoo noodig om hen te vermanen zoo spoedig mogelijk naar het meer veilige Indië terug te keeren. Of in an dere gevallen spraken echtgenooten met hun vrouwen, die zoo snel als maar eenlgs- zins wenschelijk was. naar Indië moesten terugkeeren. Maar ook waren er de gesprek ken met ouders in Nederland, die hun kin deren hier even willen spreken, of wien de kinderen moed wenschten in te spreken. Vele verlofaanvragen ingetrokken. Uiteraard hebben honderden hun verlof- aanvrage naar Nederland ingetrokken, soms gedwongen, soms op grond van de gedachte, dat men niet zes jaar achtereen in Indië heeft gezeten om nu acht of zeven maan den ln Nederland broodkaarten te gaan ha len of voor steenkolenman te spelen. Van daar dat mailbooten zeer leeg zijn en vrij wel alleen door diegenen zijn bezet, wier familieleden reeds eenlgen tijd geleden naar Holland waren vertrokken. Voor het overige is men blij in Indie te zijn, waar nog geen volledige mobilisatie is, geen distributie systeem zal komen en ledereen wel een hap rijst weet te vinden. Het ls een voorwerp van algemeene aan dacht. hoe de zorg zal zijn voor diegenen, die hier extra onder de wapenen moeten komen, ook al ls er geen mobilisatie. Blijk baar staat het Indische Gouvernement hier nog voor groote problemen. Het komt ook onjuist voor, als voor de oplossing van de daarbij rijzende moeilijkheden alles aan het persoonlijk initiatief van den werkgever zou worden overgelaten. Die een oplossing ln sommige gevallen ook niet kan geven. Wat het Gouvernement betreft, is de op lossing betrekkelijk gemakkelijk, omdat hier de gehuwde het volle salaris blijft ontvan gen, en de ongehuwde na eenlgen tijd de helft, terwijl voor een ongehuwde kostwin ner een bijzondere regeling geldt. Maar voor de groote en kleine particuliere onderne mers. die bovendien in vele gevallen met zeer zakelijk denkende directies in Neder land te maken hebben, welke alleen op de grootte van het winst- en verliescijfer let- Con keus Uit Het beste. L.A- moet 1 V'M drfnowimtie- DE THEE WORDT DUURDER. Met ingang van heden wordt de winkel prijs van thee twee cent per ons verhoogd, aldus meldt de „Msb." 393 (ïngez. MedJ HM. DE KONINGIN NAAR DE SPOORWEGTENTOONSTELLING. Het ligt in het voornemen van H. M. de Koningin om morgenochtend a.s. te onge veer 10.45 uur een bezoek te brengen aan de spoorwegtentoonstelling te Amsterdam. NEDERLANDERS IN HET BUITENLAND. De heer De Marchant et d'Ansemburg heeft aan den minister van sociale zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat een groot aantal in het buitenland vertoevende Nederlandsche gezinnen, waaronder vele. die door de arbeidsinspecties gedwongen werden in het buitenland werk te zoeken, en waarvan het hoofd tengevolge van de mobilisatie ln werkelijken dienst is geko- m-n, in groote moeilijkheden verkeeren? 2. Zijn reeds maatregelen genomen of in overweging om deze gezinnen op vol komen gelijkwaardige wijze te behandelen als die, welke ln Nederland verblijven? 3. Indien vraag 2 ln ontkennenden zin moet worden beantwoord, is de minister dar. bereid, te bevorderen dat aan de be trokken gezinnen of de gelegenheid wordt geboden door flnancieele nulp der over heid naar Nederland te komen, of dat hun de kostwinnersvergoeding wordt over gemaakt op zulk een wijze, dat snelle uit betaling verzekerd ls? Mr. GOSELING VOORLOOPIG GEEN KAMERLID. Naar wij vernemen heeft het lid van de Tweede Kamer, de heer mr. J. H. van Maarsseveen in verband met het aftreden van mr. C. Goseling als minister van justitie zijn zetel bij den aanvang van het nieuwe zittingjaar ter beschikking gesteld. Mr. Goseling heeft echter gemeend in de huidige omstandigheden, mede Ir verband met zijn opkomst in militairen dienst, de zaak vooralsnog ln beraad te moeten houden. Het tijdstip waarop mr. Goseling tus- schentijds in de Tweede Kamer zal terug keeren. staat dus nog niet vast. Vraag: Hoe ls in tijd van mobilisatie de officiersopleiding geregeld? Antwoord: Bij het op voet van oorlog brengen van de landmacht houden de ver schillende scholen voor reserve-officieren op te bestaan en wordt de z.g centrale on derwijsinrichting opgericht. Dit is ook thans het geval geweest en be houdens enkele uitzonderingen geschiedt de opleiding tot reserve-officier voor alle wa pens en dienstvakken aan deze inrichting. Vraag: Wanneer beginnen de verschil lende opleidingen voor reserve-officier? Antwoord: Op 18 September J.l. zijn aan gevangen de opleidingen tot reserve-offi cier bij: de infanterie, de wielrijders, de be reden artillerie, de onbereden artillerie, de pontonniers en torpedlsten. de militaire ad ministratie. Op 4 October a.s. vangen de opleidingen tot reserve-officier aan bijde cavalerie, de genie, de luchtstrijdkrachten, den motor- dienst. Vraag: Welke jongelieden komen in aan merking om vorenbedoelde opleidingen tot reserve-off icier te volgen? Antwoord: 1. een getal, door den minister reeds aangewezen jongelieden, die toelating hebben verzocht tot een der opleidingen voor reserve-officier met de bedoeling het volgend jaar mede te dingen naar plaatsing bij de opleiding tot beroepsofficier. 2. Jongelieden, behoorende tot de lichting 1939 en die bij de Indeeling dezer lichting rijn bestemd voor de opleiding tot reserve- officier. 3. Een nader door den minister te bepa len getal dienstplichtigen van oudere lich tingen dan de lichting 1939 die bij de in- I deeling van de lichting, waartoe zij behoo- 'en zijn aangewezen voor de officiersop leiding en thans in verband met de alge- I meene mobilisatie ln werkelijken dienst |zijn gekomen. Vragen, met betrekking tot deze rubriek, rlchte men niet aan onzo redactie, maar uitalultend aan de Radio-Controle-Commissie, Mau- rltskadc 17, Den Haag. Vraag: Worden alle Jongelieden, die bij de indeeling van de lichting, waartoe zij behooren, zijn aangewezen voor de offi ciersopleiding. nu ook in de gelegenheid gesteld een dergelijke opleiding te volgen? Antwoord: Het streven van den minister van defensie is er op gericht deze jongelie den zooveel mogelijk in de gelegenheid te stellen een opleiding tot reserve-officier te volgen. De praktische mogelijkheid hiervan wordt onderzocht. Reeds thans wordt er echter op attent gemaakt, dat jongelieden, aan wie vier of meer achtereenvolgende jaren uit stel van eerste oefening werd verleend, als regel niet meer voor de officiersopleiding in aanmerking komen, ook al waren zij daarvoor bestemd. Vraag: Komen jongelieden, die de eerste oefening reeds hebben volbracht en door de mobilisatie thans ln werkelijken dienst zijn, nog in aanmerking voor de officiers opleiding? Antwoord: Deze jongelieden komen voors hands niet voor de officiersopleiding in aanmerking. Mochten de omstandigheden dit echter noodzakelijk of gewenscht ma ken. dan kunnen daaromtrent nadere be palingen worden gegeven. Vraag: Wordt er door de mobilisatie af geweken van den elsch, dat een jongeman om in aanmerking te komen voor de toe lating tot een der officiersopleidingen in het bezit moet zijn van een einddiploma H.B.8. van S-jarige cursus, gymnasium of daarmede overeenkomend diploma? Antwoord: Van de elschen voor toelating tot de officiersopleiding wordt ln geen en kel opzicht afgeweken en het ligt ook niet ln het voornemen om dit ln de toekomst te doen. Vraag: Bestaat voor een dienstplichtige, die thans ln werkelijken dienst is, de eerste oefening nog niet heeft vervuld en die niet ls aangewezen voor de opleiding tot reser ve-officier, de mogelijkheid om alsnog voor deze Opleiding te worden bestemd? Antwoord: Door het op voet van oorlog brengen van de landmacht is een buitenge woon groot aantal dienstplichtigen, die bij de Indeeling van hun lichting reeds zijn aangewezen voor de opleiding tot reserve- officier, in werkelijken dienst gekomen. Al lereerst wordt getracht deze Jongelieden ln de gelegenheid te stellen, de officiersoplei ding te volgen. Dit maakt, dat voor anderen de kans om alsnog voor de officiersopleiding te worden aangewezen, niet groot is. Ech ter zal zooveel als mogelijk ls. met de be langen van de daarvoor ln aanmerking komende dienstplichtigen rekening worden gehouden. Vraag: Komen buitengewone dienstplich tigen, die overigens daarvoor geschikt zijn, bij oproeping ln werkelijken dienst voor de officiersopleiding ln aanmerking? Antwoord: Hieromtrent zullen te zijner tijd nadere bepalingen worden gegeven, welke uiteraard ten nauwste samenhangen met de vraag, hoe de thans Ingetreden toe stand zich voor Nederland ontwikkelt. Vraag: Is het Juist, dat ongehuwde oud officieren van het Indische leger, niet ouder dan 50 jaar zich als vrijwilliger in hun rang kunnen aanmelden bij een der leger- depots, onder overlegging van pensioens- acte en bewijs van goed gedrag? Antwoord: Ja, de gelegenheid bestaat, doch de beoordeeling omtrent de geschikt heid berust bij de militaire autoriteit. Vraag: Is het Juist, dat betrokkenen daarbij hun verlangens tot een bepaald depot kunnen kenbaar maken? Antwoord: Ja. Vraag: Is het juist, dat betrokkenen zich met hun verzoek dienen te wenden tot het centraal bureau voor aanneming van per soneel. Jan Pieterszoon Coenstraat no. 49 te Den Haag? Antwoord: Neen. de betrokkenen dienen zich te melden bij den commandant van een van de depots van het wapen, waarbij zij vroeger gediend hebben. ten, en de instructies daaromtrent moeten volgen, ligt de zaak anders. Hier heeft het overleg tusschen het Indi sche Gouvernement en den Ondernemers- bond, te zamen met liet Algemeen Land- bouwsyndicaat geleid tot het geven van eenige richtlijnen. Het voornaamste ls, dat de dienstbetrekking door het onder de wa penen roepen niet wordt verbroken, doch gehandhaafd blijft. Wel ls niemand ver plicht zich aan dit advies te houden, maar verwacht mag worden, dat de leden van deze belde organisaties zich als goed vader lander zullen gedragen ten opzichte van die genen. die opgeroepen worden ons land en onze belangen, dus ook die van hen, te ver dedigen. Moeilijker is het voor den grooten en klei nen middenstand, die soms met slechts een of twee man Europeesch personeel werkt en waarvan de zaak de extra-kosten van de vervangers der dienstplichtigen soms niet kan dragen. In dat geval zouden zij, die toe vallig het ongeluk hebben bij een minder kapitaalkrachtige zaak te dienen, het kind van de rekening worden, en dit zou met den besten wil dier werkgevers niet te voorko men zijn dan alleen door zichzelf om zeep te helpen. Het blijft daarom noodzakelijk, dat voor de gehuwde opgeroepenen van Gouvernementswege een voorziening wordt getroffen. Desnoods moeten dit dan maar de extra-kosten zijn van de Indische non-mo- blllsatie. Zooals er den laatsten tijd zooveel regelin gen komen Wellicht hamstert men hier en daar ln Indie wat, maar dit schijnt zich toch voornamelijk te beperken tot Australische boter, paté en cavlaar! In de andere geval len wacht men waarschijnlijk gelaten de prijsverhooglngen af van de importgoede ren, die door de verhoogde vrachtprijzen en de gestegen molestpremie natuurlijk nog slechts ln beperkten getale en tegen hoogere kosten Indië zullen binnenkomen. De voor- looplge maatregelen der Regeering zijn slechts gericht tegen de onnoodige prijsop drijving. Op den duur ls de stijging der prij zen van de nieuwe geïmporteerde goederen toch niet te voorkomen. De machtigingen voor de regeering. Naast deze pogingen om de prijzen iets ln de hand te houden, staat de machtiging, die de Regeering aan den Volksraad heeft ge vraagd om zoo noodig de bevolking en on dernemingen te dwingen tot den teelt van bepaalde gewassen. Deze maatregel was ge boden om de rijstvoorzlening in elk geval zeker te stellen, ook Indien de oorlogvoeren de mogendheden bepaalde verbindingslijnen zouden hebben verbroken. De Gouverneurs en Residenten zijn. nu bevoegd verklaard om overal gronden aan te wijzen, waarop voedselgewassen moeten verbouwd worden. Een andere voorziening, die de Regee ring heeft getroffen, ls het vragen van een algemeene machtiging om ln tijden van oorlog of oorlogsgevaar zoo noodig alle mogelijke diensten van autonome gemeen schappen en de burgerij te vragen. Alsdan zullen alle burgers van 16 tot 60 jaren ln 's Lands belang werkzaam kunnen worden gesteld voor bepaalde diensten, dan wel zullen zij aangewezen kunnen worden om zich voor bepaalde werkzaamheden te be kwamen. Zelfs gaat de regeling zóóver, dat deze nieuwe algemeene machtigings-ordon- nantie tegen alle bestaande wettelijke re gelingen ln zal kunnen gaan. Veel medewerking van den Volksraad. Wat den Volksraad betreft, heeft de Re geering bij haar voorstellen niet te klagen over gebrek aan medewerking. Niet alleen dat deze en andere spoedordonnantles op de snelste wijze zijn behandeld en aange nomen, maar in een extra-zitting zijn nog nadere regelingen besproken. Volgens de Indische Staatsregeling moet namelijk de eerste gewone zitting van den Volksraad op 15 September gesloten worden, doch de Re geering besloot haar te verlengen, omdat zij het wenschelijk achtte, dat het College ln zijn geheel, en niet uitsluitend het vijf tiental leden van het College van Gedepu teerden, over deze belangrijke aangelegen heden zou beslissen. Een der ordonnantiën was de wijziging van de bepalingen omtrent het notariaat ln Indië, waarvan sommige reeds haar oor sprong vinden in een oud placaat van 1729, dus van meer dan twee eeuwen geleden. Het is te begrijpen, dat er sindsdien ook op dit terrein wel het een en ander is ver anderd, zelfs in Indië. Omdat de Indische notarissen toentertijd weinig zorg voor hun protocol hadden, was de regel, dat de op volger van een overleden notaris de pro tocollen en registers van zijn voorganger onverwijld naar den Raad van Justitie moest overbrengen. Waar het bezwaar van die weinige zorg thans niet meer geldt, is het ter vermijding van rompslomp weer geoorloofd om althans de nieuwere proto collen op de notariskantoren te laten be waren, terwijl de stukken van meer dan vijftien Jaren oud zullen worden overge bracht. In de branding van deze droeve tijden is het een verademing om te kijken over een stillen landelijken vijver, en zoo nu en dan eens een vlsch boven het water te zien uitschieten, die met wat breede oppervlak kige kringen de diepe rust van het water verstoort. Doch ook daarbij heeft men zelf» Indische problemen. Zoo zijn er bij de suikerfabrieken soms kunstmatige meren voor irrigatie-doelein den, waar men geprobeerd heeft eenlgszins grootere zoetwatervlsschen te telen, waar onder ook karpers. Ofschoon er een paar jaar achtereen met dat doel duizenden exemplaren jonge pootvlsschen zijn uitge zet, is gebleken, dat er toch heel weinig resultaten zijn behaald. Men slaagt er niet in de visch in behoorlijke hoeveelheid te bemachtigen en men bemerkt, dat er ook betrekkelijk weinig levenskracht ln zit. Nu zal dit wel aan verschillende oorza ken zijn te wijten. Zoo levert het kunstma tige van dergelijke meren weinig voedings stoffen op, zoodat het water schraal ls en er niet veel groeit. Op zichzelf ls daar wei nig verbetering ln te brengen, daar de wa tervoorziening voor de suikerfabrieken uiteraard nummer één blijft en daarna ook de bevloeling van de natte en droge rijstvelden er door geregeld moet worden. Daarbij komt. dat de buurt veelal een rij kelijk groot aantal stroopers bevat, die zich van de pachters van het vlschwater niets aantrekken en op hun Inlandsche wijze eik vlscbje, hoe klein ook, trachten te bemach tigen. Waarschijnlijk zijn deze proeven dus tot mislukking gedoemd. (Nadruk verboden). 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10