Indië's üloot paraat - Het eeuwfeest der Nederlandsche Spoorwegen 80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Vlucht uit Moskou FEUILLETON DE HERTOG VAN WINDSOR BIJ HET VERLATEN VAN HET DEPARTEMENT VAN OORLOG TE LONDEN. DIT IS HET TWEEDE BEZOEK VAN DEN HERTOG AAN DIT DEP ARTEMENT. INDIË'S VLOOT IS PARAAT! Opnamen van de oefeningen van het marine-eskader bij Soerabaja. Een voor duikbooten zeer ge vaarlijk wapen is de dieptebom. Boven: de installatie voor het laten vallen van deze projectielen, onder: de uitwerking ervan. HET DUITSCHE HOSPITAALSCHIP „STUTTGART" arriveerde te Stettin met gewonden van het Oostelijk front. Een aantal gewonden in een der zalen van het schip. HET EEUWFEEST DER NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. Links: minister Albarda en prof. Goudriaan woon den te Utrecht de première bij van de spoorwegrevue, „Van diligence tot Diesel". Rechts: Voor het station te Haarlem collecteerden dames in costuums uit 1839 voor de Vereeniging van spoorwegpersoneel ter bestrijding der tuberculose. NOG EEN OPNAME VAN DE MARINE-OEFENINGEN BIJ SOERABAJA. TORPEDO- BOOTJAGERS LEGGEN EEN ROOKGORDIJN. ROMAN van MARLISE KOLLING. 15) „Dank je geen lunch, Hixley, wij hebben haast en iets zeer dringends met je te bespreken." Zij zaten met hun drieën in Hixley's ka mer. Lisaweta bonsde het hart van schaam te in de keel. Nu zou Robert Eschiberg dezen correcten, gereserveerden Engelschman deelgenoot maken van haar ongelukkig leven. Zij was veel gewend, zij had zich reeds van alles moeten laten welgevallen, maar daarom had zij haar schaamtegevoel toch nog niet geheel verloren. Al spoedig bleek echter, dat Hixley in alle opzichten een prachtkerel was. Nog voor Robert het woord had kunnen nemen, zei hij, zich vol oprechte deelneming tot Lisaweta wendend: „Ik heb hier in Rusland de merkwaardigste gevallen beleefd, miss Bemekamp. Ik weet, wat het voor een dame beteekent in dit land te moeten leven. Wat ik voor u en Eschberg kan doen, zal ik stel lig niet nalaten." En daarop begon Robert te vertellen. In zeer sobere trekken gaf hij Hixley een beeld van Lisaweta's lotgevallen. Van de inbraak echter repte hij met geen woord. Voor Hix ley was het voldoende te weten, dat het er om ging dit slachtoffer zoo spoedig moge lijk over de grens te helpen. „Wij moeten vandaag nog weg", besloot hij zijn relaas, „en daarvoor hebben wij een buitenlandsche pas noodig." Hixley schudde bedenkelijk het hoofd. „Daar gaan toch wel een paar dagen overheen." Robert haalde Daisy's pas te voorschijn en nu keek zelfs de flegmatieke Hixley ver baasd op. „Maar dat is immers „De pas van een familielid", viel Robert hem haastig in de rede, terwijl hij zijn gast heer doordringend aankeek. Deze begreep onmiddellijk, waar Eschberg heen wilde. „Met dien pas wil je dus miss Bemekamp over de grens zien te krijgen?" „Ja." „Maar wat moet.dat familielid van je dan zonder pas beginnen?" „Daar kan ik mij op het oogenblik niet mee bezig houden. Bovendien heeft haar vader hier voldoende relaties. Hij zal er heusch wel in slagen een nieuwen pas voor zijn dochter te krijgen. De Russische auto riteiten hebben er het grootste belang bij met hem op goeden voet te blijven Bijzon dere moeilijkheden zal dat wel niet opleve ren. Je zult moeten toegeven, Hixley, dat het de eenige manier is om het gewenschte doel te bereiken." Hixley ging er niet dieper op in. Hij dacht er niet aan hier veel woorden aan te verspillen. Wanneer een man als Eschberg eenmaal tot een besluit was gekomen, dan deed men het beste daar maar niet al te lang over te praten. „Dan zullen wij dus allereerst een foto van miss Bemekamp moeten hebben. Op de foto van deze dame kan zij niet reizen." Robert wendde zich tot. Lisaweta. „Geef mij uw Sovjetpas eens even." Lisaweta voldeed zwijgend aan het ver zoek. Van haar werd slechts verlangd, dat zij zich schikte in hetgeen de man, die zoo plotseling in haar leven was gekomen, met haar voor had. Zij voelde zich als in een maalstroom van gebeurtenissen, die niet meer bij te houden waren, en waarbij zij zich willoos moest laten leiden. Waar dit alles tenslotte zou eindigen, was niet te overzien en het echt Russische fatalisme was haar nu eenmaal niet vreemd. „Wij zullen die foto's dus moeten verwis selen". constateerde Hixley zakelijk. Hij nam de beide passen en verdween er mee in het aangrenzende vertrek. Na een paar minuten was hij alweer terug. In Daisy's pas prijkte nu Lisaweta's con té rf ei tsel. „Er is nog een moeilijkheid, Eschberg. Die dame van de foto heeft blond haar en miss Bemekamp is donker." „Onder een reismuts of zoo is dat wel te verbergen", antwoordde Robert haastig. „Lastiger dunkt het me om onmiddellijk een vergunning, het land te mogen verla ten, van de Sovjet-autoriteiten te krijgen. Die heeren hebben dat hier aardig voor el kaar. Als je er eenmaal in bent, ben je er nog niet uit. Wat dat betreft, is het hier je reinste muizenval." „Maar een val, die met geld te openen is! Laat dat maar aan mij over. Ik heb in de betrokken kringen goede relaties en En- gelsche ponden vinden nog steeds aftrek." Hixley dacht een oogenblik na. „Blijven jullie beiden nu voorloopig hier. Ik hoop binnen een uur met alles klaar te zijn. Om twee uur vertrekt een vliegtuig naar Koningsbergen. Ik denk, dat jullie dat wel zullen kunnen halen. Natuurlijk kan je niet zonder bagage reizen, dat zou te veel op vallen. Ik zal je twee van mijn eigen koffers geven. Die kan je me dan later wel eens te rug sturen. Voorts zal ik dan nog voor vliegkleeding voor miss Bemekamp zorgen, daamiee is dan tevens het vraagstuk van de vermomming opgelost. Hopenlijk valt jullie het wachten niet te lang. Misschien besluit je intusschen toch nog tot een lunch. Ik zal James wel even instrueeren." „Goed, anders heb je toch geen rust, Hix ley." Robert schudde zijn zakenvriend har telijk de hand. „Ik dank je voorloopig. Hixley. Je bent een patente kerel!" „Nonsens", bromde Hixley. Hij scheen niet goed te kunnen hebben, dat men hem voor zijn bereidwilligheid bedankte. „Tot over een uur dan", herhaalde hij nogmaals, terwijl hij vluchtig op zijn hor loge keek. „En als je dat visum nu eens niet kunt krijgen?" Robert vroeg het uitsluitend voor Lisaweta, om een geruststellend antwoord te hooren. „Ik heb tot dusver nog altijd gekregen, wat ik verlangde, zelfs in Sovjet-Rus land", zei Hixley Nauwelijks was hij vertrokken, of de on- prezen James, die blijkbaar zijn maatrege len reeds had getroffen, verscheen met een tablet, waarop een schaal echte Russische Sakoeska en een paar warme schotels. „Als mevrouw of meneer nog bijzondere wenschen hebben ik ben in de keuken", zei hij en verdween weer. Lisaweta's gezicht verried een hevigen in- nerlijken tweestrijd. „Ik kan toch niet weg begrijpt u me toch, AlexeiHaar stem klonk onvast „Ook voor hem zal Hixley zorgen maakt u toch niet zoo ongerust", smeekte Robert. „U begrijpt toch wel, dat geen van ons beiden zich op het oogenblik op straat kan vertoonen. Wij kunnen nu niet meer terug. Daarvoor hebben wij ons al te zeer in gevaar begeven. Wij moeten er nu door heen. Begrijpt u wel? Maakt u het dus niet moeilijker dan het al is. Ik heb immers ook al mijn krachten noodig." Wederom zweeg Lisaweta na deze repri mande. Zij moest zich laten leidener bleef haar zooals voorheen niets anders over. Als Robert Eschberg later nog eens terug dacht aan deze laatste uren op Russischen bodem, dan kostte het hem telkens weer moeite de details daarvan volledig voor zijn geest te halen. Eigenlijk wist hij zich die bijzonderheden nooit meer precies te her inneren. Veel was werktuigelijk langs hem heengegaan, omdat er tenslotte slechts één ding was geweest, dat zijn aandacht volko men in beslag nam: Hixley's terugkeer. Lisaweta had onbeweeglijk in een fau teuil gezeten. Hij daarentegen had het op zijn stoel niet uitgehouden en afleiding gezocht in een eindelooze wandeling door de kamer. Wel honderd maal had hij een blik op zijn armbandhorloge geworpen zon der den tijd in zich op te nemen. Nooit had hij geweten, dat een uur zoo lang kon duren als men niets anders had te doen dan wachten. Bij elk geluid van een autoclaxon op straat schrok hij op. Waren zijn achter volgers hem reeds op het spoor? Kwam daar Terschilow om Lisaweta te arrestee ren? Was Hixley er niet in geslaagd een visum te bemachtigen? Had men ontdekt, dat de pas vervalscht was? Of had Daisy bemerkt, dat zij haar pas kwijt was en daarvan aangifte gedaan (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5