CvèoA\
Goering tot het Duitsche volk
Radiorede van den Franschen
minister Reynaud
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 11 Seplember 1939 Derde Blad No. 24375
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
80ste Jaargang
Engeland
is de schuldige
LUCHTBESCHERMING
Houten en stalen
Rolluiken
Van overwinning zeker
Het oordeel van
Ward Price
FAILLISSEMENTEN
Voor het personeel van de Rheinmetall-
Börsig-Werke te Berlijn heeft Goring Zater
dagmiddag een rede gehouden om hen te
danken voor hun werkkracht en een over
zicht van den toestand te geven.
Göring sprak, volgens het verslag van het
Duitsche Nieuwsbureau, als volgt:
Polen heeft niet in een eerlijken strijd de
gebieden, die het tot vorige maand bezat,
veroverd, maar toen Dultschland in 1919
door verraad en hongersnood lam was ge
legd, heeft het West-Prutsen en Posen ge
annexeerd.
Sindsdien zijn wij machtig geworden en
de Führer heeft Polen een aanbod gedaan,
zooals slechts eenmaal gedaan pleegt te
worden. Een oer-Duitsche-stad moest terug
gegeven worden en de verbinding tussschen
Oost- en West-Duitschland moest hersteld.
Polen heeft durven weigeren, omdat het
zich sterk gevoelde door de dekking van
Engeland, dat steeds op zijn post geweest
is om Duitsche belangen te doorkruisen.
Engeland wil niet tegen het Duitsche volk
maar slechts tegen het systeem-Hltler op
treden. maar als de Engelsche soldaten
schieten treffen zij burgers of soldaten van
het Duitsche volk!
Laat u niet wijsmaken dat het Engeland
om iets anders te doen is dan om te zorgen
dat Duitschland niet groot en machtig zal
worden. Het huichelt dat het op moet tre
den ter bescherming van de kleine volken
alsof Engeland niet eeuwen lang alle moge
lijke volkeren, groot en klein, onderdrukt
had.
Noch Polen noch het regeeringssysteem
in Duitschland kan Engeland iets schelen,
alleen zooals ik gezegd heb Duitschlands
macht.
Op drie fronten heeft Engeland dezen
oorlog ontketend. In het Westen mogen de
Engelschen hun tanden op onzen Westwall
breken, in de Duitsche bocht noch in de
Oostzee kunnen zij ons iets doen.
POLEN IN VIER WEKEN AFGEDAAN.
Hoe staat evenwel de zaak op het hoofd-
tooneel van den strijd, in Polen? Hier heeft
de Duitsche weermacht te land en in de
lucht dingen gepresteerd, die men zich tot
inu toe niet heeft kunnen voorstellen.
Het is gelukt in acht dagen het breede
gebied te overspannen en ln de hoofdstad
van den vijand binnen te dringen, een pres
tatie welke ook door ons niet voor mogelijk
werd gehouden. Ik mag hiermede trots be
kennen, dat het vooral één wapen ls ge
weest dat den vijand de grootste afbreuk
heeft gedaan. Op dit oogenblik ls de Pool
met zijn geheele leger in drie groote krin
gen Ingesloten. Het laatste bericht dat lk
ontvangen heb, is. dat de ontbinding is be
gonnen ln het gebied bij Radom en dat
duizenden en duizenden de wapenen weg
gooien en het leger zich begint over te geven
Een dergelijk Tannenberg heeft zich in dc
militaire geschiedenis nog niet voorgedaan.
Een ingesloten Poolsch leger komt niet
meer weg.
Naar onze schatting zal dc geheele
veldtocht tot en met het laatste oprui-
mingswcrk niet langer dan vier weken
hebben geduurd. Allen die mochten
meenen zich aan Duitschland te kun
nen vergrijpen, zouden dit als een dui
delijk teeken kunnen opvatten.
DE BREMEN IN VEILIGHEID.
Alleen op den Oceaan kan Engeland
een paar achtergebleven Duitsche sche
pen oppakken, maar ik kan u verzeke
ren dat onze trotsche Bremen In vei
ligheid is.
Ons Duitsch zwaard is getrokken, het
zal den vijand verpletteren, als de zeventig
divisies die uit Polen komen, naar het
Westen gedirigeerd kunnen worden.
Te Wilhelmshaven is geen Engelsche bom
op een onzer schepen gevallen, maar één
schip ls getroffen door een Engelsch vlieg
tuig dat neergeschoten ls en op het dek
terecht kwam.
Des nachts vliegen zij zoo nu en dan op
heele groote hoogte binnen het Duitsche
gebied om propaganda-papiertjes uit
te gooien. Wee hun. wanneer zij de propa
gandabladen eens mochten verwisselen
met een bom. Dan zal de vergelding geen
oogenblik op zich laten wachten.
Èngeland wil vechten tot het einde van
het Hitler-regiem. Ik weet niet meer pre
cies hoe oud Methusalem geworden is maar
zoo lang zal het zeker duren.
Wat wil Engeland? Den Westwall be
stormen? Dat kost stroomen bloeds In de
lucht? Wij hebben zoo juist in Polen be
wezen wat ons luchtwapen waard Is
DUITSCHLANDS OECONOMISCHE
TOESTAND.
Maar hoe ziet het er oeconomisch bij
ons uit? Engeland hoopt, dat wij spoedig
geen munitie, geen grondstoffen enz. meer
zullen hebben en vernielde vliegtuigen
niet zullen kunnen vervangen. Maar ons
vierjaarsplan heeft voor alles gezorgd, Ik
kan u als de leider van dit plan zeggen,
dat Duitschland in ieder opzicht de meest
volkomen uitgeruste staat ter wereld is.
Geen staat heeft de ingenieurs, vaklieden
'n vakarbeiders die wij bezitten. Wij wis
ten dat wij geen benzine en geen rubber
bezaten, daarom hebben wij de fabrieken
gebouwd, die ons die artikelen leveren.
Ms wij 10.000 granaten zullen verschieten
kunnen onze fabrieken den volgenden dag
10O.OOO nieuwe granaten scheppen. De
Productie van onze kanonnen en munitie
'h vooral van vliegtuigen ls nog ver boven
die der vijanden en wat van nu af ge
schiedt zal ons heele vierjarenplan nog in
de schaduw stellen. Als nu het geheele volk
"Pgeroepen wordt, dan zullen de Engel
schen ondervinden wat het zeggen wil den
oorlog tegen ons te hebben losgelaten.
Steenkool en ijzer hebben wij voldoende
"1 sinds eenlge dagen nog meer iapplaus)
In 1940 zullen de eerste fabrieken en
waterwerken behoorlijk benzine geven. In
1941 komen dan de volgende. Ieder jaar
willen wij sterker en weerstandskrachtiger
worden; omdat thans de oogst binnen
komt van hetgeen wij in deze jaren heb
ben gezaaid. Wanneer wij tot nu toe zoo en
zooveel honderden vliegtuigen per maand
maakten, dan zullen wij toch ln het vol
gend jaar er aanzienlijk meer maken en in
het Jaar daarop nog veel meer. Dit kan
ik hier niet alleen aan het Duitsche volk,
doch vooral ook aan Engeland beloven.
DE BLOKKADE.
Er is een groot verschil tusschen de blok
kade, waarover de Engelschen steeds zoo
veel spreken, waarop zij zoo trotsch zijn,
waarmede zij indertijd vrouwen en kinde
ren hebben omgebracht. Toentertijd heb
ben zij de blokkade zeer scherp kunnen
voeren. Waarom? Omdat zij de wereld
zeeën blokkeeren, zoodat wij van over zee
geen grondstoffen konden verkrijgen. Het
blokkeerde evenwel niet alleen ln het Wes
ten, doch in het Oosten blokkeerde ons de
Russische oorlog. In het Zuid-Oosten had
den wij ook vijanden, die tot blokkade be
sloten. In het Zuiden hadden wij Italië
als vijand, Japan was over zee onze vijand
aldus waren wij volkomen ingesloten en
hadden wij niet den geringsten uitgang,
behalve dan dat af en toe een bijzonder
goede duikboot een beetje uit Amerika
overbracht, tot ook dat land den oorlog in
ging en toen was de blokkade totaal. Dat
was zeer onaangenaam en daarop waren
wij in het binnenland niet voorbereid.
Thans zijn we daar in de eerste plaats wel
op voorbereid en verder hoe ziet de U ok-
k: cc er n'i uit? Deze bick a.ie ,s dun. Hij
gaat van Bazel tot Denemarken. In het
Noorden kunnen ze ons niet blokkeeren.
In het Oosten kunnen zij ons niet alleen
niet blokkeeren doch daar hebben wij juist
gunstige overeenkomsten gemaakt. En wan
neer zij nu van meening zijn, dat wij geen
grondstoffen hebben dat Rusland geen
grondstoffen heeft kunnen zij nu met den
besten wil niet beweren en dat hier de
overeenkomst werkelijk juist en diepgaand
is, dat weet gij.
Op het gebied van de blnnenlandsche po
litiek mag iedereen zijn eigen zaken uitvoe
ren. Wij hebben ons nationaal-socialisme,
zij hun bolsjewisme, daar willen wij ons
niet mee bemoeien. Voor het overige zijn
wij twee volken, die vrede met elkander wil
len hebben, die den vrede thans hebben
vastgelegd, den vrede zullen houden en
vooral zijn de beide volkeren niet meer zoo
dom, elkander de koppen in te slaan voor
Engelsche rekening.
Ook in het gebied van het Zuid-Oos
ten zijn er tegenwoordig niet meer ge
noeg domooren, die voor Engeland wil
len vechten. In den wereldoorlog moes
ten wij 3800 kilometer verdedigen,
thans 230.
„WIJ VALLEN FRANKRIJK NIET AAN".
Bovendien: wij willen niets van de Fran
schen Wij hebben hun de grens voor eens
en altijd gegarandeerd. Wanneer Frankrijk
meent, zich tot den laatsten Franschman
voor Engeland te moeten opofferen, dan is
dat zijn zaak, maar niet te onze. Verdedi
gen zullen wij ons, maar waarom aanval
len?
Wanneer lk nu onzen voedseltoestand
bekijk, dan is deze zeer gunstig te noemen.
Twee dikke oogsten hebben wij ln voor
raad. Wij staan er zoo voor, dat wij eigen
lijk geen beperking, geen kaarten voor
brood enz. noodig hebben.
Göring besprak vervolgens de anti-Duit-
sche propaganda. Ik vrees, zeide hij, de
vijandelijke propaganda niet. Zij is ook niet
nieuw. In deze propaganda wordt veelvul
dig verklaard, dat Duitschland' s oorlogs
doel de vordering der geheele wereld is, wij
zijn echter niet eens uitgetrokken om Polen
te veroveren, doch het oorlogsdoel van
Duitschland Is, aan zijn Oostgrens rust te
verschaffen en te verhinderen, dat Duit-
schers daar vermoord worden, voorts de
waanzinnige ongerechtigheden van Versail
les uit den weg te ruimen.
In Engeland brengt men hulde aan het
Poolsche volk.
Hoe kan de heer Chamberlain dit dulden
daar dit volk dag ln dag uit en nacht in
nacht uitgemoord heeft tot wij eindelijk
moesten ingrijpen Wij hebben een hooge-
ren plicht dan Engeland te gehoorzamen.
Wat zegt het moreele Engeland, wanneer
de Poolsche radio het Poolsche volk op
wekt de Duitsche soldaten met benzine te
begieten en aan te steken? Of wanneer de
Warschausche radio zich erop beroept dat
in Polen een en dertig parachutespringers
zijn gefusilleerd? Dat zijn geen parachute
springers geweest. Die zijn in Polen nog in
het geheel niet gebruikt. Dat waren Duit
sche vliegers, die uit nood zijn omlaag ge
sprongen.
Wat heeft, zoo vraag ik Chamberlain.
Duitschland gedaan toen een Duitsche vlie
ger boven de Doggersbank eenige dagen
geleden een Engelschman heeft neerge
schoten en deze zwaar gewond in zee dreef?
Hij is er naast geland, heeft hem gered en
naar het hospitaal gebracht. En evenzeer
zullen de Engelsche officieren, die van
nacht uit een propagandavllegtulg omlaag
hebben moeten springen en die thans hier
bij ons zijn, bevestigen, dat wij hen niet ge
fusilleerd hebben, hoewel ook zij met een
valscherm omlaag zijn gesprongen. Ik richt
tot Chamberlain de vraag: wat zegt u van
den Bartholomeusnacht in Bromberg? Dat
zou ik graag in uw volgende Lagerhuisrede
en in uw volgend strooibiljet vernemen,
fAanhoudende bijval).
Molensteeg 27 - Tel. 21375 (na 6 u. 26217)
6913 (Ingez. Med.)
GÖRING OVER DUITSCHLAND's
VREDESWIL.
En, mijnheer Chamberlain, wat zegt
U van onzen vredeswil, waaraan U
twijfelt? Hierover kan ik U zeggen: de
wil naar vrede is in het Duitsche volk
groot en diep en hij is in het bijzonder
aanwezig in het hart van den Führer.
Ik ken zijn worstelen met de verant
woording.
Op het oogenblik dat elders reeds alles
in verzet kwam tegen alles wat Duitsch
was. hebben wij nog voorstellen gedaan.
En wanneer U. mijnheer Chamberlain,
thans zegt, deze niet ontvangen te hebben
dan is dat niet waar. Ik kan getuigen, wan
neer Lipski van de voorstellen kennis ge
nomen heeft. Omdat hij ze kende heeft hij
ze niet afgehaald Zoo is de comedie ge
maakt. Polen heeft de voorstellen niet
aangenomen met het oog op de Engelsche
hulp. Wat het de Engelsche hulp thans
baten kan. maakt het op het oogenblik
mee. Neen, riep Göring uit, wij hebben
den oorlog niet gewild en willen hem ook
heden niet. Wij willen niets van Frankrijk
Wanneer de lieer Daladier dat niet ge
looft, is dat zijn zaak. Wij willen ook niets
van de Engelschen Het is de Engelsche
regeering. die het Engelsche en Fransche
volk in een oorlog drijft. Wij willen den
vrede en staan voor dezen vrede altijd
klaar. Maar dat mag niet verwisseld wor
den met zwakheid.
Ik ben er heilig van overtuigd dat. wan
neer wij de machtsmiddelen nuchter tegen
elkaar afwegen, en alle omstandigheden
vergelijken, dan slaat de vergelijking sterk
over in het voordeel van Duitschland.
GÖRING BESCHULDIGT CHAMBERLAIN
DEN OORLOG TE HEBBEN VERKLAARD.
U klaagt den heer Hitier aan. zoo ver
volgde Göring. Neen, mijnheer Chamber
lain. U bent het geweest. Bij U lag de re
geling in handen. Wie heeft den oorlog
verklaard? De Führer of U? Hebben wij
het Engelsche volk den oorlog verklaard?
U zegt dat wij de Polen hebben aangeval
len. Hebben wij niet het recht, wanneer de
buurman naast ons het huis aansteekt,
onze familieleden vermoordt, er heen te
gaan en het vuur te blusschen en den
moordenaar te pakken? Dat heeft niets
met oorlog te maken. U hebt den vrede
verbroken Wanneer U den oorlog wilt
hebben, dan kunt U hem krijgen. U kunt
hem zelfs hebben in eiken vorm dien u
wilt. Wij hebben het parool uitgegeven:
niet onnoodig vreedzame menschen neer
slaan en open steden aanvallen. Zou men
echter gelooven dat bij ons te kunnen doen
dan waarschuw ik: de vergelding zal ter
stond volgen.
REGIEM EN DUITSCHLAND ZIJN EEN.
Goering besloot: ..Het vijandelijke land
moge weten: Duitschland bemint en wil
den vrede. Maar een vrede met als inzet
onzen Führer, is voor een Duitscher on
denkbaar.
De Fransche minister van financien, Rey
naud, heeft een radiotoespraak gehouden,
waarin hij zeide:
.Waarom spreek ik op dit oogenblik over
economie, financiën en geld, terwijl alle
blikken naar het front zijn gericht? De
minister herinnerde er aan. dat in 1918 de
afloop van den oorlog niet alleen afhing
van de positie der op de kaart geprikte
vlaggetjes. Het Duitsche moreel, aldus zei
de hij. .stortte ineen, doordat het econo
mische leven, de financiën en het geld van
den vijand letterlijk uitgeput waren. Ach
ter het militaire front bestaat er inder
daad een economisch en monetair front,
dat evenzeer van vitaal belang is. Ik wil de
kracht van den tegenstander niet onder
schatten, maar lk geloof, dat ik dat niet
doe, wanneer lk u zeg:
Duitschland is reeds in groote mate
uitgeput door de gigantische inspan
ning, die het zich heeft getroost voor
de voorbereiding van den oorlog. Eco
nomisch en financieel, is het Duitsche
organisme reeds zeer kwetsbaar. Op dat
front heeft Duitschland geen versche
troepen meer.
Wat nu Frankrijk betreft: het is een
feit, dat het den oorlog begint in veel be
tere economische en financleele omstan
digheden dan de vijand. Sedert een jaar is
he' productle-rhythme der wapenfabrieken
aanzienlijk gestegen, terwijl de algemeene
productie van rijkdommen toenam. En wat
den goudvoorraad betreft: het zal voldoen
de zijn. indien ik mededeel, dat deze oor-
logsschat in enkele maanden met bijna 30
procent is gestegen.
Het is niet slecht, dat men hier en el
ders weet, dat de Bank van Frankrijk
thans tweemaal meer goud bezit dan in
Augustus 1914.
Indien ik niet spreek van den goudvoor
raad van het egalisatiefonds, noch van het
goud en de bultenlandsche deviezen, in
particulier bezit, dan ls dat, omdat ik van
meening ben, dat zij de waarde hebben van
de gouden munten, die in 1914 ln omloop
waren. Met deze tonnen gouds zullen wij in
het buitenland de grondstoffen koopen, die
voor den oorlog noodig zijn, wij zullen wa
pens en vliegtuigen koopen. Hoe korter de
oorlog duurt, des te meer Fransche levens
worden gered. De Fransche strijdkrachten
hebben reeds in de eerste dagen van den
oorlog haar waarde getoond. Wij hadden
de verplichting op ons genomen geen mo
ratorium af te kondigen. Deze verplichting
zijn wij nagekomen. De loketten van ban
ken en spaarkassen zijn opengebleven voor
betalingen, terwijl in 1914 de spaarkassen
slechts 50 francs per veertien dagen uit
betaalden. Aan den anderen kant hebben
wij reusachtige uitgaven gedaan. Een wet
heeft ons het recht gegeven 25 milliard
van de Bank van Frankrijk te leenen. Deze
voorschottenmarge is nog intact en de oor
zaak daarvan is, dat de Franschen den toe
stand begrepen hebben. Inplaats van im
productieve bankbiljetten bij zich te hou
den, hebben zij op de wapeningsbons in
geschreven. In deze eerste oorlogsweek zijn
dc opvragingen niet alleen gestaakt, doch
het overschot der inschrijvingen op de
bons bedroeg 1.600.000.000 francs.
De regeering heeft een plan de campag
ne voor het economische en financieele
front. Gisteren hadden wij een politiek voor
vredestijd, thans hebben wij een politiek
voor oorlogstijd. Op het oogenblik bestaat
er niets dan de verdediging van het land.
Het laatste kwartier zal toebehooren aan
het volk, dat zooveel mogelijk produceert
en zoo min mogelijk verbruikt. Het eerste
vraagstuk ls dus. de zoo groot mogelijke
productie van vliegtuigen, kanonnen en
munitie, zeker, maar ook van voedsel voor
de burgerbevolking, en voor een maximum
uitvoer, waardoor wij op onzen goudvoor
raad kunnen bezuinigen.
Wie kan produceeren, moet produceeren,
wie kan werken moet werken.
Het tweede vraagstuk, aldus Reynaud. is
het zoo weinig mogelijk verbruiken. Op het
oogenblik is verspilling misdaad. Omdat
men minder moet verbruiken, en een deel
van het particuliere inkomen moet worden
aangewend voor de defensie, hebben wij
deze inkomens verminderd, zoowel voor de
werkgevers als werknemers. Wij moeten
voor alles de mogelijkheid van schande
lijke verrijking voor leveranciers der de
fensie vermijden
Ten aanzien van de verschillende in
komsten, hetzij handelswinst, inkomen
uit het vrije beroep, ambtenarensala
rissen. of arbeidersloonen, hebben wij
de buitengewone nationale belasting,
die vanaf 12 November van kracht is,
verdubbeld.
Wij hebben verder buitengewoon krach
tige maatregelen genomen voor degenen,
die, hoewel van strijdbaren leeftijd, om re
denen van defensiebelangen achter het
front worden gehouden. Dit is bijvoorbeeld
het geval voor de arbeiders in gespeciali
seerde fabrieken. De korting op hun loo-
nen wordt verhoogd van 2 tot 15 procent.
Hun loonberekening wordt zeer gewijzigd
door het nieuwe decreet op het arbeids
regime.
VERDERE MAATREGELEN.
Het zal u gemakkelijk vallen te begrij
pen. dat de staat in tijd van oorlog het
ruilverkeer met het buitenland niet vrij
kan laten. Ik heb u reeds gezegd, dat wij
den invoer van producten, die niet strikt
noodzakelijk zijn, niet kunnen toelaten. Wij
kunnen ook niet toelaten, dat goederen
worden uitgevoerd, die den vijand in zijn
oorlog tegen ons zouden kunnen helpen.
Alle maatregelen, waarover ik u spreek,
zijn vervat ln wetsdecreten. welke In de af-
geloopen week tot stand zijn gekomen.
Laat mij nu spreken over de gepubliceer
de wetsdecreten Deze hebben betrekking
op de wisselcontrole, die wij hebben inge
steld, zooals Engeland eenige dagen gele
den heeft gedaan. Frankrijk heeft sedert
tien maanden vrijheid op de wisselmarkt
gekend, maar deze vrijheid, die in tijd van
vrede goede diensten heeft bewezen en nog
zal bewijzen, zou in oorlogstijd een zwak
heid zijn geworden. De maatregelen, die
genomen zijn, waren reeds lang voorzien
en de reglementatie. welke in het staats
blad is verschenen, is reeds eenlgen tijd
geleden verzegeld naar alle deelen van het
Fransche rijk gezonden. Men had beschikt,
dat het nieuwe regime van kracht zou wor
den op den Zondag, die zou volgen op de
oorlogsverklaring.
De maatregelen behelzen een verbod
voor het koopen van buitenlandsch
geld door particulieren en verschaffen
de Bank van Frankrijk het monopolie
voor den handel in dit geld.
De wisselcontrole verhindert haussespe-
cuJatie in buitenlandsche deviezen. Zoo zal
de prijscontrole haussespeculatie ln goede
ren onmogelijk maken. Deze controle zal
doeltreffend zijn omdat zij tegelijkertijd
wordt uitgeoefend op de koopkracht en de
verschillende elementen van den prijs.
Daar de speculatie op die manier onmo
gelijk ls gemaakt, zoowel ten aanzien van
stijging van de deviezen als van verhoo
ging der prijzen, zullen wij een toestand
hebben geschapen, waarin het particuliere
belang zal samenvallen met het algemeene
belang. De spaarpenningen zullen spontaan
belegd worden ln schatkistbiljetten en
schatklstleenlngen, waardoor de oorlog ge-
flnancieerd zal kunnen worden Dat is de
weg. dien wij gaan volgen. Dat is de veld
slag, dien wij zullen leveren. Om dezen te
winnen ls het niet noodle uw goedkeuring
te vragen en uw geestdrift op te wekken,
want de vaderlandsliefde van ons volk is
de sterkste ter wereld. De minister van
financiën heeft niet tot uw gevoel, maar
tot uw verstand willen spreken. Dit zijn de
redenen waarom lk hoop op en zeker ben
van de overwinning.
Op 11 November 1918 heeft Duitsch
land moeten zwichten voor de meer
derheid van het oorlogspotentieel der
geallieerden. Deze meerderheid blijft,
zij is misschien zelfs nog grootcr. Het
gewicht van de twee machtigste rijken
ter wereld, dat van Engeland en het
onze, is In de weegschaal geworpen. Wü
zullen overwinnen omdat wij de sterk-
sten zijn.
Den Führer vernietigen beteekenA
het Duitsche volk vernietigen, want te
allen tijde hebben wij geproclameerd:
Duitschland is Hitler en Hitier is
Duitschland. Wil men daaraan raken,
dan zullen wij ons tot het uiterste ver
weren. En wanneer het zoo moet zijn,
goed. laat dan de strijd beginnen, zoo
ondenkbaar als hij nog nooit geweest
is. Maar ook dat ééne is ondenkbaar:
dat wij kapituleeren. Wij nemen alle
ontberingen, eiken nood op ons. Maar
nooit, nooit weer een dictaat van Ver
sailles. (Stormachtige bijval).
Ward Price schrijft in de „Daily Mail"
van vanochtend, dat de redevoering van
Goering kenmerkend is voor den tegen-
woordigen toestand in Duitschland. Deze
redevoering zou naar zijn meening er op
wijzen, dat men er in zekere hooge krin
gen. evenals in het Duitsche volk, voor
vreest, zich zonder hoop te storten in een
oorlog tegen de gezamenlijke strijdkrach
ten der democratie. Het feit, dat Goering
en niet Hitier de eerste belangrijke rede
voering in oorlogstijd heeft gehouden,
geeft Price aanleiding tot verscheidene ver
onderstellingen: zou in het karakter der
rijksregeering reeds een geheime wijzi
ging zijn ingetreden ten koste van het op
perste gezag van Hitier?
Zouden lieden, gelijk Goering, die minder
neurastenisch en practischer zijn, probee-
ren Duitschland uit de gevaarlijke situatie
te trekken, waarin de onverdraagzaamheid
en het ongeduld van Hitier het hebben
gestort?
Voorts schrijft Price, dat het vertrek van
Hitier naar het front uit andere funda-
menteele redenen zou kunnen worden ver
klaard. Hitier zou zich in geval van troe
belen in Duitschland te midden van het
leger veiliger voelen. Zoo lang hij bij zijn
generaals zou zijn, zou er minder waar
schijnlijkheid bestaan dat een militaire
staatsgreep zou uitbarsten om een einde
te maken aan den oork>g. welke tot misluk
king zou zijn gedoemd, zooals tal van ge
neraals tegenover Hitier hebben verklaard.
Tenslotte zou Hitier zijn generaals niet
de vreugde willen geven, alleen Polen te
„veroveren". Indien zekere dezer veron
derstellingen juist zouden zijn. zou men
er volgens Price uit kunnen concludeeren,
dat Goering ertoe geroepen is een meer
beslissende rol te spelen in de aangelegen
heden van het rijk. Price noemt Hitler een
„soort roekeloos automobilist, die heftig
allerlei kansen trotseert, doch wanneer de
zaken een kwade wending beginnen te ne
men. zichzelf niet meer in bedwang heeft."
Goering zou meer koelbloedigheid en ge
zond verstand hebben. HU zou er, ondanks
zijn pocherijen, van overtuigd zijn, dat
Duitschland niet kan overwinnen.
Tot steun van dit betoog verhaalt Ward
Price van een gesprek met den maarschalk
tijdens een noenmaal te Muenchen, verle
den jaar September, met officieren van
zijn staf, Op een eenigszins arroganten
toon heeft Goering toen gesproken over
de „onoverwinlijkheid van Duitschland". Hij
was van meening. dat Engeland zich ge
lukkig mocht prijzen, niet den degen met
Duitschland te hebben gekruist. Deze ge
sprekken zouden ln werkelijkheid bestemd
zijn geweest voor de aanwezige officieren,
teneinde den maarschalk te ontlasten van
de verdenking tot matiging te hebben aan
gespoord, toen de Sudetencrisis op haar
hoogtepunt was.
NED. HERV. KERK.
Drietallen: Te Amsterdam (vacature-ds. T.
Kloosterman)G. Grootjans Gzn. te Vlaardin-
gen; H. C. J. HoogendrJk te Roermond en ds.
A. C. van Dchelen te Meppei; te Amsterdam
ivacature-dr. W. J. M. Engelberts W.E.Mzn.i:
ds. P. A. A. Klüsener van Bodegraven; ds. A.
J van Rennes van Strijen en ds. J. E. Uitman
van Groningen.
Beroepen: Te Boxum, A. Landstra te Diepen-
heim.
Aangenomen: Naar Nleuw-Amsterdam (toez.)
P. J. Mackaay te Westerhaan (O.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Scheveningen (als hulppred
G. v. Andel, cand. te 's-Gravenhage.
DS. C. WAARDENBURG t
In den ouderdom van 69 jaar is te Hille-
gersberg na een langdurig lijden overleden
ds. C. Waardenburg. em. predikant var. de
Ned. Herv. Gem. van Bruinlsse.
Ds. Cornells Waardenburg werd 1 Jan.
1870 te Oud-Beyerland geboren. Hij bezocht
het gymnasium te Doetinchem en studeerde
aan de Gem. Universiteit te Amsterdam,
theologie. In 1893 werd hij candidaat en 1
April 1894 bevestigde wijlen oud-min. A. S.
Talma hem te Goedereede in zijn eerste ge
meente. In 1896 vertrok de overledene naar
St. Annaland, welke standplaats hij in 1900
met Brulnisse verwisselde. Deze gemeente
heeft hij gediend tot aan zijn emeritaat, dat
hem 13 Oct. 1934 eervol verleend werd.
Ds. Waardenburg, die zich daarop metter
woon te Hillegersberg vestigde, was 30 Jaar
praeses en quaestor van het classicaal be
stuur van Zierikzee. Tijdens zijn verblijf te
St. Annaland nam bil een nieuw bedehuis
in gebruik en in Bruinisse mocht hij de kerk
zien vergrooten Ds. Waardenburg maakte
deel uit van het bestuur van het Noorder
district van het Groene Kruis en was voor
zitter van de afdeeling Bruinisse.
Ter gelegenheid van zijn 40-iarig ambts
jubileum werd hij Paschen 1934 door de
gemeente van Bruinisse op hartelijke wijze
gehuldigd.
Zijn stoffelijk overschot zal morgen te
Hillegersberg. worden teraardebesteld. De
rouwstoet vertrekt om 1 uur uit de Hille-
gondakerk aldaar.
Uitgesproken: W. Vorst, timmerman en tffff
nemer. Leiden. Lange Gracht no. 79 R.c mr A.
W. J. van Vrijberghe de Coning. Cur. mr G.
H. E. Nord Thomson, Leiden.
In de week van 4 t.m. 9 September werden in
Nederland 73 faillissementen uitgesproken.