BINNENLAND Ons Kort Verhaal IEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag 9 September 1939 Wijziging der leerlingenschaal Vreemde vliegluigen boven ons land Bescherming van onze neutraliteit De grensgebieden Er zijn te veel openbare inzamelingen Oranje vaart via de kaap Eerste Kamer Initiatief comité voor de organisatie der witte defensie Weinig waardeering De Maharadja loopt een blauwtje Beneden de waardigheid van den militairen stand De toestand in het bloembollenvak Dagbladreclame is niet te vervangen engelsche regeering betuigt haar leedwezen. De regeeringspersdlenst deelt mede. dat ïin de Britiche regeering antwoord is bin nengekomen op de nota der Nederlandsche regeering met betrekking tot het zich be wegen van Brltsche legervliegtuigen boven Nederlandsch grondgebied ln den nacht van 5 op 4 September J.l. In dit antwoord deelt de Brltsche regee ring mede, dat deze aangelegenheid, welke rU beschouwt als een kwestie van het aller grootste belang, onmiddellijk en grondig is onderzocht door de Brltsche luchtvaart autoriteiten. Als resultaat van dit onderzoek ls de Brltsche regeering tot de overtuiging geko men. dat op den heenweg niet één Britsch vliegtuig over het grondgebied van Neder land vloog. Geen enkel Britsch vliegtuig is op den heenweg over de zuidelijke route ge vlogen en de Brltsche luchtvaartautoriteiten rijn derhalve tot de overtuiging gekomen, dat vliegtuigbewegingen boven Limburg ln de richting van Duitschland alleen betrek king kunnen hebben op de luchtmacht van een andere mogendheid. Als resultaat van een grondig en nauwkeurig onderzoek ls echter geble ken, dat één Britsche piloot, die verder dan de andere ln Duitschland was door gedrongen, ln strijd met zijn opdracht, over Nederland (ongeveer in de rich ting van Amsterdam) terugkeerde, als gevolg van tekort aan benzine. De Britsche regeering heeft in verband daarmede jegens de Nederlandsche uiting gegeven aan haar diep leedwezen over deze schending der neutraliteit van ons land. De Britsche regeering is vastbesloten alles te doen, wat in haar vermogen ligt om herhaling van een dergelijke gebeur tenis te voorkomen. Met dit doel zijn en zullen aan de Britsche piloten de streng ste voorschriften worden gegeven. SPECIALE MAATREGELEN. WU hebben reden om aan te nemen aldus meldt de N.R.Ct., dat de Regee ring: dezer dagen nog eenige speciale maatregelen zal nemen ter bescherming van onze neutraliteit. In alle gemeen ten zal des nachts de straatverlich ting moeten blijven branden, op platte daken van gemeentelijke gebouwen zul len rood-wit-blauwe vlaggen worden geschilderd en op gemeentelijke torens zal onze vlag worden uitgestoken. De Regeering hoopt hiermede te be reiken, dat ons land te allen tijde op alle plaatsen van de lucht uit duidelijk herkenbaar is. Het Centraal Archief en Inlichtingenbu reau Inzake Maatschappelijk Hulpbetoon heeft zijn jaarverslag gepubliceerd. Uit dit verslag blijkt, dat bij de gemeentebesturen, armenraden en polltie-autorltelten een stij gende behoefte bestaat aan voorlichting en advies omtrent de ln den lande collectee- rende vereenigingen.. De aandacht wordt gevestigd op de voortdurende vermeerdering van het aantal openbare inzamelingen en de verzwaring van de taak der gemeentebe sturen, die hiermede gepaard gaat. Konden de gemeentebesturen zich vroeger beperken tot enkele algemeene maatstaven, waarvan de goede trouw der betrokken instelling de voornaamste was, thans zijn zij wel ge dwongen een scherpe schifting te maken, waarbij ook vele, overigens goed bekend staande instellingen, niet langer voor het houden van bloempjesdagen e.d. in aanmer king kunnen komen. Gewezen wordt op de wenschelijkheld, dat de instellingen in haar eigen belang ook zelf medewerken, teneinde tot de zoo hoog noodige beperking van het aantal collecten te geraken. Verhoogde sa menwerking der instellingen is noodig, waarbij zij meer dan tot dusverre, haar aan dacht dienen te richten op andere middelen om de publieke liefdadigheid voor haar ar beid te interesseeren. NADERE VOORZIENINGEN INZAKE TANDHEELKUNDE. MAATREGELEN IN VERBAND MET EVENTUEELE AFKONDIGING VAN STAAT VAN BELEG. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 Januari 1920, houdende nadere voorzie ningen betreffende de grensbewaking. De memorie van toelichting luidt: In den tijd van haar totstandkoming werd deze wet gedacht als een voorziening, be stemd om een overgangstoestand in te lelden tusschen den toenmaals in de grensgebieden nog geldenden staat van beleg en een meer normalen toestand, waarin aan bijzondere bepalingen op dit gebied geen behoefte meer zou bestaan. De ontwikkeling der gebeurtenissen sinds 1920 ls niet een zoodanige geweest, dat van bijzondere voorzieningen op het stuk van grensbewaking kon worden afgezien, het geen tot gevolg heeft gehad, dat intrekking der wet niet kon worden overwogen. De vraag kan zelfs rijzen, wanneer het onver hoopt noodzakelijk mocht blijken den door de wet van 1920 geschapen toestand in het grensgebied wederom te vervangen door den «taat van beleg. Afkondiging van den staat van beleg in het gedeelte des lands, dat de bewakings gebieden omvat, heeft krachtens het in artikel 1 gemaakte voorbehoud automatisch tot gevolg, dat de wet van 10 Januari 1920, alsmede, naar men zal moeten aannemen, hetgeen tot haar uitvoering is bepaald, op houdt te gelden. Aangezien op dat tijdstip bijzondere voorzieningen noodiger zijn dan ooit, zouden deze zoo spoedig mogelijk op nieuw moeten worden getroffen en wel op grond van het bepaalde in de wet van 23 Mei 1899. houdende bepalingen ter uitvoe ring van artikel 195 der Grondwet. Het is echter niet te vermijden, dat er tusschen de afkondiging van den staat van beleg en het van kracht worden der nieuwe, door het militair gezag te geven voorschriften en be slissingen eenige tijd verloopt. De continuï teit wordt dus verbroken, een omstandig heid. die eenig gevaar in zich bergt. Het ls raadzaam, het ontstaan van deze consequentie te voorkomen. Dit kan op zeer eenvoudige wijze geschieden door hetgeen MJ en krachtens de wet is bepaald zijn kracht te doen behouden, zoolang het niet boor andere, door het militair gezag vast gestelde, voorzieningen wordt vervangen. De overgang wordt dan een geleidelijke, mits dien wordt voorgesteld, door middel van een redactiewijziging van artikel 1 der wet dezen geleidelijken overgang vast te leggen. Het ligt voor de hand in de nieuwe redac- fie naast den staat van beleg ook den staat van oorlog te vermelden. Voorts lijkt het wenschelijk, de gelegen heid te benutten nog een andere verbetering ln de wet van 10 Januari 1920 aan te bren- Sen, Ingevolge haar artikel 3 kan het verblijf binnen de bewakingsgebieden worden ont zegd aan personen, wier aanwezigheid al daar in het belang van de grensbewaking Het kan worden geduld. Aangezien de wet met grensbewaking kennelijk alleen bedoelt Je politlaire grensbewaking en niet de mili taire grensbeveillging, moet de wettelijke formule „ln het belang der grensbewaking" hrlkt genomen te eng worden geacht. Men kan zich het geval indenken, dat er zeer Zwaarwichtige gronden zijn om een bepaald Persoon uit het grensgebied te verwijderen, verwijl het toch dubieus moet worden ge- >£ht, of het wel Juist uitgedrukt ware te z?6gen, dat „het belang der grensbewaking" riln verwijdering vordert. ,°P grond hiervan wordt voorgesteld voor Jn het belang van de grensbewaking", te 'Ben: „ln het belang van 's lands veiligheid van de grensbewaking". De strekking van de voorgestelde wets wijziging brengt met zich, dat zij zoo spoedig "a mogelijk is in werking trede. Commissie van vooronderzoek en examen. Bij beschikking van den minister van sociale zaken is een commissie ingesteld, welker leden het, vooronderzoek zullen leiden en het examen zullen afnemen, bedoeld in de wet van 13 Mei 1939, tot nadere voorzie ningen Inzake de tandheelkunde en zijn be noemd: tot lid van deze commissie: A. in 't Veld, arts, inspecteur van de volksgezond heid te 'sGravenhage (tevens voorzitter); B. J. Brugman, tandarts te Voorburg (tech nisch leider)J. H. C. Riddering, tandarts te Utrecht (tevens plaatsvervangend voorzit ter) H. C. Kranenburg, tandarts te Rotter dam (tevens plaatsvervangend technisch leider)E. Mijnarends, tandarts te Amster dam; tot plaatsvervangend lid der com missie: L. J. M. Spoorenberg, tandarts te Eindhoven; A. Edel, tandarts te Amsterdam; tot secretaris der commissie: mr. J. H. Ver- gragt. werkzaam aan het departement van sociale zaken, afd volksgezondheid, te 's Gravenhage. Bij de Stoomvaart Maatschappij „Neder land" ls van het m.s. „Oranje" bericht bin nengekomen, dat het schip bij de Canari- sche eilanden is gearriveerd. Het schip is derhalve uit de gevaarlijke zóne. De Oranje zal dc reis naar de Oost voort zetten via Kaap de Goede Hoop en dus de route kiezen van de oude Oostlnjevaarders om Afrika heen. VERGADERING VAN GISTEREN. Zonder hoofdelijke stemming en zonder openbare discussie heeft de Eerste Kamer gisteren aangenomen de invoermachtigings- wet, houdende maatregelen met betrekking tot den invoer van goederen ln tijden van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitenge wone omstandigheden. Minister Steenberghe verklaarde, dat uit voeriger toelichting bij crisisontwerpen slechts mogelijk is, voor zoover de wetsont werpen zich daartoe leenen; met name moet daaraan niet een internationaal karakter vastzitten. De minister verklaart verder in de Memorie van Antwoord, welke hij voor leest. dat bij uitvoering van en zeker bij advies over deze lnvoerwet het bedrijfsleven zoo ruim mogelijk plaats zal krijgen. Ambte naren dienen slechts te zorgen voor coördi natie en verzorging van het algemeen be lang. De commissies van bijstand moeten niet worden gezien als organische vertegen woordiging van het bedrijfsleven, maar als in kringen van coöperaties, arbeiders- en personeelsorganisaties deskundigen voor deze commissies aanwezig zijn, zullen zij zeker niet worden gepasseerd. Alvorens de vergadering te sluiten ver klaarde de voorzitter nog, de Kamer eerlang weer bijeen te zullen roepen. Men schrijft ons Ondergeteelcenden hebben het Initiatief geno men voor de vorming van een Voorloopig Comité dat ten doel heeft met alle bestaande middelen, organisaties op het gebied van Handel en Nijver heid, radio-omroep, film, tooneel, dagbladpers, middenstandsvereenlgingen etc. te trachten den overgangstijd tot het terugkeeren van meer nor male toestanden in het zakenleven te bespoedi gen. Er bestaat een oud-Hollandsch spreek woord, dat zeer terecht beweert „De pap wordt niet zoo heet gegeten als ze op tafel komt!' Als de eerste terugslag te boven gekomen is en de toestand doorgezakt op een niveau, waarvan wy met eenige zekerheid kunnen aannemen, dat dit, naar alle waarschijnlijkheid althans, voorloopig zoo zal blijven, dan zal het oude zelfvertrouwen en daarmede de kooplust en de normale levens lust van het Nederlandsche Volk terugkeeren. Ondergeteekenden meenen, dat de Instelling eener Witte Defensie hierypor van groot belang zal zijn. Hieronder moet worden verstaan een defensie op papier en met het gesproken woord. Een defensie van den Geest van het Nederland sche Publiek in alle lagen. Een aantal uitnoodigingen is reeds verzonden aan bekende autoriteiten en vooraanstaande personen op het gebied van Handel en Industrie. Reeds thans verzoeken wij organisaties en za- kenmenschen, die belangstelling voor dit initia tief hebben, zoo spoedig mogelijk een adhaesie- betulging te zenden aan het secretariaat van het Voorloopig Initiatief Comité voor de Organisatie der Witte Defensie, gevestigd: „Polmanshuls", Warmoesstraat 197—199, Amsterdam-C. Telef. 47393. L. C. VERVOOREN, raadg. ing. Jhr. Dr. J. C. MOLLERUS. W. N. v. d. SLUYS Jr., Secr. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het voorstel van wet van den heer Van Houten tot wijziging van de artikelen 28 en 191 der Lager On derwijswet 1929, gevoelde men voor de in diening van dit voorstel schier algemeen weinig waardeering. De voorsteller zelf spreekt het op blz 1 zijner memorie van toelichting uit. dat van onderwijs een voorstel tot verbetering van de leerllngenschalen „nog niet te wachten ls". Het motief, waarom de re geering zulk een voorstel niet indient, is bekend: zij acht. dat de hiervoor benoodig- de middelen ontbreken. Men kan het met deze opvatting der regeering eens zijn of niet eens zijn, vast schijnt toch wel te staan, dat de regeering er niet aan zou medewerken, dit voorstel, al ware het door de beide Kamers aangenomen, tot wet te verheffen. Ook de voorsteller zal zich dien aangaande wel weinig illusies gemaakt, hebben. Dit zoo zijnde, kon men ln dit voorstel bezwaarlijk een ernstig bedoelde poging zien om tot verlaging van de leer- llngenschaal te geraken. De voorsteller had zijn klaarblijkelijk doel. een uitspraak der Kamer over de wenschelijkheid van her ziening, evengoed kunnen bereiken door indiening van een motie; hij had zich en de Kamer daardoor veel arbeid kunnen besparen. Ook zonder dit uitgewerkt voor stel zal toch wel niemand getwijfeld heb ben aan de mogelijkheid om lagere scha len dan de thans geldende te bedenken. Hiervoor was de indiening van dit voorstel niet noodig. Reeds op grond van deze overwegingen gaf men vrij algemeen den voorstel ler in ernstige overweging, zijn voor stel in te trekken. Deed hij dit niet, dan achtte men verwerping van dit voorstel buiten twijfel. De wereld wil bedrogen zijn! Luistert u maar naar deze ware geschiedenis en u zult me onmiddellijk gelijk geven, als u het voordien nog niet deed. Het seizoen te Nice was pas begonnen en het publiek in hotel „Excelsior" nog zeer select. Een paar voorname Engelschen wa ren er, een troepje Amerikanen, die met hun eigen jacht waren gekomen, een Fransche hertog, wiens voorouders iets met Napoleon te maken hadden gehad, de weduwe van een staalkoning en een paar jeugdige dollar prinsessen. In „Excelsior" heerschte een rijke en luxueuze sfeer, waar geen gewoon sterveling zich in zou wagen. Totdateens op een dag mejuffrouw Renée Garln uit Lyon aan het hotel af stapte. Ze was niet leelijk, maar ook niet mooi, evenmin bijzonder elegant, bovendien zéér bescheiden. Kortom: ze paste absoluut niet in deze omgeving! De chef de reception fronste hooghartig het voorhoofd, de portier verklaarde zich op eerbiedige wijze en de kamermeisjes vertelden elkaar fluisterend, dat Juffrouw Garln noch een gouden toilet- stel noch echte juweelen bezat en dat haar voorraad dag- en avondtoiletten lang niet onuitputtelijk was. Niemand kon met mogelijkheid verklaren, waarom dat meisje in dit hotel verbleef maar enfin, ze betaalde correct de rekening, zat lederen avond alleen aan een hoektafel tje in de luxueuze eetzaal en bemoeide zich met niemand. En dus verwonderde zich na een paar dagen ook niemand meer over me juffrouw Garin. In een hotel als „Excelsior" zijn belang rijker dingen aan de orde. Toen kwam de Maharadja! Zijn komst wekte een geweldige sensatie, reeds vóór hij er was. De jeugdige dollar prinsessen stonden den geheelen dag voor den hotelingang en de weduwe van den staalkoning installeerde zich met een hand werk ln de hal. De atmosfeer vibreerde van jspanning De Maharadja kwam. Hij was inderdaad een interessante persoonlijkheid. Breedge schouderd en slank, met scherpe, regelma tige trekken, groote, droomerige oogen en verblindend witte tanden. Meestal droeg hij een tulband, die van voren sloot met een kostbaren edelsteen. Zijn Fransch was vloeiend en zonder het minste accent. Toen de Maharadje eenige dagen in het hotel was. vroeg hij den directeur te spre ken en verlangde van dezen te weten, wie toch die jongedame was, die altijd alleen aan het hoektafeltje zat. En den volgenden dag werd Renée Garln in gezelschap van den Maharadja en zijn secretaris in het strandbad gezien en 's avonds ln het Casino. Kortom: die twee waren onafscheidelijk geworden Sensatie op sensatie: een week nadien deelde de Maharadja plotseling aan den directeur mede, dat hij besloten was af te reizen. En zijn secretaris vertelde dezen in vertrouwen, dat de Maharadja mejuffrouw Garin ten huwelijk had gevraagd en dat deze hem had afgewezen. En nu wilde de Maharadja onverwijld naar Egypte om ver getelheid te zoeken voor zijn gebroken hart De Maharadja vertrok. En de gasten fluis terden onder elkaar: „Wel, wel, die juffrouw Garin!" De Fransche hertog beweerde ove rigens, dat de Francaises toch maar een zeker iets hadden, tja, wat het was maar ze hadden het dan toch maar! Men begon zich algemeen voor Renée Garin te interesseeren. Veertien dagen later was ze verloofd met Bill Rommery. den zoon van een schoensmeerfabrikant uit Chicago. Renée liet onverwijld haar eenigen broer uit Lyon overkomen, die uitstekend met den verloofde kon opschieten. Kortom: het was alles vreugde en blijdschap. En toen George Garin eens op een dag op lachend de kamer van zijn zuster theedronk, zei hij „Nu moet Je toch toegeven, ma chère, dat mijn plannetje om voor Maharadja te spe len nog zoo gek niet was!" „Maar George, Bill en ik houden écht van elkaar!" „Natuurlijk daar twijfel Ik niet aan. Maar ik bedoel dat Bill je toch stellig niet zoo gauw ontdekt zou hebben, als je den Maha radja geen blauwtje had laten loepen!" (Nadruk verboden). (Auteursrecht voorbehouden). Tweede-Kamer-verslag over het voorstel-Van Houten. Eenige leden juichten daarentegen de indiening van dit voorstel toe, aangezien het een nieuwe en goede gelegenheid biedt om op de regeering aandrang uit te oefenen tot verbetering van de leerlingen- schaal. Zij zouden hun stem aan dit ont werp geven. Vele leden stelden voorop, dat zij geen oogenblik zouden aarzelen hun stem uit te brengen vóór een regeeringsvoorstel van soortgelijken inhoud als in dit initiatief- borstel is belichaamd. ZIJ wilden de hier boven het laatst aan het woord zijnde leden doen opmerken, dat zich enkele dagen na de indiening van dit initiatief voorstel een veel betere gelegenheid heeft voorgedaan om op de regeering aandrang uit te oefenen tot verbetering van de leer lingenschaal en wel door de indiening van het ontwerp tot wijziging van de Lager Onderwijswet 1920 en van artikel XLIX der wet van 22 Mei 1937. Daarbij zijn onder meer wijzigingen van de artikelen 28 en j 191 der Lager Onderwijswet 1920 aan de orde gesteld en bestaat de gelegenheid om in onmiddellijk contact met de regeering van gedachten te wisselen over verbete ring van de leerlingenschalen en ophef fing van het instituut van den „kweeke- ling met akte". Voor wie deze wijzigingen wil, is de indiening van dit initlatef- voorstel zelfs ongewenscht, omdat het aanhangig zijn van dit voorstel voor de regeering aanleiding zou kunnen zijn, het bepalen van haar houding op te schorten, totdat over dat voorstel eventueel door de beide Kamers der Staten-Generaal zou zijn beslist. Verscheidene leden sloten zich bij dit betoog aan, met deze beperking evenwel, dat zij verlaging van de leerlingenschaal voor het uitgebreid lager onderwijs niet noodzakelijk oordeelden. Andere leden zouden een desbetreffend regeeringsvoorstel willen afwachten, alvo rens zich over de wenschelijkheld van ver laging van de leerlingenschalen uit te spreken. Gevraagd werd, hoe de voorsteller zich de financiering van zijn voorstel heeft ge dacht. MILITAIREN MOGEN AUTOMOBILISTEN NIET VRAGEN MEE TE RIJDEN. De opperbevelhebber van land en zee macht brengt het volgende ter kennis van het Nederlandsche publiek: Gedurepde de laatste dagen is het weder voorgekomen, dat militairen zifch langs de openbare verkeerswegen posteerden met het kennelijk meestal door armgezwaai ver duidelijkt doel. de aandacht van passee- rende automobilisten te trekken en door deze in hun voertuig te worden medege nomen. Een dergelijk optreden is niet overeen komstig de waardigheid van den militairen stand, schadelijk voor het aanzien van de weermacht en niet vereenigbaar met een goede krijgstucht. In verband hiermede bepaalde de minister van Defensie reeds bij aanschrijving van 4 September 1933, dat het aanwenden van der gelijke pogingen tot mederijden verboden is. Afgescheiden van de maatregelen, welke van de zijde der troepencommandanten wor den genomen om op een stipte naleving van vorenbedoelde verbodsbepaling orde te stel len, wordt een dringend beroep gedaan op het publiek om aan verzoeken van militai ren om mede te mogen rijden geen gevolg te geven. BEVEILIGING DER GOUDSCHE KERKGLAZEN TEGEN- OORLOGSGEVAAR. Ten einde de Goudsche kerkglazen, kunstwerken der zestiende en zeventiende eeuwsche glasschilders o.w. de gebroeders Dirk en Wouter Crabeth tot de voornaam- sten worden gerekend, tegen oorlogsge vaar te beveiligen, hebben de kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente te Gouda in sa menwerking met de vereeniging Crabeth en met den steun van rijkswege, besloten de vensters van historische en kunst waarde uit de St. Janskerk te nemen en deze gedurende de oorlogsperiode te doen vervangen door blank glas. De beroemde kerkglazen worden in paneelen in kisten verpakt, welke van duidelijke vermelding van den inhoud worden voorzien en op verschillende veilige plaatsen geborgen, waar gevaar voor vernietiging of bescha diging onmogelijk is, dan wel het geringst kan worden geacht. Aanvankelijk worden drie ramen van Dirk Crabeth uitgenomen. Dit werk ge schiedt door de vakkundigen van het ate lier 't Prinsenhof te Delft met vaklieden van de restauratie-commissie der St. Jans kerk onder leiding van Monumentenzorg. Slaagt dit werk naar wensch, dan zullen alle ramen van kunstwaarde, ook die uit de kapel worden uitgenomen en opgeborgen. De werkzaamheden, welke reeds zijn aangevangen, zullen vermoedelijk ander half tot twee maanden duren. 835 (Inges. Mefl.) TREINVERBINDING AMSTERDAM—BRUSSEL WORDT MAANDAG HERSTELD. Naar wij vernemen zal de treinverbin ding Amsterdam—Brussel met ingang van Maandag a s. worden hersteld. STAGNATIE IN INDIë-VLIEGDIENST. Tengevolge van maatregelen, die in Frankrijk worden genomen, is het vertrek van het Indié-vliegtuig, dat heden van Schiphol de reis zou aanvaarden, opge schort. Zoodra de Fransche regeering weder toe stemming tot het overvliegen van haar ge bied zal hebben gegeven, volgt nader be richt omtrent den dag van vertrek van het vliegtuig naar Indië. ORGANISATIES PLEGEN OVERLEG. Dezer dagen is een bijeenkomst gehou den van leidende personen uit de verschil lende organisaties van het bloembollen vak. Algemeen werd hier overeengekomen in volkomen samenwerking van alle organen met uitschakeling van vroegere geschillen maatregelen te beramen om aan de moei lijkheden der tijden het hoofd te bieden. Allereerst zal worden getracht de nog bestaande exportmogelijkheden zooveel mogelijk te steunen. Vaststaat, dat in den loop der volgende week verdere mededeellngen hieromtrent zijn te wachten. Ook in het belang der cultuur zullen na dere maatregelen worden overwogen, waarbij o.m. de mogelijkheid van verdere inkrimping van het areaal voor hyacinthen en tulpen onder het oog zal worden gezien, in verband met het verkrijgen van andere rechten voor productie en export van tuln- bouwartikelen. Met alle desbetreffende organisatiebestu- ren. met name ook met die van de Neder landsche bloembollen bedrijfsorganisatie, de Nederlandsche sierteelt centrale en het bloembollen surplusfonds, zal op korten ter mijn overleg worden gepleegd. ADRES VAN HET N.V.V. AAN DE REGEERING. Het Nederlandsch Verbond van Vakveree- niglngen heeft een adres gezonden aan den voorzitter van den raad van ministers jhr. mr. D. J. de Geer. Het N.V.V. is na ampele overwegingen tot de conclusie gekomen, dat de situatie waarin ook ons land zich tengevolge van de inter nationale verwikkelingen bevindt, niet medebrengt, dat zou moeten worden afge zien van verbeteringen op sociaal en so ciaal-economisch gebied, welke noodig of wenschelijk worden geacht. Ook in de gegeven omstandigheden be staat, naar het adressant wil voorkomen, de mogelijkheid, de volkskracht niet alleen in stand te houden, maar ook te verbeteren, hetgeen ware te bereiken door het treffen van de volgende maatregelen: a. krachtige bestrijding van de werkloos heid; b. verder verkorting van den arbeidstijd: c. wettelijke regeling der vacantie; d. verkleining van de leerlingenschaal en verbetering van het vak- en handelsonder wijs; e. verbetering van de zorg voor ouden van dagen f. ordening van het bedrijfsleven. 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 7