BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
IEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Zaterdag 9 September 1939
Wijziging der leerlingenschaal
Vreemde vliegluigen
boven ons land
Bescherming van onze
neutraliteit
De grensgebieden
Er zijn te veel openbare
inzamelingen
Oranje vaart via de kaap
Eerste Kamer
Initiatief comité voor de
organisatie der
witte defensie
Weinig waardeering
De Maharadja loopt
een blauwtje
Beneden de waardigheid van
den militairen stand
De toestand in het
bloembollenvak
Dagbladreclame
is niet te vervangen
engelsche regeering betuigt haar
leedwezen.
De regeeringspersdlenst deelt mede. dat
ïin de Britiche regeering antwoord is bin
nengekomen op de nota der Nederlandsche
regeering met betrekking tot het zich be
wegen van Brltsche legervliegtuigen boven
Nederlandsch grondgebied ln den nacht van
5 op 4 September J.l.
In dit antwoord deelt de Brltsche regee
ring mede, dat deze aangelegenheid, welke
rU beschouwt als een kwestie van het aller
grootste belang, onmiddellijk en grondig is
onderzocht door de Brltsche luchtvaart
autoriteiten.
Als resultaat van dit onderzoek ls de
Brltsche regeering tot de overtuiging geko
men. dat op den heenweg niet één Britsch
vliegtuig over het grondgebied van Neder
land vloog. Geen enkel Britsch vliegtuig is
op den heenweg over de zuidelijke route ge
vlogen en de Brltsche luchtvaartautoriteiten
rijn derhalve tot de overtuiging gekomen,
dat vliegtuigbewegingen boven Limburg ln
de richting van Duitschland alleen betrek
king kunnen hebben op de luchtmacht van
een andere mogendheid.
Als resultaat van een grondig en
nauwkeurig onderzoek ls echter geble
ken, dat één Britsche piloot, die verder
dan de andere ln Duitschland was door
gedrongen, ln strijd met zijn opdracht,
over Nederland (ongeveer in de rich
ting van Amsterdam) terugkeerde, als
gevolg van tekort aan benzine. De
Britsche regeering heeft in verband
daarmede jegens de Nederlandsche
uiting gegeven aan haar diep leedwezen
over deze schending der neutraliteit van
ons land.
De Britsche regeering is vastbesloten
alles te doen, wat in haar vermogen ligt
om herhaling van een dergelijke gebeur
tenis te voorkomen. Met dit doel zijn en
zullen aan de Britsche piloten de streng
ste voorschriften worden gegeven.
SPECIALE MAATREGELEN.
WU hebben reden om aan te nemen
aldus meldt de N.R.Ct., dat de Regee
ring: dezer dagen nog eenige speciale
maatregelen zal nemen ter bescherming
van onze neutraliteit. In alle gemeen
ten zal des nachts de straatverlich
ting moeten blijven branden, op platte
daken van gemeentelijke gebouwen zul
len rood-wit-blauwe vlaggen worden
geschilderd en op gemeentelijke torens
zal onze vlag worden uitgestoken.
De Regeering hoopt hiermede te be
reiken, dat ons land te allen tijde op
alle plaatsen van de lucht uit duidelijk
herkenbaar is.
Het Centraal Archief en Inlichtingenbu
reau Inzake Maatschappelijk Hulpbetoon
heeft zijn jaarverslag gepubliceerd. Uit dit
verslag blijkt, dat bij de gemeentebesturen,
armenraden en polltie-autorltelten een stij
gende behoefte bestaat aan voorlichting en
advies omtrent de ln den lande collectee-
rende vereenigingen.. De aandacht wordt
gevestigd op de voortdurende vermeerdering
van het aantal openbare inzamelingen en
de verzwaring van de taak der gemeentebe
sturen, die hiermede gepaard gaat. Konden
de gemeentebesturen zich vroeger beperken
tot enkele algemeene maatstaven, waarvan
de goede trouw der betrokken instelling de
voornaamste was, thans zijn zij wel ge
dwongen een scherpe schifting te maken,
waarbij ook vele, overigens goed bekend
staande instellingen, niet langer voor het
houden van bloempjesdagen e.d. in aanmer
king kunnen komen. Gewezen wordt op de
wenschelijkheld, dat de instellingen in haar
eigen belang ook zelf medewerken, teneinde
tot de zoo hoog noodige beperking van het
aantal collecten te geraken. Verhoogde sa
menwerking der instellingen is noodig,
waarbij zij meer dan tot dusverre, haar aan
dacht dienen te richten op andere middelen
om de publieke liefdadigheid voor haar ar
beid te interesseeren.
NADERE VOORZIENINGEN INZAKE
TANDHEELKUNDE.
MAATREGELEN IN VERBAND MET
EVENTUEELE AFKONDIGING VAN
STAAT VAN BELEG.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de wet van
10 Januari 1920, houdende nadere voorzie
ningen betreffende de grensbewaking.
De memorie van toelichting luidt:
In den tijd van haar totstandkoming werd
deze wet gedacht als een voorziening, be
stemd om een overgangstoestand in te lelden
tusschen den toenmaals in de grensgebieden
nog geldenden staat van beleg en een meer
normalen toestand, waarin aan bijzondere
bepalingen op dit gebied geen behoefte meer
zou bestaan.
De ontwikkeling der gebeurtenissen sinds
1920 ls niet een zoodanige geweest, dat van
bijzondere voorzieningen op het stuk van
grensbewaking kon worden afgezien, het
geen tot gevolg heeft gehad, dat intrekking
der wet niet kon worden overwogen. De
vraag kan zelfs rijzen, wanneer het onver
hoopt noodzakelijk mocht blijken den door
de wet van 1920 geschapen toestand in het
grensgebied wederom te vervangen door den
«taat van beleg.
Afkondiging van den staat van beleg in
het gedeelte des lands, dat de bewakings
gebieden omvat, heeft krachtens het in
artikel 1 gemaakte voorbehoud automatisch
tot gevolg, dat de wet van 10 Januari 1920,
alsmede, naar men zal moeten aannemen,
hetgeen tot haar uitvoering is bepaald, op
houdt te gelden. Aangezien op dat tijdstip
bijzondere voorzieningen noodiger zijn dan
ooit, zouden deze zoo spoedig mogelijk op
nieuw moeten worden getroffen en wel op
grond van het bepaalde in de wet van 23
Mei 1899. houdende bepalingen ter uitvoe
ring van artikel 195 der Grondwet. Het is
echter niet te vermijden, dat er tusschen de
afkondiging van den staat van beleg en het
van kracht worden der nieuwe, door het
militair gezag te geven voorschriften en be
slissingen eenige tijd verloopt. De continuï
teit wordt dus verbroken, een omstandig
heid. die eenig gevaar in zich bergt.
Het ls raadzaam, het ontstaan van deze
consequentie te voorkomen. Dit kan op zeer
eenvoudige wijze geschieden door hetgeen
MJ en krachtens de wet is bepaald zijn
kracht te doen behouden, zoolang het niet
boor andere, door het militair gezag vast
gestelde, voorzieningen wordt vervangen. De
overgang wordt dan een geleidelijke, mits
dien wordt voorgesteld, door middel van een
redactiewijziging van artikel 1 der wet dezen
geleidelijken overgang vast te leggen.
Het ligt voor de hand in de nieuwe redac-
fie naast den staat van beleg ook den staat
van oorlog te vermelden.
Voorts lijkt het wenschelijk, de gelegen
heid te benutten nog een andere verbetering
ln de wet van 10 Januari 1920 aan te bren-
Sen, Ingevolge haar artikel 3 kan het verblijf
binnen de bewakingsgebieden worden ont
zegd aan personen, wier aanwezigheid al
daar in het belang van de grensbewaking
Het kan worden geduld. Aangezien de wet
met grensbewaking kennelijk alleen bedoelt
Je politlaire grensbewaking en niet de mili
taire grensbeveillging, moet de wettelijke
formule „ln het belang der grensbewaking"
hrlkt genomen te eng worden geacht. Men
kan zich het geval indenken, dat er zeer
Zwaarwichtige gronden zijn om een bepaald
Persoon uit het grensgebied te verwijderen,
verwijl het toch dubieus moet worden ge-
>£ht, of het wel Juist uitgedrukt ware te
z?6gen, dat „het belang der grensbewaking"
riln verwijdering vordert.
,°P grond hiervan wordt voorgesteld voor
Jn het belang van de grensbewaking", te
'Ben: „ln het belang van 's lands veiligheid
van de grensbewaking".
De strekking van de voorgestelde wets
wijziging brengt met zich, dat zij zoo spoedig
"a mogelijk is in werking trede.
Commissie van vooronderzoek en examen.
Bij beschikking van den minister van
sociale zaken is een commissie ingesteld,
welker leden het, vooronderzoek zullen leiden
en het examen zullen afnemen, bedoeld in
de wet van 13 Mei 1939, tot nadere voorzie
ningen Inzake de tandheelkunde en zijn be
noemd: tot lid van deze commissie: A. in 't
Veld, arts, inspecteur van de volksgezond
heid te 'sGravenhage (tevens voorzitter); B.
J. Brugman, tandarts te Voorburg (tech
nisch leider)J. H. C. Riddering, tandarts te
Utrecht (tevens plaatsvervangend voorzit
ter) H. C. Kranenburg, tandarts te Rotter
dam (tevens plaatsvervangend technisch
leider)E. Mijnarends, tandarts te Amster
dam; tot plaatsvervangend lid der com
missie: L. J. M. Spoorenberg, tandarts te
Eindhoven; A. Edel, tandarts te Amsterdam;
tot secretaris der commissie: mr. J. H. Ver-
gragt. werkzaam aan het departement van
sociale zaken, afd volksgezondheid, te
's Gravenhage.
Bij de Stoomvaart Maatschappij „Neder
land" ls van het m.s. „Oranje" bericht bin
nengekomen, dat het schip bij de Canari-
sche eilanden is gearriveerd.
Het schip is derhalve uit de gevaarlijke
zóne.
De Oranje zal dc reis naar de Oost voort
zetten via Kaap de Goede Hoop en dus de
route kiezen van de oude Oostlnjevaarders
om Afrika heen.
VERGADERING VAN GISTEREN.
Zonder hoofdelijke stemming en zonder
openbare discussie heeft de Eerste Kamer
gisteren aangenomen de invoermachtigings-
wet, houdende maatregelen met betrekking
tot den invoer van goederen ln tijden van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitenge
wone omstandigheden.
Minister Steenberghe verklaarde, dat uit
voeriger toelichting bij crisisontwerpen
slechts mogelijk is, voor zoover de wetsont
werpen zich daartoe leenen; met name moet
daaraan niet een internationaal karakter
vastzitten. De minister verklaart verder in
de Memorie van Antwoord, welke hij voor
leest. dat bij uitvoering van en zeker bij
advies over deze lnvoerwet het bedrijfsleven
zoo ruim mogelijk plaats zal krijgen. Ambte
naren dienen slechts te zorgen voor coördi
natie en verzorging van het algemeen be
lang. De commissies van bijstand moeten
niet worden gezien als organische vertegen
woordiging van het bedrijfsleven, maar als
in kringen van coöperaties, arbeiders- en
personeelsorganisaties deskundigen voor
deze commissies aanwezig zijn, zullen zij
zeker niet worden gepasseerd.
Alvorens de vergadering te sluiten ver
klaarde de voorzitter nog, de Kamer eerlang
weer bijeen te zullen roepen.
Men schrijft ons
Ondergeteelcenden hebben het Initiatief geno
men voor de vorming van een Voorloopig Comité
dat ten doel heeft met alle bestaande middelen,
organisaties op het gebied van Handel en Nijver
heid, radio-omroep, film, tooneel, dagbladpers,
middenstandsvereenlgingen etc. te trachten den
overgangstijd tot het terugkeeren van meer nor
male toestanden in het zakenleven te bespoedi
gen. Er bestaat een oud-Hollandsch spreek
woord, dat zeer terecht beweert „De pap wordt
niet zoo heet gegeten als ze op tafel komt!' Als
de eerste terugslag te boven gekomen is en de
toestand doorgezakt op een niveau, waarvan wy
met eenige zekerheid kunnen aannemen, dat dit,
naar alle waarschijnlijkheid althans, voorloopig
zoo zal blijven, dan zal het oude zelfvertrouwen
en daarmede de kooplust en de normale levens
lust van het Nederlandsche Volk terugkeeren.
Ondergeteekenden meenen, dat de Instelling
eener Witte Defensie hierypor van groot belang
zal zijn. Hieronder moet worden verstaan een
defensie op papier en met het gesproken woord.
Een defensie van den Geest van het Nederland
sche Publiek in alle lagen.
Een aantal uitnoodigingen is reeds verzonden
aan bekende autoriteiten en vooraanstaande
personen op het gebied van Handel en Industrie.
Reeds thans verzoeken wij organisaties en za-
kenmenschen, die belangstelling voor dit initia
tief hebben, zoo spoedig mogelijk een adhaesie-
betulging te zenden aan het secretariaat van het
Voorloopig Initiatief Comité voor de Organisatie
der Witte Defensie, gevestigd: „Polmanshuls",
Warmoesstraat 197—199, Amsterdam-C. Telef.
47393.
L. C. VERVOOREN, raadg. ing.
Jhr. Dr. J. C. MOLLERUS.
W. N. v. d. SLUYS Jr., Secr.
Blijkens het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over het voorstel van wet
van den heer Van Houten tot wijziging
van de artikelen 28 en 191 der Lager On
derwijswet 1929, gevoelde men voor de in
diening van dit voorstel schier algemeen
weinig waardeering.
De voorsteller zelf spreekt het op blz 1
zijner memorie van toelichting uit. dat
van onderwijs een voorstel tot verbetering
van de leerllngenschalen „nog niet te
wachten ls". Het motief, waarom de re
geering zulk een voorstel niet indient, is
bekend: zij acht. dat de hiervoor benoodig-
de middelen ontbreken. Men kan het met
deze opvatting der regeering eens zijn of
niet eens zijn, vast schijnt toch wel te
staan, dat de regeering er niet aan zou
medewerken, dit voorstel, al ware het door
de beide Kamers aangenomen, tot wet te
verheffen. Ook de voorsteller zal zich dien
aangaande wel weinig illusies gemaakt,
hebben. Dit zoo zijnde, kon men ln dit
voorstel bezwaarlijk een ernstig bedoelde
poging zien om tot verlaging van de leer-
llngenschaal te geraken. De voorsteller had
zijn klaarblijkelijk doel. een uitspraak der
Kamer over de wenschelijkheid van her
ziening, evengoed kunnen bereiken door
indiening van een motie; hij had zich en
de Kamer daardoor veel arbeid kunnen
besparen. Ook zonder dit uitgewerkt voor
stel zal toch wel niemand getwijfeld heb
ben aan de mogelijkheid om lagere scha
len dan de thans geldende te bedenken.
Hiervoor was de indiening van dit voorstel
niet noodig.
Reeds op grond van deze overwegingen
gaf men vrij algemeen den voorstel
ler in ernstige overweging, zijn voor
stel in te trekken. Deed hij dit niet,
dan achtte men verwerping van dit
voorstel buiten twijfel.
De wereld wil bedrogen zijn! Luistert u
maar naar deze ware geschiedenis en u zult
me onmiddellijk gelijk geven, als u het
voordien nog niet deed.
Het seizoen te Nice was pas begonnen en
het publiek in hotel „Excelsior" nog zeer
select. Een paar voorname Engelschen wa
ren er, een troepje Amerikanen, die met hun
eigen jacht waren gekomen, een Fransche
hertog, wiens voorouders iets met Napoleon
te maken hadden gehad, de weduwe van een
staalkoning en een paar jeugdige dollar
prinsessen. In „Excelsior" heerschte een
rijke en luxueuze sfeer, waar geen gewoon
sterveling zich in zou wagen.
Totdateens op een dag mejuffrouw
Renée Garln uit Lyon aan het hotel af
stapte. Ze was niet leelijk, maar ook niet
mooi, evenmin bijzonder elegant, bovendien
zéér bescheiden. Kortom: ze paste absoluut
niet in deze omgeving! De chef de reception
fronste hooghartig het voorhoofd, de portier
verklaarde zich op eerbiedige wijze en de
kamermeisjes vertelden elkaar fluisterend,
dat Juffrouw Garln noch een gouden toilet-
stel noch echte juweelen bezat en dat haar
voorraad dag- en avondtoiletten lang niet
onuitputtelijk was.
Niemand kon met mogelijkheid verklaren,
waarom dat meisje in dit hotel verbleef
maar enfin, ze betaalde correct de rekening,
zat lederen avond alleen aan een hoektafel
tje in de luxueuze eetzaal en bemoeide zich
met niemand. En dus verwonderde zich na
een paar dagen ook niemand meer over me
juffrouw Garin.
In een hotel als „Excelsior" zijn belang
rijker dingen aan de orde.
Toen kwam de Maharadja!
Zijn komst wekte een geweldige sensatie,
reeds vóór hij er was. De jeugdige dollar
prinsessen stonden den geheelen dag voor
den hotelingang en de weduwe van den
staalkoning installeerde zich met een hand
werk ln de hal. De atmosfeer vibreerde van
jspanning
De Maharadja kwam. Hij was inderdaad
een interessante persoonlijkheid. Breedge
schouderd en slank, met scherpe, regelma
tige trekken, groote, droomerige oogen en
verblindend witte tanden. Meestal droeg hij
een tulband, die van voren sloot met een
kostbaren edelsteen. Zijn Fransch was
vloeiend en zonder het minste accent.
Toen de Maharadje eenige dagen in het
hotel was. vroeg hij den directeur te spre
ken en verlangde van dezen te weten, wie
toch die jongedame was, die altijd alleen
aan het hoektafeltje zat. En den volgenden
dag werd Renée Garln in gezelschap van
den Maharadja en zijn secretaris in het
strandbad gezien en 's avonds ln het Casino.
Kortom: die twee waren onafscheidelijk
geworden
Sensatie op sensatie: een week nadien
deelde de Maharadja plotseling aan den
directeur mede, dat hij besloten was af te
reizen. En zijn secretaris vertelde dezen in
vertrouwen, dat de Maharadja mejuffrouw
Garin ten huwelijk had gevraagd en dat
deze hem had afgewezen. En nu wilde de
Maharadja onverwijld naar Egypte om ver
getelheid te zoeken voor zijn gebroken
hart
De Maharadja vertrok. En de gasten fluis
terden onder elkaar: „Wel, wel, die juffrouw
Garin!" De Fransche hertog beweerde ove
rigens, dat de Francaises toch maar een
zeker iets hadden, tja, wat het was
maar ze hadden het dan toch maar! Men
begon zich algemeen voor Renée Garin te
interesseeren. Veertien dagen later was ze
verloofd met Bill Rommery. den zoon van
een schoensmeerfabrikant uit Chicago.
Renée liet onverwijld haar eenigen broer
uit Lyon overkomen, die uitstekend met den
verloofde kon opschieten. Kortom: het was
alles vreugde en blijdschap.
En toen George Garin eens op een dag op
lachend
de kamer van zijn zuster theedronk, zei hij
„Nu moet Je toch toegeven, ma chère, dat
mijn plannetje om voor Maharadja te spe
len nog zoo gek niet was!"
„Maar George, Bill en ik houden écht van
elkaar!"
„Natuurlijk daar twijfel Ik niet aan. Maar
ik bedoel dat Bill je toch stellig niet zoo
gauw ontdekt zou hebben, als je den Maha
radja geen blauwtje had laten loepen!"
(Nadruk verboden).
(Auteursrecht voorbehouden).
Tweede-Kamer-verslag over
het voorstel-Van Houten.
Eenige leden juichten daarentegen de
indiening van dit voorstel toe, aangezien
het een nieuwe en goede gelegenheid
biedt om op de regeering aandrang uit te
oefenen tot verbetering van de leerlingen-
schaal. Zij zouden hun stem aan dit ont
werp geven.
Vele leden stelden voorop, dat zij geen
oogenblik zouden aarzelen hun stem uit
te brengen vóór een regeeringsvoorstel van
soortgelijken inhoud als in dit initiatief-
borstel is belichaamd. ZIJ wilden de hier
boven het laatst aan het woord zijnde
leden doen opmerken, dat zich enkele
dagen na de indiening van dit initiatief
voorstel een veel betere gelegenheid heeft
voorgedaan om op de regeering aandrang
uit te oefenen tot verbetering van de leer
lingenschaal en wel door de indiening van
het ontwerp tot wijziging van de Lager
Onderwijswet 1920 en van artikel XLIX der
wet van 22 Mei 1937. Daarbij zijn onder
meer wijzigingen van de artikelen 28 en
j 191 der Lager Onderwijswet 1920 aan de
orde gesteld en bestaat de gelegenheid om
in onmiddellijk contact met de regeering
van gedachten te wisselen over verbete
ring van de leerlingenschalen en ophef
fing van het instituut van den „kweeke-
ling met akte". Voor wie deze wijzigingen
wil, is de indiening van dit initlatef-
voorstel zelfs ongewenscht, omdat het
aanhangig zijn van dit voorstel voor de
regeering aanleiding zou kunnen zijn, het
bepalen van haar houding op te schorten,
totdat over dat voorstel eventueel door de
beide Kamers der Staten-Generaal zou
zijn beslist.
Verscheidene leden sloten zich bij dit
betoog aan, met deze beperking evenwel,
dat zij verlaging van de leerlingenschaal
voor het uitgebreid lager onderwijs niet
noodzakelijk oordeelden.
Andere leden zouden een desbetreffend
regeeringsvoorstel willen afwachten, alvo
rens zich over de wenschelijkheld van ver
laging van de leerlingenschalen uit te
spreken.
Gevraagd werd, hoe de voorsteller zich
de financiering van zijn voorstel heeft ge
dacht.
MILITAIREN MOGEN AUTOMOBILISTEN
NIET VRAGEN MEE TE RIJDEN.
De opperbevelhebber van land en zee
macht brengt het volgende ter kennis van
het Nederlandsche publiek:
Gedurepde de laatste dagen is het weder
voorgekomen, dat militairen zifch langs de
openbare verkeerswegen posteerden met het
kennelijk meestal door armgezwaai ver
duidelijkt doel. de aandacht van passee-
rende automobilisten te trekken en door
deze in hun voertuig te worden medege
nomen.
Een dergelijk optreden is niet overeen
komstig de waardigheid van den militairen
stand, schadelijk voor het aanzien van de
weermacht en niet vereenigbaar met een
goede krijgstucht.
In verband hiermede bepaalde de minister
van Defensie reeds bij aanschrijving van 4
September 1933, dat het aanwenden van der
gelijke pogingen tot mederijden verboden is.
Afgescheiden van de maatregelen, welke
van de zijde der troepencommandanten wor
den genomen om op een stipte naleving van
vorenbedoelde verbodsbepaling orde te stel
len, wordt een dringend beroep gedaan op
het publiek om aan verzoeken van militai
ren om mede te mogen rijden geen gevolg te
geven.
BEVEILIGING DER GOUDSCHE
KERKGLAZEN TEGEN-
OORLOGSGEVAAR.
Ten einde de Goudsche kerkglazen,
kunstwerken der zestiende en zeventiende
eeuwsche glasschilders o.w. de gebroeders
Dirk en Wouter Crabeth tot de voornaam-
sten worden gerekend, tegen oorlogsge
vaar te beveiligen, hebben de kerkvoogden
der Ned. Herv. gemeente te Gouda in sa
menwerking met de vereeniging Crabeth
en met den steun van rijkswege, besloten
de vensters van historische en kunst
waarde uit de St. Janskerk te nemen en
deze gedurende de oorlogsperiode te doen
vervangen door blank glas. De beroemde
kerkglazen worden in paneelen in kisten
verpakt, welke van duidelijke vermelding
van den inhoud worden voorzien en op
verschillende veilige plaatsen geborgen,
waar gevaar voor vernietiging of bescha
diging onmogelijk is, dan wel het geringst
kan worden geacht.
Aanvankelijk worden drie ramen van
Dirk Crabeth uitgenomen. Dit werk ge
schiedt door de vakkundigen van het ate
lier 't Prinsenhof te Delft met vaklieden
van de restauratie-commissie der St. Jans
kerk onder leiding van Monumentenzorg.
Slaagt dit werk naar wensch, dan zullen
alle ramen van kunstwaarde, ook die uit de
kapel worden uitgenomen en opgeborgen.
De werkzaamheden, welke reeds zijn
aangevangen, zullen vermoedelijk ander
half tot twee maanden duren.
835
(Inges. Mefl.)
TREINVERBINDING
AMSTERDAM—BRUSSEL WORDT
MAANDAG HERSTELD.
Naar wij vernemen zal de treinverbin
ding Amsterdam—Brussel met ingang van
Maandag a s. worden hersteld.
STAGNATIE IN INDIë-VLIEGDIENST.
Tengevolge van maatregelen, die in
Frankrijk worden genomen, is het vertrek
van het Indié-vliegtuig, dat heden van
Schiphol de reis zou aanvaarden, opge
schort.
Zoodra de Fransche regeering weder toe
stemming tot het overvliegen van haar ge
bied zal hebben gegeven, volgt nader be
richt omtrent den dag van vertrek van het
vliegtuig naar Indië.
ORGANISATIES PLEGEN OVERLEG.
Dezer dagen is een bijeenkomst gehou
den van leidende personen uit de verschil
lende organisaties van het bloembollen
vak.
Algemeen werd hier overeengekomen in
volkomen samenwerking van alle organen
met uitschakeling van vroegere geschillen
maatregelen te beramen om aan de moei
lijkheden der tijden het hoofd te bieden.
Allereerst zal worden getracht de nog
bestaande exportmogelijkheden zooveel
mogelijk te steunen.
Vaststaat, dat in den loop der volgende
week verdere mededeellngen hieromtrent
zijn te wachten.
Ook in het belang der cultuur zullen na
dere maatregelen worden overwogen,
waarbij o.m. de mogelijkheid van verdere
inkrimping van het areaal voor hyacinthen
en tulpen onder het oog zal worden gezien,
in verband met het verkrijgen van andere
rechten voor productie en export van tuln-
bouwartikelen.
Met alle desbetreffende organisatiebestu-
ren. met name ook met die van de Neder
landsche bloembollen bedrijfsorganisatie,
de Nederlandsche sierteelt centrale en het
bloembollen surplusfonds, zal op korten ter
mijn overleg worden gepleegd.
ADRES VAN HET N.V.V. AAN DE
REGEERING.
Het Nederlandsch Verbond van Vakveree-
niglngen heeft een adres gezonden aan den
voorzitter van den raad van ministers jhr.
mr. D. J. de Geer.
Het N.V.V. is na ampele overwegingen tot
de conclusie gekomen, dat de situatie waarin
ook ons land zich tengevolge van de inter
nationale verwikkelingen bevindt, niet
medebrengt, dat zou moeten worden afge
zien van verbeteringen op sociaal en so
ciaal-economisch gebied, welke noodig of
wenschelijk worden geacht.
Ook in de gegeven omstandigheden be
staat, naar het adressant wil voorkomen, de
mogelijkheid, de volkskracht niet alleen in
stand te houden, maar ook te verbeteren,
hetgeen ware te bereiken door het treffen
van de volgende maatregelen:
a. krachtige bestrijding van de werkloos
heid;
b. verder verkorting van den arbeidstijd:
c. wettelijke regeling der vacantie;
d. verkleining van de leerlingenschaal en
verbetering van het vak- en handelsonder
wijs;
e. verbetering van de zorg voor ouden van
dagen
f. ordening van het bedrijfsleven.
3—2