Oplossingen Goede oplossingen ANEKDOTEN Marjan en haar broertje „Malak" RAADSELS Dat vindt Ineke leuk. „Ik zal eens goed opletten, of U gelijk hebt"', zegt ze. „En of we heus waar van die plaat leren lezen". En nog dezelfde middag gebeurt het heus. Ineke en Dieneke hebben geleerd, hoe ze „aap" moeten schrijven. Dat is een pret! Van Dieneke's Vader krijgen ze ieder een stukje krijt en in minder dan geen tijd staat er „aap" op de schutting en „aap" op het vuilnisvat en overal, waar maar op te schrijven valt. „Het lijkt hier wel Artis", zegt Dieneke's vader. En haar moeder zegt, „foei toch, wat een geknoei!" Nu. daar zijn Ineke en Dieneke veront waardigd over! Het is geen geknoei, het ls echt schrijven! Het resultaat van haar eerste, prettige schooldag „Morgen wéér naar school, heerlijk!" zegt Dieneke. „Ja fijn hè", zegt Ineke als ze naar bed moeten. „En zie je nou wel. dat er geen kast met pikzwarte kolen is? Heb ik het je niet gezegd?" der raadsels uit het vorige nummer. 1. Halm, a; halma. 2. Vlas. 3. 1. paarden, die vossen genoemd worden. 2. beunhazen. 4. Leningrad; garen, ring. glad. 5. Een bovenhuis te huur tegen half Mei. 6. Waar de vrouw belang in stelt, aarde, wenen, bang, vrouw, list, last. 7. Gouden ring; horloge; zakmes. 8. Baar, beer, bier, boor, buur. ontvangen van: Jilles de Vos, Gerrie Sweris, Marietje La- man, Willem Laman, Paulus Laman, Ma- rietje van Vliet, Bernard van Vliet, Antje Uitdenboogaard, Mientje Uitdenboogaard, Annie Schipper, Adri Schipper, Jannie van Biezen, Elsje Boterenbrood, Ineke Boteren- brood, Truusje van Weizen, Pim van Weizen, Anny Bckooy, Jannie van Kampenhout, Ansje Eichhorn, Ida de Graaf, Jan Brons geest, Ali Stikkelorum, Koosje Stikkelorum, Elsje de Bruyn, Marietje de Mooy, Niek Bak ker, Marti Bakker, Leny Moraal, Willy van Rijn, Corrie van Weizen, Abram Fakkel, Rika de Graaf, Wim Kleer, Cobie Kleer, Piet Martijn, Annie Kuyl, Anton Tegelaar, Truusje Sluymer, Mientje de Water, Hannie de Wekker, Suusje de Wekker, Tineke Mar ree, Henk Stouten, Flip Stouten, Sjaantje Stouten, Nelly Stouten, Gerard Stouten, Ella Meinema, Nellie Melnema, Jannie Hartevelt, Co Hartevelt, Toni Neuteboom,, Afke Neu teboom, Toos de Vos, Rie de Vos, Joke de Vos, Frans Pison, Jo Kooien, Jannie Koo ien, Wim de Wolf, Joop Schouten, Dickie Oskam, Kora Key, Annie Jonkman, Henk van Egmond, Coba Verlind, Elsje Verlind, Lydia Botermans, Mien Verstraaten, Janny de Neef, Nelly de Neef, Jetje de Neef, Rie Develing, Annie Olivier, Jannie Werk. Ingezonden door Marietje de Mooy. Twee mensen liepen door de velden en ontmoetten een boer met zijn hond. Zij maakten een praatje. De hond ging er bij zitten, cn begon erbarmelijk te janken. „Wat heeft hij?'' vroeg een der mannen. „O, niets, hij is alleen maar wat lui uit gevallen". „Maar dat kan toch niet de reden zijn, dat hij zo te keer gaat?" „Jawel. Hij is op een distel gaan zitten, en nu is hij te lui om op te staan". Ingezonden door Ria Holeman. De zakenman. „Maar mijnheer, wilt u mij nu deze lap verkopen? Ziet u dan niet, dat er een groot gat in is?" „Zeker dame, maar waarvan zoudt u an ders knoopsgaten moeten maken?" Ingezonden door Annie Olivier. Jan en Karei kibbelen, terwijl het regent. „Ik wou, dat jij net zo naar beneden viel als de regen", zegt Karei woedend. „Dan viel ik het eerst op jou", antwoord Jan. Op een zomerse dag. Langs een bloelende heg, Waar de zon verrukkelijk scheen, Reed Marjan met haar broertje. Ze voelde zich groot. Want ze douwde de wagen alleen! Maar ze bleef wat te lang In de brandende zon. Broertjes bolletje werd er zoo heet! Toen huilde die schat Wat schrok die Marjan, Omdat ze de oorzaak niet weet. Zijplukt nu heel vlug Van de kant van de weg Voor haar broertje een handjevol gras Toen keek hij weer blij Naar zijn kostbare schat Die zooiets heel nieuws voor hem was! Op een bank rust Marjan Nu een oogenblik uit En speelt met het kindje zoo blij! Ze denkt bij zichzelf: Het liefste van al, Dat is toch dat broertje van mij! J. v. d. E.S. De schrijver Carl Gjellerup, die vele ontdekkingsreizen heeft gedaan om landen en volken te bestuderen, was eens in Syrié te gast bij een Bedoeinenvorst. Gjellerup was toen nog jong en nog niet zo goed op de hoogte met de Syrische gebruiken en zo kwam het, dat hij een vermakelijke ge schiedenis beleefde. Eerst liet de koning hem een kool met wilde dieren zien, waaronder zich ook een prachtige, vreselijke bloeddorstige panter bevond. En daarna geleidde hij hem naar en kamer, waar hij zijn kostbare collec tie edelstenen bijeengebracht had. De Deen was bijna verblind door al de pracht en praal, die hem hier voor ogen werd getoverd! Vooral een dierfiguurtje, gesneden uit één enkele smaragd, ontlokte hem een kreet van bewondering. „Malak!" zei de vorst met plechtig gebaar. Dit be tekent in het Syrisch „het is uw eigen dom." En Gjellerup kon zoveel tegenstrib belen als hij wou: hij moest en zou het beeldje aannemen! Toen hij in Denemarken terug was, ver telde hij aan iedereen, die het maar horen wilde over de wonderbaarlijke vrijgevig heid van den vorst. Een vriend van hem echter, die een goed kenner van de Ooster- sche zeden was, lachte hem uit en zei: „Het was heus geen vrijgevigheid, maar en kel de angst voor het boze oog. Je moet weten, dat men onder de Turken, Arabie ren of Bedoeïnen nooit een voorwerp of een levend wezen bewonderen mag. De be zitter krijgt dan onmiddellijk angst, dat men het met het „boze oog" heeft aange keken, waardoor ongeluk op het huis zou komen te rusten. Vandaar de aanbieding „Malak." De bezitter hecht verder geen waarde meer aan het ding en wil het liefst zou gauw mogelijk kwijt. Dat is het hele geheim." Gjellerup had met belangstelling naar de uitleg van zijn vriend geluisterd, maar op eens werden zijn ogen groot van ontzet ting en fluisterde hij: „O, foei. en ik was nog wel eerst van plan om uit beleefdheid den panter te bewonderen. Ik moet er niet aan denken, wat er gebeurd zou zijn, als de vorst „Malak" had geroepen!" voor allen om uit te kiezen: de groteren vier; de kleine ren drie goede oplossingen. X. Ingezonden door Llesje van Klaveren. Uit elk der onderstaande zinnen moet men een woord zoeken. Deze woorden vormen te zamen een spreekwoord dat dus uit 7 woor den bestaat. Wie heeft het boek van de tafel gepakt? Hij is de slechtste met tekenen. Het rad van het horloge was stuk. Hij maakt morgen een lange wandeling. Het schaap heeft zijn poot gebroken. Hij heeft de meeste appels gekregen. De potten kwamen met veel geraas naar beneden. II. Ingezonden door Drietal van Vliet. 1. Welke zaal is de grootste in ons land? 2. Wat loopt van Den Haag naar Amster dam? III. Ingezonden door Flip Stouten. Mijn geheel noemt een stad in Engeland van 11 letters. 5, 6, 7 eet men op de boter ham. In een 9, 10, 11 wordt vaak regenwater opgevangen. 9, 6. 7 is niet wild. 1, 6. 7 een jongensnaam. 5, 3. 4 is een heel klein huis. 2, 8 een voorzetsel. IV. Ingezonden door Annie Klos. Er ging iets om het huis; En dat riep: „Vrouwtje, het is niet pluis. Haal je kleren gauw in huis!" Ra. ra, wat was dat? V. Ingezonden door Marietje de Moóy. Begraven meisjesnamen. 1. Ik houd van druiven; eens kreeg ik een mooie tros in Apeldoorn. 2. Hij kan niemand om raad vragen in dit moeilijke geval. 3. Wie staat daar op de weg? 4. Op Banka vindt men tin en op Billi- ton ook. 5. We gaan eerst in een stad logeren en dan in een dorp. VI. Ingezonden door Truus Nievaart. We zijn tweelingbroers en werken samen voor één baas. Bijna altijd zijn wij gelijk tijdig ongesteld of ernstig ziek en gaan dan samen naar een ziekenhuis om behandeld of geopereerd te worden. Oud geworden en niet meer in staat ons werk te doen. gaan wij gelijktijdig dood. Wie zijr. die onafschei delijk broers? VII. Ingezonden door Kees Ginjaar. Mijn geheel bestaat uit 16 letters en noemt iets, waar helaas de laatste tijd veel over gesproken moet worden. 6, 7, 1 zit aan elk huis. Bij 12, 11. 16, 7, 15 is het geen droog weer. 8, 9, 10, 11. 12, 13, 7, 15 is een sport, waarbij men vlug en handig moet zijn. 16, 11, 7, 1 is een kleur 4, 2, 6, 7, 12, 5 is een jongensnaam. In een 3, 14. 12, 3, 2, 8 ziet men allerlei kunsten en toeren. VIII. Ingezonden door Sjaantje Stouten. Mijn geheel van 9 letters is iemand, die aan het hoofd van een zaak of inrichting staat. De eerste 6 letters zijn een ander woord voor onmiddellijk, de laatste 3 een deur zonder kop.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 15