Ons Kort VerHaal Weer vreemde vliegtuigen mrlementair overzicht gesignaleerd Nederland in mobilisatietijd Chamberlain wendt zich tot het Duitsche volk IEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 5 September 193) Zwitsersche idylle Bij Amsterdamis er op geschoten Uitvoering van millioenenwerken gaat voorloopig normaal door Tweede Kamer. Een rede in het Duitsch voor de radio De regeeringspersdienst meldt dat gis teravond, kort na 7 uur, in net uiterste Noorden des lands twee buitenlandsche militaire vliegtuigen zijn gesignaleerd. Omstreeks halfacht gisteravond werden de gewone radio-uitzendingen in ons land stopgezet voor een algemeene me- dedeeling aan de luchtverdedigingsor ganen, inhoudende dat vliegtuigen, die men meende te herkennen als Duitsche bommenwerpers, over ons land vlogen. Men zag ze van uit Delfzijl, Uithuizen, Ulrum, Dokkum, Ameland en Eierland. Zij bewogen zich op een hoogte van 200 Meter, aldus werd verklaard. In aansluiting hierop wordt van be voegde zijde gezegd dat naar de juist heid van bedoelde waarnemingen een onderzoek wordt ingesteld, ten einde te bepalen of de vliegtuigen inderdaad bo ven Nederlandsch gebied hebben gevlo gen. of slechts van Nederlandsch ge bied uit waargenomen zijn. EEN DUITSCHE VERKLARING. Het Duitsche gezantschap te 's-Gra- venhage deelt mede: De Nederlandsche radio heeft Maandagavond het bericht verspreid, dat Duitsche vliegtuigen de Nederlandsche grens hebben overschre den. Dit bericht is niet juist. Men heeft geconstateerd, dat deze vliegtuigen de Engelsche lange afstands-bombarde- mentsvliegtuigen waren, die zich na hun vergeefschen aanval op Wilhelms haven hebben kunnen redden door over Nederlandsen gebied te vliegen. Wat de vreemde vliegtuigen betreft, die in den nacht van Zondag op Maan dag gedurende eenige uren boven ons land hebben gevlogen, wordt uit Ber lijn officieel gemeld, dat op den door den Nederlandschen regeeringspers- dienst aangegeven tijd in het bewuste gebied in het geheel geen Duitsche vliegtuigen in de lucht waren. OP VLIEGTUIGEN GESCHOTEN. Een later bericht van den regeerings- persdienst zegt: Op enkele blijkbaar verdwaalde vlieg tuigen, die om ongeveer vier uur heden nacht boven ons land, en met name in de omgeving van Amsterdam versche nen, kon het vuur worden geopend. (Van onzen specialen verslaggever). Hoe staat het momenteel met de in ons land in uitvoering zijnde millioenen werken? Is er, nu honderdduizenden mannen in Nederland opgeroepen zijn om ons land en onze vloot op volle sterkte te brengen, een stagnatie in de werkzaamheden gekomen? Ondervindt men geen moeilijkheden met een even tueel transport van het te verwerken materiaal, dat voor een deel uit het buitenland moet komen, zooals o.m. bij de Zuiderzeewerken het geval is? Wij hebben ons, in verband met vrij posi tieve mededeelingen omtrent het stopzetten van de werkzaamheden aan den Maastunnel te Rotterdam, allereerst in verbinding ge steld met het Tunnelbureau van den Ge meentelijken Technischen Dienst, aldaar, teneinde over de geruchten betreffende een tekort aan personeel en moeilijkheden in zake den aanvoer van zand en grint klaar heid te bekomen. Men verzekerde ons hier echter, dat er voorloopig normaal doorge werkt zou worden aan den tunnelbouw onder de Maas, hetgeen mogelijk is, omdat er voldoende zand en grint opgeslagen is. Van een tekort aan personeel mag evenmin gesproken worden, aangezien er niet veel arbeiders door het mobilisatiebevel zijn weg geroepen. „Op het oogenblik kan rustig de ontwikkeling der situatie afgewacht wor den", zoo zeide men tenslotte, „het millioe- nenwerk, dat in zulk een snel tempo aan gevat is en dat zulke goede vorderingen maakte, wordt voorloopig niet stopgezet!" DE IJSSELMEER-INPOLDERING. Sinds een tweetal jaren volgt Nederland met gespannen aandacht het grootsche werk, dat de gedeeltelijke inpoldering van onze voormalige Zuiderzee beoogt. In 1937 is men met het maken van een bedijking voor den N.O.-polder begonnen, waartoe allereerst een begin werd gemaakt met den dijk, welke de Friesche kust I Lemmer) met het eiland Urk verbindt. Eenigen tijd later is men met het andere stuk van den ongeveer 55 K.M. langen dijk begonnen, d.w.z. van Urk uit naar den Noordwestpunt van het Kampereiland (Ramspol) en vervolgens naar het gehucht Kadoelen. aan de Over- jjsselsche kust. Van tijd tot tijd werden mededeelingen omtrent den stand van zaken verstrekt, waaruit bleek, dat men in November van dit jaar den dijk van Lem mer naar Urk hoopte te voltooien. Ook met het andere gedeelte van den ringdijk maakte men snelle vorderingen, zoodat in 1940 al een aanvang met het droogmalen van den bijna 480000 H A. grooten polder zou kun nen worden gemaakt! En nu? Ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler, hoofd ingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat die belast is met de uitvoering van de Zui derzeewerken. deelde ons mede, dat er den eersten tijd nog geen stagnatie van betee- kenis is. Er zijn momenteel zoo veel moge lijk arbeiders geconcentreerd op den dijk van Lemmer naar Urk. waar nog een opening van ongeveer 1600 meter overbrugd moet worden. Wij hopen daarmede binnen kort gereed te komen. We leven bij den dag", aldus de heer van Kuffeler, „en een duidelijk beeld van de situatie is nog niet te geven. Zoo zal bijvoorbeeld de aanvoer van de steensoorten, welke wij voor het maken van de dijken uit Spanje, Frankrijk, België, Duitschland en Zweden betrekken, evenals de aanvoer van ijzer, moeilijkheden opleveren. Een tekort aan personeel is er niet. al zijn verschillende arbeiders en ingenieurs opge roepen. In verband hiermede en omdat wij ons zoo veel mogelijk op den dijk van Urk naar de Friesche kust concentreeren, zal het noodzakelijk zijn, dat wij menschen van den eenen kant naar den anderen overhevelen. Wellicht zal het daarom noodzakelijk blij ken te zijn. dat wij enkele bijkomende werkzaamheden stilleggen. Het voornaamste werk gaat echter nu nog door. zooals het al twee jaar lang is geschied. Nogmaals: we leven bij den dag en het is uiterst moeilijk om verwachtingen voor de toekomst uit te spreken. Laat ons hopen, dat we normaal zullen kunnen blijven doorgaan!" (Nadruk verboden). IN BUITENGEWONE OMSTANDIGHEDEN. (Van onzen parlementairen medewerker). In droeve en in blijde dingen herhaalt zich het menschelijk leven, herhaalt zich ook het leven der volkeren. Op 3 Augustus 1914 legde, aan het begin van den wereldbrand. Minister Cort van der Linden een indrukwekkende verklaring af, thans, een kwart-eeuw later, deed Mi nister de Geer het onder vrijwel soortge lijke omstandigheden. Misschien is er alleen dit verschil minister De Geer wees er op dat de toestand nog moeilijker, het ge vaar dat Europa wacht, nog grooter is dan toen. In ontroerende woorden van diepen ernst hebben eerst voorzitter Van Schaik en daar na de Minister-President uiting gegeven aan hun gevoelens, namens de Kamer en namens de Regeering. Zij hebben niet na gelaten er nogmaals op te wijzen, dat Ne derland vastbesloten is. zijn onzijdigheid naar alle kanten met de grootste vastbe radenheid te handhaven. Maar aldus de Minister al mogen wij dan hopen, dat wij voor de directe verschrikkingen van den oorlog gespaard zullen worden, wij zullen ons deel krijgen van het leed en de zorg, welke de menschheid te wachten staan. Wie stemt niet in met 's-voorzitters op vatting, dat in deze omstandigheden par lement en volk zich eensgezind moeten scharen achter de Regeering? Het was treffend, dat de Minister-Presi dent, leider van dit kabinet (waarin voor het eerst ook sociaal-democraten zijn opge nomen) op zoo diep-overtuigde wijze kon verklaren, dat tenslotte onze hoop is „op onzen trouwen Vader in den Hemel", en dat hij kon eindigen met de woorden uit ons Wilhelmus, strijd- en geloofspsalm beide: „Mijn schild en mijn betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer!" Zoo gaat Nederland ernstig en vastbera den een onbekende toekomst tegemoet. Maar: „Op U, zoo wil ik bouwen, verlaat mij nimmer meer!" Het was maar wel onder minder aan gename omstandigheden de eerste ken nismaking van het nieuwe kabinet met de Kamer. Tallooze handdrukken werden er gewisseld. Drie nieuwe (waaronder twee oud-) leden werden toegelaten en beëedigd: de heeren Van Kempen (lib.), Slotemaker de Bruine (christ.-hist.) en Bommert (soc.-dem.) Zooals steeds in buitengewone omstan digheden, toonde de Kamer ook ditmaal met grooten spoed te kunnen werken. In enkele uren tijds was heel de behan deling van een aantal belangrijke wetsont werpen (het afdeelings-onderzoek incluis) Chamberlain heeft zich in een radiorede in de Duitsche taal tot het Duitsche volk gericht. Hij zeide: Uw land en het mijne zijn thans in oor log. Uw land had bommen geworpen op en was binnengevallen in het vrije, onafhan kelijke Polen, dat Engeland gehouden was om te verdedigen. Omdat uw troepen niet teruggetrokken zijn in antwoord op de Britsche nota, is de oorlog gevolgd. Na feiten gegeven te hebben ten aanzien van Hitler's aanbod aan Polen, vroeg Cham berlain: Waarom achten wij het noodzakelijk een Oostelijke mogendheid te verdedigen, ter wijl onze belangen in het Westen liggen? Het antwoord, ik betreur het te zeggen, is. dat niemand in Engeland vertrouwen heeft in het woord van uw Leider. Hij gaf zijn woord, dat het verdrag van Locarno zou eerbiedigen en hij brak het. Hij gaf zijn woord dat hij noch verlan gen had noch het voornemen om Oosten rijk te annexeeren en hij brak het. Hij verklaarde, dat hij de Tsjechen niet zou inlijven in het Duitsche rijk, en hij deed het toch. Hij gaf zijn woord na Munchen, dat hij geen verdere territoriale eischen en plannen had in Europa, en hij brak het Hij gaf zijn woord, dat hij geen Poolsche provincies wilde en hij brak het. Hij heeft gedurende jaren gezworen dat hij de doodsvijand was van het bolsjewisme en hij is thans zijn bondgenoot. Kan'net u verbazen, dat zijn woord voor ons het papier niet waard is, waarop het is geschreven? Het Duitsch-Russische pact was een cynische ommekeer, die ten doe! had het vredesfront tegen de agressie in puin te slaan. Dit gokspel is mislukt. Uw Leider offert u, het Duitsche volk, thans op aan het nog monsterachtiger gokspel van een oorlog om zichzelf los te maken uit een onmogelijke positie, waarin hij zichzelf en u geleid heeft. In dezen oorlog strijden wij niet tegen u, het Duitsche volk, jegens het welk wij geen bittere gevoelens hebben maar tegen het tyrannieke en mein- ecdige regime, dat niet alleen zijn eigen volk heeft verraden, maar de geheele Westersche beschaving en alles, wat u en ons dierbaar is. Cham berlain besloot zijn toespraak met de woorden: „Moge God de rechtvaardi gen verdedigen". afgeloopen, al duurde het misschien nog iets langer dan verwacht werd, want de openbare vergadering na het afdeelings- onderzoek, welke de voorzitter ongeveer om 4 uur had gedacht, ving eerst om over ze venen aan. en duurde toen tot ongeveer 9 uur. De regeling der geneeskundige voorzie ning onder de bevolking in tijd van oorlog of oorlogs-gevaar (vervanging van genees kundigen) de wijziging van de Beurswet (bevoegdheden voor de Regeering): een crediet van 60 millioen gulden aan Econo mische Zaken voor buitengewone uitgaven: het onder de wapenen houden der dienst plichtigen: de bekrachtiging van het Ko ninklijk Besluit inzake den staat van oor log op ons grondgebied dit alles heeft de Kamer goedgekeurd. Te voren waren er nog enkele korte re devoeringen gehouden en enkele mededee lingen gedaan. Zoo verklaarde Minister de Geer. dat de bekende uitzonderings-maat- regelen inzake de nationaal-socialisten op geheven zullen worden, zoodra deze hun houding hebben gewijzigd. Zoo bracht Mi nister Dijxhoorn hulde aan allen, die de mobilisatie een zoo vlot verloop hebben ver zekerd, en deelde hij mede dat een verhoo ging van het maximum der kostwinners vergoedingen in overweging is. evenals het instellen van beroep inzake de vorderingen van paarden en auto's. En daarna, hun stem voor de noodwetten motiveerend (alleen de christen-democraat Van Houten verklaarde principieel tegen de militaire ontwerpen te moeten stemmen), hebben tal van sprekers, fractieleiders, na melijk de heeren Deckers, Drees, Schouten, Tilanus. Joekes en Bierema hun onvoor- waardelijken steun aan de regeering toege zegd, omdat in deze moeilijke en gevaar volle oogenbllkken de natie eendrachtig dient te zijn. Thans moeten de verschillen op zij worden gezet; gestreefd moet wor den naar een ongerepte onzijdigheid van ons land en hulde werd gebracht aan het nobele initiatief van Koningin Wilhelmina en Koning Leopold. Ook de heeren Marchant d'Ansembourg (nationaal-socialist) en de Visser (commu nist) verklaarden zich voor de noodwetten, al wilde laatstgenoemde niet te kennen ge ven, daarmede het beleid der Regeering goed te keuren. Zoo werd deze discussie, welke herinne ringen opriep aan die van 1914, een demon stratie van eendracht, waarvoor Minister de Geer namens de Regeering dank zegde. door J. P. BALJÊ. Het was op den tweeden ochtend van zijn verblijf in het kanton Ticino, dat hij haar op een zwerftocht langs de romantische oevers van het meer ontdekte. Hij had het smalle, rotsige pad, waar telkens de hage dissen voor han uitsprongen en waar hij ieder oogenblik weer tusschen het gebla derte der boomen door verrassend mooie kijkjes had op het gladde meer en de daar achter liggende, door een blauwig waas om geven bergen, gevolgd, toen hij plotseling stilstond. Hij hoorde een aardige meisjes stem een sentimenteel Italiaansch liedje zingen. Nieuwsgierig trachtte hij vast te stellen, waar die stem vandaan kwam. Hij boog de takken van het struikgewas uiteen en na eenig spieden zag hij een tafereeltje, dat hem met koortsachtigen ijver naar zijn fototoestel deed grijpen Op een houten vlondertje lag een meisje geknield, dat bezig was, enkele stukken linnengoed in het meer te wasschen. Zij was het. die met zachte, heldere stem het liedje zong. Toen de foto genomen was, keek ze juist op. „Buon giorno!" groette hij in het eenige Italiaansch. dat hij kende. Even keek ze hem onderzoekend aan. dan kwam er een flauw glimlachje om haar mond. „Buon giorno, signore!" groette ze terug. Hij keek naar een plekje om, waar hij zich even neer kon zetten, en vond dat dicht in haar nabijheid. Het meisje had een kleur gekregen en ijverig spoelde ze het linnen goed. Fred Vermeer beschouwde haar met veel genoegen. Ze was gekleed in Ticineesch costuum en ze had een aardig, kinderlijk gezichtje met donker krullend haar. Er ging iets van haar uit, dat hem aantrok. Bovendien vond hij het altijd prettig als hij met vacantie was. de bevolking van de streek, die hij bezocht, wat beter te leeren kennen, inplaats van uitsluitend de toeris tengenoegens na te jagen. „Spreekt U Duitsch?" vroeg hij na een tamelijk lange pauze. Even keek ze hem onderzoekend aan Toen brak weer dat lachje door. „Ja", zei ze, „een beetje". „Ik ben een vreemdeling." Ze lachte nu hardop en er tintelde iets van spot in haar oogen, die naar zijn foto toestel en zijn kleeding dwaalden. „Natuurlijk", lachte hij mee, „dat had U al begrepen. Woont U hier in de buurt?" Ze wees naar een smal bergpad. „Daar boven Fred zag de schilderachtige huisjes, die hier en daar tegen de bergen geplakt sche nen te liggen. In één daarvan hoorde ze thuis, dit vroolijke natuurkind. „Mag ik nog wat met U blijven praten?" vroeg hij. „Ik vind het leuk. kennis te ma ken met de inwoners hier. Ik ben Hollander en heet Fred Vermeer". Terwijl ze doorging met „de wasch" bab belden ze verder. Toen ze na een kwartiertje klaar was, stond ze op. „Zoo", zei ze, „nu moet ik weg". Ze knikte en begon het bergpad te bestijgen. Fred Vermeer keek haar droomerig na. Een vlinder fladderde om haar heen, in de verte hoorde hij het heldere gelui van een kerkklokje, zacht kabbelde het water tegen de oevers van het meer. Toen een bocht van den weg haar figuurtje aan het oog onttrok, stond hij met een lichte zucht op en vervolgde hij zijn weg. En hoe mooi de natuur ook was, zijn aandacht was er niet meer zoo bij als an ders. Te zeer werden zijn gedachten in be slag genomen door de aardige Carlotta Hij dwong zichzelf den volgenden dag tot een anderen wandeltocht, want hij was hier ten slotte toch gekomen, om de streek goed te leeren kennen. Maar er was iets, dat hem terugdreef naar de plek, waar hij Carlotta het eerst had gezien en twee dagen later dwaalde hij er weer heen. Het was een groote teleurstelling voor hem, dat hij haar niet vond. Meer dan een uur slenterde hij in de buurt rond. hij besteeg zelfs het berg pad, maar Carlotta kreeg hij niet te zien. Met een ontevreden gevoel ging hij naar zijn hotel terug. Maar den daaropvolgenden dag had hij meer succes. Ze zat op hetzelfde plekje van den vorigen keer en ze scheen nu met haar wasch al klaar te zijn. Verheugd begroette hij haar en haar blij herkenningslachje deed hem goed. Meer dan een uur praatten zij samen. En toen ze afscheid namen, had hij haar belofte, dat ze hem dien middag wat meer van de streek zou laten zien. Zoo ontstond de idylle. Samen dwaalden ze langs het meer, maakten boottochtjes, of zaten soms enkel maar op een stil, mooi plekje, dat ze ontdekt hadden. Eén keer ging ze zelfs 's avonds met hem dansen. Het was een prachtige, stille avond en hon derden lichtjes fonkelden langs de oevers van het meer en tegen de bergen. Toen het bootje hen terugbracht naar den anderen oever, hield hij haar hand vast en in een drieste bui kuste hij haar plotseling op de wang. Ze bewoog zich niet, maar het kwam hem voor. dat ze wat zwaarder tegen hem aanleunde. Zijn drie vacantieweken waren omgevlo gen. Toen kwam het laatste afscheid. Dit maal gaf ze hem uit eigen beweging zijn kus terug. „Carlotta", zei hij sentimenteel, „we mo gen elkaar niet vergeten. Ik zal je schrijven" Ernstig keek ze hem aan en knikte dan. Toen draaide ze zich heftig om en liep naar boven. Voor de laatste maal zag hij haar om de bocht van het bergpad verdwijnen. Hij schreef haar een paar brieven, maar hij kreeg van haar slechts een prentbrief kaart terug met haar naam. Dat was alles. En toen er drie maanden verloopen waren, bleef er nog slechts een vage herinnering aan de Zwitsersche idylle bij hem over. Het was op een herfstavond, toen zijn hospita bezoek voor hem aankondigde. „Een juffrouw," zei ze en in haar stem was een mengeling van nieuwsgierigheid en be vreemding, „ze ziet er erg raar uit". Verbaasd keek hij op. „Laat ze binnen komen", verzocht hij dan. Een minuut later stond Carlotta voor hem, in haar Tici neesch costuumpje. Op het eerste moment wist hij niet of hij verheugd was. dan wel verontrust. Carlotta in een romantische omgeving van het kan ton Ticino was heel wat anders dan een meisje in Ticineesch costuum in een nuch ter Hollandsch stadje Hij streed met zijn verwarring en haar gelukkig lachje stierf weg. „Ik wou je verrassen", zei ze, „ik.ik verlangde naar je. Heb ik er geen goed aan gedaan?" Ze keek hem zoo hulpeloos aan, dat hij medelijden met haar voelde. „Carlotta, kindje", bracht hij uit, „hoe dwaas. Kom je alleen voor mij hierheen?" Haar lippen trilden. „Je schreef, dat je van me hield en ik dacht, dat dat waar was", zei ze eenvoudig. Toen draalde ze zich plotseling om en haar schouders schokten. Ontdaan stond hij op en hij legde zijn arm om haar heen, „Carlotta, meisje, wat is er nu". Hij draaide haar naar zich toe en keek stomverbaasd in haar lachend ge zichtje. Ze zag rood van het lachen en nu schaterde ze het op eens uit. Verontwaar digd fronste hij de wenkbrauwen. „Wat be- teekent dat? Houd je me voor den gek?" „Domme Fred", zei ze tot zijn stomme verbazing in perfect Hollandsch, dacht je nu heusch. dat een eenvoudig Ticineesch meisje alleen voor jou naar Holland zou reizen? O, jongetje, verbeelding heb je ook nog. Luister, Fred Jij wou zoo graag met inwoners van de streek kennis maken en ik kon het niet over me verkrijgen, je teleur te stellen, door te zeggen, dat ik ook een doodgewone Hollandsche was Zoo sneu voor je, hè? Ik woonde al een half jaar daar, ik moest daarheen voor mijn gezondheid en ik deed voor de aardigheid precies als de an dere bewoners. Toen kwam jij en ik vond die verandering wel aardig. Ik had pret in 't geval en ik was trotsch. dat ik zoo goed voor een Ticineesche kon doorgaan. De vorige week kwam ik terug in Holland en ik besloot jou op te zoeken in „nationaal costuum". Kijken, wat voor oogen je op zou zetten. Nou, het was een succes. Als thee schoteltjes. Fred". Opnieuw schaterde ze het uit. toen ze zijn beteuterd en half-verontwaardigd gezicht zag. „Tja en nu wordt Carlotta weer dood gewoon Charlotte. De Zwitsersche Idylle is afgeloopen. Want zoo'n onvervalschte, Hol landsche Charlotte zal je wel niet zoo ro mantisch vinden als de kleine Carlotta uit het Kanton Ticino, wel Fred Vermeer beet zich op de lippen. „Drommels", mopperde hij, „wat ben jij een kleine comediespeelster, Charlotte". Hij keek haar aan en lachte nu mee. In haar oogen meende hij toch iets meer te zien, dan alleen maar pret. Iets van span ning en verwachting. En de oude teederheid voor haar kwam als met een tooverslag weer terug. „Charlotte, meiske", zei hij warm, je hebt gelijk. De Zwitsersche Idylle is afgeloopen maar wat zou je er van zeggen, als we er nu eens een Hollandsche idylle van maak ten?" Ze stribbelde maar heel weinig tegen, toen hij haar in zijn armen trok. (Nadruk verboden) (Auteursrecht voorbehouden). Holland-Afrika Lijn HEEMSKERK, uitreis, 6 Sept. te Port Said verw KLIPFONTEIN, uitreis, 5 Sept. te Kaapstad verw. HOOG KERK, uitreis, 2 Sept. van Safaga. RANDFONTEIN, thuisreis, 4 Sept. v.m. 6 u. 15 te Antwerpen NIJKERK, 3 Sept, van Kaapstad n. Europa BOSCHFONTEIN, n. Kaapstad, pass. 3 Sept. vin. 2 u. Ouessant. Holland-West-Afrika Lijn MAASKERK uil- reis, pass. 3 Sept. Ouessant. Kon. Ned. Stoomboot M(j. PERSEUS, 4 Sept. van Kopenhagen te Amst, ORPHEUS, 4 Sept. van Stettin te Amst. BARNEVELD. 2 Sept. van R'dam te Amst FAUNA. 2 Sept. van Hamburg te Amsterdam DOROS, 2 Sept. van Gothenburg te Amst. HERCULES, 4 Sept. van Mlddell. Zee te Amst. MARS, R'dam n. Gibraltar, pass. 3 Sept. Dungeness IRENE, R'dam n. Cadix, pass. 3 Sept. Dungeness BOSKOOP, thuis reis, 2 Sept. n.m. te Antwerpen. M(j. Nederland ORANJE, 4 Sept. n.m. vau Amst. naar Batavia POELAU ROEBIAH, uitreis, pass. 4 Sept. Ouessant. JOHAN DE WITT, thuisreis, 3 Sept. te Suez. Silver-Java-Pacific Lijn BENGALEN, 3 Sept, van Cuba n. Pacific Kust. Java-New-York L(Jn TALISSE, 3 Sept. van New-York te Batavia. Rotterdam-Z.-Amerika Lijn ALWAKI, thuis reis, 3 Sept. van Santos. Kon. Holl. Lloyd EEMLAND. 3 Sept. na 4 u. van Hamburg n. Amst. WESTLAND, thuisreis, 3 Sept. v.m. 9 u. van Montevideo. Halcyon L(jn STAD ARNHEM, 2 Sept. van Gothenburg te Vlaardingen STAD DOR DRECHT. 2 Sept. van Helsingborg n. Vlaar dingen. Holland-Australië Lijn AAGTEKERK, thuis reis, 1 Sept. van Colombo. Rott. Lloyd KOTA BAROE, thuisreis, pass. 3 Sept. Kaap del Armi KOTA GEDE, uit reis, 3 Sept. 12 u. 'smlddags van Vlisslngen SIBAJAK, uitreis, pass. 2 Sept. 12 u. s nachts te Malta BANTAM, uitreis, 3 Sept. te Sa- bang. GAROET, 3 Sept. van R'dam te Batavia. Holland-Amerika LUn ZAANDAM, 2 Sept, van New-York n. R'dam -r- VEENDAM, 5 Sept. van R'dam te New-York verw. ROT TERDAM, 1 Sept. van New-York. NOOR- DAM, uitreis, pass. 3 Sept. n.m. Scilly SPAARNDAM, uitreis, 2 Sept. van Havana BURGERDIJK. 2 Sept. van New-Orleans n R'dam BOSCHDIJK. thuisreis, 3 Sept. te Londen WESTERNLAND, uitreis, 3 Sept n.m. van Boulogne. Ned. Ind. Tankstoomboot Mij. HERMES, -4 Sept. van Constanza te Pernis. Diverse Stoomvaartberlchten GROENLO, Bil bao n. Ramsgate, pass. 4 Sept. Dungeness - TYSA, Victoria n. Havre en Antwerpen, pass 2 Sept. Madeira EIBERGEN. 2 Sept. van Quebec te Sydney DORDRECHT. 2 Sept van Baton Rouge n. Manchester ALDERA- MIN. 2 Sept. van R'dam te Wabana - WICKENBURG, 2 Sept. van Antwerpen mar Bordeaux SCHOKLAND, 3 Sept. van Har- llngen n. Goole TUVA, 3 Sept. van Monte video n. Santos PARKHAVEN, Antwerpen n. Baltimore, pass. 3 Sept. Vlisslngen VEER HAVEN, Antwerpen n. Montevideo, pass. J Sept. Vlissingen JONGE WILLEM, naar Alexandrië, pass, 3 Sept. Finisterre SPAR, naar Orleans, was 2 Sept. 120 mijlen Z O. van Cape Race DELESHAVEN, 2 Sept van KW Janeiro n. Havre LEKHAVEN. 2 Sept. van 3.-Aires n. Rosario WAALHAVEN, i van Moermanskust. n. Yenesel BATAVir II, 3 Sept. van Rdam te Gravesend A™,' 30 Aug. van Lissabon n. Marseille TP PENBERG, 3 Aug. van Yxpilla te Carol)1 - WINSUM, 3 Aug. van St. Vincent n, Falm°m" 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10