Hoe de oorlog sinds Zaterdag groeide Verklaringen in Britsch en Fransch parlement De zitting van het Britsche parlement op Zaterdagavond De zitting van het Britsche parlement op Zondag. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 September 1939 Derde Blad No. 24369 80ste Jaargang l De oorlog is een feit Lord Halifax in het Hoogerhuis. In het Lagerhuis Tegen de verwachting In Is de Zaterdag verloopen, zonder dat de beslissing viel over de vraag oorlog o£ vrede in het Westen van Europa. Na het gebeuren van Vrijdag was algemeen een direct optreden van Londen en Parijs verwacht om de aan Polen toege zegde belofte van hulpverleening gestand te doen. doch het is anders geloopen. Blijkbaar heeft de Duce te elfder ure nog eens zijn oud stokpaardje van een conferentie nu van vijf, daar Polen ook zou mogen mee doen van stal gehaald met het voorstel, dat Duitschland zijn actie zoolang zou stop zetten, maar dit kan geen succes meer af werpen. Daarvoor was het te laat geworden en bovendien droeg het voorstel in zich ge vaarlijke aspecten. Duitschland zou immers bij staken zijner actie zijn veroveringen handhaven en bovendien zou de kwestie Danzig als afgedaan kunnen worden be schouwd! Maar aan den anderen kant kan men gemakkelijk aanvoelen, dat er Enge land en Frankrijk veel aan gelegen was, om Italië niet bot-weg af te wimpelen. De woorden van hulde, den Duce gebracht zoo wel van Fransche als Engelsche zijde, voor zijn streven den vrede te redden, zouden anders ook weinig oprecht gemeend zijn geweest. Een en ander heeft geleid tot een uitstel van 24 uur en tevens tot een scherpen uit val tegen de regeering in het Brltsche La gerhuis, waar Greenwood, de Labour-leider, gesteund door Sinclair, meende te moeten twijfelen aan de groede trouw van het kabinet Chamberlain. Maar als afweer kon gewezen worden op de voorwaarden, ter stond door Engeland gesteld: geheele terug tocht uit Polen en het te niet-doen van de inlijving van Danzig! Daarmede was echter, menschelijkerwljs gesproken, ook direct het resultaat vastgelegd. Mocht één oogenblik worden aangenomen, dat Duitschland op zulke voorwaarden zou ingaan? Toen Zondagmorgen Duitschland nog al tijd niet had geantwoord op de Engelsche aanbiedingen, is Londen overgegaan tot een ultimatum op korten termijn. Twee uren werden nog gegeven. Ook deze uren verstre ken zonder antwoord en daarmede was de beslissing geforceerd. Met oprechten wee moed moest Chamberlain vaststellen, dat zijn vredespogingen volkomen schipbreuk hadden geleden en dat de oorlogstoestand was ingetreden. Het moet voor den grijzen Britschen leider wel een zeer zware slag zijn geweest, zelf de volslagen mislukking van zijn levenstaak te moeten meedeelen. Typisch is echter wel, dat Engeland daar door als bij tooverslag zijn eenheid her kreeg. En de Brltsche Bulldog blijft den ouden aard getrouw: nu de beslissing is ge vallen, mag men aannemen, dat hij zal vastbijten en niet meer loslaten! Van alle zijden bijzonder fel is zelfs Chamberlain in eigen persoon! beluistert men. dat niet zal worden gerust voor in Duitschland het natlonaal-soclalisme ten val zal zijn ge bracht. Engeland toont daarbij zelfs een enthousiasme als vrijwel nergens wordt waargenomen. In Duitschland schijnt niets over van een zich blijmoedig werpen in den strijd, ook al doen de militairen hun plicht; de plicht roept, doch de stemming van 1914 ontbreekt. Frankrijk heeft zijn bondgenoot op den voet gevolgd. Nauwelijks was de beslissing tusschen Londen en Berlijn gevallen of Pa rijs volgde het Britsche voorbeeld: hetzelfde ultimatum werd gesteld met een iets lan- geren tijdslimiet, doch het resultaat was na tuurlijk hetzelfde: gistermiddag vijf uur was ook Frankrijk in oorlog met Duitschland. De teerling is dus geworpen. Polen wordt door zijn bondgenooten niet verloochend, getrouw aan de gesloten verdragen komen zij hun verplichtingen na! Nu het feit daar ligt, is een einde gekomen aan de zenuw-spanning, die vooral de laat ste dagen de wereld bezig hield. Hoe droef het resultaat ook is, er is een zekere ont spanning. Doch tegelijkertijd realiseert men zich de gevolgen Hoeveel slachtoffers zullen vallen op het altaar van Mars, die de vredes-godin versloeg Het is wel een zware verantwoordelijkheid voor degenen, die een nieuwe wereld-ramp hebben ont ketend. waarvan de draagwijdte niet is te overzien. Hoevele onschuldige slachtoffers zullen er vallen, zelfs al tracht men den oorlog te voeren volgens humanitaire regelen. Hoe lang zal het duren voor een der partijen meent in dit opzicht te zijn bedrogen en overgaat tot de meest rigoureuze daden? De oorlog van het heden wordt een tota litaire oorlog en daarmede is alles gezegd! Onbeslist is nog de houding van Italië. Men neemt daar een zeldzame objectiviteit In de berichtgeving waar, die doet veronder stellen. dat de Duce ernstig denkt aan neu traliteit in dezen strijd, die voor Italië zon der belang mag worden geoordeeld. Nog maals rijst evenwel de vraag, in hoever de Westersche staten met een twijfel-houding genoegen zullen nemen, gezien hetgeen op net spel staat. Daarnevens blijf de Russische houding de aandacht vragen. Vooral nu met den nieu wen gezant een militaire missie naar Berlijn schijnt te ziin gekomen. Het Britsche imperium blijkt onaangetast, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada staan geheel achter Londen. Ierland zal in ieder geval geen moeilijkheden opleveren evenmin als Britsch-Indië De spanning is verdwenen, men weet nu, waaraan men toe is, doch nu gaan de ge dachten uit naar hen, die vallen, wegge lekt uit hun aardsche bestaan, nalatend Wouwen, kinderen, verwanten, stervend op uet veld van eer. zooals het heet. voor een doel. dat niet is aan te geven zonder inner lijke beroering van geest en hart. De razernij is losgebarsten over Europa. Hoe lang zal zij duren en hoever zullen de 'ampspoedige gevolgen zich uitstrekken? Ix>rd Halifax legde Zaterdagavond in het Britsche Hoogerhuis een verklaring af. Hij zeide: ,.De Britsche ambassadeur in Berlijn is Vrijdagavond half tien ontvangen door Von Ribbentrop, wien hij de waarschuwende boodschap overhandigde. Von Ribbentrop antwoordde de mededeeling aan Hitier te moeten voorleggen. De ambassadeur ver klaarde zich bereid het antwoord van den Rijkskanselier in ontvangst te nemen, maar tot op heden is geen antwoord ontvangen. Het is mogelijk, dat het uitstel ge weten moet worden aan een voorstel, dat inmiddels naar voren is gebracht door de Italiaansche regeering, inhou dende dat de vijandelijkheden zouden gestaakt worden en dat daarna onmid dellijk een conferentie zou belegd wor den tusschen de vijf mogendheden: Engeland. Frankrijk, Polen, Duitsch land en Italië. Hoewel de Britsche regeering de pogin gen van de Italiaansche regeering waar deert, zou de Britsche regeering harerzijds toch niet 'kunnen deelnemen aan een con ferentie. zoolang Polen het slachtoffer is van een invasie, zoolang zijn steden gebom bardeerd worden en zoolang over Danzig eenzijdig met geweld is beschikt. Zooals gisteren verklaard, zal de Britsohe regeering genoopt zijn tot han delen over te gaan, tenzij de Duitsche troepen van Poolsch gebied worden teruggetrokken. Wij staan in verbinding met de Fransche regeering, wat de tijdlimiet betreft, waarin de regeerin gen van Engeland en Frankrijk nood zakelijk moeten weten, of de Duitsche regeering bereid is zulk een terugtrek king uit te voeren. Indien de Duitsche regeering er in zou toestemmen haar troepen terug te trekken, dan zou de Britsche regeering bereid zijn de positie te beschouwen als gelijk aan die, welke er heerschte vóór dat de Duitsche troepen de Poolsch^ grens overtrokken. Dat wil zeggen, de weg zou geopend zijn voor besprekingen tusschen de regeeringen van Polen en Duitschland over de tusschen hen han gende kwesties, op de voorwaarde, dat een te bereiken regeling de vitale be langen van Polen waarborgt en een internationale garantie verkrijgt. Indien de regeeringen van Duitsch land en Polen wenschen, dat andere mogendheden zich bij haar aan de con ferentietafel zullen scharen, is de Brit sche regeering van haar kant bereid, hiermede in te stemmen. Er is nog een andere aangelegenheid, waarvan gewag moet worden gemaakt om den huidigen toestand volkomen duidelijk te maken Vrijdag heeft Forster, die op 23 Augustus j.l., in tegenspraak tot de grond wet van Danzig, staatshoofd geworden is, de inlijving van Danzig bij het Duitsche Rijk afgekondigd en tevens de ontbinding van de grondwet. Hitier werd verzocht aan dit decreet door een Duitsche wet kracht bij te zetten. In de gehouden Rijksdagzitting werd een wet aangenomen betreffende de vereeniging van Danzig met het Rijk. De internationale status van Danzig als Vrije Stad werd bepaald bij verdrag, het welk de Britsche regeering onderteekend heeft en waarbij de Vrije Stad geplaatst werd onder de bescherming van den Vol kenbond. De aan Polen bij dit verdrag in Danzig gegeven rechten worden omlijnd en bevestigd door overeenkomsten, welke tus schen Danzig en Polen gesloten zijn. De door de autoriteiten van Danzig en door den Rijksdag genomen maatregel vormt een laatste stap in de eenzijdige misken ning van dit internationale instrument, dat slechts gewijzigd kon worden door onder handelingen. De Britsche regeering erkent der halve noch de geldigheid van de rede nen op grond waarvan de actie der autoriteiten van Danzig gebaseerd was, noch de geldigheid van deze actie zelf, noch de uitwerking, welke de Duitsche regeering daaraan gegeven heeft. Chambeilain legde een zelfde verklaring- af in het Lagerhuis om later nogmaals heS woord te nemen. Vóórdat Chamberlain zijn tweede ver klaring aflegde, zeide Greenwood: „Ik ge loof, dat het geheele Huls ontdaan is door Chamberlains verklaring. Er is een toene mend gevoelen in het Huis, ik geloof in alle kringen van het Huis, dat deze spanning vroeg of laat moet eindigen en hoe eerder hoe beter, maar indien wij moeten marchee- ren, hoop ik, dat wij zullen marcheeren in volledige eenheid en met Frankrijk. Ik spreek in zeer moeilijke omstandigheden, maar ik mag wel zeggen, dat ik op het oogenblik zeg wat mij op het hart ligt. Ik ben ernstig verontrust. Achtendertig uur geleden vond een daad van agressie plaats. Op het oogen blik dat deze daad van agressie ge schiedde, trad één der belangrijkste verdragen der moderne tijden in wer king. (Toejuichingen). Er mogen rede nen zijn waarom niet onmiddellijk werd opgetreden; ik heb gepoogd een eerlijk spel te spelen. (Toejuiching). Ik ben niet bereid te zeggen, wat ik zou gedaan hebben". Na gesproken te hebben van de hevige bombardementen, zeide Greenwood: „Ik vraag mij af, hoe lang wij nog zullen wei felen, nu Groot-IBrittannië en allen, die voor Groot-Brittannië opkomen en de men- schelijke 'beschaving, in gevaar verkeeren. Wij moeten marcheeren met de Franschen. Ik geloof niet, dat de Franschen zouden terugdeinzen voor den heiligen eed. dien zij gezworen hebben. Ik zou er de voorkeur aan gegeven hebben, dat de minister-pre sident definitief had kunnen zeggen, of het oorlog of vrede is. Elke minuut uitstel be- teekent thans verlies aan menschenlevens en in gevaarbrenging van onze nationale belangen (algemeen wordt geroepen: „en van onze eer), en van de grondvesten van onze nationale eer. Ik hoop echter, dat wij morgen hoe zwaar het den minister-president ook zal vallen niemand zou vanavond in zijn schoenen willen staan de meening van de regeering zullen weten en dat er geen oog merken meer zijn om <2è zaak uit te stellen. Op het oogenblik dat het den schijn heeft alsof wij verzwakken, weet de dictatuur dat wij verslagen zijn. Wij zijn niet verslagen, wij zullen niet verslagen worden en wij kun nen niet verslagen worden, maar een uitstel is gevaarlijk. Eerlijk gezegd, acht ik het niet moge lijk, dat Hitier iets overeenkomt dat hij niet bereid zou zijn te verraden (zeer luide algemeene toejuichingen). Ik ge loof zoo besloot Greenwood dat de teerling geworpen is. Wij willen den tijd kennen (toejuichingen). Na Greenwood nam Sinclair het woord, die zeide: „Het Britsche parlement zal geen uitstel dulden in de vervulling van onze eer volle verplichtingen jegens Polen. De over weging van het voorstel een conferentie te beleggen, heeft geen uitstel gebracht in den opmarsch van het Duitsche leger. Het par lement gevoelt dat een antwoord geëischt moet worden, tenzij de opmarsch van die legers dadelijk gestaakt werd. Het is van vitaal belang, dat wij optrekken te zamen met onze Fransche bondgenooten en laat het vertrouwen dat wij hebben in onze Fransche bondgenooten niet wankelen, in dien zij inderdaad de beslissing van dit Huis wenschen af te wachten. Ik hoop zoo besloot Sinclair onder toejuichingen, dat het ge voelen van het parlement zal worden over gebracht aan de Fransche regeering. Chamberlain antwoordt. In zijn tweede redevoering zeide de mi nister-president: „Ik zou ontsteld zijn, in dien het Huis een oogenblik meende, dat mijn verklaring eenige verzwakking verried van de Britsche of de Fransche regeering in de houding, welke wij reeds hebben aange nomen. Ik deel het wantrouwen dat door manoeuvres van dezen aard wordt uitge drukt. Ik zou overtuigd moeten zijn van de goede trouw van de andere partij in elke actie welke zij onderneemt, alvorens ik dit voorstel zou kunnen beschouwen als zooda nig dat het eenige redelijke kans op een succesvollen afloop biedt. Ik verwacht dat er slechts één antwoord is, hetwelk ik het Huis morgen zal moeten geven. Ik hoop, dat de afloop zoo spoedig mogelijk aanwezig is, opdat wij weten waar wij aan toe zijn." De regeering zoo zeide Chamberlain nog in zijn antwoord verkeert in een moeilijke positie en ik veronderstel, dat de moeilijkheid daarin gelegen is, de actie tele fonisch met elkander te bepalen op even snelle wijze als zou kunnen geschieden, wanneer men zich in dezelfde kamer be vond Gaarne had ik gezien, dat het mij mogelijk geweest was het Huis nu te zeg gen, dat Frankrijk en wij zijn overeengeko men den kortsten tijdlimiet te gebruiken, wanneer beiden tot handelen overgaan. Het is zeer goed mogelijk, dat wij in de komende uren antwoord ontvangen op onze bespre kingen met de Franschen. Ik ben er zeker van, dat ik morgen in staat ben het Huis een definitieve verklaring te geven. Ik ben de laatste man om elke mogelijk heid te verwaarloozen en elke ernstige kans niet te overwegen, ter vermijding, zelfs op het laatste oogenblik, van den grooten ramp van een oorlog (Toejuichingen). Ik vertrouw zoo besloot Chamberlain dat het Huis de positie inziet welke ik heb uiteengezet en mij zal willen gelooven (Toe juichingen), dat ik uit volledige goede trouw spreek. Ik wil niet onderhandelingen verlengen welke onze positie wellicht moei lijker zouden maken dan zij is. Het Lagerhuis is gistermiddag weer bijeen gekomen. Onmiddellijk na de opening nam Cham berlain het woord voor het uitspreken van een verklaring. Zijn eerste zinnen gingen teloor in het geloei der sirenes na de eer ste waarschuwing in Londen voor een lucht aanval. Toen Chamberlain opstond, werd hij met luide toejuichingen ontvangen. Hij zeide: „Toen ik gisteravond het woord tot het, Huis richtte, kon ik mij er slechts van be wust zijn, dat in sommige deelen twijfel of verbijstering bestond ten aanzien van de vraag, of er aarzeling of wankeling aan den kant van de regeering was geweest. Wanneer ik in dezelfde positie geweest was als de leden, en niet in het bezit van alle inlichtingen, zou ik hetzelfde hebben kun nen voelen. Wij hebben gisteren den geheelen dag be raadslaagd met de Fransche regeering en wij waren van gevoelen, dat de verhevigde actie, die de Duitschers ondernemen tegen Polen geen vertraging toestond in de ver duidelijking van onze positie. In overeenstemming daarmede zond ik onzen ambassadeur in Berlijn instructies, om hedenmorgen om negen uur aan den Duitschen minister van buitenlandsche zaken een boodschap te overhandigen, welke als volgt luidt „Mijnheer, in de mededeeling. die ik de eer had u te geven op 1 September, stelde ik u er van in kennis, op instruc ties van den Britschen minister van buitenlandsche zaken, dat, tenzij de Duitsche regeering bereid was om be vredigende verzekeringen te geven, dat de Duitsche regeering iedere agressieve actie tegen Polen op zou schorten, en bereid was, met spoed haar troepen terug te trekken van het Poolsche ge bied, de Britsche regeering in het Ver- eenigde Koninklijk zonder aarzeling haar verplichtingen jegens Polen zou nakomen." Ofschoon deze mededeeling ruim 24 uur geleden is gedaan, is geen antwoord ont vangen. De Duitsche aanvallen op Polen zijn voortgezet en verhevigd. In overeenstemming hiermede moet ik u mededeelen, dat, tenzij niet later dan elf uur Britschen zomertijd. 3 September, be vredigende verzekeringen, het bovenstaande betreffende, gegeven zijn door de Duitsche regeering en ontvangen zijn door de Brit sche regeering in Londen, de staat van oorlog zou bestaan tusschen beide landen, vanaf het bovengenoemde uur. Geen belofte van dien aard, aldus ver volgde Chamberlain, was ontvangen op het aangeduide tijdstip en bijgevolg verkeert dit land thans in oorlog met Duitschland. Ik kan het Lagerhuis ervan in kennis stellen, dat, volgens de afspraken, welke gemaakt zijn tusschen de Engelsche en Fransche regeeringen, de Fransche ambas sadeur in Berlijn op dit oogenblik een soortgelijke demarche onderneemt, welke eveneens vergezelt gaat van een bepaalden tijdslimiet. Het Huis is op de hoogte ge bracht van onze plannen, en, gelijk ik reeds gezegd heb, wij zijn gereed. Het is een droeve dag voor ons allen, maar voor nie mand is de dag droever dan voor mij Alles, zoo vervolgde Chamberlain, waarvoor ik gewerkt heb, waarop ik gehoopt heb en waarin ik geloofd heb gedurende mijn openbare leven, is in puin ineen gestort. Het eenige dat voor mij is overge bleven is na te gaan, welk vermogen ik bezit voor de overwinning van onze zaak. Ik kan niet zeggen, welke rol ik wellicht zal mogen spelen, maar ik ver trouw, dat ik den dag zal mogen aan schouwen. waarop Hitier vernietigd is (luide algemeene toejuichingen) en waarop een bevrijd Europa is hersteld. (Opnieuw luide toejuichingen). GREEN! AtOD AAN HET WOORD Greenwood, die eveneens met algemeene toejuichingen werd begroet, verwees naar de gewijzigde atmosfeer in het Lagerhuis. Hij voegde hier aan toe: er is wrok gevoeld en ongerustheid en woede gisteravond, bij de gedachte, dat het uitsel zou kunnen uit- loopen op nationale oneer en opoffering van het Poolsche volk aan de Duitsche tirannie. Hedenmorgen, zoo voegde Green wood hier aan toe, komen wij bij elkander in een volkomen verschillende sfeer, name lijk een sfeer van opluchting, kalmte en vastberadenheid, i Toejuichingen De onduldbare beklemming der onzeker heid is voorbij. Wij weten thans het ergste. Het gehate woord „oorlog" is door Enge land uitgesproken ter nakoming van zijn belofte en zijn onwrikbare voornemens, om de vrijheden van Europa te verdedigen, Wij hebben meer gehoord dan het uitgesproken woord „oorlog". Wij hebben den oorlog hoo- ren beginnen buiten de omheining van dit huis. Wij brengen hulde aan de groote zelf- beheersching, die getoond is door de Polen gedurende de afgeloopen weken. (Alge meene toejuichingen). In een krachtig huldebetoon aan de Polen zeide Greenwood vervolgens dat de Polen alleen hadden gestaan aan de por talen der beschaving, ter verdediging van „ons en alle vrije naties en alles, wat wij aanhingen en dat ons dierbaar was". Na nog een huldebetuiging zeide Green wood: „Wij begroeten Polen als een kame raad, dien wij niet in den steek zullen laten. Tot Polen zeggen wijonze harten zijn met u en met onze hartien geheel onze macht, tot den terugkeer van den vrede. Het nationaal-socialisme moet definitief omver geworpen worden." De eerste minister aldus Green wood verder heeft zijn woord gege ven, dat het zoo zal zijn en zoolang dat meedoogenlooze doel wordt nagestreefd met kracht, vooruitziendheid en vast beradenheid door de regeering, zoolang zal er een eensgezinde natie zijn (toe juichingen). Mochten er echter ver warde raadgevingen, ondoelmatigheid en aarzeling bestaan, dan moeten an dere mannen geroepen worden. Tenslotte, na opnieuw den steun van La bour te hebben bevestigd aan de hulp maatregelen der regeering, verklaarde Greenwood: wat al het overige betreft, zul len wij, naar mate van onze gelegenheid, onze volledige bijdrage leveren aan de nationale zaak i Toejuichingen iMoge de oorlog snel en zeker zijn. Met deze woorden eindigde Greenwood zijn rede, CHURCHILL SPREEKT. Churchill, de volgende spreker, zeide: In dit plechtige uur zal het een troost zijn, onze herhaalde pogingen tot het vestigen van vrede in herinnering te brengen en daar even bij te verwijlen. Zij waren alle onder een slechte ster geboren, maar zijn alle trouw en oprecht geweest en dat is van de hoogste moreele waarde. En niet alleen van moreele waarde, maar ook van practische waarde op het huidige oogenblik. In verband met de van ganscher harte ge geven instemming van tientallen millioenen mannen en vrouwen, wier medewerking on misbaar is en wier kameraadschap en broe derschap evenzeer onontbeerlijk is. Dat is de eenige grondslag, waarop de beproeving en de tegenspoeden van den modernen oor log gedragen en overwonnen kunnen wor den. Buiten kunnen de stormen van den oorlog waaien en kunnen de landen ge- geeseld worden door de woede van zijn vlagen, maar in onze eigen harten is op dezen Zondagmorgen vrede. Onze han den kunnen actief zijn, ons geweten echter is in rust. Wij moeten den ernst niet onderschatten van de taak. die voor ons ligt of de ge strengheid van de vuurproef, waartoe wij zullen blijken te zijn opgewassen. Wij moe ten vele teleurstellingen en onaangename verrassingen verwachten, maar wij mogen er zeker van zijn dat de taak. die wij vrijelijk aanvaard hebben, er een is, die niet uitgaat boven de kracht van het Britsche rijk en de Fransche republiek. De eerste minister zoo voegde Churchill hier aan toe zeide, dat het een droeve dag was. Maar het schijnt mij toe. dat er nog een andere factor is, die men zich op dit oogenblik bewust kan ma ken en dat is het gevoel van dankbaarheid, dat, wanneer deze groote beproevingen over ons eiland moesten komen, er hier op dit oogenblik een geslacht van Britten gereed staat om te bewijzen, dat het waardig is aan de jongens van weleer en niet onwaardig aan die groote mannen, de vaders van ons land, die de grondslagen hebhfy^ gelegd van ons land en die de grootheid van ons land hebben gevestigd. Dit is geen kwestie van vechten voor Danzig en Polen, zoo voegde Churchill hieraan toe. Wij strijden om de wereld te redden van de pestilentie van een nationaal-socialistische tyrannie en voor de verdediging van alles, wat het heiligst is aan den mensch. Dit is geen oorlog ten behoeve van overheersching, van vergrooting van het imperium, van materieele voordeden, geen oorlog om eenig land uit te sluiten van het zon licht. Deze oorlog heeft ten doel, het toekomstige statuut van den mensch te vestigen. Wellicht lijkt het een paradox, dat een oorlog, die ondernomen wordt uit naam van de vrijheid en het recht, als noodzakelijk deel van zijn voortgaan, het opgeven eischt van zoovele van die gewaardeerde rechten en vrijheden. Wij zijn er zeker van. dat de vrijheden in handen zullen berusten, die er geen misbruik van zullen maken, maar die ze zullen verzorgen en behoeden, aldus Churchill tenslotte en wij zien met vertrou wen den dag tegemoet, waarop onze vrijheid en rechten hersteld zullen worden en waar op wij in staat zullen zijn, ze te deelen met het volk, waarvoor die zegeningen onbekend zijn. Nog voerden vele sprekers het woorC

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9