Hoe de oorlog sinds Zaterdag groeide
Verklaringen in Britsch en Fransch parlement
De zitting van het Britsche
parlement op Zaterdagavond
De zitting van het Britsche
parlement op Zondag.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 4 September 1939
Derde Blad No. 24369
80ste Jaargang
l De oorlog is een feit
Lord Halifax in het
Hoogerhuis.
In het Lagerhuis
Tegen de verwachting In Is de Zaterdag
verloopen, zonder dat de beslissing viel over
de vraag oorlog o£ vrede in het Westen van
Europa. Na het gebeuren van Vrijdag was
algemeen een direct optreden van Londen
en Parijs verwacht om de aan Polen toege
zegde belofte van hulpverleening gestand te
doen. doch het is anders geloopen. Blijkbaar
heeft de Duce te elfder ure nog eens zijn
oud stokpaardje van een conferentie nu
van vijf, daar Polen ook zou mogen mee
doen van stal gehaald met het voorstel,
dat Duitschland zijn actie zoolang zou stop
zetten, maar dit kan geen succes meer af
werpen. Daarvoor was het te laat geworden
en bovendien droeg het voorstel in zich ge
vaarlijke aspecten. Duitschland zou immers
bij staken zijner actie zijn veroveringen
handhaven en bovendien zou de kwestie
Danzig als afgedaan kunnen worden be
schouwd! Maar aan den anderen kant kan
men gemakkelijk aanvoelen, dat er Enge
land en Frankrijk veel aan gelegen was,
om Italië niet bot-weg af te wimpelen. De
woorden van hulde, den Duce gebracht zoo
wel van Fransche als Engelsche zijde, voor
zijn streven den vrede te redden, zouden
anders ook weinig oprecht gemeend zijn
geweest.
Een en ander heeft geleid tot een uitstel
van 24 uur en tevens tot een scherpen uit
val tegen de regeering in het Brltsche La
gerhuis, waar Greenwood, de Labour-leider,
gesteund door Sinclair, meende te moeten
twijfelen aan de groede trouw van het
kabinet Chamberlain. Maar als afweer kon
gewezen worden op de voorwaarden, ter
stond door Engeland gesteld: geheele terug
tocht uit Polen en het te niet-doen van de
inlijving van Danzig! Daarmede was echter,
menschelijkerwljs gesproken, ook direct het
resultaat vastgelegd. Mocht één oogenblik
worden aangenomen, dat Duitschland op
zulke voorwaarden zou ingaan?
Toen Zondagmorgen Duitschland nog al
tijd niet had geantwoord op de Engelsche
aanbiedingen, is Londen overgegaan tot een
ultimatum op korten termijn. Twee uren
werden nog gegeven. Ook deze uren verstre
ken zonder antwoord en daarmede was de
beslissing geforceerd. Met oprechten wee
moed moest Chamberlain vaststellen, dat
zijn vredespogingen volkomen schipbreuk
hadden geleden en dat de oorlogstoestand
was ingetreden. Het moet voor den grijzen
Britschen leider wel een zeer zware slag zijn
geweest, zelf de volslagen mislukking van
zijn levenstaak te moeten meedeelen.
Typisch is echter wel, dat Engeland daar
door als bij tooverslag zijn eenheid her
kreeg. En de Brltsche Bulldog blijft den
ouden aard getrouw: nu de beslissing is ge
vallen, mag men aannemen, dat hij zal
vastbijten en niet meer loslaten! Van alle
zijden bijzonder fel is zelfs Chamberlain
in eigen persoon! beluistert men. dat niet
zal worden gerust voor in Duitschland het
natlonaal-soclalisme ten val zal zijn ge
bracht. Engeland toont daarbij zelfs een
enthousiasme als vrijwel nergens wordt
waargenomen. In Duitschland schijnt niets
over van een zich blijmoedig werpen in den
strijd, ook al doen de militairen hun plicht;
de plicht roept, doch de stemming van 1914
ontbreekt.
Frankrijk heeft zijn bondgenoot op den
voet gevolgd. Nauwelijks was de beslissing
tusschen Londen en Berlijn gevallen of Pa
rijs volgde het Britsche voorbeeld: hetzelfde
ultimatum werd gesteld met een iets lan-
geren tijdslimiet, doch het resultaat was na
tuurlijk hetzelfde: gistermiddag vijf uur was
ook Frankrijk in oorlog met Duitschland.
De teerling is dus geworpen. Polen wordt
door zijn bondgenooten niet verloochend,
getrouw aan de gesloten verdragen komen
zij hun verplichtingen na!
Nu het feit daar ligt, is een einde gekomen
aan de zenuw-spanning, die vooral de laat
ste dagen de wereld bezig hield. Hoe droef
het resultaat ook is, er is een zekere ont
spanning. Doch tegelijkertijd realiseert men
zich de gevolgen Hoeveel slachtoffers
zullen vallen op het altaar van Mars, die de
vredes-godin versloeg Het is wel een
zware verantwoordelijkheid voor degenen,
die een nieuwe wereld-ramp hebben ont
ketend. waarvan de draagwijdte niet is te
overzien.
Hoevele onschuldige slachtoffers zullen
er vallen, zelfs al tracht men den oorlog te
voeren volgens humanitaire regelen.
Hoe lang zal het duren voor een der partijen
meent in dit opzicht te zijn bedrogen en
overgaat tot de meest rigoureuze daden?
De oorlog van het heden wordt een tota
litaire oorlog en daarmede is alles gezegd!
Onbeslist is nog de houding van Italië.
Men neemt daar een zeldzame objectiviteit
In de berichtgeving waar, die doet veronder
stellen. dat de Duce ernstig denkt aan neu
traliteit in dezen strijd, die voor Italië zon
der belang mag worden geoordeeld. Nog
maals rijst evenwel de vraag, in hoever de
Westersche staten met een twijfel-houding
genoegen zullen nemen, gezien hetgeen op
net spel staat.
Daarnevens blijf de Russische houding de
aandacht vragen. Vooral nu met den nieu
wen gezant een militaire missie naar Berlijn
schijnt te ziin gekomen.
Het Britsche imperium blijkt onaangetast,
Australië, Nieuw-Zeeland en Canada staan
geheel achter Londen. Ierland zal in ieder
geval geen moeilijkheden opleveren evenmin
als Britsch-Indië
De spanning is verdwenen, men weet nu,
waaraan men toe is, doch nu gaan de ge
dachten uit naar hen, die vallen, wegge
lekt uit hun aardsche bestaan, nalatend
Wouwen, kinderen, verwanten, stervend op
uet veld van eer. zooals het heet. voor een
doel. dat niet is aan te geven zonder inner
lijke beroering van geest en hart.
De razernij is losgebarsten over Europa.
Hoe lang zal zij duren en hoever zullen de
'ampspoedige gevolgen zich uitstrekken?
Ix>rd Halifax legde Zaterdagavond in het
Britsche Hoogerhuis een verklaring af. Hij
zeide:
,.De Britsche ambassadeur in Berlijn is
Vrijdagavond half tien ontvangen door Von
Ribbentrop, wien hij de waarschuwende
boodschap overhandigde. Von Ribbentrop
antwoordde de mededeeling aan Hitier te
moeten voorleggen. De ambassadeur ver
klaarde zich bereid het antwoord van den
Rijkskanselier in ontvangst te nemen, maar
tot op heden is geen antwoord ontvangen.
Het is mogelijk, dat het uitstel ge
weten moet worden aan een voorstel,
dat inmiddels naar voren is gebracht
door de Italiaansche regeering, inhou
dende dat de vijandelijkheden zouden
gestaakt worden en dat daarna onmid
dellijk een conferentie zou belegd wor
den tusschen de vijf mogendheden:
Engeland. Frankrijk, Polen, Duitsch
land en Italië.
Hoewel de Britsche regeering de pogin
gen van de Italiaansche regeering waar
deert, zou de Britsche regeering harerzijds
toch niet 'kunnen deelnemen aan een con
ferentie. zoolang Polen het slachtoffer is
van een invasie, zoolang zijn steden gebom
bardeerd worden en zoolang over Danzig
eenzijdig met geweld is beschikt.
Zooals gisteren verklaard, zal de
Britsohe regeering genoopt zijn tot han
delen over te gaan, tenzij de Duitsche
troepen van Poolsch gebied worden
teruggetrokken. Wij staan in verbinding
met de Fransche regeering, wat de
tijdlimiet betreft, waarin de regeerin
gen van Engeland en Frankrijk nood
zakelijk moeten weten, of de Duitsche
regeering bereid is zulk een terugtrek
king uit te voeren.
Indien de Duitsche regeering er in
zou toestemmen haar troepen terug te
trekken, dan zou de Britsche regeering
bereid zijn de positie te beschouwen als
gelijk aan die, welke er heerschte vóór
dat de Duitsche troepen de Poolsch^
grens overtrokken. Dat wil zeggen, de
weg zou geopend zijn voor besprekingen
tusschen de regeeringen van Polen en
Duitschland over de tusschen hen han
gende kwesties, op de voorwaarde, dat
een te bereiken regeling de vitale be
langen van Polen waarborgt en een
internationale garantie verkrijgt.
Indien de regeeringen van Duitsch
land en Polen wenschen, dat andere
mogendheden zich bij haar aan de con
ferentietafel zullen scharen, is de Brit
sche regeering van haar kant bereid,
hiermede in te stemmen.
Er is nog een andere aangelegenheid,
waarvan gewag moet worden gemaakt om
den huidigen toestand volkomen duidelijk
te maken Vrijdag heeft Forster, die op 23
Augustus j.l., in tegenspraak tot de grond
wet van Danzig, staatshoofd geworden is,
de inlijving van Danzig bij het Duitsche
Rijk afgekondigd en tevens de ontbinding
van de grondwet.
Hitier werd verzocht aan dit decreet door
een Duitsche wet kracht bij te zetten. In
de gehouden Rijksdagzitting werd een wet
aangenomen betreffende de vereeniging
van Danzig met het Rijk.
De internationale status van Danzig als
Vrije Stad werd bepaald bij verdrag, het
welk de Britsche regeering onderteekend
heeft en waarbij de Vrije Stad geplaatst
werd onder de bescherming van den Vol
kenbond. De aan Polen bij dit verdrag in
Danzig gegeven rechten worden omlijnd en
bevestigd door overeenkomsten, welke tus
schen Danzig en Polen gesloten zijn. De
door de autoriteiten van Danzig en door
den Rijksdag genomen maatregel vormt
een laatste stap in de eenzijdige misken
ning van dit internationale instrument, dat
slechts gewijzigd kon worden door onder
handelingen.
De Britsche regeering erkent der
halve noch de geldigheid van de rede
nen op grond waarvan de actie der
autoriteiten van Danzig gebaseerd was,
noch de geldigheid van deze actie zelf,
noch de uitwerking, welke de Duitsche
regeering daaraan gegeven heeft.
Chambeilain legde een zelfde verklaring-
af in het Lagerhuis om later nogmaals heS
woord te nemen.
Vóórdat Chamberlain zijn tweede ver
klaring aflegde, zeide Greenwood: „Ik ge
loof, dat het geheele Huls ontdaan is door
Chamberlains verklaring. Er is een toene
mend gevoelen in het Huis, ik geloof in alle
kringen van het Huis, dat deze spanning
vroeg of laat moet eindigen en hoe eerder
hoe beter, maar indien wij moeten marchee-
ren, hoop ik, dat wij zullen marcheeren in
volledige eenheid en met Frankrijk. Ik
spreek in zeer moeilijke omstandigheden,
maar ik mag wel zeggen, dat ik op het
oogenblik zeg wat mij op het hart ligt.
Ik ben ernstig verontrust.
Achtendertig uur geleden vond een
daad van agressie plaats. Op het oogen
blik dat deze daad van agressie ge
schiedde, trad één der belangrijkste
verdragen der moderne tijden in wer
king. (Toejuichingen). Er mogen rede
nen zijn waarom niet onmiddellijk
werd opgetreden; ik heb gepoogd een
eerlijk spel te spelen. (Toejuiching).
Ik ben niet bereid te zeggen, wat ik
zou gedaan hebben".
Na gesproken te hebben van de hevige
bombardementen, zeide Greenwood: „Ik
vraag mij af, hoe lang wij nog zullen wei
felen, nu Groot-IBrittannië en allen, die
voor Groot-Brittannië opkomen en de men-
schelijke 'beschaving, in gevaar verkeeren.
Wij moeten marcheeren met de Franschen.
Ik geloof niet, dat de Franschen zouden
terugdeinzen voor den heiligen eed. dien
zij gezworen hebben. Ik zou er de voorkeur
aan gegeven hebben, dat de minister-pre
sident definitief had kunnen zeggen, of het
oorlog of vrede is. Elke minuut uitstel be-
teekent thans verlies aan menschenlevens
en in gevaarbrenging van onze nationale
belangen (algemeen wordt geroepen: „en
van onze eer), en van de grondvesten van
onze nationale eer.
Ik hoop echter, dat wij morgen hoe
zwaar het den minister-president ook zal
vallen niemand zou vanavond in zijn
schoenen willen staan de meening van de
regeering zullen weten en dat er geen oog
merken meer zijn om <2è zaak uit te stellen.
Op het oogenblik dat het den schijn heeft
alsof wij verzwakken, weet de dictatuur dat
wij verslagen zijn. Wij zijn niet verslagen,
wij zullen niet verslagen worden en wij kun
nen niet verslagen worden, maar een uitstel
is gevaarlijk.
Eerlijk gezegd, acht ik het niet moge
lijk, dat Hitier iets overeenkomt dat hij
niet bereid zou zijn te verraden (zeer
luide algemeene toejuichingen). Ik ge
loof zoo besloot Greenwood dat de
teerling geworpen is. Wij willen den tijd
kennen (toejuichingen).
Na Greenwood nam Sinclair het woord,
die zeide: „Het Britsche parlement zal geen
uitstel dulden in de vervulling van onze eer
volle verplichtingen jegens Polen. De over
weging van het voorstel een conferentie te
beleggen, heeft geen uitstel gebracht in den
opmarsch van het Duitsche leger. Het par
lement gevoelt dat een antwoord geëischt
moet worden, tenzij de opmarsch van die
legers dadelijk gestaakt werd. Het is van
vitaal belang, dat wij optrekken te zamen
met onze Fransche bondgenooten en laat
het vertrouwen dat wij hebben in onze
Fransche bondgenooten niet wankelen, in
dien zij inderdaad de beslissing van dit Huis
wenschen af te wachten. Ik hoop zoo besloot
Sinclair onder toejuichingen, dat het ge
voelen van het parlement zal worden over
gebracht aan de Fransche regeering.
Chamberlain antwoordt.
In zijn tweede redevoering zeide de mi
nister-president: „Ik zou ontsteld zijn, in
dien het Huis een oogenblik meende, dat
mijn verklaring eenige verzwakking verried
van de Britsche of de Fransche regeering in
de houding, welke wij reeds hebben aange
nomen. Ik deel het wantrouwen dat door
manoeuvres van dezen aard wordt uitge
drukt. Ik zou overtuigd moeten zijn van de
goede trouw van de andere partij in elke
actie welke zij onderneemt, alvorens ik dit
voorstel zou kunnen beschouwen als zooda
nig dat het eenige redelijke kans op een
succesvollen afloop biedt.
Ik verwacht dat er slechts één antwoord
is, hetwelk ik het Huis morgen zal moeten
geven. Ik hoop, dat de afloop zoo spoedig
mogelijk aanwezig is, opdat wij weten waar
wij aan toe zijn."
De regeering zoo zeide Chamberlain
nog in zijn antwoord verkeert in een
moeilijke positie en ik veronderstel, dat de
moeilijkheid daarin gelegen is, de actie tele
fonisch met elkander te bepalen op even
snelle wijze als zou kunnen geschieden,
wanneer men zich in dezelfde kamer be
vond Gaarne had ik gezien, dat het mij
mogelijk geweest was het Huis nu te zeg
gen, dat Frankrijk en wij zijn overeengeko
men den kortsten tijdlimiet te gebruiken,
wanneer beiden tot handelen overgaan. Het
is zeer goed mogelijk, dat wij in de komende
uren antwoord ontvangen op onze bespre
kingen met de Franschen. Ik ben er zeker
van, dat ik morgen in staat ben het Huis
een definitieve verklaring te geven.
Ik ben de laatste man om elke mogelijk
heid te verwaarloozen en elke ernstige kans
niet te overwegen, ter vermijding, zelfs op
het laatste oogenblik, van den grooten ramp
van een oorlog (Toejuichingen).
Ik vertrouw zoo besloot Chamberlain
dat het Huis de positie inziet welke ik heb
uiteengezet en mij zal willen gelooven (Toe
juichingen), dat ik uit volledige goede
trouw spreek. Ik wil niet onderhandelingen
verlengen welke onze positie wellicht moei
lijker zouden maken dan zij is.
Het Lagerhuis is gistermiddag weer bijeen
gekomen.
Onmiddellijk na de opening nam Cham
berlain het woord voor het uitspreken van
een verklaring. Zijn eerste zinnen gingen
teloor in het geloei der sirenes na de eer
ste waarschuwing in Londen voor een lucht
aanval.
Toen Chamberlain opstond, werd hij met
luide toejuichingen ontvangen. Hij zeide:
„Toen ik gisteravond het woord tot het,
Huis richtte, kon ik mij er slechts van be
wust zijn, dat in sommige deelen twijfel
of verbijstering bestond ten aanzien van
de vraag, of er aarzeling of wankeling aan
den kant van de regeering was geweest.
Wanneer ik in dezelfde positie geweest was
als de leden, en niet in het bezit van alle
inlichtingen, zou ik hetzelfde hebben kun
nen voelen.
Wij hebben gisteren den geheelen dag be
raadslaagd met de Fransche regeering en
wij waren van gevoelen, dat de verhevigde
actie, die de Duitschers ondernemen tegen
Polen geen vertraging toestond in de ver
duidelijking van onze positie.
In overeenstemming daarmede zond ik
onzen ambassadeur in Berlijn instructies,
om hedenmorgen om negen uur aan den
Duitschen minister van buitenlandsche
zaken een boodschap te overhandigen, welke
als volgt luidt
„Mijnheer, in de mededeeling. die ik
de eer had u te geven op 1 September,
stelde ik u er van in kennis, op instruc
ties van den Britschen minister van
buitenlandsche zaken, dat, tenzij de
Duitsche regeering bereid was om be
vredigende verzekeringen te geven, dat
de Duitsche regeering iedere agressieve
actie tegen Polen op zou schorten, en
bereid was, met spoed haar troepen
terug te trekken van het Poolsche ge
bied, de Britsche regeering in het Ver-
eenigde Koninklijk zonder aarzeling
haar verplichtingen jegens Polen zou
nakomen."
Ofschoon deze mededeeling ruim 24 uur
geleden is gedaan, is geen antwoord ont
vangen. De Duitsche aanvallen op Polen
zijn voortgezet en verhevigd.
In overeenstemming hiermede moet ik u
mededeelen, dat, tenzij niet later dan elf
uur Britschen zomertijd. 3 September, be
vredigende verzekeringen, het bovenstaande
betreffende, gegeven zijn door de Duitsche
regeering en ontvangen zijn door de Brit
sche regeering in Londen, de staat van
oorlog zou bestaan tusschen beide landen,
vanaf het bovengenoemde uur.
Geen belofte van dien aard, aldus ver
volgde Chamberlain, was ontvangen op het
aangeduide tijdstip en bijgevolg verkeert dit
land thans in oorlog met Duitschland.
Ik kan het Lagerhuis ervan in kennis
stellen, dat, volgens de afspraken, welke
gemaakt zijn tusschen de Engelsche en
Fransche regeeringen, de Fransche ambas
sadeur in Berlijn op dit oogenblik een
soortgelijke demarche onderneemt, welke
eveneens vergezelt gaat van een bepaalden
tijdslimiet. Het Huis is op de hoogte ge
bracht van onze plannen, en, gelijk ik reeds
gezegd heb, wij zijn gereed. Het is een
droeve dag voor ons allen, maar voor nie
mand is de dag droever dan voor mij Alles,
zoo vervolgde Chamberlain, waarvoor ik
gewerkt heb, waarop ik gehoopt heb en
waarin ik geloofd heb gedurende mijn
openbare leven, is in puin ineen gestort.
Het eenige dat voor mij is overge
bleven is na te gaan, welk vermogen ik
bezit voor de overwinning van onze
zaak. Ik kan niet zeggen, welke rol ik
wellicht zal mogen spelen, maar ik ver
trouw, dat ik den dag zal mogen aan
schouwen. waarop Hitier vernietigd is
(luide algemeene toejuichingen) en
waarop een bevrijd Europa is hersteld.
(Opnieuw luide toejuichingen).
GREEN! AtOD AAN HET WOORD
Greenwood, die eveneens met algemeene
toejuichingen werd begroet, verwees naar
de gewijzigde atmosfeer in het Lagerhuis.
Hij voegde hier aan toe: er is wrok gevoeld
en ongerustheid en woede gisteravond, bij
de gedachte, dat het uitsel zou kunnen uit-
loopen op nationale oneer en opoffering
van het Poolsche volk aan de Duitsche
tirannie. Hedenmorgen, zoo voegde Green
wood hier aan toe, komen wij bij elkander
in een volkomen verschillende sfeer, name
lijk een sfeer van opluchting, kalmte en
vastberadenheid, i Toejuichingen
De onduldbare beklemming der onzeker
heid is voorbij. Wij weten thans het ergste.
Het gehate woord „oorlog" is door Enge
land uitgesproken ter nakoming van zijn
belofte en zijn onwrikbare voornemens, om
de vrijheden van Europa te verdedigen, Wij
hebben meer gehoord dan het uitgesproken
woord „oorlog". Wij hebben den oorlog hoo-
ren beginnen buiten de omheining van dit
huis. Wij brengen hulde aan de groote zelf-
beheersching, die getoond is door de Polen
gedurende de afgeloopen weken. (Alge
meene toejuichingen).
In een krachtig huldebetoon aan de
Polen zeide Greenwood vervolgens dat de
Polen alleen hadden gestaan aan de por
talen der beschaving, ter verdediging van
„ons en alle vrije naties en alles, wat wij
aanhingen en dat ons dierbaar was".
Na nog een huldebetuiging zeide Green
wood: „Wij begroeten Polen als een kame
raad, dien wij niet in den steek zullen laten.
Tot Polen zeggen wijonze harten zijn met
u en met onze hartien geheel onze macht,
tot den terugkeer van den vrede. Het
nationaal-socialisme moet definitief omver
geworpen worden."
De eerste minister aldus Green
wood verder heeft zijn woord gege
ven, dat het zoo zal zijn en zoolang dat
meedoogenlooze doel wordt nagestreefd
met kracht, vooruitziendheid en vast
beradenheid door de regeering, zoolang
zal er een eensgezinde natie zijn (toe
juichingen). Mochten er echter ver
warde raadgevingen, ondoelmatigheid
en aarzeling bestaan, dan moeten an
dere mannen geroepen worden.
Tenslotte, na opnieuw den steun van La
bour te hebben bevestigd aan de hulp
maatregelen der regeering, verklaarde
Greenwood: wat al het overige betreft, zul
len wij, naar mate van onze gelegenheid,
onze volledige bijdrage leveren aan de
nationale zaak i Toejuichingen iMoge de
oorlog snel en zeker zijn. Met deze woorden
eindigde Greenwood zijn rede,
CHURCHILL SPREEKT.
Churchill, de volgende spreker, zeide:
In dit plechtige uur zal het een troost zijn,
onze herhaalde pogingen tot het vestigen
van vrede in herinnering te brengen en
daar even bij te verwijlen. Zij waren alle
onder een slechte ster geboren, maar zijn
alle trouw en oprecht geweest en dat is
van de hoogste moreele waarde. En niet
alleen van moreele waarde, maar ook van
practische waarde op het huidige oogenblik.
In verband met de van ganscher harte ge
geven instemming van tientallen millioenen
mannen en vrouwen, wier medewerking on
misbaar is en wier kameraadschap en broe
derschap evenzeer onontbeerlijk is. Dat is
de eenige grondslag, waarop de beproeving
en de tegenspoeden van den modernen oor
log gedragen en overwonnen kunnen wor
den.
Buiten kunnen de stormen van den
oorlog waaien en kunnen de landen ge-
geeseld worden door de woede van zijn
vlagen, maar in onze eigen harten is op
dezen Zondagmorgen vrede. Onze han
den kunnen actief zijn, ons geweten
echter is in rust.
Wij moeten den ernst niet onderschatten
van de taak. die voor ons ligt of de ge
strengheid van de vuurproef, waartoe wij
zullen blijken te zijn opgewassen. Wij moe
ten vele teleurstellingen en onaangename
verrassingen verwachten, maar wij mogen
er zeker van zijn dat de taak. die wij
vrijelijk aanvaard hebben, er een is, die niet
uitgaat boven de kracht van het Britsche
rijk en de Fransche republiek.
De eerste minister zoo voegde Churchill
hier aan toe zeide, dat het een droeve
dag was. Maar het schijnt mij toe.
dat er nog een andere factor is, die
men zich op dit oogenblik bewust kan ma
ken en dat is het gevoel van dankbaarheid,
dat, wanneer deze groote beproevingen over
ons eiland moesten komen, er hier op dit
oogenblik een geslacht van Britten gereed
staat om te bewijzen, dat het waardig is aan
de jongens van weleer en niet onwaardig
aan die groote mannen, de vaders van ons
land, die de grondslagen hebhfy^ gelegd
van ons land en die de grootheid van ons
land hebben gevestigd.
Dit is geen kwestie van vechten voor
Danzig en Polen, zoo voegde Churchill
hieraan toe. Wij strijden om de wereld
te redden van de pestilentie van een
nationaal-socialistische tyrannie en
voor de verdediging van alles, wat het
heiligst is aan den mensch. Dit is geen
oorlog ten behoeve van overheersching,
van vergrooting van het imperium, van
materieele voordeden, geen oorlog om
eenig land uit te sluiten van het zon
licht. Deze oorlog heeft ten doel, het
toekomstige statuut van den mensch te
vestigen.
Wellicht lijkt het een paradox, dat een
oorlog, die ondernomen wordt uit naam van
de vrijheid en het recht, als noodzakelijk
deel van zijn voortgaan, het opgeven eischt
van zoovele van die gewaardeerde rechten
en vrijheden. Wij zijn er zeker van. dat de
vrijheden in handen zullen berusten, die er
geen misbruik van zullen maken, maar die
ze zullen verzorgen en behoeden, aldus
Churchill tenslotte en wij zien met vertrou
wen den dag tegemoet, waarop onze vrijheid
en rechten hersteld zullen worden en waar
op wij in staat zullen zijn, ze te deelen met
het volk, waarvoor die zegeningen onbekend
zijn.
Nog voerden vele sprekers het woorC