1
Koninklijk^ familie ter kerke - Het Zilo eren-bal tournooi te Rotterdam
m
m vjy
éêt A
iMMrM/'Jt
Hand in hand
met Mariene
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
I
■r>4v
f; rS/t.A V. I
80ste Jaargang
FEUILLETON
L*
L
HL T*-'
h k
lÉ» jü
■rj'
1 W nQ
[Ui»"
GISTERMORGEN HEBBEN DE KONINGIN, PRINSES JULIANA EN PRINS BERNHARD DEN
fTlENST-BIJGEWOOND IN DE BETHLEHEMKERK IN DEN HAAG. BIJ
HET VERLATEN VAN DE KERK.
EEN MOMENT UIT DEN WEDSTRIJD A.D.O.—WILLEM II, GISTEREN OP HET SPARTA-
TERREIN TE ROTTERDAM IN HET ZILVEREN BAL-TOURNOOI GESPEELD.
DE WILLEM II-KEEPER MIST.
DE TEWATERLATING van het motorvracht- en passagiersschip „Castor",
dat op de werf van de frederlandsche Dok Maatschappij te Amsterdam voor
rekening van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij
gebouwd is.
IN VERBAND MET DE MOBILISATIE werken de broodfabrieken
onder hoogspanning. 60.000 Brooden voor militairen in een broodfabriek
in de residentie gereed voor verzending.
OP DE LINKS van de Amsterdamsche Golfclub werden de jeugdkam
pioenschappen golf gespeeld. Mejuffrouw S. v. d. Laan aan slag in haar
partij tegen mejuffrouw A. Delcourt van Krimpen.
HET KONINKLIJK PALEIS OP DEN DAM TE AMSTER
DAM wordt met zandzakken tegen luchtaanvallen be
schermd. Het binnendragen van het materiaal.
EEN AANTAL POOLSCHE LOGGERS is in de Coenhaven te Amsterdam
opgelegd, in verband met het gevaar op de Noordzee voor deze schepen.
Het vastleggen van een der loggers.
door
HANS HIRTHAMMER.
58)
„U pakt al onze eigendommen in, neeimt
Wn kruier en rijdt dan met den jongen
"aar Grunewald Ik heb in de Hindenbur-
Kr allee een woning gehuurd, nummer 68.
terete étage. Hier zijn de sleutels! En hier
••ebt u geld! Maakt u alles voor een schit
terende ontvangst gereedIk kom met mijn
kouw tegen zes uur. Maar denk er
mi niet open doen, als wij bellen, ik heb
aoS een sleutel. Kan ik er op aan, dat
"les prima in orde komt?"
Moeder Külcke beloofde het.
Ook het middagspreekuur verliep alleszins
tevredigend. De mare scheen zich reeds te
tebben verbreid, dat de jonge dokter Bur
ster weer in de buurt was teruggekeerd
'utet het gevolg, dat een aantal oudere da
b's haastig raad kwam vragen voor haar
%aine en andere kwaaltjes.
„Het Is de belooning voor ons doorzet
ten", zei Lorenz, toen eindelijk de laatste
vertrokken was. „Ik heb het je altijd wel
gezegd, dat ons vertrouwen eens zou wor
den beloond."
„Ik ben de gelukkigste vrouw van de we
reld, Lorenz!"
„Wat je, naar ik hoop, niet beletten zal
om je nu zoo gauw mogelijk gereed te ma
ken, want ik kan niet te laat in Grunewald
aankomen."
„Moet dat dan beslist vandaag nog?"
klaagde Mariene. „Ik had het zoo heerlijk
gevonden om vandaag verder met ons bei
den te blijven. En Hansje zit den heelen
dag alleen thuis die verlangt natuurlijk
ook naar ons!"
„Het moet. Mariene!"
„Kan ik dan niet alleen naar huis gaan?"
Er is me veel aan gelegen, dat je mee
gaat!"
Daarop schikte zij zioh in het onvermij
delijke. Hij verlieten het huis en dan kwam
de rit met den ondergrondsche. welke voor
Lorenz het mooiste was, wat het leven hem
ooit had geschonken.
Steeds weer gleed zijn blik over Marlene's
niets vermoedend gezicht. Nu ging ze haar
geluk tegemoet en ze wist het zelf niet.
Toen zij den trein verlieten, leek de he
mel een goudkleurig licht. Weldra zou de
zon ondergaan
Lorenz gaf zijn vrouw een arm. De zui
vere, prikkelende boschluoht woei hun in
het gezicht. Mariene genoot er van met
volle teugen. „Heerlijk is het hier. Hier wo
nen zeker de bevoorrechten, nietwaar, Lo
renz?"
„Ja, Mariene, hier wonen de bevoorrech
ten. Je zult het direct wel bemerken.
Hier zijn we al bij het huis. Kijk daar,
op de eerste étage!"
„Mooi!zei Mariene.
Lorenz ging haar voor het huis binnen
en liep ook voor haar uit de trap op. Hij
moest zich aan de leuning vast houden,
zoo duizelde het hem van geluk.
Toen belde hij aan zijn eigen huis.
Mariene kwam achter hem aan.
„Verdraaid, er schijnt niemand thuis te
zijn!" zei Lorenz en hij moest zich op zijn
Lippen bijten om zich goed te houden.
„Mijn hemel nu hebben wij die heele
reisZij maakte den zin niet af, want
haar blik was op een splinternieuw koperen
naambord gevallen, dat onder den knop van
de electrische bel was aangebracht.
..Lorenz!"
Hij keerde zich om. Zijn oogen straalden.
„Lorenzdaarstaat tochjouw
naam?"
„Eigenaardig, wat?En hier heb ik
den sleutel, Mariene en dit i s onze
nieuwe woning, jouw huis. Mariene
Zij stond als aan den gTOnd genageld en
staarde hem aan. En plotseling schoten
haar de tranen in de oogen.
Lorenz legde zijn hand om haar middel,
terwijl hij met de andere de deur opende
en het licht in de vestibule aandraaide.
Zachtjes schoof hij haar naar binnen. „Ons
eigen huis, Mariene, geloof het maar!"
En daarop leidde hjj haar door de ver
schillende vertrekken. „Hier is de woon
kamer en die deur daar geeft toegang tot
het balcon. Daar kan je den heelen middag
in de zon zitten. En dat is onze slaapka
mer. Ruik toch eens, die lucht! Die komt
daar uit het bosoh. Is het niet een genot om
hier te slapen? En dat hier is de keu
ken Ah, goeden avond, mevrouw Külcke!
Is alles netjes in orde?"
Moeder Külcke lachte voldaan en liet
Hansje los, die met een waar Indianenge-
huil zijn ouders begroette. „Ik heb alles bij
de hand. Als u wilt, kan lk zoo den maal
tijd klaar maken."
„Een pracht idéé!" Hij opende een an
dere deur. „Kijk, Mariene, hier kunnen de
kinderen slapen. Ook heel aardig, wat? En
een badkamer hebben we ook. Is het niet
een heerlijke woning?"
„Nee, nee. dat is toch alles niet waar!"
Hij legde beide handen op haar armen.
„Het is waar!"
Zij bevrijdde zich uit zijn greep en ging
naar de kamer, waar zij voorzichtig langs
de meubels streek, in de slaapkamer be
tastte zij het bed, in de keuken draaide zij
de waterkraan open.. Ja, het was alles
werkelijkheid.
Zij keerde nog eens naar de slaapkamer
terug en staarde lang in den grooten spie
gel van de kleerenkast.
Hansje had intusschen in de kinderkamer
iets bijzonders ontdekt: een prachügen
trein, dien hij reeds zoo lang gewenscht
had.
„lorenz.en. .behoef ik nu niet meer te
rug.. naar de Frankfurterstraat'"
„Nooit meer. Mariene!"
„Maar hoe heb je.dat kost toch alles
vreeselijk veel geld?"
„Ja, maar je man verdient nu ook vree
selijk veel geld".
„Zooveel geluk opeens?" stamelde zij.
„Nu hebben wij de zorgen en de moeilijk
heden achter ons, Mariene!" Hij trad op
haar toe en nam haar stevig in zijn armen.
„En onze kinderen onze beide meis
jes zullen voortaan ook weer bij ons
zijn." Haar stem klonk zoo verlangend, dat
Lorenz nu pas besefte hoe moeilijk haar de
scheiding van de beide andere kinderen
was gevallen.
„Natuurlijk! Morgen schrijven we direct
aan Maria om ons de kinderen te brengen.
Wij moeten ons circus toch eindelijk weer
compleet hebben!"
Zachtjes maakte zij zich uit zijn omhel
zing los. Nu, in deze omgeving was zij weer
de moeder van het gezin; dit was haar do
mein, dat haar de plichten oplegde, die zij
reeds te lang had moeten ontberen.
Haar muiltjes stonden klaar en bijna
plechtig bond zij een schort voor.
„Hier zijn we weer thuis", zei ze zacht.
„Ons eigen huis
Toen ging ze naai' de keuken om met
moeder Külcke het feestmaal te bereiden.
EOUM!.