Rijtoer üan H.M. de Koningin - Auto rijdt een kantoor binnen SO fe Jrarrnrq LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Hand in hand met Mariene FEUILLETON TER BEVEILIGING VAN DE SCHATKAMER VAN DE ST. SERVAAS- KERK TE MAASTRICHT worden groote hoeveelheden zand en zak ken aangevoerd. Werklieden bezig met het vullen der zakken. DAT DE MOBILISATIE IN HET KINDERLEVEN EEN GROOTE ROL SPEELT bewijst bovenstaande foto. Amsterdamsche jon gens met papieren kwartiermutsen. DE A.N.W.B.-RICHTINGAANWIJZERS ZIJN IN DE GRENSGEBIEDEN VER WIJDERD. Enkele toeristen staren in verlegenheid naar den trouwen raad gever, die thans zijn veelzeggende armen mist OOK NED. INDIË PARAAT. In het Cheribonsche zijn zeer uit gebreide manoeuvres gehouden door de le divisie. Indië's nieuwe legercommandant, generaal Berenschot in gesprek met gen.-maj. Pesman, comm. le divisie. DE VERJAARDAG VAN II.M. DE KONINGIN. H.M. maakte gisteren een rijtoer door Baarn en Soest. Links: De Koningin neemt de toejuichingen der Baarnsche bevolking in ontvangst Rechts: H.M. wordt toegejuicht door de inwoners van Soest INSPANNING ALS ONTSPANNING IN SPANNENDE DAGEN. DE GEMOBILISEERDE SOLDATEN TE AMSTER DAM HIELDEN SPORTWEDSTRIJDEN. EEN STEVIG NUMMERTJE TOUWTREKKEN. door HANS HIRTHAMMER. 56) Geen muren van andere woningen belem merden het uitzicht, integendeel, aan de voorzijde lag een groot grasveld en direct daarachter stonden rijen hooge dennen, welker geur tot ln de woning doordrong. Het was bijna zooals ln Heidmühle, slechts met dit verschil, dat men ln drie minuten het station van den ondergrondsche kon bereiken, vanwaar elke tien minuten een trein naar de binnenstad vertrok. ..Het huis lijkt me wel!" zei Lorenz, zijn enthousiasme zoo goed mogelijk bedwingend. ..Is het direct te aanvaarden?" ..Ja zeker, als u even mee wilt gaan naar mijn bureau kunnen wij het huurcontract in orde laten maken." ..Uitstekend!" Een kwartier later werden hem de sleu tels overhandigd. De huur was voor een maand vooruit betaald, het huurcontract onderteekend. „Kunt u mij mlsbhlen een duimstok lee- oen?" vroeg Lorenz en daarop ging hij nog eens alleen terug naar de woning, welke hij nu de zijne mooht noemen. Langzaam liep hij van de eene kamer naar de andere in een gevoel van onbeschrijflijke gelukzalig heid. Mariene! Dat je me niet ziek wordt van blijdschap! Stel je voor, nu zal de zon je in je gezicht schijnen, als je 's morgens wak ker wordt, de zon, waar je zoo naar ver langd hebt in die sombere gevangenis! En je bosch heb je ook weer terug. Het balcon ligt op het Zuiden, Mariene, je krijgt een ligstoel, zoodat je door en door gezond zult worden en de belde meisjes zul len steeds om je heen zijn of beneden voor het huis met Hansje op het grasveld spelen Je zult daar liggen en de zon achter de boomen zien ondergaan en dan zul je naar binnen komen en als de kinderen naar bed zijn. zullen we samen nog een poos onder de lamp zitten en de belevenissen van den dag uitwisselen. Hij vond een stuk papier in zijn porte feuille en begon dc afmetingen van de ka mer bij een vluchtige schets te noteeren. Hier zou de woonkamer komen, daartegen over de slaapkamer en in het kleinere ver trek daarnaast zou het circus zijn tenten opslaan. Toen Lorenz een en ander aldus had vast gelegd, reed hij naar de stad terug, waar hij een meubelzaak opzocht. „Ik heb een volledige woninginrichting ■loodig" verklaarde hij met - alsof hij er slechts op wachtte zijn chèque- boek te voorschijn te kunnen halen De bediende wierp een vluchtigen blik op de schels en bracht Lorenz daarop naar de toonzaal. „U wilt zeker op termijnbetaling koopen." „Ja. natuurlijk!" „Mag ik vragen, of u over een vast in komen beschikt?" „Ik ben arts!" zei Lorenz en toonde zijn legitimatiebewijs. „De volgende week neem ik de praktijk van een collega over." Hoe heerlijk was het zoo te kunnen spre ken, zijn mooie beroep weer zoo openlijk te mogen bekennen, weer vasten grond on der zijn voeten te hebben. De bediende glimlachte gerustgesteld. „Uitstekend, dokter, dank u. Mag ik u nu even onze voorraden laten zien?" Lorenz bepaalde met zorg zijn keus. De meubels .welke hij uitzocht, waren zeer een voudig, maar getuigden toch van den goe den smaak van den ontwerper. Daar hij overigens van alle overbodige luxe afzag, bleef hem, nadat hij het vereischte bedrag vooruit had betaald, zelfs nog wat geld over. Hij kwam met den bediende overeen, dat het bestelde den volgenden middag zou worden geleverd. „Ik zou wel graag zien, dat u dan tevens voor het ophangen van de gordijnen en de lampen zorgt." „Heel graag .dokter, u kunt er op reke nen, dat het in orde komt." Het was lntusohen al laat in den middag geworden. Lorenz overlegde, wat hem nog verder te doen stond. Voor de aansluiting van gas en electriciteit zou de verhuurder zorgen, zijn adresverandering kon hij na de verhuizing opgeven ach ja, haast had hij nog wat belangrijks vergeten. Hij zocht een ijzerwinkel en bestelde een naambord voor de deur. een van koper met ingegraveerden naam. Of het morgenmid dag klaar kon zijn? Ja zeker, dat zou wel gaan. In dezelfde zaak vond Lorenz ook het allernoodzakelijkste keukengereedshap, een paar potten en pannen en wat borden. De rest zou hij wel van moeder Küloke kunnen leenen. Hij gaf het adres op, waar het ge kochte geleverd moest worden, en hij be speurde een weldadig aandoende vermoeid heid ln zijn leden, toen hij eindelijk den terugtocht naar huis aanvaardde. Het de- primeerende gevoel, dat hem de laatste maanden geen oogenblik had verlaten, nam nu geleidelijk af en zich overgevend aan de eentonige cadans van den voortsuizenden ondergrondsche, dacht hij met een zekere gelatenheid aan al degenen, die tijdens zijn kort verblijf in Berlijn zijn levensweg had den gekruistArno Meissner, professor Hopfelt en dien dokter Petzold, den zelf- zuchtigen opvolger van dr. GeroldZoo menig ander gezicht nog trok aan zijn geestesoog voorbij en allen zouden zij van hem hooren dat was zijn vaste voorne men als hij eenmaal weer beide voeten aan den grond had Het liep reeds tegen half acht, toen hij eindelijk in de Frankfurterstraat terug keerde. Mariene lag bleek en vermoeid in een leunstoel en begroette hem met een dank baar lachje. Hij bemerkte onmidellijk haar zeldzame apathie. „Heb je weer den heelen dag voor niets gesjouwd, jij, arme? Schei daar toch mee uit, Lorenz, het heeft immers toch geen zin meer!" „Wat wil je daarmee zeggen?" „Niets anders, jongen, dan dat het zoo ontzettend moeilijk te dragen is, dit leven. Ach, Lorenz, ik heb zoo'n heimwee. Weet je nog hoe heerlijk het thuis was, in Heid- mühlDe zon., het bosah.. de vele bloemenen de vogels, die ons 's morgens wakker zongen.. Ook al ging het ons dan nog zoo slecht, we hadden tenminste al het moois, dat de natuur ons gratis gaf, maar hier.Wat moet er hier op den duur van ons worden? Waar zal dit alles eindigen?" Diep ontroerd, nam hij haar koude han den in de zijne en het was, alsof hij haar omhoog wilde heffen tot de hoogte, die hij nu zelf had bereikt. „Alles zal goed worden, Mariene, geloof me. Het is nu geen ijdele phrase meer, zoo als vroeger. Ik heb nu mijn voet in den stijgbeugel. Ik heb een betrekking ge kregen. Maandag reeds kan ik beginnen. Het zou eigenlijk een verrassing voor je worden, maar nu heb je me tot spreken gedwongen." „Wat..? Heb je werkelijk een betrekking gevonden?" „Ja, Mariene!" „Als dat waar is mijn hemel, kan dat dan werkelijk waar zijn? Ach, Lorenz, dan zal toch alles nog goed worden?" „Natuurlijk, liefste!" „Dan kan ik het jou ook wel zeggen: Welkenlaub gaat morgen, al weg. Ik kan nog een paar dagen blijven tot zijn opvolger zich voldoende heeft ingewerkt en dan ben ik overbodig." „Misschien houdt de nieuwe je wel in zijn dienst." „Nee. daar is geen kans op. Welkenlaub heeft het wel geprobeerd, maar zijn opvol ger is getrouwd en zijn vrouw zal hem op het spreekuur assisteeren." „Dat is jammer, maar het heeft ook zijn goede zijde, Mariene! Je kunt nu tenmin ste wat uitrusten en dan zal je weer hee- lemaal van ons zijn." (Nadruk verboden?. (Wordt vervolgd). EEN AUTO KOMENDE VAN DE HEMBRUG reed vlak voor de Spaarn- dammerstraat te Amsterdam den dijk af en schoot het kantoorgebouw van een triplexhandel binnen. Wonder boven wonder, werd niemand gewond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5