Verboden te zwemmen
Oplossingen
Goede oplossingen
Grappige verhalen
van de stadspoort
De professor en de stoute jongens.
Een geleerde professor, die er een spe
ciale studie van maakte, de gevoelens van
boeven en misdadigers te onderzoeken,
logeerde eens tijdens zijn vacantie in een
vriendelijk dorpje, waar een vijvertje was
met een groot bord erbij, waarop met
koeien van letters te lezen stond: .Verbo
den te zwemmen! Overtreding wordt ge
straft met een boete van f. 2.50".
Maar ondanks het bord zag de professor
hier iedere dag een grote troep jongens
rondplassen.
,Ja. ja", zo dacht de professor, „zo zijn
nu alle boeven of boefjes in de dop! Nog
vijf minuten hier vandaan bevindt zich
een keurig zwembad, waar een bad maar
één dubbeltje kost, en toch vinden ze er
een behagen in, juist precies hiér te zwem
men, waar het verboden is! En dat. terwiil
ze. wanneer ze gesnapt worden, f. 2.50 moe
ten betalen! Ik begrijp er niets van! Ik
vermoed, dat zo'n stoute jongen wel heel
bizonder prettige gevoelens ondervindt, als
hij iets doet, dat verboden is
Weet je wat. i k kan helemaal niet over
dat soort gevoelens oordelen, want i k ben
nooit een stoute jongen geweest In m'n
allerprilste jeugd was ik eigenlijk al net
zo verstandig als ik nu ben. Daarom ga
ik zelf in hoogst eigen persoon eens in
dat verboden vijvertje zwemmen. Ik kan
dan zelf ondervinden hoe het voelt, iets
streng verbodens te doen.
Zo gezegd, zo gedaan. Op een mooie mor
gen stapte de professor naar het vijvertje
met een notitieboekje en een potlood in de
hand.
Hij nam zich voor. alle gevoelens, die hij
ondervond, nauwkeurig op te tekenen. Voor
een prettig gevoel zou hij een plus. voor
een naar gevoel een min neerschrijven.
De professor kleedde zich uit. maar vond
geen haak om zijn jas aan op te hangen,
zoals in het kamertje van het zwembad.
Een min! Ook was er geen bank, waar hij
z'n overige kleren op neer kon leggen. Weer
een min! Zuchtend ging hij op het gras
zitten, dat flink vochtig was. zodat hem
een koude rilling over de rug liep! Min
Nadat hij z'n kleren op een hoopje ge
legd en z'n badpak aangetrokken had.
stapte hij het vijvertje in. met beide voe
ten diep in de modder wegzakkend. Min!
Plats! daar stapte hij in een kuil. gleed uit.
viel languit in het water en kreeg een flinke
mondvol van het vieze vocht binnen. Min!
Min! Min!
De diep teleurgestelde professor voelde
in het lauwe water opeens een ijskoude
stroming. Wat was dat? Een onderaardse
bron. een draaikolk? Hij werd heus een
beetje bang! En op hetzelfde ogenblik
voelde hij iets kils en glibberigs, dat zich
om z'n enkel slingerde. Een waterplant of
een slang? De professor griezelde en rilde.
Hij dacht er een ogenblik aan. zijn proef
neming maar op te geven, maar in plaats
daarvan raapte hij al zijn moed te zamen
en schreef vier dikke mintekens neer.
Een paar nieuwe „minnen" werden
geboekt.
Dapper wilde hij nu een eind verder het
vijvertje inlopen in de hoop, een eindje te
kunnen zwemmen. Maar opeens kreeg hij
een schok van angst! Verbeeld je. dat er
een„ Iemand voorbijkwam en zijn kleren
stal? Zijn gouden horloge, dat hij bovenop
der raadsels uit het vorige
nummer.
1. Vogf" ooi; voet. Otto, geld, eend, Lena,
kool, olie, oost, iets.
2. Hagelstenen.
3. Onderdendam: den, dom, nar, neen, dor.
4. Doom, roosje; Doornroosje.
5. Oud.
6. Schelpenvisscher.
7. 1. De appel valt niet ver van de boom.
2. Wie de schoen past, trekke hem aan.
S. Hans Andersen; Ans, aas, Naarden, Hans,
neer.
ontvangen van:
Marietje Lagerwij. Sofietje Lagerwij, An
nie van Winkel, Frans Pison, Jannie van
Biezen, Annie Kuyl. Lydia Botermans, Anny
Bekooy, Jo Kooien. Jannie Kooien. Cobie
Kleer, Elsje de Bruyn, Annie Schipper. Adri
Schipper, Marietje van Vliet, Bernard van
Vliet, Kora Key. Kees Stol. Jan Bronsgeest,
Alida Stikkelorum, Kooh Stikkelorum, Ida
de Graaf, Dikkie de Man. Piet Martijn, Toos
de Vos. Rie de Vos, Joke de Vos, Henk van
Egmond, Leni Prevo. Niek Bakker, Marti
Bakker, Coba Verlind, Elsje Verlind, Marie
tje de Mooy, Greet lips, Mien Verstraaten.
Rietje Brandt, Leny Moraal, Janny Harte-
velt, Co Hartevelt, Willy van Rijn, Anton
Tegelaar. Elsje Boterenbrood, Truusje
Sluymer.
gelegd had. glansde verleidelijk in de zon.
Vlug ging hij aan land en kwam nog pre
cies op tijd om zijn schoenen te bevrijden
van een kolonie mieren, die zich hierin met
hun hele hebben en hou en gevestigd
hadden.
Een paar nieuwe minnen werden geboekt
Dat was nu dus de werkelijkheid van het
genot van het zwemmen in een verboden
vijvertje
Rillend van kou stond de beroemde ge
leerde aan de oever en miste zijn hand
doek mineen bel om den badmeester
te roepen minde douche om het vuile
water van zijn lichaam te spoelen min!
Toen hij zijn aantekeningen doorlas, vond
hij geen enkele plus. Hoofdschuddend over
peinsde hij. waarom die stoute jongens dan
toch wel hier en juist hiér gingen zwem
men, toen hij opeens uit de verte iemand
op zich af zag komen. Het was de veld
wachter!
Snel wou de professor zijn hemd aan
trekken, maar in de haast schoot hij met
beide armen in de pijpen van zijn onder
broek. En toen hij eindelijk zijn hemd ach
terste voren aan had, was hij opeens zijn
boordeknoopje kwijt, dat hij eerst later, zeer
tot leedwezen van zijn grote teen. in zijn
schoen terugvond. Min!
En meteen stond de veldwachter vlak
voor hem. Tevergeefs trachtte de geleerde
man uit te leggen, dat hij enkel in dienst
van de wetenschap in het vijvertje ge
zwommen had De man der wet geloofde er
niets van en de professor moest onmiddel
lijk f. 2.50 betalen. Nog een dikke, vette
min in zijn notitieboekje, de dikste van alle
maal.
Met een droef gemoed keerde de profes
sor naar huis terug. Doch nauwelijks had
hij zich enkele tientallen meters van het
vijvertje verwijderd of een uitbundig ge
lach en geschreeuw trof zijn oor. Hij wan
delde terug en zag juist een paar jongens
in het water stappen.
„Jongens!" riep de professr. „vertelt me
eens vlug, hoe jullie het toch in vredes
naam in je hoofd haalt, juist hiér te gaan
baden? Je kunt toch voor een dubbeltje in
het zwembad gaan, terwijl het hier. wat ik
zo juist aan den lijve ondervonden heb.
f. 2.50 kost. Jullie bezitten geen greintje
overleg en gezond verstand Het ontbreekt
jullie aan alle redelijkheid!"
..Nee, meneer", riepen de jongens, „het
ontbreekt ons alleen maar aan dubbeltjes!"
Hoe de studenten den poortwachter
en elkaar voor de gek hielden.
O, die goede oude tijd! zuchtten onz J
grootvaders weieens. Maar ze vergeten, da E
onze voorouders en nu bedoel ik eigen
lijk de hele oudjes van een paar eeuwei
geleden! in vele opzichten graag me j
ons zouden willen ruilen. Wij kunnen b.v
een stad binnengaan wanneer we maa
willen, terwijl in die oude tijd iedere avoni
de poorten gesloten werden. En zelfs o;
klaarlichte dag had je soms nog veel moei
te. een stad binnen te komen. Vooral ii J
tijd van oorlog en er waren zo noga. r
eens wat oorlogjes tussen de steden ei 1
landjes onderling! Dan stonden de sol r
daten bij de poort en dan kwam geen men
de stad in of hij moest zo ongeveer zij
hele levensloop opbiechten.
Vooral de poortwachter te Karsel
Duitsehland moet een zeer streng, hoewe
niet zo bar snugger man zijn geweest. Ta
van grappige verhalen over hem doen rii e
ronde. P
Zo wordt o.a. verteld, dat een troepj
studenten uit Göttingen, die vaak te paan
naar Karsel reden, zich vreeselijk erger
den over dat uitgevraag. Ze besloten nu c
den poortwachter er eens tussen te nemei 1
en in het jaar, dat Schiller's drama ..D< E
rovers" pas bekend geworden was. noem 'a
den ze in plaats van hun eigen namen een u
voudig alle personen uit het toneelstuk op
De landgraaf van Hessen, die ook heer ei
meester van de stad Karsel was, las leden e
avond het boek van den poortwachter doo x
en toen hij daar de namen uit „De rovers'
las, lachte hij zijn domme soldaten har
telijk uit.
Er kwam geen mens de stad in, of
Dezen echter hadden wraak gezworen, en
toen de studenten een volgende keer weer
door de poort wilden en voor het gemak
maar allemaal een verschillende vogel
naam opnoemden, zaten de spotvogels in
een ommezien achter de tralies.
Nu was het weer de beurt van de stu
denten om wraak te nemen Toen ze de vol
gende keer voor de poort stonden en naar
hun namen gevraagd werd. hoorde men:
„Wever, Slager. Molenaar, Bakker en zelfs
de Meester" Wat nu, allemaal handwerks-
lui9 Hoonlachend van woede sloten de
soldaten hen in de gevangenis. Maar....
na enkele uren moesten ze hen weer los
laten en kregen nog bovendien een geducht
standje van den landgraaf, want de namen
waren inderdaad juist, al was het natuur
lijk geen toeval, dat juist deze studenten
de tocht hadden meegemaakt!
Soms ook namen de studenten elkander
bii de een of andere stadspoort in de ma
ling. Zo gebeurde het eens, dat drie Le:p-
ziger studenten hun vriend Vierhoek, die
naar Berlijn zou verhuizen, een poets bak
ten. Ze reden een heel eind met hem mee,
maar de volgende dag namen ze afscheid
van hem en lieten hem schijnbaar aflleen
verder trekken Langs een andere weg
reden ze echter vooruit naar de Berlijner
stadspoort. De eerste noemde zich daar
Eenhoek en die mocht natuurlijk direct
passeeren. De tweede gaf als zijn naam op
Tweehoek en toen keek de wacht al erg
wantrouwend Toen echter de derde ver
telde, dat hij Driehoek heette, begon de
goede man te bulderbassen en als de stu
dent niet een aantal van te voren
klaargemaakte brieven met de naam Drie
hoek erop bij z'ch had gehad, was hij stell e
in de gevangenis gegaanDe afme Vierhoek
echter moest het loodje leggen. Hoe hij
ook smeekte en hoeveel paperassen en be
wijzen hij ook liet zien, hij ging een hele
dag achter slot en grendel!