Het vliegtuigmoederschip Formidable- Harry Baur in den Haag
80 iie JaargangLEIPSCH DAGBLADTweede Blad
Hand in hand
met Mariene
FEUILLETON
LEGEROEFENINGEN IN ENGELAND.
Soldalen van het ie Bataljon East Surreys,
gecamoufleerde helmen.
HET NIEUWE ENGELSCHE VLIEGTUIG MOEDERSCHIP „FORMIDABLE
LIEP TE BELFAST TE VROEG VAN STAPEL. BIJ I)E PANIEK,
DIE ONDER HET AANWEZIGE PUBLIEK ONTSTOND, WERD
EEN VROUW GEDOOD EN 19 PERSONEN GEWOND.
TER GELEGENHEID VAN HET 25-JARIG BESTAAN
VAN HET B.P.M. LABORATORIUM TE AMSTERDAM,
werd het S.H.E Li,.-sportpark aan de Valentijnkade ge
opend. Overzicht tijdens de overdracht.
OP HET STRAND TE ZANDVOORT voor den Zuiderboulevard werd
een ruiterfeest gehouden, georganiseerd door de V.V.V.-Zandvoort. Het
springconcours-B om den V.V.V.-beker.
•►♦♦"'Ui!!;
DE KONINKLIJKE MILITAIRE SPORTVEREENIGING ORGANISEERDE EEN
RALLYE-PAPER OP MOTOREN waarvoor de start was bij de Willem III-ka-
zerne te Apeldoorn. Ritmeester v. d. Minne van de K.M.A. tijdens de rallyepaper.
DE FRANSCHE FILMACTEUR HARRY BAUR bij aankomst in de resi
dentie, waar bij te Scheveningen zal optreden, V.l.n.r. mevr. Bauer, Harry
Baur en mr. A. Adama Zijlstra, seer. E xploit. Mij. Scheveningen.
RICHARD TAUBER en zijn vrouw Diane Napier
aan boord van de „Capetown Castle" te Southampton,
welk schip hen naar Zuid-Afrika zal brengen.
door
HANS HIRTHAMMER.
15)
Zoo wisselden zij hun dwaasheden uit.
We lasten en zorgen schenen plotseling
Jan hun schouders te zijn weggenomen.
Moed en vertrouwen waren in hun hart
weergekeerd, 'het lokkende, lachende leven
°ad zich weer naar hen toegewend.
Zij waren het Potsdajumer plein over
gestoken, waar de nacht reeds zijn stem-
Pel drukte op het afnemende verkeer. Nu
"epen zij in de Potsdammer straat.
«Zoo, hier zijn we er al! En mijn moeder
hoeft nog licht op. Zij pleegt eiken avond
laat naar bed te gaan, al mijn welge
meende raadgevingen ten spijt. Enfin, van-
laag treft het goed. Dan kunt u nog juist
nen kennis maken."
"U verlangt dus dat ik midden in den
"acht nog bij u kom binnen vallen? Een
Jewelclig tempo houdt u er op na. Juffrouw
Jorothy! Het verwondert me alleen maar,
jat u me niet voorstelt om nu direct maar
®'in eerste spreekuur te houden!"
..Waarom niet? Als u mij als patiënte
'oor lief wilt nemen?"
„Kom, kom, u en ziek zijn! Wat voor
ziekte zou dat wel moeten wezen?"
Zij trok haar gezicht in een lijdende
plooi. „Ach, dokter, ik geloof dat het het
hart is. Het wil niet meer zoo goed. En
dan heb ik af en toe van die scheuten in
mijn knie. Het is mijn leeftijd, dokter, mijn
leeftijd!"
„Ja, ja, antwoordde Lorenz op beklagens-
waardigen toon. „Een beetje rheumatisch,
dat zullen we wel weer in orde maken.
Hoe oud bent u dan eigenlijk, mijn waarde
juffrouw?"
„Ik., ach, dat vertel ik u maar liever
niet, dokter!"
„Waarom niet? U bent hier bij een arts
en niet bij een of anderen aanbidder!"
„Nu ja, dokter, als u het dan persé wilt
weten, in Juli ben ik twee en zeventig ge
weest. Dan komen zoo langzamerhand de
kwaaltjes."
„Maar mijn lieve juffrouw, dat is toch
nog geen leeftijd! Dan zijn we immers nog
in de beste jaren. En hoe oud ben je nu
in werkelijkheid, meisje Dory?"
Zij keek hem schalks van terzijde aan.
„Vraagt dat nu ook nog een doker?"
Lorenz moest even iets weg slikken.
„Neen, een goede vriend."
Zij stonden voor de huisdeur, in het half
duister van eem vooruit springend balcon,
dat zich als een dak boven hen uitstrekte.
Dorothy, die juist de deur wilde openen,
keerde zich met een ruk naar hem om. Met
haar rug tecen de huisdeur leunend, keek
ze met half gesloten oogen naar hem op.
Lorenz stond dicht bij haar. Nu hief hij
zijn hand op, streelde even ihet zijn vin
gertoppen haar- wangen en legde daarna
izijn beide handen op haar schouders. Zij
scheen smaller, verteederd onder zijn aan
raking.
„Een jong leven als het jouwe!.." fluis
terde hij en liet haar los.
„Maakt u maar gauw open, juffrouw Do
rothy!' zei hij en zijn stem klonk wat
heesch. „Anders wordt het toch werkelijk
te laat om uw moeder nog lastig te vallen."
De woning van de Müllers bevond zich
op de eerste verdieping.
Dorothy's moeder was in alle opzichten
een gedistingeerde, maar bijna popperig
teer uitziende, oude dame. Lorenz drukte
heel eenvoudig haar kleine, smalle hand,
alsof hij bang was haar pijn te doen. Min
of meer verlegen, stamelde hij een paar
woorden om zijn laat bezoek te veront
schuldigen. maar Mevrouw Miiller viel
hem lachend in de rede.
„De hoofdzaak is dat Dorothy u eindelijk
heeft gevonden. Ik begon me werkelijk al
ongerust over haar te maken, want ze had
zich dat plan nu eenmaal in het hoofd
gezet, en wat daar eenmaal inzit.. Enfin,
dat zult u zelf nog wel ervaren. Ik neem
aan, dat u intusschen alles reeds met haar
hebt besproken. Maar gaat u toch zit
ten, dokter! U drinkt toch eerst nog een
kopje thee mee, ja? Jij ook, Dory?"
„Graag, moeder!" Zij sohoof voor Lorenz
een fauteuil dichterbij en ging tegenover
hem zitten. „Hier zult u dus voor een
poosje uw tehuis vinden", zei ze glim
lachend. „Hopenlijk bevalt het u nogal."
„Tehuis! Ik kan mij die pioteselinge
verandering van mijn levensomstandighe
den zelf nog niet goed voorstellen. Een
uur geleden hield ik mij nog met meer
bescheiden plannen bezig."
„Mijn dochter heeft mij een en ander
verteld", nam de oude dame het woord.
„Dat moet toch vreeselijk voor u zijn ge
weest, ik bedoel dat samen leven met zulke
onbeschaafde, ruwe mensohen. Verschrik
kelijk lijkt me dat!"
Lorenz vertrok zijn mond tot een glim
lach. „Dan vergist u zich, mevrouw! Ik
heb onder die zoogenaamde onbeschaafde,
ruwe menschen de beste, trouwste kamera
den gevonden."
Mevrouw Miiller scheen eenigszins pijn
lijk getroffen te zijn.
„Maar moeder!' kwam Dorothy tusschen
beiden, om het gesprek een andere wen
ding te geven. „Zou het op het oogenblik
niet verkieslijker zijn dr. Burmester eenigs
zins in te wijden in de regels van het
huis?"
Mevrouw Muller knikte Lorenz minzaam
lachend toe. „Ja, de kleine heeft gelijk".
En daarop begon zij een heel verhaal over
de gewoonten van de huishouding, den da-
gelijkschen loop der dingen, welke bij het
ontbijt plachten te beginnen om bij het
gemeenschappelijk conversatieuurtje op den
laten avond hun einde te vinden en die in
hun angstwekkende regelmaat dr. Miiller
zaliger reeds tot een kwelling moesten
zijn geweest. Lorenz Burmester trachtte
noohtans alles zoo goed mogelijk In zich op
te nemen en een half uur later verloste
Dorothy hem van den woordenstroom door
haar gast zijn kamer te wijzen. Toen zij
zich overtuigd had, dat hier alles voor een
behoorlijke ontvangst gereed was, stak ze
hem lachend haai- hand toe. „Ik wensch u
een aangename nachtrust, dr. Burmester!
Slaapt u maar goed in uw nieuwe rijk! En
zorgt u er in 's hemelsnaam voor morgen
ochtend op tijd aan het ontbijt te verschij
nen!"
Magda Helling ontving haar bezoek met
open armen. Zij drukte Mariene de hand,
gaf den jongen een zoen en schoof beiden
voor zich uit de eetkamer binnen, waar de
tafel reeds gedekt was.
„Dat heeft me wat moeite gekost voor
ik uw gezellige woning ontdekt had. Wij
zijn bij de stadsspoor in de verkeerde rich
ting ingestapt. Het is om duizelig van te
worden, als je in die zee van huizen den
weg moet zoeken."
.Als u maar eerst een beetje geacclimati
seerd bent, valt dat niet meer op. En
hoe gaat het er overigens mee? U ziet er
al heel wat beter uit dan gisteren."
„Dat heb ik aan u te danken, mevrouw
Helling. Mijn man heeft nog steeds niets
van zich laten hooren, maar ik maak me
nu ook niet ongerust meer."
„Zoo mag ik het hoorenMaar nu zullen
we eerst maar aan tafel gaan, ja? Hansje
heeft natuurlijk honger als een wolf, niet
waar, mijn jongen?"
De jongen knikte toestemend en pro
beerde heimelijk een blik in de schalen te
werpen.
Daar de tafel te hoog bleek, kreeg Hansje
eenige sofakussens op zijn stoel en daar zat
hij nu als op een echten troon. Hij voelde
zich zoo trotsch als een pauw en zelfs het
feit. dat zijn moeder hem een servet voor
bond, teneinde te voor-komen, dat hij zijn
paradepak besmeurde, vermooht daaraan
geen afbreuk te doen.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).