Waar de Vrouw belang in stelt de Groet Vrouwen aan den opbouw Elegance voor den zomeravond LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 18 Augustus 1939 Derde Blad No. 24355 VOOR MODERNE FLEURIGE TAFZIJDE 80ste Jaargang Het levenswerk van Hermien van der Heide „De Volkshoogeschool''. Het ideaalwijdere gelegenheid om te dienen Wil je weieens zoet zijn MIDZABONS bij al Uw contante aankoopen Japonnetjes met Victoriaanschen inslag vieren nog hoogtij Hermien van der Heide is géén mensch voor een plechtig interview. Toen ik haar voor den eersten keer schreef, of ik in ver band met mijn serie „Vrouwen aan den op bouw" met haar mocht komen praten, zei :e ronduit: neen. Ik kreeg een schok van teleurstelling en Etloofde want Friezinnen zl)n immers zoo koppig! al haast, dat het niet door zou gaan. Maar.... ik ben óók een Friezin en vroeg het daarom nog eens, en dit keer Wiaalde ik de overwinning. Hermien van der Heide Waarom ik zoo bijzonder graag Hermien nui der Heide heb willen interviewen? Om- üt het werk, dat zij verricht nu al vele jaren en eigenlijk al sinds haar prille werk- Ifugd geestelijk opbouwend werk is bij tnemendheid én omdat ik onmiddellijk e zuivere sfeer van opbouw, die boven alle prtyen, richtingen, dogma's uitgaat, van en opbouw-van-de-toekomst heb gevoeld, pen ik haar voor het eerst zag. Het was tijdens een ontwikkelingscursus kor meisjes op „De Vonk" bij Noordwijker- Zelf één en al eenvoud in een van rpar frizsche katoentjes stond ze temidden fan een groep eenvoudige plattelandsmeis- die gretig, bijna hongerig, luisterden en wig noteerden. Ze stond daar als een van ar cursisten, met haar vroolijk, gebruind (nicht en haar ernstige oogen. Toch gaf ze, in simpele, duidelijke woor- Sn maar welbewust, iets kostbaars, dat ver wen den dagelljkschen gedachtengang uit ing. Wat ze gaf was geen vaag betoog, ren intellectueele beschouwing, maar een Sukje hoogere werkelijkheid, geschikt voor passing in het dagelijksch leven, bestemd m dit leven een vasteren achtergrond te tien. Ik vermoedde toen reeds, dat er lange ffn van studie, oefening en toewijding odig waren geweest on zóó eenvoudig en [elljkertijd met zooveel begrip te kunnen keken. Nu. tegenover Hermien van der Heide neten in een vriendelijk landhuisje te wsum, waar zij tijdelijk verblijf houdt, zal méér hooren over den achtergrond van var opbouwend werl;. Ik behoef heelemaal !,t te ..trekken". Want wie Hermien van Heide zegt, zegt volkshoogeschool en *ie volkshoogeschool gezegd heeft, mag «nier wel zwijgen en aandachtig luisteren Ja. het is een stuk toekomstleven, dat far tot me komt met een bezieling, zoo- onze tegenwoordige tijd bijna niet ént; en daarmee op het innigst verbonden vrouwenleven in stijgende lijn, achter kt ideaal aan Zoolang ik me herinneren kan", vertelt 'rmien van der Helde, „heeft de behoefte me geleefd, mee te mogen werken aan beter samenleven van menschen. Ik ben regroeid in een Frlesch dorp, waar ons S!n heelemaal in de dorpsgemeenschap Stleefde. En daardoor ben ik altijd min of J"r „kind van het dorp" gebleven en heb- me later al die scheidslijnen tusschen -tschen, die muren van dogn - 's. standen, waardoor we vijanden of althans Er VOor «Htaar worden, té pijnlijker Joifen. Heel nsCSWMuk was het, dat mijn uitging naar maatschappelijk werk. 'mijn opleiding te Amsterdam (kinder- 'jhorging en opvoedend maatsch. werki ■«ste het leven me op een kruispunt. Ik i ten betrekking krijgen bij „Ons Huis" talsterdam en bijna had ik deze aangé- *1 Maar.... juist in dien tijd las ik 11 artikel over de Volkshoogeschool in De- ,®Mten. Het was net, of ik hierin plot- ■®t de belichaming zag van mijn ideaal opbouw door gemeenschap. En.... ik Weerde de betrekking, die me werd 'taoden, niet, maar reisde op goed ge baar Denemarken. leek misschien een eenigszins roeke- besluit, doch later bleek me, dat ik had gedaan. Een betrekkelijk onbere ide innerlijke drang leidt ons soms ban alle mogelijke verstandsoverwe- *b. In Denemarken heb ik heel veel jfb' Ik gaf een tijdlang les aan een in- ,'"ig voor zwakzinnigen om in mijn on- ®>üd te voorzien. In mijn vrijen tijd e ik het leven in de volkshoogeschool kennen, wat volkomen aan mijn hoogge- stelde verwachtingen beantwoordde. Na een poosje kwam mijn leven weer op een „kruis punt". Men vroeg mij, leerares aan een volks hoogeschool voor meisjes te willen worden en op deze wijze zou ik dan voorgoed in dit begeerde werk kunnen blijven. Maar voor dat ik hierover een beslissing had genomen, kwam het bestuur van ,,De Vonk" te Noord- wljkerhout tot me met het verzoek, de lei ding van dat vacantiehuis op me te willen nemen, samen met mijn zuster. Hrt was niet zonder aarzeling, dat ik dit verzoek per slot Inwilligde, omdat het werk van de volkshoogeschool volkomen beant woordde aan mijn Idealen van: opvoedend maatschappelijk werk. Maar de overweging, dat men ln zijn eigen land zijn werkkracht het beste geven kan en de verzekering van het bestuur, dat het werk op „De Vonk" alle mogelijke vrijheid tot ontwikkeling en uit bouw bood. deed me besluiten naar ons land terug te keeren. Je kent „De Vonk" nietwaar? Het was oorspronkelijk een vacantiehuis, waar groe pen kinderen, Jongeren en volwassenen kwamen en ook Jeugdleidsters, die zich er practisch bekwaamden. Acht jaar lang ben ik daar directrice geweest". „Een drukke werkkring?" „Ja, heel erg, vooral in de zomermaan den. In den winter was da minder, ten minste in die eerste jaren, toen we nog niet begonnen waren met het volkshooge- schoolwerk. Toen was er ook nog gelegen heid voor studie. Daardoor heb ik voor de acte Middelbaar Paedagogiek kunnen wer ken. Na acht jaar heb lk mijn ontslag aan gevraagd als directrice, om me heelemaal aan het volkshoogeschoolwerk te kunnen wijden. Ik hield toen de leiding van het meisjeswerk op „De Vonk". E: verder gaf ik mijn kracht aan lezingen op het platte land en aan ander werk in verband met de volkshoogeschoolgedachte". „Vertel me dan eindelijk eens in korte trekken, wat de volkshoogeschool doet en wil". „Goed. De volkshoogeschool is een levens- en werkgemeenschap, waar jonge menschen uit alle lagen van de bevolking samenko men, om bezielende voorlichting te ont vangen over de vragen van dezen tijd, die hun persoonlijk en maatschappelijk leven raken, opdat zij terugkeeren naar hun eigen taak. meer bewust van hun persoonlijke verantwoording, hun inzet, hun mogelijk heden". „Zuiver de gedachte van geestelijke en moreele herbewapening dus?" „Ja zeker. De volkshoogeschool tracht haar doel te bereiken door Jonge menschen uit verschillende bevolkingsgroepen voor korter of langer tijd samen te brengen in cursussen. Juist dit gemeenschappelijk le ven ls belangrijk: daardoor vallen gaande weg veel verschillen, ontstaan door stand, milieu en opvoeding weg en leert men el kaar onderling verstaan en waardeeren. Verder is een hoofdpunt van de volks hoogeschool, dat er niet uitsluitend geleerd, maar ook practisch gewerkt wordt. En ten derde: we bouwen onze cursussen op met behulp van de cursisten zelf. We geven ruime gelegenheid tot gedachtenwls- seling. Daardoor komen de Jongeren los en krijgen we te hooren wat er in hen leeft. Ieder kan dan zijn gedachten en meeningen toetsen aan die van de anderen en deze methode werkt prachtig. En weet je, wat ik ook steeds heb beschouwd als een zéér be langrijk element? Het samenzijn te mid den van de natuur. Heel sterk wordt ge zamenlijk de natuur beleefd en dit brengt het gemeenschappelijk leven op hooger peil Uit de verschillende groepen, die op „De Vonk" kwamen, ving lk op. wat hun be hoeften waren, waar hun verlangen naar uitging. Ik voelde, meer en meer, hoe heele lagen van onze vrouwelijke bevolking om voor het oogenblik ons eens tot de vrouwen te bepalen hunkerden naar geestelijke verdieping, naar ontwikkeling, naar vast heid, naar een achtergrond voor haar da gelijksch leven van hard werken. Deze hunkering is er zoowel in de steden als op het platteland, hoewel weer op een andere wijze. Maar hierover straks. Ik kreeg in mijn „Vonk"-tijd contact met leeraressen van iandbouwhuishoudscholen, die ook deze behoefte bij haar leerlingen en oud-leerlingen begrepen; ik merkte, dat de oudere meisjes iets meer wenschten dan een gewone vacantie. Ook stadsmeisjes ble ken hiernaar te verlangen en zoo ontston den onze cursussen voor meisjes, die groei den en groeiden..,. Het ging verwonderlijk goed, hoewel het financieel moeilijk was. Acht jaar geleden hielden we onze eersten zesweekschen cursus en na een paar jaar waren op „De Vonk" 4 maanden van het jaar aan het volkshoo geschoolwerk gewijd. „Is het werk hier precies zooals ln Dene marken?" „Neen, het is anders. M.i. zijn er ln Dene marken te veel lessen, We ruimen hier ook een groote plaats in voor de levenspraktijk, het mag vooral niet een intellectueele sfeer zijn, die buiten het gewone leven staat. Het gemeenschappelijk leven moet bewuster zlln dan thuis maar zoo „gewoon" en zoo volledig mogelijk. We moeten ook tegemoetkomen aan de behoefte van de Jonge vrouw om practisch werkzaam te zijn, om Iets te scheppen met haar handen. Onze meisjes koken zelf. zijn werkzaam ln den tuin, en zoo mogelijk, in kinderwerk, enz., enz. Ook we-dt er ge handwerkt en dit weer net als op de Deensche volkshoogescholen Iets aan kunstnijverheid gedaan. Hier liggen nog on eindig veel mogelijkheden. Zeev bevredigend zijn vaak de cursussen, waar stads- en plat telandsmeisjes te zamen jn omdat daar tusschen deze zoo verschillende levenskrin gen een nieuw contact ontstaat. De verhouding van 75% plattelandsmeis- VAN KEES EN ZljlN BEERTJE Ik zit voor het raam, zóó, dat ik op het terrasje kan kijken zonder zelf gezien te worden. Buiten speelt Keesje van vljf jaar in het zonnetje. Hij voert een ernstig gesprek met zijn teddybeer. Ik merk al gauw, dat deze teddy eigenlijk de willooze, ge hoorzame slaaf van Keesje zou moeten zijn. maar het n'et is. Het refrein van dit gesprek, dat de helle k'nderstem heele maal alleen voert, zonder bij vraag en antwoord van toons- hoogte te veranderen, is steeds weer: „Wil Je weieens zoet zijn?" „Nee". „Dan krijg je klappen". Dan volgen eenige venijnige klapjes, die de stoute beer. d'e niet zoet wil zijn, zwijgend In casseert. Dit alles hoor ik nu al voor den vierden of vijfden keer en ik begin er me langzamerhand aan te ergeren. De arme, weerlooze beer wekt mijn me delijden op Ik treed naar bulten. Keesje speelt, hoewel er schaduwplek ken genoeg in den tuin zijn, midden in de felle zon. Daar komt het weer: „WH je weieens zoet zijn?" Ik kuch eens en zeg: „Je moet wat in de schaduw gaan, Kees". „H'er is het veel fijner". Hij blijft zitten. Hij wil blijkbaar niet. En ik zeg. op denzelfden toon als hijzelf daareven: „Wil Je weieens zoet zijn?" Hij is nog zoozeer in het spelletje, dat hij- zonder aarze ling antwoordt: „Nee". „Dan krijg je klappen", zeg ik ernstig en lk buk me naar een stokje. Hij spert de oogen wijd open staart me onbeweeglijk aan. En dan opeens klaart z'n gezichtje op en hij steekt me den teddy beer toe met de woorden: „Sla hem maar, hij is het gewend". votA pekjecte ffakdekoóe ïnaJhe-up! DONKERSTEEG 1 - TELEF. 20706 4992 (Ingez. Med.) jes tegen 25% stedelingen is de meest gun stige. Eerst voeren vaak de stadsmeisjes met haar veelzijdige, doch weieens erg opper vlakkige kennis, den boventoon. Later ko men dan de plattelandsmeisjes, die min der „vinden", maar dat dan ook degelijk hebben overdacht, langzamerhand los. Elke week houden we een gemeenschap pelijke bespreking over ons samenzijn; als men zich aan belde kanten open en eerlijk uit, ligt in die bespreking een van de meest opbouwende elementen van Je cursussen. Het mooie van ons werk vind lk, dat het zoo echt gebleken is, aan een behoefte te vol doen. De tijd was er rijp voor." „Dat ,zijn zéér bemoedigende woorden juist omdat er niets wordt opgedrongen en dus het verlangen naar geestelijke ontwik keling geheel van de meisjes zélf uit gaat. De opbouw is dus in vollen gang. En mag ik nu nog iets vernemen over je verdere plan nen?" „Zooals je weet heb ik afscheid genomen van het cursuswerk op „De Vonk", sinds deze instelling in handen kwam van een andere \ereeniglng. Mijn eerste werk ls nu het leiden van een meisjescursus, eind Augustus op de nieuwe volkshoogeschool te Markelo. over het onderwerp „Werken en Leven van de Vrouw". Dit ls een tlendaag- sche cursus. Deze korte cursussen hebben een wekkende waarde. Maar mijn idealen ten aanzien van het werk der volkshooge school gaan toch verder „En die idealen zijn?" „Er moet een vast centrum komen voor het meisjeswerk, waar in langere cursussen van drie of vijf maanden, het meer bou wende werk geschieden kan. Zoo'n centrum moet goede werkmogelijkheid hebben op practisch gebied: in huis, tuin, met kinder werk en op het gebied van handenarbeid. Want de bedoeling van het werk is, het ge wone leven daar op een bewuster plan te beleven. Zoo kan een nieuwe dienstbaarheid gewekt worden; bewust, krachtig vrouwen leven, in dienst van geestelijken en maat- schappelijken opbouw. Daar heb je je volks hoogeschool voor meisjes in een notedopl" R. DE RUYTER—V. d. FEER. ZONDAG: Varkensschijf, spercieboonen aardappelen, griesmeelpudding met ge stoofde pruimen. MAANDAG: Kerryschotel van resten vleesch, hangop met beschuit en suiker. DIN8DAG: Runderlappen, bloemkool, aardappelen, rijst met bessensap. WOENSDAG: Tomatensoep met witte boonen, wentelteefjes. DONDERDAG: Gehakt, snljboonen, aard appelen, watergruel. VRIJDAG: Zoutevisch met aardappelen en peterseliesaus. ZATERDAG: Broeder met stroopsaus. Berekende maaltijd voor 4 personen be staande uit: Zoutevisch, aardappelen, pe terseliesaus, havermoutpap. 1 pond zoutevisch f. 0.40 2 K.G. aardappelenf. 0.14 Peterselie f. 0.03 Vt ons margarinef. 0.06 bloem, zout 1.0.02 1V4 L. melk (</2 L. water) f. 0.15 11/4 ons havermout f. 0.05 ons suiker f. 0.02 f. 0.87 Bereiding: De visch wasschen, opzetten met ruim kokend water en pl.m. 1 uur laten koken. Het water eenige keeren ververschen of de visch van te voren weeken. De aard appelen gaar koken in weinig water en zout. Van het visch water (verdunnen als het te zout is) met boter en bloem een saus maken, deze afmaken met de gehakte peterselie. Voor de havermout de melk met V2 L. wa ter en wat zout aan de kook brengen, de havermout er in strooien en gaar koken y2 uur). In kranten of ln de hooikist: 6 minu ten laten doorkoken, ruim 1 uur er in zetten. met daarbij passende modieuze garneering slaagt U het beste en voor- deeligst bij Haarl.straat - hoek Donkerstee^ 2-4-6 4989 (Ingez. MeC.) Broeder of poffert met stroopsaus als vol ledige maaltijd voor 4 personen: 8 ons bloem f. 0.16 3/4 Liter melk f. 0 09 V2 ons gist f. 0.04 2 ons krenten f. 0.08 80 gram reuzelf. 0.08 Voor de saus: 6 dl. melkf. 0.07 4 lepels stroop f. 0.04 3 lepels sago f. 0.01 zout f0.01 f. 0.58 Bereiding: De melk verwarmen, de gist met een klein beetje melk aanmaken en in een kuiltje in de bloem gieten. Alle melk toevoegen en van het midden uit het beslag glad roeren. De schoongewasschen krenten en het zout er door roeren en het beslag laten rijzen (pl.m. 1 uur). In een ijzeren pan het vet goed heet laten worden, het be slag er in doen en de koek met de deksel op de pan zachtjes gaar en bruin bakken. De broeder ls gaar, als het beslag van boven droog is. Daarna keeren en den tweeden kant bruin bakken. Zoonoodig wat vet er onder laten loopen. Voor het stroopsaus de melk aan da kook brengen en binden met de sago, die met wat koude melk aangemengd is. Van het vuur stroop erdoor roeren. Vooral voor onze zomer-avondtolletjes viert de Victoriaansche inslag thans hoogtij. Eenvoud is voor de betrekkelijk „lande lijke" soirées in de vacantie het kenmerk van het ware. De luxe komt noodzakelijk tot uiting in de enorme hoeveelheden stof, die ln de rokken worden verwerkt. Heel veel zal worden gedragen de linge rie-blouse met den zéér wijden rok, waarin soms zelfs een regelrechte crinoline. Het meest Unksche f'guurtje geeft hier van een voorbeeld. De rok is van taffetas met groote veelkleurige bloemen. De blouse van llnon, versierd met kleine lingerie- plooitjes. Daarnaast een avondtoiletje van be- j drukte katoenen stof ln bonte kleuren en I versierd met helgroen galon. Hierbij is de J invloed van nationale costuums zeer merk baar. 1 Van een heel ander type ls het chique japonnetje rechts. Bij een tafzijden bole- ro'tje in donkere t'nt wordt een gestreept, van boven nauwsluitend rokje in dezelfde [stof gedragen. Onder de bolero een een voudig jakje met grooten au ha. i. Het z ttende f'guurtje tenslotte drssgt een japonnetje van mouselinc De rok is in zes rechte banen verdeeld, in drie ver schillende tinten «en loopt waaiervormig uit Het lijfje Is van effen stof. Schattige jurkjes vindt u niet?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9