Concours hippique te Wassenaar Hoe Indië blijde gebeurtenis vierde - LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Hand in band met Mariene 80sfe Jaargang FEUILLETON INTERNATIONALE ZEILWEDSTRIJDEN OP DE LOOSDRECHTSGHE PLASSEN DE HOLLAND-WEEK. DE INTER- N'ATION'AiBE STARKLASSE. LANDEN-ATHLETIEKWEDSTR1ID NederlandFrankrijk te Amsterdam. J. J. Houtman (Ned.) wint verspringen met aanloop (7.17 m.) OP DEN RIJKSSTRAATWEG MEPPEL—STEENWIJK BOTSTE EEN PER SONENAUTO UIT LEEUWARDEN TEGEN EEN BOOM EN SLOEG OVER DEN KOP. VAN DE ZEVEN INZITTENDEN WERDEN VIER PERSONEN ZWAAR EN DRIE LICHT GEWOND. DE VERNIELDE AUTO. door HANS HIRTHAMMER. 40) •.Ach nee!" zei Meissner, plotseling merk waardig onverschillig. Was hem aan een langer verblijf van zijn vroegeren school makker tenslotte toch niets gelegen? Hij stak een sigaret op. ,,Kom, lk wil je hog gauw even den tuin laten zien voor het donker wordt!" De tuin was niet groot, maar heel mooi ingelegd. Van het terras leidden een paar ''Men omlaag, dan kwam men op een klein gazon met ettelijke boompjes en strui ken en een miniatuurfontein met een. goud- ''sch, die van eenzaamheid lichtelijk me lancholiek scheen te zijn geworden en ja, daarmee was men dan eigenlijk al weer aan het eind van het schoons. Zij gingen op een bank bij de fontein zit ten ..Heerlijk heb je het hier!" ..Ja! zei Meissner en daarop begon hij eensklaps weer te lachen, terwijl hij Lo- tenz van het hoofd tot de voeten opnam. >Ik zou wel eens willen weten wat er te frinniken is". ..Dat wil ik je met genoegen vertellen:, ik tracht me de verwonderde snuiten van je kameraden voor te stellen, als ze je vanavond zien". „Hoezoo? Die zien me eiken dag! Er is toch niets bijzonders aan me?" „Niets bijzonders? O. ik dacht zoo.Dat zijden hemd b.v. en dat elegante col bertje. En die keurige schoenen.. Als je dat niets bijzonders vindt?" „Klets! Ik verkleed me natuurlijk voor ik wegga. Mijn spullen „Tja, daar zit 'm nu juist de kneep. Je moet. me niet kwalijk nemen, Lorenz, maar je spullen zijn intussdhen den weg van al het aaidsche gegaan. Een betreurens waardige vergissing van mijn personeel, helaas. Het. dienstmeisje dacht dat ze niet meer gebruikt behoefden te worden en heeft ze in de kachel gestopt!" .Aha, ik heb je door. vriend! Een aarts- gemeene kerel ben jij! Daarom móest je dus zooeven plotseling weg! Weet je, wat dat ls? Geweld, afpersing, vrijheids- berooving!" „Accoord, lk neem alle schuld op me. Ik ben zelfs bereid om je schadevergoeding te geven. De hoofdzaak is. dat je nu wel niet veel anders zal overblijven dan mijn uitnoodiging aan te nemen. Probeer dus maar bonne mine a mavais jeu te maken. Lorenz slaakte een (liepen zucht. „Nou, vooruit dan maar.. In de hoop. dat je arme ziel eindelijk rust vindt!" „Bravo. Lorenz, bravo! Bewaar me, let terlijk met geweld moet je dien kerel zijn geluk opdringen! Nou. deze glorieuze over winning van mijn overredingskunst moet natuurlijk gevierd worden. Willen we van avond naar den schouwburg gaan? Of voel je meer voor een concert? Ik geloof, dat in de Philharmonie een Beethovenavond wordt gegeven. Daarna kunnen we dan nog ergens netjes gaan soupeeren." „Nu ik toch volkomen in je macht ben, ga ik met alles accoord. Maar verheug Je niet te vroeg, broeder! In acht dagen op zijn laatst is het onverbiddellijk afgeloo^ pen. Als die vervloekte wijn niet een beetje naar mijn hoofd Was gestegen, zou je me met al je krijgslisten niet hier heb ben kunnen houden." „Lorenz. nu een oogenblik in allen ernst: Het is er mij waarachtig niet om te doen je voor mijn eigen genoegen een paar da gen hier te houden. Laat ik je eerlijk zeg gen, beste kerel, dat die heele geschiedenis waarin Je je zoo hardnekkig hebt vast gebeten. mij een onmogelijke dwaasheid lijkt en dat ik geen middel onbeproefd zal laten om je uit die krankzinnige situ atie te bevrijden. Al die mooie woorden van strijd en beproeving en het eerste ge lid zijn zelfbedrog. Dat houd je je nu maar voor om de werkelijkheid niet te zien. Struisvogelpolitiek, anders niets! Als een man met een academischen graad en ettelijke jaren praktijk als verhuizer en los werkman door de wereld gaat en zich dan bovendien nog verbeeldt, dat dat voor zijn zieleheil noodzakelijk is, dan is dat om medelijden mee te krijgen." ,Arno, ik moet je „Je moet je mond eens even houden! Weet je, waar jij thuis hoort? In een ge sticht voor zenuwzieken. Niet als medicus, maar ais patient! Ik heb niets tegen den eerlijken arbeid van een werkman, integen deel, ik geef zelfs zonder eenig voorbehoud toe, dat het werk van dien man meer moreele waarde heeft dan die romanfabri- catie van mij, bijvoorbeeld. Maar als je medicijnen hebt gestudeerd en je als arts geroepen voelt, dan dien je verdraaid nog toe je bij je leest te houden en daarin, als het dan moet, den strijd tot het bittere einde voort te zetten. Kerel, Lorenz, zie je dan zelf niet in, dat je op het oogenblik hard op weg bent totaal naar de haaien te gaan? Nee, ik geloof waarachtig, dat je van me verlangt, dat ik Je nog bewonder ook. Een reuze kerel ben Je! Geen werk is je te min, geen ont bering te groot! Het kan zoo gek niet zijn, of jij wilt het wel aanpakken, niet? In gebeelde dwaas! Weet je waar je op lijkt? Op zoo'n vent, die zich tot vermaak van het stomme publiek in een kooi laat op sluiten en veertien dagen of drie weken lang weet lk veel geen korrel voedsel tot zich neemt alstublieft, dames en heeren, geen zwendel en geen bedrog! Komt zien en overtuigt u! Geen verborgen misleidingen, geen verstopte boterhammen met kaas! Dit is de grootste attractie van deze eeuw! En zoo'n knaap bezit de bruta liteit zichzelf een kunstenaar te noemen. Is het niet om naar van te worden? Ik begrijp niet, dat je er zelf niet van walgt! Ziezoo, ik hoop niet. dat je het me kwalijk neemt, maar dat moest er eerst eens uit. Het lag me den heelen middag al zwaar op mijn maag. Nu voel ik me ten minste wat opgelucht!" Lorenz Burmester was bleek geworden en had de geharnaste rede van zijn vroe geren schoolvriend met gebogen hoofd over zich heen laten gaan. Zoo zat hij nog. toen Meissner reeds lang aan het eind was van zijn philippica. Eindelijk keek hij op. Er lag zoowaar iets van een lachje op zijn gezicht. „Je praat naardat je verstand hebt, Stomp! Maar het hartstochtelijke karakter van je voordracht, de heftigheid van je woorden bewijzen me niets. Hoogstens duiden ze op een slecht geweten. Jij ziet jezelf In je wel voldaanheid, in je behaaglijk bestaantje en je kunt er niet onderuit heimelijk te er kennen, dat je dit alles niet eerlijk hebt verdiend, dat er geen druppel zweet, geen moeite, geen strijd en geen zorg als contra prestatie tegenover staan. Begrijpelijker wijze is het je ietwat onbehaaglijk te moede, nu je plotseling een vriend ont moet, die zich door zwaren lichamelijken arbeid datgene tracht te veroveren, wat jou een welgezinde speling van het lot eenvoudig in den schoot heeft geworpen. Waarbij dan nog dient te worden opge merkt, dat dit niet eens het doel van mijn strijd is". Meissner begon zich op te vinden, „On zin! Daarmede verloochen je het goed recht van de kunst. Als ik, dank zij mijn begaafdheid op belletristisch gebied in staat ben om ik geef het toe betrek kelijk zonder veel moeite mijn brood te verdienen, waarom zou lk dan steenen gaan kloppen?" „Om die begaafdheid een zin te geven. Want ook de kunstenaar put zijn bestaans recht uit zijn levenservaring. Eerst dan kan hij den mensohen iets te zeggen heb ben. Inderdaad zou het heel goed zijn als je eens een poosje steenen ging kloppen. Dan zou je je lezers kunnen vertellen, hoe het met dat steenen kloppen gesteld is". „Daar interesseeren mijn lezers zich niet in het minst voor! Ze willen alleen maar weten, wie de moordenaar van graaf Pipe- linsky is en of de beide jonge menschen elkaar aan het eind krijgen. Als ze daar eenmaal achter zijn gekomen, zijn ze vól komen tevreden." (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd). HOE INDIÊ DE BLIJDE TIJDING VAN DE GEBOORTE VAN PRINSES IRENE ONT- VING. Onmiddellijk toen het groote nieuws bekend werd, stroomden te Soerabaja de kantoren leeg en werd achter muziek door de stad getrokken. HET CONCOURS HIPPIQUE TE WASSENAAR op Zaterdag en Zondag j.l. Tijdens het concours voor landbouwtuigpaarden. DE TENTOONSTELLING „HONDERD JAAR NE- DERLANDSCHE KUNST" t.g.v. het eeuwfeest van „Arti et Amicitiae" te A'dam gehouden, door den voorzitter, prof. Huib Luns, geopend. DRIEHONDERD DRIE EN VEERTIG UUR en 47 minuten bleven de gebroeders Moody met hun vliegtuig in de lucht. De beide broers na hun recordverbetering. CONCOURS HIPPIQUE op 't landgoed Duinrell te Wassenaar. Luit. J. L. Hollert werd winnaar springconcours B.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5