Feestverlichtingen - Motorraces te Zandvoort - De Holland-week
Hand in hand
met Mariene
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
SOrie Jaargang
FEUILLETON
BURGEMEESTER DR. W. DE VLUGT
VAN AMSTERDAM spreekt tijdens
de Zaterdagavond op den Dam in de
hoofdstad gehouden massademonstratie
DE HERTOG EN DE HERTOGIN VAN
KENT (links)] op de wandeling in
Venetië, waar zij ecnige dagen met
vacantie \erblijven.
DE VERLICHTE HOF
VIJVER in de re
sidentie met den to
ren van de Gr. Kerk.
ZATERDAGAVOND WERD DE ZEER FRAAIE VERSIERING EN VERLICHTING OP DEN DAM
TB AMSTERDAM TIJDENS DE MASSA DEMONSTRATIE TER EERE VAN DE GEBOORTE
VAN HET PRINSESJE INGEWIJD.
NATIONALE MOTORRACES OP HET CIRCUIT VAN ZANDVOORT, GEORGANISEERD DOOR DE KONINKLIJKE
NEDERLANDSCHE MOTORRIJDERS VEREENIGING. DE SENIORES
125 CC-KLASSE IN DEN STRIJD.
-i
itii
HARDDRAVERIJEN OP DUINDIGT.
Zondag werden op Duindigt (Wassenaar) harddraverijen gehouden, waar o.m. het kampioenschap van Nederland werd
verreden. Kampioen van Nederland werd Askit (eigenaar de Vrieze te Coolscamp), die men in deze race aan den kop ziet.
DE HOLLAND-WEEK. Internationale zeilwedstrijden van de Kon.
Ned. Zeil- en Roeivereeniging op het IJselmeer en Buiten IJ. De start
van de drakenklasse.
door
HANS HIRTHAMMER.
34)
In een plotselinge opwelling balde Mar
iene vastberaden haar kleine vuisten. In
J# toekomst zou hij over haar tevreden
Sin. Nooit zou ze zich meer zwak toonen.
™tt het om alles ging, zou ze dapper aan
z!in zijde staan en hem tot hulp en steun
zijn!
Het was lntusschen donker geworden en
Lorenz had zich nog steeds niet laten zien.
«n knagende angst overviel Mariene. Als
ntj nu eens niet kwam? Maar hij moest
net toch voelen, dat zij hier stond en met
smart zijn terugkeer verbeidde.
Mariene wachtte. Met een ontroerende
rwtberadenheid. Zij had zoo verlangend
ingezien naar het oogenbllk, waarop zij
"eer tegenover elkaar zouden staan:
steeds weer stelde zij zich voor hoe hij
Mets vermoedend naderbij kwam, hoe ze
°an op hem toe zou treden en zijn handen
«m grijpen. Neen, zoo wreed kon het nood-
'°t toch niet zijn, dat het haar dit moment
Met zou gunnen.
-Het eene kwartier na het andere verliep,
teen Mariene de hoop eindelijk opgaf, was
"et negen uur. Nóg bestond de mogelijk
heid, dat ze hem over het hoofd had
gezien.
Maar broeder Vincent, dien zij daarna
nog eens opzocht, moest haar teleur stel
len. „Nee, hij is er nog niet. En aangezien
het gebouw om negen uur wordt gesloten,
zal hij vanavond ook wel niet meer komen.
Het dunkt mij het beste, dat u een paar
regels voor hem achter laat."
Mariene slikte dapper haar opwellende
tranen weg. „Ach. misschien wilt u zoo
goed zijn even mijn adres op te schrijven:
Frankfurterstraat 57, eerste étage bij me
vrouw Külcke! Maar zegt u hem vooral
niet, dat ik hier ben! Zegt u hem alleen
maar. dat hij daar dringend verwacht
wordt, ja?"
Broeder Vincent lachte geruststellend.
„Goed, goed. Ik zal er voor zorgen, dat het
in orde komt."
Toen Mariene een kwartiertje later thuis
kwam. was Hansje reeds naar bed ge
bracht. Schreiend boog zij zich over het
slapende kind. Hoe heerlijk zoal het ge
weest zijn. als nu Lorenz naast haar had
gestaan!
Broeder Vincent zou echter geen gele
genheid krijgen zich van de hem opgedra
gen taak te kwijten. Want Lorenz Bur-
mester keerde niet meer in de Krautstraat
terug.
Het was een bijzonder zware werkdag
geweest en terwijl hij zijn asfaltketel
sjouwde, had Lorenz zich in gedachten met
allerlei dwaze dingen bezig gehouden. Er
zijn nu eenmaal zulke dagen en uren van
twijfel en neerslachtigheid. Was dat. wat
hij hier deed. nu werkelijk de Juiste weg?
Of was het tenslotte toch een krankzinnige
onderneming? Waren er voor menschen van
(zijn slag dan geen andere mogelijkheden?
Moest hij zich dan afjakkeren, terwijl dui
zenden anderen, die veel minder presteer
den, geen vinger uitstaken en er toch be
hoorlijk schenen te kunnen komen?
Zooals gezegd, hij was nu eenmaal In
zoo'n gedeprimeerde stemming en misschien
zou hij reeds een paar uren later om de
zen aanval van moedeloosheid hebben
gelachen, wanneer ja, wanneer niet tij
dens de middagrust die geschiedenis met
Arno Meissner was gebeurd.
Klokslag twaalf zette hij zijn asfaltketel
neer om een plaatsje te zoeken naast zijn
kameraden, die op het trottoir zittend,
hun brood nuttigden. Een van hen liet
hem uit zijn koffiekruik meedrinken en
kreeg daarvoor een sigaret, een ruilhandel,
welke bijna een gewoonte was geworden.
Joost mag weten, waarom Lorenz echter
ditmaal niet tot het einde van den schaft
tijd bleef zitten. Er was iets, dat hem op
joeg, een prikkelend gevoel, een soort on
rust. Hij stond op, slenterde de straat wat
op en neer en bekeek de étalages.
In een drogisterij was niet veel bijzon
ders te zien en de verschillende toiletarti
kelen, die bij een kapper geëtaleerd waren,
vermochten hem al evenmin te boeien.
Maar dan volgde een boekwinkel en daar
voor bleef Lorenz geïnterreseerd staan.
Ach ja, hij had zich de weelde van een
boek al sinds lang niet meer kunnen ver
oorloven; je raakte er heelemaal uit. Zoo,
een nieuwe Hamsun. Moest hij bij gelegen
heid eens lezen. En hé! Wat was dat
dan? Dat was toch
Lorenz trad nog wat dichter op het win
kelraam toe en staarde met intense be
langstelling naar een boek in een licht
gelen band, dat op een verhooging in het
midden van de étalage lag.
„Arno Meissner: De groene spin."
En daaronder stond: „De nieuwste ro
man van den bekenden detectiveschrijver.
Wederom een voortreffelijk, met spanning
geladen werk! De eerste druk was onmid
dellijk na verschijnen uitverkocht!"
„Arno Meissner?" mompelde Lorenz. Na
tuurlijk. dat was Arno, die reeds op het
gymnasium verzot was geweest op detecti
ve romans en daarbij herhaaldelijk be
weerde, dat hij dat later nog eens veel
beter in elkaar zou zetten.
Arno Meissner! Het zwarte schaap op
het gym, maar een beste kerel, als het er
om ging gemeene zaak te maken tegen de
listen en lagen der docenten. Hoeveel ge
noeglijke avonturen hadden zij samen niet
beleefd en hoeveel latijnsche dictaten had
Arno niet van hem overgeschreven om van
zijn geraffineerde spiekmethodes bij proef
werken nog maar te zwijgen!
In de derde of vierde klas was Arno ten
slotte zoo hopeloos blijven zitten, dat zijn
vader, eigenaar van een goed beklante
kleermakerij hem ten einde raad maar van
school had genomen en een plaats in zijn
werkpaats voor den ontaarden zoon had
ingeruimd. Maar ook deze laatste hoop
van den heer Meissner senior was tenslotte
ijdel gebleken. Reeds na een paar maan
den kwam vast te staan, dat voor Arno
ook als kleermaker nooit een behoorlijke
toekomst zou zijn weggelegd en op zekeren
dag was hij plotseling uit zijn woonplaats
vertrokken.
Terwijl Lorenz deze herinneringen in zijn
gedachten terug riep, staarde hij onafge
broken op het lichtgele boek In de étalage.
Hij had altijd uitstekend met Arno kunnen
opschieten en meer dan eens had hij zich
later afgevraagd, wat er wel van dit le
venslustig jongmensch terecht kon zijn
gekomen.
Zonder er diep bij door te denken, ging
hij den boekwinkel binnen. Een jeugdige
bediende trad op hem toe en informeerde
voorzichtig naar zijn wenschen. Waar
schijnlijk twijfelde hij wel eenlgszins aan
de litteraire belangstelling van dezen Ietwat
haveloos uitzienden man, wiens ongewas-
schen handen meer op ruw werk duldden.
„U hebt daar een boek van Arno Meiss
ner in de étalage!" begon Lorenz. Zijn
manier van spreken en zijn zelfbewust op
treden misten hun uitwerking niet.
„Ja, zeker, buitengewoon spannend. Ik
kan het u bijzonder aanbevelen. Gebonden
vier mark vijftig! Mag ik het voor u in
pakken?"
„Neen, dank u! Het gaat om wat anders.
Zoudt u mij misschien het adres van den
schijver kunnen opgeven? Ik vermoed, dat
hij wel in het litteraire jaarboekje zal
staan."
„Wel zeker! Met genoegen! Een oogen-
blik alstublieft!" De jonge man haastte
zich naar een aangrenzend kantoortje en
keerde eenige minuten later met een open
geslagen boek terug. „Hier hebben we het
al: Arno Meissner, geboren 17 Maart 1905
ln Landshut, woont ln Berlijn-Llchter-
felde Köningsdamm 18a, telefoon E. 53189.
Zal lk het voor u opschrijven?"
..Dat is heel vriendelijk van u! En
u hebt hier zeker wel telefoon? Zou ik
daar misschien even gebruik van mogen
maken? Arno Meissner Is namelijk een
oude schoolkameraad van me".
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).