BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
Ritmeester
LESDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 5 Augustus 1939
De diagnose
Delfzijl 125 jaar
onafhankelijk,
GEVEILDE PERCEELEN
srgarert
De boringen te Bentheim
Zeker was er verschil in godsdienst, in op
voeding, in levensinzicht. Het moet op de
jonge Kroonprinses, toen zij in 1816 haar in
trede deed in Den Haag, wel een vreemden
indruk hebben gemaakt, dat de menigte
haar en haar gemaal geheel omstuwde, de
paarden van de koets spande en deze zelf
voorttrok In Rusland was zij nooit met de
bevolking in aanraking gekomen.
Zij heeft hier te lande natuurlijk dadelijk
kennis gemaakt met haar zwagei, prins
Frederik en met haar schoonzuster Ma
rianne. Frederik was toen een jonge man
hij was in 1797, dus in de jaren der balling
schap geboren. Door vader Willem werd hij
sterk boven zijn ouderen broer voorgetrok
ken en dat gaf natuurlijk moeilijkheden
waarin Frederik bemiddelde en suste, zoo
veel hij kon. Vele jaren van zijn lange leven
wijdde hij aan de Maatschappij vat. Wel
dadigheid en aan de Orde van Vrijmetse
laren. waarvan hij grootmeester was.
Prinses Marianne, eenige dochter van
Willem I. dat is nu merkelijk het zorgenkind
uit onzen roman. Een verbroken verloving
eerst, dan een huwelijk dat een mislukkin'.
wordt en eindigt met een scheiding; vele
benoemde hem tot Stadhouder in Luxem
burg. waarvan immers de Koning van Ne
derland Groothertog was. Tot zijn dood
heeft de Prins zijn beste krachten aan de
I.uxemburgsche belangen geschonken, zon-
Sophie, Groothertogin van Saksen Weimar
Eisenach, geboren Prinses van Oranje Nassau.
der echter ooit Nederland uit het oog te ver
liezen.
Zoo zien wij hem met zijn vrouw in 1869
aanwezig bij de opening van het Suez-
kanaal. Mede door zijn financieelen steun
kwam te Port Said het Nederlandsch Han
delsetablissement tot stand en twee jaar
later werd hij eere-voorzitter van de pas op
gerichte Maatschappij Nederland, de vaste
stoomvaartlijn op Indië.
Tweemaal is Prins Hendrik getrouwd ge
weest, maar beide huwelijken bleven kin
derloos. Juist was hij voornemens uit zijn
Luxemburgsche lustslot Wolferdingen naar
Waldeck Pyrmont te reizen, om het huwelijk
van zijn broer met Prinses Emma bij te wo
nen. toen de dood hem wegnam.
Prins Alexander, zoon van koning Willem m
reizen in het buitenland: de huwelijken
barer kinderen gesloten zonder dat zij daar
bij aanwezig kon zijn; conflicten met de fa
milie van haar man, die ook den lijkstoet
van haar vader volgt, terwijl zij in Rome
vertoeft; de dood van haar oudste dochter,
die na een huwelijk van vijf jaar haar man
met twee kindertjes achter laat het is
eigenlijk alles even triest. Maar dan zijn er
gelukkig nog lange rustige jaren te midden
van hare vele kunstschatten op het kasteel
Reinhartshausen bij Wiesbaden en op haar
buiten „Rusthofbij Voorburg, waar zij da
gelijks gasten uit de hooge Haagsche krin
gen aan haar tafel vereenigde.
Uit het huwelijk van Anna Paulowna en
Willem II zijn vijf kinderen geboren. Een er
van stierf onder het jaar, maar drie zonen
en een dochter groeiden voorspoedig op. Het
is zoo begrijpelijk en zoo teekenend tevens,
dat hun vader aan hun opvoeding zeer veel
zorg besteedde. Hij moet in dat opzicht zelf
veel zijn te kort gekomen. Merkwaardig mo
dern doet het paedagogische systeem van
Willem II aan: geen overlading met feiten
kennis. vooral geen verhalen over het
„roemrijk voorgeslacht", lichamelijke opvoe
ding, eenvoud Opmerken en leeren begrij
pen. dat is belangrijk, zegt Willem. II.
Wij blijven „in de schaduw" en spreken
dus niet over den Kroonprins ,den lateren
Willem m. De tweede zoon, Alexander, snel
bevorderd tot generaal-majoor bij de cava
lerie, schijnt voorbestemd „prince consort"
te worden. In 1836 ondernam zijn vader al
thans met hem en zijn broer een reis naar
Engeland, naar prinses Victoria. Maar van
deze plannen is niets gekomen. Alexander
was niet sterk en in 1847 openbaarde zich
bij hem een ernstige borstkwaal. Begeleid
door zijn jongsten broer, Hendrik, reisde hij
naar Madeira, waar het zachte klimaat,
naar men hoopte, genezing zou brengen.
Het volgend jaar is hij daar overleden.
Prins Hendrik was de zeeman. Onze
Oranjes zijn nooit erg reislustig geweest,
maar deze prins zwierf over alle zeeën. Hij
bezocht West-Indië, een jaar later maakte
hij via Zuid-Amerika een reis naar de Oost,
hij werd commandant van een Russisch
Prins Hendrik, de „Zeevaarder".
linieschip (dat was een attentie van zijn
oom. den Czaari en nam deel aandevloot-
manoeuvres in de Finsche Golf. Zoo ging
dat leven door tot den dood van zijn vader.
Willem III. nu koning geworden, had een
andere bestemming voor Prins Hendrik; hij
een weinig litterair vorst. Een kring van ge
leerden en kunstenaars had zij in den loop
der jaren om zich verzameld: Liszt, Motley.
Ranke, Macaulay. klinkende namen van
graag geziene gasten op het Huis ten Bosch.
Maar een droevige trek op haar gelaat is
niet te miskennen. Haar heengaan in 1877
was het eerste van een droeve reeks van
sterfgevallen.
's Konings broer Hendrik en Kroonprins
Willem stierven beiden in 1879. Over den
dood van den laatste is veel te doen geweest
Hij had zich weinig met staalzaken bemoeid
mede omdat hij andere inzichten koesterde
dan zijn vader. De laatste Jaren van zijn le
ven woonde hij in Parijs en daar is hij ook
vrij eenzaam overleden.
's Konings oom Frederik stierf twee jaar
later, in 1881. Alexander, Kroonprins ge
worden na den dood van zijn broer, volgde
zijn oudoom op als Grootmeester van het
Nederlandsch Groot Oosten. Hij had een
zwakke gezondheid, deze prins, maar van
zijn moeder had hij den litterairen en artis-
tieken aard geërfd. Beroemd was zijn ver
zameling handschriften en steeds breidde
hij zijn collecties oudheden, miniaturen en
schilderijen uit. Voor zijn broer Willem
koesterde hij groote bewondering: de eer
bied van den zwakke voor den sterke. Tegen
aanvallen in de pers nam hij hem meerma
len in bescherming. Toen zijn moeder ge
storven was, trok hij zich steeds meer terug.
Veelal vertoefde hij buitenslands en hij was
ook in Parijs, toen Willem daar stierf. Vijf
jaar later werd de grafkelder te Delft ook
voor hem geopend. En de zeven-en-zestig
jarige Koning had zich al zijn mannelijke
verwanten zien ontvallen.
Maar onze roman is nog niet ten einde.
Het laatste hoofdstuk heft ons weer op uit
het leed der rouw. Uit 's Konings tweede hu
welijk werd in 1880 een dochtertje geboren.
Prinses Wilhelmina. Met dit vorstenkind
dat op tien-jarigen leeftijd Koningin der
Nederlanden werd. komen wij in den eigen
tijd. En tevens treden wij dan uit de scha
duw in het volle licht dat op de Vorstin, op
Prinses Juliana en Prinses Beatrix schijnt.
Naar menschelijke berekening is de thans
geboren Oranjeprinses voorbestemd in de
schaduw te leven, in de schaduw der troon.
Maar wij weten hoe dikwijls „menschelijke
berekeningen" heeft gefaald en wij weten
eveneens dat ook in de schaduw het men-
scheUjk geluk is te vinden. Moge de jongge
borene dat deelachtig worden!
Dan is er nog de dochter, Sophie. Op 18-
jarigen leeftijd reisde zij met haar man Karl
Alexander van Saksen op een stoomboot
Rijnopwaarts naar haar nieuwe vaderland.
Die Karl was opgevoed door Goethe, op Goe-
thes geboortedag werd hij ingehuldigd als
Groothertog en na het sterven van Goethes
kleinzoon Walther kwam het huis van den
dichter aan den Staat, maar Groothertogin
Sophie werd benoemd tot erfgename van al
zijn papieren, de wetenschappelijke en ad
ministratieve, de dichterlijke en letterkun
dige. Later droegen Schillers erfgenamen
ook diens schriftelijke nalatenschap aan
haar over en op haar initiatief ontstond het
„Goethe-Schiller-Archiv." De groote uitgave
van Goethes werken waaraan men toen be
gon. draagt terecht den naam „Sophienaus-
gabe". Op den dag af 55 jaar na den groo-
ten schrijver overleed zij.
Wij komen in het derde Koningsgeslacht:
dat van Willem III. Onze roman begint een
tragische wending te nemen. In 1878 is de
Koning nog omringd van Oranje-prinsen:
zijn broer, Hendrik „de Zeevaarder", zijn
zoons Willem en Alexander, zijn Oom Fre
derik. Maar reeds was Koningin Sophie ge
storven, de zeer litteraire echtgenoote van
VOORTZETTING DER FEESTEN.
De feestelijkheden ter gelegenheid van het
125 jaar onafhankelijk zijn van Delfzijl zijn
gisteren, onder begunstiging van fraai
zomerweer, voortgezet.
Gistermiddag maakte een compagnie der
bemanning van het in de haven liggende
smaldeel, voorafgegaan door de stafmuzlek
der koninklijke marine, een marsch door de
stad. Groote belangstelling bestond ook voor
de zeilwedstrijden op de Eems en van de
gelegenheid om de schepen van het smaldeel
te bezichtigen werd gretig gebruik gemaakt.
Gisteravond om zeven uur ontvingen ten
provinciehuize te Groningen de commissaris
der Koningin met het college van gedepu
teerde staten van Groningen de marine.
Op het burgemeester Buiskoolplein tc
Delfzijl hield de marine kapel gisteravond
een taptoe, gevolgd door een muzikale rond
wandeling, welke een groote menigte op de
been bracht.
De laatste dag der feesten, heden, wordt
besteed aan admiraalzellen op de Eems en
het slot der viering zal bestaan uit een
grootsch vuurwerk op het strand.
DE REGEERINGSTOMATENGOEP.
HARTJES van MIJNHARDT
bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijnen
rheumalische pijnen, periodieke pijnen,
migraine, spierpijn, spit, kou en griep
Bij apothekers en drogisten,
koker 12 st. 50 ct. doosje 6 st 30 ct
4627
(Ingez. Med.)
Ingrijpende voorschriften voor
torna tenkweekers.
De regeering werkt thans de plannen uit
voor een nieuwe tomatensoepcampagne,
waarvan de détails binnen enkele weken
zullen worden bekend gemaakt. Als onder
deel van deze plannen zijn thans ingrij
pende voorschriften gegeven voor de West-
landsche tomatenkweekers. Volgens een
bekendmaking van de Ned. Groenten- en
Fruitcentrale moeten de kweekers n.l.
30 pCt. van hun oogst voortaan aan de
struiken geheel laten rijpen.
Vorig jaar heeft de regeering soep ge
maakt van uit de markt genomen export-
rijpe tomaten, d.w.z. tomaten in halfrijpen
toestand, zooals ze aan de WesMandsche
veilingen algemeen worden aangevoerd. De
tomaat rijpt dan n.l. op weg naar haar be
stemming. De tomaat, die aan den struik
rijpt, is echter veel zoeter en geuriger en
j daarom beter geschikt voor verwerking in
fabrieken. Hiermede is echter niet gezegd,
dat de regeering 30 pCt. van den tomaten-
oogst geheel uit de markt wil nemen Ook
in den vrijen handel zullen deze, aan de
struik gerijpte tomaten, afzet kunnen vin
den voor verwerking tot purée e.d. Tot dus
verre werd voor fabricage van purée veel
de Italiaansche tomaat aangevoerd, die zoe
ter heette te zijn dan de Nederlandsche.
Dcor onderzoekingen, o.a. op den Proeftuin
Zuidhollandsche Glasdistrict, is echter ge
bleken. dat de Nederlandsche tomaat uit
stekend geschikt is voor fabrieksdoeleinden.
mits men het product aan de struik laat
rijpen. De overblijvende 70 pCt. van den
oogst zal inmiddels gemakkelijk aan de
vraag van den normalen export blijven
voldoen.
Ten overstaan van notaris A. A, van Haaften
te Lelden:
Het huis met voor- en achtertuin te Oegst-
geest, Julfei mansspaal 18. in bod f. 4200. koo-
per de heer H. Korswagrt-i Nwi. q.q te Lelden
voor f4350.
DE KARIMATA OP WEG NAAR INDIË.
De Karimata op weg naar Indië, is giste
ren Gibraltar gepasseerd.
Alles is wel aan boord.
-A3-
door ELSA KAISER.
Professor Veldersma had juist zijn ronde
door het krankzinnigengesticht gemaakt en
wilde in zijn studeerkamer nog even rustig
aan een studie voor een medisch vakblad
beginnen te werken, toen zijn bediende hem
vertelde, dat er een jonge vrouw wachtte
die hem dringend wenschte te spreken.
Professor Veldersma zuchtte, haalde de
schouders op en zeide: „Laat maar binnen!"
Toen de dame binnenkwam, keerde de pro
fessor zich geïnteresseerd naar haar om. Zij
was kastanjebruin en tenger van gestalte en
haar blauwe oogen waren bijzonder naïef.
Haar kleeding was heel eenvoudig.
Met een vriendelijk gebaar wees de medi
cus haar een stoel. „Waar kan ik U mee
van dienst zijn, mevrouw", vroeg hij en keek
in haar blauwe onschuldoogen.
De Jonge vrouw wrong met een zielig ge
baar de handen en zeide, met haar groote
blauwe oogen op den professor gericht: „Het
gaat om mijn man, professor. Hij heeft
tegenslag in zaken gehad, maar ik ben er
van overtuigd, dat hij er weer bovenop zal
komen. Plotseling echter is er iets vreese-
lijks met hem gebeurd, hij is aan een waan
denkbeeld gaan lijden. Dat komt zoo! Ik be
zit een hanger die uit zeven groote briljan
ten bestaat, hangend aan een platlnaket-
ting. Wij hebben altijd tot elkaar gezegd,
dat als wij eens geen raad meer zullen
weten, wij dezen ketting kunnen verkoopen
Zoover is het gelukkig echter nog niet. Maar
het waandenkbeeld van mijn man nu is, dat
deze ketting gestolen is. Soms staat hij mid
den in den nacht op en loopt jammerend
door het huis, aldoor roepend: „De briljan
ten, de briljanten!" Overdag verlaat hij
soms eensklaps het kantoor, rent naar huis
en doorzoekt alles. Het is nu zóó erg met
hem geworden, dat ik bang ben en niet meer
alleen met hem durf te blijven". De jonge
vrouw vouwde smeekend de handen. „Ach,
professor, zoudt u zoo goed willen zijn mor
genmiddag om drie uur naar hem te komen
kijken?" Bij deze vraag keek zij den dokter,
met haar groote oogen. smeekend aan.
„Kunt U morgen niet met hem op mijn
spreekuur komen?" vroeg de professor,
vechtend tegen het wonderlijke gevoel, dat
de blauwe oogen in hem hadden wakker ge
maakt.
„U moet hem in zijn eigen omgeving zien,
bij anderen is hij heel gewoon. Bovendien
zou het mij niet lukken hem bij U te bren
gen, dat begrijpt U toch wel?" zeide de
jonge vrouw zacht en keek den geleerde
overredend aan, terwijl een glimlach over
haar gezicht begon te lichten die het iets
wonder stralends gaf.
Hij was plotseling overrompeld. „Nu goed,
lk kom morgen om drie uur", beloofde hij.
De jonge vrouw stond op en gaf den pro
fessor haar kaartje. „Dank u duizendmaal,
professor." fluisterde zei en haar oogen
stonden vol tranen.
De juwelier Elders boog diep voor de ele
gante, jonge vrouw die achteloos in de lede
ren fauteuil naast de vitrine met kostbare
steenen zonk.
„U hebt verleden week een platina ketting
met een hanger van zeven briljanten ten
toongesteld. Hij behoorde tot de Juweelen
van het vroegere Czarenhuls", begon ze en
legde een blanke hand, waaraan een ring
van groote waarde schitterde, op het glas
van de vitrine. „Kunt U mij dien eens laten
zien?"
De juwelier haastte zich aan het verlan
gen van de cliënte te voldoen.
Met een nonchalant gebaar nam zij het
collier uit het etui en liet het een oogenblik
in de binnenvallende zonnestralen schitte
ren. „Wat kost hij?" vroeg zij en glimlachte
plotseling, een heel teederen, wondermooien
glimlach.
De juwelier stond haar een oogenblik aan
te staren, zichtbaar verward en mompelde
toen. op bijna verontschuldigende toon, den
exhorbitant hoogen prijs.
De jonge vrouw maakte geen enkele be
weging, maar de glimlach bleef om haar
lippen toen zij zeide: „Wilt U vanmiddag
tegen drie uur even bij mij aan huis komen,
met het collier? Ik kan natuurlijk niet al
leen beslissen, het collier is zeer kostbaar,
mijn man zal het even moeten zien. Ik stel
er echter prijs op, dat U persoonlijk komt"
„Ik ben geheel tot uw dienst, mevrouw",
antwoordde de juwelier, „lk zal zorgen om
even vóór drie uur bij u te zijn".
Precies tien minuten voor drie uur schelde
juwelier Elders .aan het opgegeven adres
Een keurig dienstmeisje opende de deur en
liet hem in een salon. Nauwelijks was hij
gezeten of de jonge vrouw kwam binnen.
„Hebt U het collier bij u?" vroeg zij en haar
heele gezicht straalde door den wonderen
glimlach.
Hij overhandigde eenigszins plechtig het
etui. Zij wierp er even een blik in. „Een
oogenblik", verzocht zij, „mijn man is hier
naast, ik kom dadelijk terug". En voordat
hij kon tegenspreken was zij de kamer al
uit, het etui meenemend.
Enkele minuten later sloeg zacht ergens
een deur
Juwelier Elders wachtte geduldig en keek
intusschen rond. De kamer was kostbaar
gemeubeld en getuigde van veel smaak. El
ders liep heen en weer, het wachten duurde
lang en de doodelljke stilte verontrustte
hem. Hij opende voorzichtig de deur en keek
in de gang. Niemand te zien. Hij trad in de
kamer terug, liep naar het venster en keek
uit in de straat. Ergens sloeg een klok drie
uur. De juwelier wachtte nog vijf minuten
en toen luidde hij met een tafelschel, die hij
zag staan.
Het dienstmeisje kwam haastig aangeloo-
pen. „Waar is mevrouw?" vroeg Elders ang
stig.
„Mevrouw? Wel, mevrouw is een kwartier
geleden uitgegaan", was het antwoord.
„En mijn briljanten!" schreeuwde mijn
heer Elders
Het meisje keek hem dom aan.
„Mijn briljanten, o, mijn briljanten!"
jammerde mijnheer Elders Hij wilde het
meisje opzij duwen maar zij wenkte iemand.
Een heer trad binnen. „Professor Vel
dersma", stelde deze zich voor.
„Mijn briljanten, mijn briljanten!" jam
merde de juwelier zonder op de formaliteit
te letten.
„Aha, dit is dus de echtgenoot", mompel
de de professor en toen luid. „Ja, juist, uw
briljanten".
Woedend schreeuwde de juwelier, op den
dokter toespringend. „Mijn briljanten heeft
zij meegenomenmet een glimlach
en met wat voor oogen1"
Professor Veldersma wenkte het dienst
meisje. Deze scheen den wenk onmiddellijk
te begrijpen, want zij opende de straatdeur
en riep iets.
„Oplichters, dieven, help!" schreeuwde
mijnheer Elders.
Twee mannen traden binnen en namen
den Jammerenden man tusschen zich in.
„Afdeellng onrustigen", zeide de profes
sor kalm en volgde de groep naar de gang.
Buiten stond een auto. De twee oppassers
duwden den spartelenden Juwelier in den
wagen, sprongen er eveneens in en toen
reed de auto pijlsnel weg.
„Je kunt mevrouw zeggen, dat het in orde
is", zeide de professor tot het dienstmeisje.
„Als mevrouw wil, kan zij straks even komen
kijken en anders morgen, dan zal hij wel
wat rustiger zijn".
Fijntjes glimlachend sloot het meisje de
deur achter den professor.
„Jullie hebt haar alle twee voor het na
kijken", mompelde zij en begon haar man
tel aan te trekken.
(Nadruk verboden).
(Auteursrecht voorbehouden).
NIEUW GEDEELTE VAN HET
AMSTERDAM-RIJN-KANAAL GEREED.
Nauwelijks was een zware baggermolen
gisteren eenige uren bezig met het weg.
graven van den ouden verkeersweg Utrecht-
Jutphaas, ter hoogte van de scheepswerf
„De Licsbosch", welke nog de eenige al-
scheiding vormde tusschen het oude en
nieuwe gedeelte van het Amsterdam-Rijn.
kanaal, of een tweetal vaartuigen van den
rijkswaterstaat met de driekleur in top
kwam het thans gereedgekomen gedeelte
van het kanaal afvaren en passeerde de in
middels gegraven geul.
Door de openstelling van dit kanaal
gedeelte, hetgeen vermoedelijk reeds heden
zal geschieden, kan de scheepvaart op Am
sterdam in één ruk door voortgang vinden,
waarbij het hinderlijke schutten in hei
nauwe kanaalgedeelte aan de grens van de
stad Utrecht tot het verleden gaat behooren.
Een woord van
aanbeveling is
niet meer noo-
dig. De Ritmees
ter Ideaal is
alom bekend als
de ideale 8 ets.
sigaar.
3634
(Ingez. Med.)
EXPLOSIES EN' BRAND TE OLDENZAA1
WAARNEEMBAAR.
Eenigen tijd geleden hebben wij in een
uitvoerig artikel melding gemaakt van bo
ringen nabij Bentheim (D.). Er deden zich
toen geweldige explosies voor, welke tot ver
in den omtrek konden worden waargeno
men. Enorme hoeveelheden gas trokken me:
geweld naar de oppervlakte. Het gelukte
aan het technisch personeel de explosies tot
staan te brengen. Na dien werd niets meer
vernomen.
Op het terrein van de boringen en in de
nabijheid van den boortoren werd niemand
meer toegelaten, zoodat over de werkzaam
heden daar ter plaatse niets meer tot de
buitenwereld doordrong.
De boringen werden weer voortgezet. Zw
juist meldt men ons uit Bentheim, dat de
explosies zich thans herhalen en dat de
boventoren in brand staat. De explosies zij"
te Oldenzaal duidelijk hoorbaar, terwijl ooi
de roode gloed van den brand waarneem
baar is.
Uit Bentheim geeft men ons over deze
gasexplosies de volgende lezing: in den loop
van het jaar werd het boorgat met beton
gestopt om aldus te voorkomen, dat de scha
delijke gassen zich ln groote hoeveelheden
naar bulten konden werken.
Daarop ls men opnieuw gaan boren en
opnieuw ontwikkelden zich de schadelijke
gassen van een kwaadaardige soort, die hun
uitwerking op de omgeving niet misten, z<*>
zelfs, dat de boomen in de omgeving van
het boorterrein o.a. het Benthetmer woud
aezen zomer geen bladeren droegen. Men
trachtte daarop en met succes, die gassen
op te vangen en door middel van speciale
buizen in het boorgat terug te lelden. Op
nieuw echter kwamen deze gassen aan de
oppervlakte, waarop ingenieurs een Instal
latie zouden hebben aangebracht om deze
gassen op een bepaalde plaats te laten ont
snappen.
Gistermiddag zou men deze gassen me'
opzet hebben aangestoken met het doel d<
boomen in de omgeving tegen den ze"
schadelijken Invloed te beschermen.
Ambtenaren, die uit Bentheim kwamen,
gaven dezelfde lezing. Ook werd gezegd, dit
de boringen geschieden, wijl men denk'
helium te vinden of een soort gas. dat du
zou kunnen vervangen.
Er wordt in deze omgeving op verschillen
de Diaatsen geboord, ook ln de omgeving
Gildehaus. Bij Bentheim heeft men gebeerd
tot op een diepte van 2000 tot 2500 meter-
Tot zoover de lezing over den brand W
den boortoren, welke echter door anderen
zeer in twijfel wordt getrokken. Gisteren wes
het geluid dat de brand veroorzaakte, te
Oldenzaal duidelijk hoorbaar: het had vee'
weg van een op eenigen afstand draaiende
motor.
Pree "se oprrnven zijn "iet te verkrü-en-
daar niemand in de nabijheid van het ter-
ïein der boringen wordt toegelaten, zei"
geen personen uit Bentheim en omgevint
Het was den laatsten tijd zelfs onder strene'
straffen verboden het terrein met branden»
rookmateriaal te betreden.
NIEUWE DEENSCHE GEZANT BIJ HET
NEDERLANDSCHE HOF.
Dr. Knud Aage Monrad-Hansen, Dee"®!
gezant te Buenos Aires, zal het Ingang
1 November a s. optreden als gezant in D"1
Haag.
2-?