BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 22 Juli 1939
Mooie, charmante zonnebruining
Roem
De Kabinetscrisis
Verbindend en
verklaren van
onverbindend
ondernemers-
overeenkomsten
Prins Bernhard inLimburg
STOFZUIGERS
51
VRAGENRUBRIEK
Het bezoek van dr. Colijn aan H. M. de
Koningin heeft gisteren ruim twee uur ge
duurd. Men neemt aan dat de kabinetsfor
mateur Hare Majesteit uitvoerig heeft in
gelicht omtrent zijn pogingen tot vorming
van een ministerie.
Omtrent dat kabinet zijn allerlei geruch
ten in omloop. Tientallen namen van aan
staande ministers worden genoemd, doch
officieel wordt geen enkele mededeeling
verstrekt. De ..Tel." concludeert tot de vol
gende formatie:
mr. J. A. N. Patijn aan Buitenland-
sche Zaken;
mr. J. A. de Visser, procureur-gene
raal bij bet gerechtshof te Arnhem, als
minister van Justitie;
minister H. van Boeyen aan Binnen-
landsche Zaken;
C. W. Bodenhausen, oud-vice-presi
dent van den Raad van Indië, aan Fi-
Financiën;
dr. J. J. C. van Dijk, aan Defensie;
jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jcude
aan Waterstaat;
en waarschijnlijk prof. dr. J. R. Slo-
temaker de Bruine weer aan Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen;
voor Koloniën worden genoemd de
heer C. van den Bussche, oud-vice-pre
sident van den Raad van Indië.
Ook wordt echter genoemd de naam
van den huidigen minister van Water
staat, mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren,
alsook dr. A. D. A. de Kat Angelino,
oud-directeur van Onderwijs en Eere-
dienst in Indië.
Voor Economische Zaken prof. ir. Is.
P. de Vooys. directeur van de A.K.U.,
voorzitter van den Economischen Raad
en dr. J. A. Nederbragt, voorzitter van
den Havenraad van Danzig, hoewel
deze na zijn bezoek aan dr. Colijn
heeft verklaard, dat dit niet in verband
stond met de kabinetsformatie.
Doch ook wordt er rekening mede
gehouden, dat minister Van Buuren
aan Waterstaat blijft en dat jhr. Van
Lidth de Jeude dan Economische Zaken
zou krijgen.
Voor Sociale Zaken ten slotte wordt
de heer H. P. J. Bloemers, burgemees
ter van Arnhem en rijksbemiddelaar,
genoemd, waarbij het echter ook mo
gelijk wordt geacht, dat deze Binnen-
landsche Zaken zou krijgen en minister
Van Boeyen zou overgaan naar Sociale
Zaken.
Zelfs wordt rekening gehouden met
den terugkeer van minister Slotemaker
de Bruine naar dit departement.
BEZICHTIGING VAN HET ONDER-
GRONDSCH BEDRIJF VAN
DE „MAURITS".
Gistermorgen even over half tien is Prins
Bernhard per auto uit de Limburgsche
hoofdstad vertrokken naar Geleen, waar
hij het ondergrondsch bedrijf van de groot
ste der staatsmijnen de Maurits heeft be-
eichtigd.
In 'Maastricht en ook overal verder op
den weg waar de Prins passeerde, stonden
langs den weg honderden belangstellenden
geschaard die hem geestdriftig toejuichten,
terwijl alom druk gevlagd was.
Aan het hoofdgebouw van de Maurits,
werd de Prins verwelkomd door de leden
van de directie der Staatsmijnen in Lim
burg.
Na een korte kennismaking heeft hij het
ondergrondsch mijnbedrijf bezichtigd, on
der leiding van dr. ir. Groothoff, mr. dr.
v. Waterschoot v. d. Gracht en den be-
drijfsingenieur van de Maurits, ir. J. Bak
ker.
Gedurende twee uur verbleef het gezel
schap in de mijngangen. De Prins sprak,
toen de lift allen uit ae diepte weer om
hoog had gebracht, zijn groote bewonde
ring uit voor de perfecte en moderne outil
lage van dit grootbedrijf.
Omstreeks half twee begaf hij zich langs
een haag van leesjongens (jongens, die
steenen uit de kolen lezen» van het hoofd
gebouw naar het Casino, waar door de di
rectie een lunch werd aangeboden.
Tijdens den maaltijd concerteerde het
muziekkorps der Staatsmijn Maurits voor
het Casino.
Omstreeks half vier reden de prinselijke
auto's voor en na op het marktplein een
zanghulde van de Geleensche jeugd in ont
vangst te hebben genomen, vertrok de
Prins weder naar het Noorden.
DE UITVOERING VAN DE
ELECTRICITEITSWET.
DE VOORGESTELDE WIJZIGING.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer nopens het wetsontwerp betreffen
de wijziging van de wet op het algemeen
verbindend en onverbindend verklaren van
ondernemersovereenkomsten 1935 is hel
volgende ontleend: De strekking van deze
wijziging is, blijkens de memorie van toe
lichting, mogelijk te maken, dat ook bui-
j tenstaanders verplicht worden bij te dra
gen in de kosten van uitvoering en con
trole, althans de rechtsgeldigheid van het
opleggen van zulk een verplichting buiten
twijfel te stellen.
In de eerste plaats stelden eenige leden
de vraag, of bepalingen omtrent betaling
van uitvoeringskosten wel betrekking heb
ben op de .economische verhoudingen" in
het bedrijf, gelijk de wet voorschrijft. Ko
men zij eigenlijk wel voor verbindendver
klaring in aanmerking?
Andere leden achtten dit niet twijfelach
tig. Veel belangrijker echter is h.i. een
een tweede vraag. n.l. waarom de aan ar
tikel 2 toe te voegen nieuwe zin in zoo al-
gemeene bewoordingen is vervat. Voorge
steld wordt immers dezen zin zoo te doen
luiden, dat de algemeen verbindendver
klaring ook kan betreffen bepalingen wel
ke financieele verplichtingen inhouden."
Waarom heeft de minister zich hier niet
overeenkomstig zijn bedoeling beperkt tot
de mogelijkheid van het opleggen der ver
plichting tot bijdragen in de kosten van uit
voering en controle? De woorden „finan
cieele verplichtingen" hebben een veel
ruimer strekking.
Verscheidene leden, die zich bij dit be
toog aansloten, voegden daaraan nog toe,
dat de uitbreiding van de werkingssfeer
der wet, voor de gemeenschap gevaar zal
kunnen opleveren.
De ordening, welke deze wet mogelijk
maakt, gaat alleen van de ondernemers
uit. Deze in wezen onjuiste opzet van de
wet maakt haar met elke uitbreiding van
haar werkingssfeer voor de gemeenschap
gevaarlijker.
Sommige leden vestigen er de aandacht
op, dat in het wetsontwerp betreffende het
algemeen verbindend en onverbindend ver
klaren van bedrijfsregelingen in den
landbouw voorgesteld wordt de mogelijk
heid van verbindendverklaring te openen,
indien deze „niet in strijd is met het alge
meen belang", de voorkeur verdient boven
die, welke in de bestaande wet is neerge
legd.
Andere leden zouden tegen een zoodanige
aanvulling ernstig bezwaar hebben.
Eenige leden stelden verder de vraag, of
j een strafsanctie als met betrekking tot
den landbouw is opgenomen niet ook bij
het algemeen verbindend verklaren van
regelingen in andere bedrijfstakken nuttig
zou kunnen werken. Enkele leden gin
gen uit van de veronderstelling, dat
de bepaling in de tot nu toe gevolgde
practijk het advies van de vaste commissie
van den economischen raad, van groote
beteekenis is voor de beslissing, welke de
minister moet nemen. Hierin ligt ook een
belangrijke waarborg, dat de verschillende
belangen, welke bij zulk een beslissing be
trokken zijn, ernstig worden bezien en te
gen elkander afgewogen. Nu vreesden zij,
dat door de voorgestelde wijziging dit ad
vies aan beteekenis zal verliezen en
dat bij de beslissing meer dan tot dusverre
de persoonlijke opvatting van den minister
den doorslag zal geven. Mocht dit de be
doeling zijn, dan zouden zij tegen de ont
worpen wijziging ernstige bedenkingen
moeten inbrengen.
DE PKOTESTANTSCHE KERKGENOOT
SCHAPPEN EN DE
RADIO-OMROEP.
Reeds is medegedeeld, dat de minister
van binnenlandsche zaken afwijzend op
het verzoek van den Nederlandsch Her
vormden Radio Omroep (N.H.R.O.) om
toewijzing van zendtijd tot het doen van
radio-omroepuitzendingen. heeft beslist.
Wij vernemen thans dat aan deze be
slissing een bij herhaling gepleegd over
leg met de organisaties is voorafgegaan,
waarin door de regeering eenerzijds het
standpunt werd ingenomen, dat versplin
tering en verbrokkeling van den omroep
zoo mogelijk dient te worden voorkomen,
doch anderzijds de redelijkheid werd er
kend, dat door de Protestantsche kerkge
nootschappen meer invloed kan worden
uitgeoefend op de verzorging van uitzen
dingen door de N.C.R.V., die naar haar
aard tot het terrein beluoren waarvoor
de kerken meer in het bijzonder belang
stelling hebben.
Het bestuur van den N.C.R.V. heeft zich
bereid verklaard een oplossing te bevor
deren. waardoor die invloed is verzekerd.
Het ligt in zijn bedoeling statuair de
mogelijkheid te openen organen in ce
stellen, wier leden door de kerkgenoot
schappen zullen worden benoemd en die
geheel zelfstandig zullen beheerschen de
uitzending van de kerkdiensten en andere
omroepprogramma's, die voer de kerken
van belang zijn.
De synodale commissie van de Ned. Her
vormde Kerk heeft zich inmiddels bereid
verklaard de leden van het orgaan, dat
deze taak voor die kerk zal hebben te ver
vullen, te benoemen. Teneinde het nood
zakelijk contact met de vereeniging te
waarborgen zal alleen de voorzitter, die
slechts adviseerende bevoegdheid zal ver
krijgen, door het bestuur van de N.C.R.V.
worden benoemd.
Deputaten voor de radio-uitzendingen
voor de Gereformeerde Kerken, die mede
een verzoek tot het bekomen van zendtijd
hadden ingediend, hebben onder deze om
standigheden gemeend, deze aanvraag
terug te moeten nemen.
TOESTAND VAN DE ZINKWITINDUSTRIE.
Wat is de oorzaak van den achteruitgang
van den uitvoer?
Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot goedkeu
ring van het &on. besluit tot heffing van
een invoerrecht op zinkwit, lithopone en
andere met zink bereide witte verfstoffen,
wordt o.m. gezegd:
Bij het afdeelingsonderzoek van dit
wetsontwerp merkten sommige leden op,
dat in de memorie van toelichting de toe
stand van de Nederlandsche zinkwitin-
dustrie niet duidelijk is weergegeven
Het gevaarlijke in de ontwikkeling, zoo
als deze uit de memorie van toelichting
wel moet worden afgeleid, is, zoo meenden
deze leden, dat ondanks een zeer sterke
stijging van den binnenlandschen afzet,
de positie van de Nederlandsche zinkwit-
industrie niet is verbeterd, omdat blijkbaar
de export is afgenomen met ongeveer de
zelfde hoeveelheid als waarmee de binnen
landsche afzet steeg. Gaarne zouden zij
van de Regeering een uiteenzetting ont
vangen omtrent de oorzaken van dezen
achteruitgang van den export.
Mocht het kostniveau in ons land on
gunstig blijken te zijn, dan zouden deze
leden gaarne vernemen, welke maatregelen
genomen zullen worden om daarin verbe
tering te brengen, hetzij met, hetzij zon
der hulp van de Regeering.
Andere leden konden zich met den ge-
dachtengang, neergelegd in de memorie
van toelichting, zeer wel vereenigen.
De Minister, aldus deze leden, consta
teert. dat het Nederlandsche bedrijf zijn
totalen afzet, vergeleken bij dien over 1937.
heeft kunnen handhaven, mede ten gevol
ge van de heffing van het bijzonder invoer
recht. Hiermede is het groote voordeel
verkregen, dat de werkgelegenheid goed
deels kon worden behouden.
In verband hiermede spaaken de leden,
hier aan het woord, de hoop uit, dat het
tegenwoordige invoerrecht zal worden ge
handhaafd, dan wel door andere handels
politieke maatregelen zal worden vervan
gen. zoolang gevaar dreigt, dat de Neder
landsche zinkwitindufitrie zonder zoodanige
maatregelen te gronde zou gaan.
35 verschillende bekende merken.
Ook in huurkoop.
DE STOFZUIGER-CENTRALE BAGEMAN
HOOIGRACHT
7195
TELEFOON 25955
(Ingez. Med.)
WIJZIGING DER WONINGWET.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamers nopens het wetsontwerp tot wijzi
ging van de Woningwet is het volgende
ontleend:
en geen verbranden en vervellen met Amilda-Zonneforuin. Flac. 00, Tube 60, Doos 50 en 26 c.
3646
(Ingez. Med.)
door J. P. BAUÉ.
Het was Barend de Wolf in het leven
niet heelemaal naar den zin gegaan. Hij
had het zich in zijn jonge jaren zoo heel
anders voorgesteld ,had illusies gehad van
een ruim inkomen, veel reizen, vooral niet
al te vroeg trouwen en het was allemaal
anders uitgekomen. Hij was dolverliefd ge
raakt, trouwde op z'n vijf-en-twintigste
jaar, toen hij na jaren van zuinigheid nèt
genoeg bij elkaar had om een bescheiden
huishoudentje in te richten, zijn inkomen
was allesbehalve ruim en toen er al spx>edig
een paar kleintjes over den grond waren,
werd zijn reisverlangen naar een verre toe
komst verschoven. Zoo gaat het dikwijls
met illusies, want.daar zijn het nu
eenmaal illusies voor!
Toch was Barend de Wolf lang niet on
gelukkig. Hij hield heel veel van zijn vrouw,
was dol op de kinderen en in de eerste ja
ren van zijn huwelijk wist hij zichzelf te
suggereeren, dat dit leven eigenlijk nog te
verkiezen was boven het wankele vrijge
zellenbestaan met zijn zeker niet op alle
punten onbetwistbare faciliteiten.
Maar na zijn vijf-en-dertigste jaar begon
hij weer te veranderen. De ideeën van zijn
jeugd borrelden zoo langzamerhand weer
in hem op, hij vond zijn leven een klein-
burgermannetjes-bestaantje, hij kreeg een
hartgrondigen hekel aan de sleur op zijn
kantoor, hij werd jaloersch op zijn onge
trouwde collega's die 's avonds gingen,
waar ze wilden, terwijl hij toch altijd met
zijn vrouw rekening te houden had, keek
met afgunst naar de prachtige fotokaar
ten, die ze hem met hun vacanties uit het
buitenland zonden, en kwam tot de slotsom
dat zijn leven saai, doelloos en eigenlijk
heel erg banaal was. Wat presteerde hij
eigenlijk? Hij hield journaals bij, tikte fac
turen en rekeningen, gaf bij tijd en wijle
Wimpie en Jan een paedagogische draai
om de ooren endaar bleef het bijKón
zooiets iemand bevredigen, die vroeger ge-
De regeeringspersdienst meldt:
Het ligt in het voornemen van den mi - - -
nister van waterstaat te bevorderen dat de droomd had van de wijde wereld en van
algemeene maatregel van bestuur, ter uit- ieer en roem.
voering van artikel 12 van de electriciteits- bevredigde hem positief niet.
wet. tegen 1 Januari 1940 zal worden uit- Als hij bijvoorbeeld zag, wat die R°bert
gevaardigd, bij die voorziening zullen mei van Zwanensteyn in het leven pre^eerde,
name voorschriften worden gesteld omtrent hij zich een Uungel. Me ïtobert,
installatie-materialen. Vermoedelijk zal nog
gedurende een Delangrijk deel van het jaar
1940 de mogelijkheid van verhandeling van
materialen, welke niet ten volle aan de
voorschriften voldoen, blijven opengesteld.
AMERIKAANSCH ESKADER OP WEG
NAAR ROTTERDAM.
De Amerikaansche kruiser Trenton" die
de vlag van schout bij nacht Lackey voert,
en de torpedobooten Jacob Jones" en
„Ranger" zijn van Le Havre naar Rotter
dam vertrokken.
Geen wonder, dat die Robert naderhand
zélf ging schrijven. Zijn gedichten werden
gepubliceerd In de groote letterkundige
bladen, toen hij twee-en-twintig was ver
scheen zijn eerste bundel, en een paar jaar
later had zijn roman „Levensroes" een
uitstekende pers.
„Nog een schoolkameraad van me", placht
hij den laatsten tijd tegen zijn vrouw te
zeggen, als er wéér een goede critiek over
één van Robert's boeken in de krant stond,
„tja. zooiets moet toch heerlijk zijn. Ik
hoorde laatst, dat hij reizend correspon
dent is van een groot dagblad. Schrijft reis
brieven uit de Europeesche hoofdsteden.
Die jongen is te benijden!"
Zoo werd Robert van Zwanensteyn in den
huize De Wolf een soort afgod. In Barend
de Wolf's mager-gevulde boekenkast
boeken zijn duur en het salaris van een
kantoorbediende is klein ontbrak geen
zijner werken. In een sentimenteele bui had
Barend naar aanleiding van één van
Robert's boeken eens een briefje aan hem
geschreven via zijn uitgever, en het was
een gebeurtenis, toen op een goeden mor
gen een kort maar vriendelijk episteltje
van Robert van Zwanensteyn in de brie
venbus lag.
„Luister eens, Mien", vertelde Barend zijn
vrouw opgteogen, „nou zit die snuiter weer
in Spanje. Hij schrijft brieven van het
Estramadurafront. Zoo'n schrijver beleeft
wat. Heerlijk toch, zoo'n leven!"
En misprijzend gleden zijn oogen langs
zijn kale meubeltjes, het rafelige tapijt en
het afgesleten zeil, waartusschen hij zijn
levensdagen moest slijten.
„Ja," zei Mien nuchter, „maar weet jij,
wat voor zorgen zoo'n schrijver heeft?
Wat weet je van zijn particuliere leven?"
„Zorgen? Ach wat! Iemand, die reist,
kent geen zorgen. Een schrijver leeft voor
zijn werk. zijn roem!"
„Mogelijk", zei Mien. En ze veranderde
meteen van onderwerp. „Denk je eraan,
Barend, dat Wimpie van de week hoognoo-
dig een paar nieuwe schoollaarzen moet
hebben? En Jan is door zijn broekje heen.
Verstellen zal wel niet meer gaan".
Toen zuchtte Barend de Wolf diep. Dat
was z ij n leven.
Op een middag kwam hij opgetogen
thuis.
„Mien", schreeuwde hij al in de gang,
„Mien je raadt nooit, wien ik ontmoet heb!
Robert van Zwanensteyn. Hij zag er uit,
waar hij bij in de klas gezeten had, zie je.
die had het geweten! Op school was hij nou, bruingebrand en een echte artist. Op
zoo'n licht alleen Neder-
landsche taal, dat was z'n fort. In de let
terkunde had die knaap zijn evenknie niet.
Hij verslond gedichten, werkte zich door
bergen boeken heen, en toen hij, Barend
de Wolf, nog maar net zijn Fennimore
Cooper's en Gustave Aimard's „te boven"
was, was Robert van Zwanensteyn al een
heele baas op litterair gebied, kende hij
„Mathilde" al van buiten, wist alles af van
de mannen van tachtig, had hij het heele
oeuvre van Herman Robbers, Ina Boudier
Bakker, en Jacobus van Looy gelezen!
honderd meter afstand zie je, dat die man
iets bijzonders is! Enfin, je moet hem lee-
ren kennen! Vanavond komt hij bij ons
eten. Zeg, zorg er voor, dat er iets goeds op
tafel komt. En een glaasje wijn. denk je
daar aan? We kunnen het niet zoo kaaltjes
doen. Je zult eens zien, wat een fijne vent
die Robert is".
„Nou. het zal me benieuwen", zei Mien,
die met schrik en beven aan het diner
dacht, dat ze zoo'n vreemden artist moest
voorzetten.
Ze zette haar beste beentje voor en het
viel geweldig mee. Tja, ze had wel een
beetje sceptisch gestaan tegenover Barend's
opgetogenheid, maar nu ze Robert van
Zwanensteyn leerde kennen, moest ze toe
geven, dat hij charme had en dat er iets
van hem uitging. Zooals die een gesprek
gaande wist te houden, zooals hij wist te
vertellen van alles en nog wat, van zijn
reizen, zijn avonturen, zijn bohémien-be-
staan. Ze betrapte er zichzelf op, dat ze
met spanning aan zijn lippen hing, en ze
kreeg waarachtig een kleur, toen hij haar
een warm en welgemeend compliment gaf
over haar diner. Werkelijk, Barend had
niets te veel gezegd van zijn schoolvriend,
dat was inderdaad een man van de wereld,
met veel levenservaring. Vooral om zijn
keurige, losse manieren, zijn gemakkelijk
heid van bewegen, moest ze hem bewonde
ren.
Barend was den heelen avond in een op
gewonden stemming. Hij genoot kennelijk
van alles wat Robert zei. Hij was als een
kind zoo blij, toen Robert van Zwanensteyn
de door hem geschreven boeken signeerde
en er bovendien bijschreef: „Ter herinne
ring aan den gezelligen avond met mijn
ouden vriend Barend de Wolf en diens
charmante vrouw". Toen knikte hij Mien
toe en zijn oogen zeiden: „Heb ik te veel
gezegd van Robert?"
Het was laat in den avond, toen de
schrijver afscheid nam. Hij excuseerde zich,
dat hij geen bloempje had meegebracht
voor zijn allerliefste gastvrouw, hij had nog
uitgekeken, maar op zijn weg naar hen toe
had hij geen enkelen bloemenwinkel ont
dekt. Een volgend maal zou hij zeker beter
oppassen
Barend ging met hem mee tot aan de
deur. Hij schudde hem wel tienmaal de
hand. Zei uitbundig, dat het hem toch
zoo'n onuitsprekelijk genoegen geweest was,
Robert eens onder zijn dak gehad te heb
ben. Waarop deze van zijn kant weer zei,
dat het genoegen heelemaal aan hem was
geweest.
Robert van Zwanensteyn stond al op de
stoep, toen hij terloops nog even vroeg:
„O Ja, Barend, kun Jij me misschien voor
een paar weken aan een tientje helpen? Ik
heb momenteel geen vaste baan en je weet
hoe dat gaat met bladen, hè? Ze zijn niet
altijd even prompt met hun remises. Of
nee, daar weet jij natuurlijk heelemaal
niets van", lachte Robert, de bekende
schrijver. „Jij gelukkige kerel met je vaste
inkomen iedere maand
Barend was er even sprakeloos van ge
weest, had toen aarzelend en een beetje
beduusd een tientje uit zijn portefeuille ge
haald dat was nog wel bestemd voor de
nieuwe laarzen van Wimpie het was nèt
geweest, of h ij degene was, die dat tientje
kreeg, zoo had hij zich gevoeld. Een beetje
klein en verlegen.
Joviaal had Robert hem toen op den
schouder geslagen. „Nou kerel, ik zie je nog
wel eens".
Even had hij hem nagestaard, zooals hij
verdween in het donker van de straat, lang,
slank, met z'n zwierigen hoed schuin op
het hoofd.
Toen was Barend langzaam naar binnen
geschuifeld. En hij vertelde Mien niets van
het tientje.dat hij overigens nooit meer
heeft teruggezien! Tja, die bohémiens!
(Nadruk verboden).
(Auteursrecht voorbehouden).
Bij het afdeelingsonderzoek van dit wets
ontwerp verklaarden verscheidene leden
het te betreuren, dat aard en inhoud van
de memorie van toelichting aanleiding
kunnen geven tot de opvatting, dat het
hier een weinig belangrijke verlenging van
een vroeger gegeven machtiging betreft.
Zulk een opvatting toch zou onjuist zijn.
Aanvaarding van dit voorstel zou integen
deel een zeer belangrijke beslissing inhou
den. Het gaat hier immers om de al of
niet voortzetting van de vergaande regee-
ringsbemoeiing met de uitvoering van de
bepalingen der woningwet, in het bijzon
der ten aanzien van den vereenlgingswo-
ningbouw. De Kamer, aldus deze leden, be
hoort zich van de mogelijke gevolgen van
zulk een voortzetting terdege rekenschap
tc geven.
Er bestaat naar het oordeel van de hier
aan het woord zijnde leden gegronde twij
fel of de regeering zich bij het hanteeren
van de haar toegekende bevoegdheid wel
overeenkomstig het verlangen der Kamer
tot het keeren van „al te groote afwijkin
gen" heeft bepaald.
Eenige andere leden betoogden, dat van
de bevoegdheden, welke in 1934 aan de re
geering werden verleend, een te vergaand
gebruik is gemaakt.
Weer andere leden deelden deze bezwa
ren niet. Zij konden zich dan ook voors
hands met de gevraagde verlenging vc-
eenigen.
CENTRALE WERKGEVERP-
RISIOO-BANK.
Algemeene ledenvergadering.
Gisteren werd in de Industrieele Chib be
Amsterdam onder voorzitterschap van den
heer mr. J. N. J. E. Heerkens Thtjssen,
de algemeene ledenvergadering gehouden
van de Centrale Werkgevers Risico-bank.
Van de directie der coöperatieve vereeni
ging ..Centraal Beheer" G. A.. welke de
administratie voert van de Centrale Werk
gevers Risico-bank, waren aanwezig de
heeren jhr. mr. P. A. van Holthen tot Ech
ten en mr. B. A. van Schaik.
Bij de behandeling van het jaarverslag
over het boekjaar 1938 hield de heer van
Holthen tot Echten een rede over het
vraagstuk van de herziening van den ren
tegrondslag der wiskundige reserve.
Hierna belichtte de heer van Schaik nog
eenige gedeelten van het jaarverslag.
Het geheele reservefonds bedroeg per 31
December 1938 f, 4.835.938.- en het totaal
bezit aan fondsen f. 57.484.935.96. De reser
ve voor koersverschillen ad f.14.206.074.02'/2
ls zeer sterk te noemen. Aan ongevalskos-
ten werd over 1938 betaald f. 2.663.995.95,
de kosten van de ongevallen met tijdelijke
invaliditeit bedroegen f. 2.623.995.95. Voorts
bedroegen de contante waarden voor de
ongevallen met blijvende invaliditeit of
den dood als gevolg f. 1.963.706.—.
Ten laste van de rekening en verant
woording over 1938 komen als bijdrage in
de administratiekosten der rijksverzeke
ringsbank f. 1.355.290,28 terwijl het totaal
van de administratiekosten van de Risico-
bank bedroeg f. 338 912.02.
Tegenover een totaalomslagpremie van
f. 7.514.215.stonden de totale kosten ten
bedrage van f. 8.734.671.49. In dit laatste
bedrag zit een post van bijna 2Vi millioen
welke noodig was voor de herberekening
van contante waarden naar een rentevoet
van 3 pet. aan welke herberekening men
niet ontkomen kon omdat de Rijksverzeke
ringsbank ingevolge het pandbesluit voor
de berekening van de panden moet uitgaan
van een rentevoet van 3 pet.
Het verslag en de financieele stukken
werden door de vergadering goedgekeurd.
Als leden van het college van commissa
rissen werden door de vergadering herko
zen de heeren dr. Jan Smit Azn.. Joan
Gelderman, mr. F. J. van Lanschot, ir. M.
H. Damme.
In de commisie tot het nazien van de ba
lans en rekening en verantwoording over
1938 werden benoemd de heeren ir. A. F.
J. Beukers, mr. E. G. H. Freeh en K. L.
Henri v. d. Putt.
Tenslotte werden herkozen tot leden der
commissie van arbitrage de heeren prof.
L. A. van Royen. mr. R. J. H. Patijn en
prof. mr. C. W. Star Busmann.
A. de V. te L. - Leiden. Alphen. Bode
graven. Woerden, Harmeien. Oudenrijn, Vaart-
sche Rijn, Vreeswijk. Vlanen. Totaal 63 K.M.
J. D. v. d. B. te L. - Leiden. Utrecht, Den
Bosch. Eindhoven. - Totaal 140 K.M.
Lelden, Den Haag, Rotterdam, Dordrecht,
Zevenbergen, Roosendaal. - Totaal 102 K.M.
Leiden, Hazerswoude. Boskoop. Waddinxveen,
Gouda, Schoonhoven, Nieuwpoort, Gorinchem.
- Totaal 51 K.M.
A. S. te L. - Naar ons wordt verzekerd,
wordt het altijd toegestaan jeugdige kinderen
op de pas der ouders mede te nemen naar
België. Zekerheidshalve kunt U de kinderen ter
Secretarie laten bijschrijven, maar noodig is dit
volstrekt niet.
J. S. te L. - Leiden,. Rotterdam 32 K.M.
Rotterdani—Ginniken 31 K.M. GinnikcnHil-
varenbeek 32 K.M. Hllvarenbcek—Vught 29
K.M. Vught—Nijmegen 50 K.M. Nijmegen—
Arnhem 18 K.M. Arnhem—Lochem 45 K.M.
LochemApeldoorn 35 K.M. ApeldoornLun-
teren 38 K.M. Lunteren—Utrecht 42 K.M.
D. H. te L. - Per auto: Leimuiden. Aals
meer. Amstelveen, Ouderkerk. Amsterdam.
Naarden, Valkeveen. Pijn. 50 K.M.
Per fiets: Leimuiden. Uithoorn. Loenersloot.
Weesp, Naarden. Valkeveen. Pl.m. 50 K.M.
J. A. Z. te L. In de eerste plaats dient u
inlichtingen te vragen betreffende de verhoo
ging der jaarlijksche bedragen. Verder is het
mogelijk, dat men een nieuwe overeenkomst mei
u wil sluiten. Het komt ons voor. dat men u
niet er toe kan verplichten dc bedragen te be
talen. Een en ander is zeker niet te vergelijken
met, belastinginning. Maar wel zal van weigering
het gevolg zijn. dat niet meer voor onderhoud,
enz. wordt zorg gedragen
P. S. te T. A. Dat kan geschieden door be
middeling van onze administratie.
2—3