H.C. ANDERSEN W'1 Koerswijziging in de Duitsche jodenpolitiek Nieuwe wrijvingen tusschen Japanneezen en Britten Victoria-Water LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 14 Juli 1939 Terwille van betere emigratie-mogelijkheid Veel zorg voor onderwijs en vakopleiding Britsch protest door Japan afgewezen Onze Berlijnsche correspondent schrijft ons d.d. gisteren: Het zomert ln Berlijn. De parken, groene eilanden te midden van de grauwe huizen zee der mlllloenenstad. zijn overbevolkt als het Noordzeestrand op een moolen Zondag. De kwistig rondgestrooide ban ken zijn onzichtbaar onder de moeders met kinderen en de krantenlezende gepenslon- neerden, die ze overbelasten. De wankele tuinstoeltjes, die men voor vijf penning per uur kan huren, zijn alle bezet. Slechts twee, drie banken staan leeg en verlaten Het zijn de moioste banken van heel het park. want men heeft ze pas geschilderd Ze vallen op, omdat ze eigeel zijn, terwijl de andere banken de gebruikelijke groene kleur hebben. Midden op de leuning staan de drie woorden: Nur für Juden! Alleen voor joden I De joden maken er echter geen gebruik van, bang als ze vermoedelijk zijn, een voorwerp van de algemeene nieuwsgierig heid en misschien ook van den openlijken spot te worden. Wat zou er nu echter ge beuren aLs er eens een ariër op ging zit ten? we hebben de proef op de som geno men en zijn op ons dooie gemak op zoo'n bank gaan zitten, waarbij wij dan pro beerden, het fatale opschrift zooveel mo gelijk met onzen rug te bedekken. Het re sultaat was verrassend, vijf minuten later kwam er een heer naast ons zitten, die een gezellig praatje begon, waaruit bleek, dat hij lid van de Partij was. Daarbij bleef het. Nu en dan wierpen voorbijgangers speel- sche blikken in onze richting, doch nie mand zei een woord, hoogstens grinnikte men een beetje. „Joden ongewenscht", „Joden worden niet bediend", „Voor Joden verboden toe gang". dergelijke opschriften vindt men in heel Duitschland op café's en restau rants, winkels, kantoren, werkplaatsen enz. Deze opschriften, die aanvankelijk op groote plakkaten voorwamen, die aan den buitenkant van de ramen en dus kennelijk niet door de eigenaars der betreffende za ken waren aangebracht, doch die men sindsdien gedwee op zijn ruiten heeft, laten schilderen, hebben weinig practische be- teekenls. Het is ons namelijk nog nooit op gevallen. dat een jood de deur gewezen werd: Integendeel, zien we schier dagelijks, hoe men ze even voorkomend als den eer sten den besten ariër bedient, waarbij ze dan voorzichtigheidshalve met een luid „Heil Hitler" begroet worden, wat den ketlner of den winkelier ln laatste instan tie nog altijd de mogelijkheid laat, te be weren. dat hij zijn klant niet voor een Jood gehouden had. Er zijn ook tal van café's en restaurants, die een uitsluitend Jood sche cliëntèle hebben. Hier zijn de Joden nog echt ..onder elkaar", zooals ze dat vroe ger in tal van koschere gelegenheden waren. Naar verluidt, en dit wordt ook offi cieel beweerd ls er in Duitschland een groot aantal zuiver Joodsche lokalen, doch tot nu toe is het ons nog steeds niet ge lukt, er daarvan één te ontdekken. Waar mee we natuurlijk niet willen beweren, dat ze niet zouden bestaan, maar het aantal ervan lijkt ons toch wel verre overdreven. HEIMELIJKE HULP AAN DE JODEN. De tijd, dat arische vrouwen voor een Joodsche buurvrouw boodschappen gingen doen. omdat geen winkelier haar wilde of durfde leveren, is voorbij. De Joodsche vrouwen kunnen zelf weer gaan winkelen en van de magazijnen, waar indertijd door Joodsch personeel alleen maar aan Joden het weinige verkocht werd, dat het Derde Rijk voor dergelijke instellingen bereid was te reaerveeren. hoort men niets meer. Alleen hebben vele Joden, nu hun alle mogelijkheden ontnomen zijn om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, ter wijl de kapitaalkrachtigen onder hen hun contante middelen grootendéels hebben moeten afstaan, met ernstige flnancieele moeilijkheden te kampen, welke dikwijls een zoodanlgen omvang aannemen, dat zij beslist te weinig hebben om te leven, ook a: blijft er dan nog te veel over om te sterven. Het is opmerkelijk, hoe dergelijken on- gelukkigen. vooral in de volkswijken, van allerlei wordt toegestopt. Een ieder voelt zich gedrongen, het 2ljne bij te dragen om het lot zijner medebewoners in hetzelfde huis te verzachten Het behoeft wel geen betoog, dat deze weldadigheid alleen in de duisternis van den avond bedreven wordt, want. niemand zou er gaarne op betrapt worden, dat hy .samenneult" met Joden! Intusaehen schijnt het Derde Rijk zoo langzamerhand Ingezien te hebben, dat zijn Jodenpolitiek, al stemt ze dan misschien voor honderd procent over een met de nationaal-soclallstische be- ginselen, volkomen op den verkeerden weg is, wanneer men de zaak van den practischen kant bekijkt. Het was een klein kunstje om een min derheid, welke slechts een zeer gering per centage van de total bevolking uitmaak te. volkomen te ondei drukken, haar invloed oo rik gebied te veri.ietigen, haar elke be staar mioge'ijkheid te ontnemen en haar leden tot paria's te degradeeren, maar d.-armee was het Joodsche vraagstuk niet uit de wereld geholpen. Duitschland wil de Joden geheel kwijt De Duitsche Joden en zij, die door de nieuwe bepalingen sta- tenloos geworden zijn, zullen het Derde Rijk goedschiks of kwaadschiks hebben te verlaten. Ten opzichte van Joden, die een buitenlandschen pas in hun zak hebben, legt men nog een zekere verdraagzaam heid aan den dag, maax lang zal dit niet meer duren, en voorzoover het Derde Rijk het in zijn macht heeft, hun het leven in Duitschland onmogelijk te maken, laat men geen middel onbeproefd om ze ertoe te bewegen, het stof van het ongastvrije Duitschland zoo spoedig mogelijk van hun voeten af te schudden. MOEILIJKE EMIGRATIE. Wat de Duitsche Joden betreft, het wordt steeds moeilijker, deze te loozen. De landen, die zich bereid hebben ver klaard. een aantal Joodsche vluchtelin gen op te nemen, schrikken er meer en meer voor terug, nog méér Duitsche Joden toe te laten, nadat ze de oor spronkelijk vastgestelde getallen reeds herhaaldelijk hebben verhoogd. Er bestaan inderdaad nog mogelykheden om hier en daar grootere contingenten Joden onder te brengen. De staten, die er eventueel geen bezwaar tegen zouden heb ben, dat zich op hun territorium Joodsche nederzettingen vormen, zijn er echter in den regel niet toe over te halen, hun grenzen open te stellen voor menschen, die niets anders meebrengen dan hoogstens eer. beetje goeden wil. maar geen enkel soort van vakkennis en geen rooien cent. DE REGEERING GAAT ZORGEN VOOR DE JODEN. Nolens volens heeft het nationaal-so- cialistisch bewind het besluit geno men, zich hierbij neer te leggen. Voort aan zal er groote zorg worden besteed, ten eerste aan de intellectueele ont wikkeling van de Joden, waarbij vak onderwijs een belangrijke rol zal spe len, ten tweede aan de uitrusting van Joodsche emigranten met een kapi taaltje, dat toereikend is om zich door den eersten moeilijken tijd heen te slaan. Te dien einde heeft men een Ryksver- eeniglng voor de Joden in Ruitschland op gericht, waarvan alle Duitsche en staten- looze ln Duitschland wonende Joden auto matisch lid worden, behalve wanneer zy met een arische vrouw gehuwd zyn en kinderen hebben, die niet als Joden gelden bastaarden iDeze laatster zullen ln de Duitsche volksgemeenschap geduld worden, omdat men hun Duitsche vrouwen en hun onder zekere restricties als Duitschers gel dende kinderen voor het harde lot, van den verschoppeling wil bewaren. DE JODEN MOETEN ZELF BETALEN. De oprichting van deze Ryksvereenlging heeft ten gevolge, dat practlsch alle Jood sche organisaties worden ontbonden en opgeheven. Haar bezittingen vervallen ln den regel aan de Ryksvereenlging, terwyl het beetje vermogen, waarover ze nog be schikken, gewooniyk door den staat in be slag genomen zal worden. De Ryksvereenl ging neemt heel het Joodsche schoolwezen voor haar rekening. Onder de controle van den staat zal ze ervoor dienen te zorgen, dat den Duitschen Joden een goede school- sche vorming wordt verstrekt, terwül ze tevens grondig een vak hebben te leeren. Voorts is het de taak der Ryksvereenlging. zich door emigreerende kapitaalkrachtige Joden een deel van hun vermogen te doen overmaken en op die manier een fonds te vormen, waaruit zy emigreerenden minver mogenden Joden een bescheiden kapitaal tje ter beschikking kan stellen, Ditzelfde fonds zal er bovendien nog voor moeten zorgen, dat Joden in Duitschland. die op de publieke weldadigheid zyn aangewezen, niet langer ten laste vallen aan het Rijk, Het is buiten kijf, dat Duitschland door dezen nieuwen maatregel van zijn tot nu toe gevolgde gedragslijn afwijkt. Tot dusver streefde men er naar, van de Joden een minderwaardige volks groep te maken, die geleidelijk vanzelf zou verdwijnen. Thans wil men hen wapenen met parate kennis en hun bewust de middelen verschaffen om el ders een nieuw bestaan op te bouwen. Men schrikt er zelfs niet voor terug, den bescheiden deviezenvoorraad aan te spreken om den Joden, die emigree- ren, aan geld te helpen. Het is inder daad een enorme koerswijziging in de nationaal-soclallstische Jodenpolitiek, ook ai zit er dan het weinig nobele motief achter, dat men deze minder heid ten koste van alles kwijt wil. Nog één vraag blijft er Intusaehen onbe antwoord: waar denkt men het kapitaal vandaan te halen, waarover de Rljksver- eeniging der Joden in Duitschland nood- zakelijkerwyze zal moeten beschikken? Men heeft de Joodsche volksgroep reeds op olie mogeiyke manleren geplukt, ook de I nieuwe maatregel gaat weer met onteige ning en in beslagneming gepaard. Gelooft men werkelyk, dat het Joodsch vermogen in Duitschland zoo grenzenloos is, als ze kere propagandistische cyfers wel eens moesten suggerêeren? (Nadruk verboden;. Domei meldt uit Tokio, dat uit China opnieuw berichten binnen komen over wrijving tusschen Japanners en Brit ten, In een telegram uit Sjanghai wordt gemeld, dat de Japansche legcrauto- riteiten te Sjanghai het Maandag door de Britten ingediende protest met be trekking tot de isolecring van drie on der Britsche leiding staande fabrieken hebben afgewezen. Volgens het telegram zyn prikkeldraad versperringen opgericht rond de Chuntah Spinning and Weaving Company Ltd, de Zoongssing Cotton Mills en de China Car and Foundry Company Ltd. die niet eerder verwyderd zullen worden aleer de Britsche autoriteiten op bevredigende wyze geant woord zullen hebben op de Japansche nota van November j.l. ten aanzien van deze fabrieken. Toenterytd, aldus Domei, hadden de lei ders van de Chuntah en de Zoongsing den Japanschen legerautorltelten verzocht toe te staan dat veertig fablreksarbelders weer te werk zouden worden gesteld by deze twee ondernemingen, die gevestigd zijn aan den noordelijken oever van de Soetsjau- kreek in het onder Japansche controle staande gebied. VIER VOORWAARDEN. Verklaard werd, dat het verzoek zou kun nen worden Ingewilligd onder de volgende voorwaarden, welke noodlg werden geacht voor de handhaving van orde en recht in het bewuste gebied. 1. De Chlneesche arbeiders der beide fa- blieken mogen alleen zekere aangegeven wegen en bruggen passeeren, wanneer zy naar hun werk gaan of van hun werk te- rugkeeren. 2. Er mogen geen nieuwe bruggen wor den gebouwd over dc Soctsjau-kreek. 3. Het Britsche consulaat-generaal moet certificaten afgeven aan de arbeiders. 4. De Japansche militaire autoriteiten zullen de passen Intrekken, indien de maat- schippy nalaat de bovengenoemde voor waarden in acht te nemen of indien de legerautoriteiten dat om een andere reden noodlg achten. DE BRITTEN NEGEERDEN DE VOORWAARDEN. Volgens het telegram hebben de Britten de Japansche voorwaarden genegeerd en jor.ken over de Soetsjan-kreek laten varen om de Chlneesche arbeiders van en naar de fabrieken te laten gaan. Ten einde de binnenkomst van antl- Japansche terroristen tegen te gaan en de orde en vrede te handnaven, hebben de Japanners onlangs de beide fabrieken en de nabUgelegen fabriek der China Car and Foundry Cy. door een prikkeldraadversper ring afgesloten. PROTEST VAN DEN BRITSCHEN CONSUL-GENERAAL. De Britsche consul-generaal heeft een protest by de Japanners ingediend Hij ver klaarde, dat de voorwaarden, gesteld in de nota van November onaanvaardbaar waren en dat de oprichting van een prikkeldraad versperring een vijandige daad was. JAPANNERS PROTESTEEREN. Uit Tientsin wordt gemeld, dat een Britsch stoomschip zich Maandag zou heb ben gemengd ln de Japansche inspectie van ae scheepvaart op de Pal-rivier, toen het twee Chineezen oppikte, die van een geheimzinnige jonk waren gedoken, toen Japansche den. ambtenaren deze jonk nader- Het verluidt, dat de Japanners by de plaatselyke Britsche diplomatieke ambte naren krachtig zullen protesteeren. daar gezien is, dat de zeelieden de Chineezen by hun ontsnapping hebben geholpen. De anti-Brltsche stemming te Tientsin is toegenomen. 2000 employé's van den spoorweg van Peiping naar SJanghaikwan hebben in het Peianingpark vergaderd en een anti-Brltsche organisatie opgericht. Uit Kaifeng wordt gemeld, dat het ver trek van Britsche onderdanen uit de pro vincie Honan slechts een kwestie van tyd is. Volgens dit bericht zouden de Chlnee sche studenten, de Britsche scholen en het personeel en de patiënten van Britsche ziekenhuizen ln deze provincie hebben ver laten. GEZOND EN GENEESKRACHTIG. 3397 flngez. Med.) De Japanners hebben Loean, een strate- gisch belangryke stad ln het Z.-O. der provincie Sjansi bezet. DE TOESTAND TE TSINGTAU, De Britsche torpedojager „Diamond" is te Tslngtau aangekomen, om het Britsche oorlogsschip dat naar Hongkong ls vertrok ken, te vervangen. In Japansche kringen wordt aangespoord tot. een boycot van alle Britsche goederen. De Britsche koopvaardyschepen, welke de haven van Tslngtau binnenvaren worden minstens 24 uur ln quarantaine gehouden door de Japanners, onder het voorwendsel van gezondheidsmaatregelen', één Britsch schip werd zelfs drie dagen vastgehouden. Een andere vorm van plagerij ls het wei geren van watervoorziening aan de nieuwe huizen aan de haven, welke meest Britsch eigendom zyn. DE VERKLARING VAN WANG TSJING WEI. De Chineesche oud-premier Wang Tsjing Wel, die genoemd wordt als het toekom stige hoofd van de nieuwe federale regee ring van het door Japan bezette deel van China, heeft verklaard: „Ik. ben thans vast besloten, den weg te bewandelen, welke leidt naar de wederop standing van China en naar het herstel van Oost-Azlë." Hy heeft voorts verklaard, dat China ge doemd ls. de nederlaag te ïyden Daarom moet een gemeenschappeiyke Chlneesch- Japansche diplomatieke en militaire poli tiek gevoerd worden, om te geraken tot economische samenwerking op basis van geiykheid, doch de gemeenschappeiyke be langen van de belde landen zouden hun souvereinitelt nooit in gevaar brengen. Zulk een eensgezindheid zou, naar Wang Tsjing Wei beweert, nooit de rechten en belangen van derde mogendheden bena- deelen. BESPREKING TUSSCHEN CRAIGIE EN ARITA. De woordvoerder van het Japansche mi nisterie van Bultenlandsche Zaken heeft medegedeeld, dat de Britsche ambassadeur Cralgie is uitgenoodigd om morgenoch tend Arita te ontmoeten. Het doel dezer ontmoeting, die ln Arlta's woning plaats vindt, zal zijn, Inleidende officieele besprekingen te voeren over den toëstand te Tientsin. P.LxT tmSiJr-. CopyrlfSl P. I. 8. 00* 6 Cop«nho?efl Daar, in het bosch, zag zij iets glinsteren tusschen de boomen, en 11 Maar bet was niet dè maan; het was de oude soldaat met zyn ze dacht, dat het de maan was, want het leek wel een gezicht. wonderlijk lange baard. Hy knikte, en knikte, en zei: „Kyk toch eens, wat een mooie dansschoentjes 1" Toen begon ze bang to worden, en probeerde de roode schoentjes uit te schoppen; maar die zaten vast. Zij rukte uit alle macht, maar de schoentjes waren aan haar voeten vastgegroeid...... En nu bleef ze dansen; dansen moest ze over velden en weiden, in regen en zonneschijn, overdag en bij nacht; maar als het vae, was het allerverschrikkelijkst! Zij danste het open kerkhofhek binnen, maar de dooden dansten niêl mee die hadden wel Wat beters te dóen dan dari£6n. ZO wilde gaan zitten op het graf van een arme, waar bittere varens groeiden, maar geen rust werd haar gegund. En tóen zy naar de open kerkdeur danste, zag zy daar een engel staan in lan^e. witte kleeding, met vleugels die vörl de scllóuders afhingen tot op den grond. Zyn gezicht was ernstig en streng, en ln zijn hand hield hy aan awaard, dat breed was en fonkelde 2—3 i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10