Prins Bernhard in den Haag - Oefeningen geneeskdienst Landmacht 89sfe Jca'taiiSj LtlDSCH DAGBLAD Tweede Biad Hand in hand met Mariene FEUILLETON Z.K.H. PRINS BERNHARD bracht een bezoek aan de tentoonstelling „Het Leger" op Houtrust in de residentie. V.l.n.r. gen -majoor Alting v. Geusau, de adjudant van den Prins, kapt. de Roo van Alderwerelt, en Prins Bernhard. DE PRESIDENT VAN DE FRANSCHE REPUBLIEK op het Wijnfeest te Beziers. De president kust drie jeugdige deelneemsters aan het feest HHHBIU IN AMERSFOORT EN OMGEVING hield de Geneeskundige Dienst van de Landmacht haar groote, yaarlijksche oefeningen. Een gewonde wordt naar een veldhospitaal vervoerd. GISTERMIDDAG BRACHT DR. H. COLIJN een bezoek aan den voorzitter der Eerste Kamer, baron de Vos van Steenwijk. Opgewekt verlaat de minister-president het woonhuis van baron de Vos van Steenwijk aan het Lange Voorhout in de residentie. HET INCIDENT TE NOMONHAN. Na het gevecht tusschen Ja- pansche en Russisch-Buiten-Mongoolsche troepen. Japansche solda ten met enkele Russische soldaten, die gevangen genomen werden. Z.K.H. PRINS BERNHARD bezocht gistermiddag de internationale bridge-drive, welke momenteel in Pulchri Studio in den Haag wordt gehouden. Rechts van den Prins zijn secretaris jhr. mr. C. Dedel. Links van Z.K.H. Graf zur Dohna en de burgemeester van den Haag mr. S. J. R. de Monchy. HET TENNISTOERNOOI te Wimbledon. Miss Alice Marble (1.) won van de Poolsche mej. Jedrzejöwska (r.). TOEN GISTEREN EEN G I LUCHTKRUISER op Schiphol na een vlucht landde, bleken de remmen te weigeren, zoodat het toestel tegec een hangar opreed en zwaar beschadigd werd. Na de botsing. door 6) „Er ligt voor mij een diepere beteekenis in deze wandeling", trachtte hij haar uit te leggen. „Weet je. Mariene, ik moet mij dit nieuwe leven, dat mij zoo onverwacht in den schoot is geworpen, op de een of andere wijze verdienen ik wil er iets voor doen. Het zou me geen bevrediging schenken, als ik nu maar eenvoudig in den trein ging zitten en daar in Berlijn zonder meer mijn werk begon. Ik geloof zelfs, dat ik dan steeds het gevoel zou hebben mijzelf te kort te hebben gedaan". Het bericht van Maria's overkomst deed hem over de laatste bezwaren heenstappen Onder de hoede van haar zuster zou Mar iene niets behoeven te vreezen. Met zijn schoonzuster, Maria, stond Lo- renz op zeer goeden voet. In menig opzicht scheen zij hem beter te begrijpen dan Mar iene. Zij was een vrouw met een misschien wat stug en gesloten karakter, maar stond met beide voeten op den grond. Het was niet gemakkelijk haar te naderen, want zij scheen zich te pantseren tegen vreemde in vloeden en dat was waarschijnlijk ook wel de reden, dat zij ongetrouwd was gebleven Want ieelijk was Maria niet. Zij was slank, had een goed figuur, een smal, edel ge vormd gezicht en groote, zwarte oogen van bijna zuidelijken gloed. In de eerste jaren van zijn huwelijk had Lorenz een zekere antipathie jegens Mar- lene's zuster niet kunnen overwinnen. Hoe wel zij niet bepaald vijandig tegenover el kaar stonden, ging de een den ander toch liefst zoo veel mogelijk uit den weg. Dit veranderde, toen vier jaar geleden de Jon gen werd geboren en Mariene haar zuster verzocht tijdelijk de huishouding te willen komen waarnemen. In die dagen had Lorenz zijn schoonzuster eerst goed leeren kennen, had zij volop getoond, welk een groote of fervaardigheid en warme kameraadschap zich achter dit masker van ongenaakbare terughoudendheid verborg. Nu zag hij Ma ria in een heel ander licht en het verheugde hem te bemerken, dat ook hij haar sympa thie begon te winnen en zij hem haar ver trouwen schonk. Zij werden zelfs goede vrienden, die bij zorgen en moeilijkheden elkaar opzochten, al ging dan beider liefde geheel naar Mariene uit. „Maria zal je in den korten tijd van onze scheiding in alles terzijde staan. Zij zal je helpen bij het verhuizen en het zou me verwonderen, als je haar niet bereid zou vinden om je naar Berlijn te vergezellen. Dat lijkt me een zeer geschikte oplossing, want ik vrees, dat je alleen met het circus je handen vol zult hebben. De bende is nu al buiten zichzelf van opgewondenheid." Zij stonden beiden in de keuken, toen Lo renz dit zei. Mariene was bezig het eenvou dige avondmaal klaar te maken en Lorenz keek, onder het genot van een sigaret, zon der veel belangstelling toe. „Ja, natuurlijk, het zal allemaal wel in orde komen. Als Maria bij mij is, behoef ik iet bezorgd te maken. Maar jij! Als je nu eens ziek wordt onderweg? Als je iets overkomt? Geloof me, Lorenz, ik zal geen dag rust hebben". „Onzin, kind!" Hij boog zich over haar heen en gaf haar een vluchtige kus achter het oor. „Ik zal je eiken dag een kaart schrijven. Zul je dan niet bang meer zijn?" „Niet meer zoo heel erg", antwoordde Mariene en ze probeerde te lachen. En nu was het dan zoo ver. Maria was aangekomen en haa met groote verbazing het nieuws gehoord. In haar blijdschap had zij zich weldra laten bepra ten haar verblijf zoo lang te rekken tot Lorenz hun van zijn behouden aankomst in Berlijn op de hoogte zou stellen. Men had haar echter niet kunnen bewegen de geheele reis mee te maken. „Waarom probeer je hem niet van dat dwaze plan af te brengen?" had Mariene haar zuster gevraagd. „Omdat ik zijn bedoeling volkomen be grijp! Ik wil niet zeggen, dat ik het er in alle opzichten mee eens ben, maar ik vind het flink, dat hij zichzelf als het ware een taak wil opleggen en voor het overige zal dit tochtje hem heusch geen kwaad doen. Integendeel, laat hij zijn botten maar eens flink uitrekken: als jij dan straks in Berlijn aankomt, zul je een man vinden, die minstens vijf jaar jonger is geworden." „Ja. ja. ik merk het al. tegen jelui bei den kan ik toch niet op." Een paar dagen later nam Lorenz af scheid. In een gemakkelijk zittend costuum, op een paar stevige wandelschoenen en met een minimum aan bagage stond hij reeds pelgrimstocht te beginnen. De kinderen, om zes uur in den ochtend gereed om zijn van wie hij reeds den vorigen avond af scheid had genomen, sliepen nog. maar de beide vrouwen vergezelden hem tot aan de deur. Het werd een wat pijnlijk af scheid, doordat Mariene eerst thans de uit deze reis voortvloeiende consequenties als een drukkenden last op haar schouders voelde. Tevergeefs trachtte ze haar tranen terug te dringen; het was voor het eerst, dat Lorenz, die sinds hun huwelijk altijd om en bij haar was geweest, haar geruimen tijd alleen liet. De wetenschap, dat zij tenslotte echter niet geheel alleen achter bleef, dat Maria er nog was, aan wie ze al haar zorgen en moeilijkheden zou kunnen toevertrouwen, stemde haar weliswaar wat geruster, maar het was toch met een zwaar hart. dat ze haar man, die het afscheid zoo kort mogelijk maakte, na wuifde tot hij in een kromming van den weg uit het gezicht verdween. Ook Lorenz was dit begin van zijn tocht zwaarder gevallen dan hij verwacht had. Het was hem te moede, of hij hier iets dierbaars achter liet, dat hij nooit meer zou terug zien. Was het de plaats zelf, waaraan hij zich, niettegenstaande zij hem verre van gastvrij had opgenomen, in dien betrekkelijk korten tijd zoo gehecht had? Hij wierp een laatsten blik op het landschap, op het heerlijke bosch, waarin hij in moeilijke uren zoo vaak een toe vluchtsoord had gevonden Wat later, op een iets hooger gelegen punt nog eenmaal omkijkend, zocht hij het huls, waarin hij de zijnen had achter gelaten. Uit den schoorsteen steeg een smalle rookpluim omhoog. Het leek hem een laatsten. waar schuwenden groet. Hij meende Maria te zien hoe zij aan het fornuis stond, bezig koffie te zetten voor het ontbijt. Wellicht, was intusschen ook het circus wakker ge worden en schalden de stemmen van het drietal door de kamers. Ja ondank alles, was dit onbeteekenende dorp temidden van bergen en bosschen hem lief gewor den. Hoe gTaag zou hij hier voor altijd zijn gebleven! Zijn handen omklemden steviger den stok. Hij keerde zich om en vastberaden richtte hij zijn schreden naar het Noorden. Daar in de verte lag de grens van Bohe- men en honderden kilometers verder, er gens achter de bergen en bosschen lag Berlijn. Daarheen leidde nu zijn weg, daar op moesten zijn blik en zijn wil nu gericht zijn. Op de toekomst! Dag aan dag wandelde Lorenz Bur- mester langs de eindelooze wegen zijn nieuwe toekomst tegemoet. Van het eerste ochtendgloren tot het vallen van den avond liep hij door regen en wind, door zonneschijn en weerlicht. Ja, het was een heilige pelgrimstocht, waaraan hij zich geheel overgaf. Onstuimig klopte zijn bloed, een wonderbaarlijke kracht dreef hem voorwaarts en liet zijn wil zegevieren over alle opstandigheid en zwakheden van zijn, voor een dergelijke sportieve prestatie onvoldoende getraind lichaam. Hij wist het: als deze taak. welke hij zich had opgelegd, volbracht was. als hij aan het eind was van dezen, aan ener gie en doorzettingsvermogen zooveel eischenden tocht, dan zou hij de proef van zijn leven hebben doorstaan Dan kon hij het nieuwe leven, dat hem wachtte, met voldoening aanvaarden, dan was hij waar dig terug te keeren in een maatschappij, die hem oneindig veel meer zou geven dan zij hem ooit geboden had. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5