BINNENLAND Nederlaag voor minister Goseling 80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 29 Juni 1939 Derde Blad No. 24312 Nederlandsche Slagershond Verkeersongevallen in April Nederlandsche maatschappij tot bevordering der pharmacie Misdrijven tegen de veiligheid van den staat Christ. Nationaal Vakverbond Conclusies inzake Oes aangenomen Alleen de Katholieken steunden den minister JAARVERGADERING TE ZWOLLE. De Nederlandsche Slagershond heeft gisteren zijn jaarvergadering gehouden en wel op uitnoodiglng van de daar gevestigde afdeeling de Zwolsohe Slagerspatroonsver- eenlging .Eendracht maakt macht", welke tear 40-jarig bestaan herdacht. Nadat reeds Dinsdagavond de congres sisten in de „Harmonie" waren samenge- lioman. en o.m. namens het gemeentebe stuur officiMi op hei Stadhuis waren ont vangen, werd gistermorgen de jaarvergade ring door den bondsvoorzitter, den heer E. Wstma, geopend. Deze wees er in zijn openingswoord op. dat hoewel het afgeloopen jaar financieel voor den slager zeker niet bevredigend was, er toch een verbetering in de positie van het bedrijf valt te bespeuren. Spr. haalde in dit verband den gunstigen invloed van de vestigingswet aan en deelde voorts mede, dat, dank zij de door den Nederlandschen Slagershond gevoerde vleeschpropaganda. de teruggang in het vleeschverbruik. welke over 1938. vergeleken bij 1932, niet minder dan 27 pCt. bedroeg, tot staan is gekomen niet alleen, doch de vleeschconsumptie zich thans weer eenigermate schijnt te zullen herstellen. Volgens voorloopige berekenin gen is de consumptie over het eerste kwar taal 1939 met 13 pCt. gestegen, vergeleken bij het overeenkomstige tijdvak over 1938 Uit het jaarverslag van den secretaris bleek, dat de bond over het afgeloopen jaar belangrijk in ledental ls vooruitgegaan en thans ruim 4200 slagerspatroons bij den Nederlandschen Slagershond zijn aange sloten. Uit het overlijdensfonds van den bond werden het afgeloopen jaar 24 uitkeeringen van f. 100 gedaan. In totaal is uit dit fonds uitgekeerd een bedrag van f. 15.600. Als plaats voor de volgende jaarvergade ring werd Groningen aangewezen. De heeren E Weima te Leeuwarden en H. C. Bille te Heemstede werden resp. als voorzitter en penningmeester herkozen, ter wijl in de plaats van het scheidende hoofd bestuurslid, den heer v. Asperen te 's-Gra- venhage werd verkozen de heer A. L. J. de Haas aldaar De heer J. P. Pruisema te Kollum zag zich herbenoemd als commis saris voor de provincie Friesland. Tevens werd de heer Pruisma tot lid van het dagelijksch bestuur gekozen. Verder werd het hoofdbestuur nog uitgebreid met de heeren L. Maris te Fijnaart. als com missaris voor Noord-Brabant en J B. uit den Bogaard te Haarlemmermeer als com- .Tssaris voor de losse leden. In verband met de fusie van den alge- meenen bond van dorpsslagers met den Ne derlandschen Slagershond werden enkele wijzigingen in de statuten en het huishou delijk reglement aangebracht. De vergadering besloot in principe ac- coord te gaan met het voorstel tot stich ting van een spaar- en waarborgfonds ten behoeve van zoons van leden in verband met de credietwaardigheidseischen inge volge de vestigingswet. Het instituut der ..leidersvergadering", die de algemeene vergadering voorafgaat, werd na de geslaagde proefneming van dit jaar gecontinueerd. Op voorstel van de slagersvereeniging Amsterdam" werd een commissie benoemd die tot taak heeft om in overleg met andere belanghebbende instanties, te onderzoeken, hoe de afvallen tot een grootere waarde kunnen worden gebracht. 'eer fel werd in de vergadering gepro testeerd tegen de concurrentie, welke een tegen zeer lage keurloonen slachtend groot bedrijf te Gieten door den verkoop aan particulieren den slagers in het Noorden aandoet. De vergadering droeg het hoofd bestuur op te trachten hier met alle wette lijke middelen een eind aan te maken. Van de hoofdbestuurstafel werd een uit voerig exposé gegeven over den huldigen stand der vleeschwarenconventieplannen waarbij tot uiting kwam, dat de fabrikan ten genegen zijn met de belangen en ver langens, die het bondsbestuur naar voren heeft gebracht, volkamen rekening te hou den. Op verzoek van de afdeeling „De Beve- anden" verklaarde het hoofdbestuur zich bereid nogmaals pogingen in het werk te stellen, dat de regeering minderwaardig vee dit de markt neemt. Besloten werd in de statuten van den bond de bepaling op te nemen, dat ver bruikscoöperaties geen bondslid kunnen worden, waarbij echter bepaald werd, dat de verbruikscoöperaties, die thans lid zijn, kd kunnen blijven. Langdurige discussies lokte een tweetal voorstellen uit, resp. van de slagerspatroons vereeniging „De Voorzorg" te Amsterdam en van de Vereenigde Rotterdamsche sla gers, over de vorming van een oudendags- loorzieningsfonds. De financieele conse quenties daarvan waren echter zoodanig, dat de vergadering ze niet kon aanvaarden. Met instemming vernam de vergadering dat het bestuur blijft ijveren voor afschaf fing van de omzetbelasting op vleesch. Be sloten werd daarop in een telegram aan den minister van Financiën nogmaals aan te dringen. Een afschaffing van de belasting op dc eesmolten inlandsche Vetten bleek op eroote moeilijkheden te stuiten, daar deze aangelegenheid gekoppeld is aan het lieele zuivelvraagstuk; toch wordt ook deze Quaestie niet losgelaten. Een volgende kwestie, die de onverdeelde aandacht had, was de vestigingswet klein bedrijf. In de practijk is gebleken, dat deze «ogal eenige mazen heeft. De heer S. de Koo. het departement van Economisohe Zaken vertegenwoordigende, vestigde er de aandacht op, dat. naar de minister dezer vagen heeft medegedeeld, binnen afzien- baren tijd een ingrijpende herziening van deze wet is te verwachten, waarbij aan ver schillende minder juiste toestanden wel- Lcht een eind wordt gemaakt. Bij het agendapunt: uniforme keurloo- hen werd felle critiek uitgeoefend op het Joo lang uitblijven der beloofde wijziging 'h de vleesehkeuringswet. Dr K. Reitsma fcees ar in dit verband op, dat een wijzi ging dezer wet verschillende departemen ten aangaat. Dit verklaart de langzame afdoening. Afgewezon werd het voorstel Vlissingen om de provinciale commissarissen alleen te laten kiezen door de provinciale afdeelin- gen Deze kunnen nl. door de candidaat stelling voldoende invloed uitoefenen. Op verzoek der afdeeling Rotterdam zal het hoofdbestuur contact zoeken met an dere middenstandsorganisaties ter bespre king van het vraagstuk eener verplichte winkelsluiting op Zaterdagmiddag. Verder deelde het hoofdbestuur nog mede dat de centrale vleesch- en veehandel mo menteel overweegt op welke wijze door bin dendverklaring van ondernemersovereen komsten een einde kan worden gemaakt aan oneerlijke concurrentiemethoden in het bedrijf Nadat bij de rondvraag nog enkele in terne aangelegenheden waren behandeld, sloot de bondsvoorzitter de jaarvergade ring. De door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelde voorloopige gegevens betreffende de slachtoffers van verkeers ongevallen toonen over de laatste zes maan den het volgend beeld, schrijft de K.N.AC. (Tusschen haakjes de overeenkomstige cijfers van het vorige laan. dooden ernstig gewonden November 1938 68 62 365 329) December 42 45 312 314) Januari 1939 42 (52) 326 (306) Februari 46 39 314 2871 Maart 43 42 361 (331) April 58 69 413 348) Duidelijk spiegelt zich in deze cijfers af, dat in April het wegverkeer aanzienlijk drukker is, dan in de eigenlijke wintermaan den. (Op de 18 geregelde teipunten van den Rijkswaterstaat waren er op werkdagen in April 59 c/o meer verkeerseenheden op den weg dan in Januari). In de komende zomer maanden zal het verkeer vanzelfsprekend nog beduidend drukker zijn dan in April. De K.N.A.C. arht het derhalve gewenscht nogmaals met aandrang te herinneren aan de drie hoofdpunten voor een veilig weg verkeer: wellevendheid, voorzichtigheid en stipte naleving der verkeersvoorschrlften, welke drie punten hand in hand dienen te gaan. Het uitsteken van een arm of rich tingaanwijzer ten teeken, dat men voor nemens is van richting te veranderen heeft bijv. weinig belang voor de verkeers veiligheid, zoolang men daarbij niet tevens rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van de andere aanwezige wegge bruikers. DE VERJAARDAG VAN PRINS BGRNHARD Prinses Armgard op Soestdijk. Naar wij vernemen vertoeft PTinses Armgard thans, in verband met den ver jaardag van Z.KJi. Prins Bernhard op het paleis Soestdijk. VERBOD TOT VERKOOP VAN PHAR1VÏACEUTISCHE ARTIKELEN PER AUTOMAAT. Gistermorgen werd de 38ste algemeene vergadering van de Nederlandsche maat schappij tot bevordering der pharmacie voortgezet en ditmaal in tegenstelling met Dinsdag weer in het openbaar. Bij de verdere behandeling van de voor stellen vereenigde de vergadering zich met de voorgestelde uit te schrijven prijsvragen over een phytochemisch onderzoek van een plant waaraan geneeskrachtige werking wordt toegeschreven, in Nederland of Oost en West-Indië voorkomende, waarvan de chemische bestanddeelen niet voldoende bekend zijn. De vergadering vereenigde zich z. h. s. met het voorstel om aan den hoofdbestuur der-secretaris een bedrag per kwartaal uit te keeren, ter doorbetaling aan een door hem voor zijn apotheek aan te stellen tweeden apotheker en daarvoor op de be grooting nog voor 1939 f. 1250 uit te trek ken. Besloten werd ook voor 1940 f. 3000 be schikbaar te stellen van het hoofdbestuur ten einde daarmede behoeftige assistenten, welke niet volgens art. 38 van het huis houdelijk reglement voor een uitkeering in aanmerking komen, te ondersteunen en een zelfde bedrag als toelage voor den secretaris van de commissie voor het zie kenfondswezen. Naar aanleiding van in de geheime vergadering genomen besluiten werd o.a. medegedeeld, dat het hoofdbestuur een verbod heeft uitgevaardigd aan de leden om pharmaceutische artikelen door middel van een automaat te ver koop aan te bieden, te verkoopen of te leveren, zoo in als buiten apotheek. Overeenkomstig het advies van het hoofdbestuur vereenigde de vergadering zich met het voorstel 's Gravenhage om een commissie in te stellen voor een onder zoek omtrent de bestaande methoden van stabilisatie van geneeskruiden en om na te gaan of het mogelijk is, een inrichting tot stand te brengen, onder toezicht van het labaratorium van de maatschappij en met medewerking van de vereeniging voor geneeskruidtuinen deze stabilisatie van de versche plantendeelen kan worden toege past. De vergadering vereenigde zich ook met het voorstel van de commissie voor maat schappelijke belangen om voor de salariee- ring van apothekers gedurende het eerste jaar f. 2400 te handhaven, gedurende 18 jaar elk jaar stijgende met f. 200, met een maximum van f. 6000 na 19 jaar. En het minimumsalaris van provisors te bepalen op f. 2000 per jaar. Een tweede voorstel van dezelfde com missie, behandelende de salarieering van apothekers-asistenten werd teruggenomen. Besproken werd nog de wenschelijkheid om voor hen, die een apotheek hebben en bevoegd zijn eerste hulp te verleenen een onderscheidingsteeken in te stellen, zooals ook in andere landen wel het geval is. 2562 PRIJSVRAAG TOT 1 JULI Fl. 8000 -PRIJZEN (Ingez. MedJ VOORLOOPIG VERSLAG TWEEDE KAMER Aan het voorloopig verslag over het wets ontwerp tot aanvulling van den eersten titel van het tweede boek van het wetboek van strafrecht (misdrijven tegen de veilig heid van den staat) is het volgende ont leend: Bij het afdeelingsonderzoek van dit wets ontwerp verklaarden zeer vele leden zich met de strekking daarvan te kunnen ver eenigen, al werden tegen de uitwerking ver schillende bezwaren aangevoerd. Niettemin werd van verschillende zijden de vraag gesteld of het kwaad, dat de regee ring met deze voorstellen bestrijden wil, zoo ernstig en van zulk een omvang is, dat strafmaatregelen daartegen inderdaad noo- dig zijn. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de redactie van de voorgestelde artikelen in ieder geval te ruim is. Zij vestigen er de aandacht op, dat in de artikelen 92 en vol gende van het wetboek van strafrecht onder „rijk" wordt verstaan niet alleen het rijk in Europa, doch ook de overzeesche gebieds- deelen. Zouden nu besprekingen over een eventueele herverdeeling van het koloniaal bezit een onderwerp, dat in de geheele wereld aan de orde is niet meer geoor loofd zijn, wanneer men daarbij mocht be- toogen, dat ook Nederlanders onder bepaal de omstandigheden aan een andere verdee ling zou moeten medewerken? Verder werd er op gewezen, dat naar de letter van de ontworpen bepalingen een be toog ten gunste van grensrectificaties, zelfs van de meest ondergeschikte beteekenis, en zelfs indien deze uitsluitend uit ruiling van grond zouden bestaan, niet meer geoorloofd zou zijn. Men zou dus bijv. ook niet meer mogen opwekken tot het treffen van een regeling, waardoor de Belgische enclave Baarle Hertog zou worden geruild tegen een stuk Nederlandsch gebied. Nog ernstiger achtten verscheidene leden de mogelijkheid, dat de voorgestelde bepa lingen zullen worden toegepast op hen, die de opvattingen verkondigen, dat in bepaalde omstandigheden landsveidediging onmoge lijk is en dat in die omstandigheden afstand van grondgebied of zelfs annexatie dus moet worden aanvaard. De ontworpen artikelen bevatten immers de woorden „al dan niet bij het intreden van bepaalde omstandig heden". en naast het „bevorderen", dat het rijk onder vreemde heerschappij komt, noe men zy ook het „aanvaarden" daarvan. Zal dit laatste er toe leiden, zoo werd verder ge vraagd, dat personen, die al dan niet op godsdienstige gronden de meening uit spreken, dat oorlogsgeweld moet worden vermeden en dat wij ons liever moeten schikken in vreemde overheersching, dan ons met geweld van wapenen te verzetten, strafbaar worden? Zal niemand meer mogen opwekken tot de wettelijk geoorloofd® dienstweigering op principieele gronden? Wat het bezwaar betreft, dat personen, die op principieele gronden wapengeweld ongeoorloofd achten, ook indien dit slechts zou strekken tot verdediging tegen een aan val van buiten, werd opgemerkt, dat het ontwerp zich niet richt tegen hen, die de j opvatting koesteren, dat vreemde heer schappij in bepaalde omstandigheden moet worden aanvaard, doch alleen tegen hen, die voor deze opvatting propaganda maken. Tegen een verbod hiervan kunnen naar de meening van de leden, die deze tegenspraak gaven, geen gewetensbezwaren worden aan- i gevoerd n (Van onzen parlementairen medewerken. De Minister van Justitie beeft de '/aak-Oss bi de Tweede Kamer verlo ren. Met groote meerderheid. De conclusie der Commissie, waarin wordt uilgesproken „dat de letten en omstandigheden, welke den Minister van Justitie hebben geleid tot het ne men van den maatregel van 1 April 1938 ten aanzien van de brigade-Qss der Koninklijke Marechaussee, dien maatregel niet rechtvaardigen, terwijl aan hetgeen nadien is gebleken in elk geval geen motiveering voor dien maat regel kan worden ontleend", is met 62 tegen 28 stemmen aangenomen. Alleen zijn eigen fractie, de roomsch-katho lieke. stemde er tegen. Er waren dus 10 leden afwezig, waaronder 3 katho lieken. Hiermede heeft dc Tweede Kamer 's Ministers beleid veroordeeld, en, in direct, ook het beleid van den Procu reur-Generaal te 's-Hertogenbosch, ter wijl de uitspraak der Kamer een zeer bijzondere voldoening moet zijn voor de brigade, die door den maatregel der overplaatsing werd getroffen, maar nu door dit vonnis der Kamer, toch feite lijk werd gerehabiliteerd. Vlak voor de stemming, aan het eind van zijn repliek, concludeerde de Minister dat het verschil tusschen hem en de Ka mer was „een zakelijk meeningsverschil over een zakelijke aangelegenheid". Hier mee scheen hij te willen zeggen (wat hij feitelijk ook reeds in eersten termijn had gezegd) dat hij er geen portefeuillekwestie aan zou verbinden. Maar even te voren had hij verklaard: „Tot welke conclusie ik voor mij zelf zal komen, zal wel blijken en och, dit beteekent eigenlijk niet veel," Een beetje raadselachtig zinnetje. Betee kent het niet veel of een Minister al dan niet aftreedt? Wat zullen wij van de discussie zelf nu nog zeggen? Weinig. Zeer vele van de bijzonderheden, reeds uit den treure vermeld en besproken, kwa men nogmaals terug, werden opnieuw be licht. Duidelijk bleek, dat de lange rede des Ministers de Kamer niet met zijn beleid en met dat van den Procureur-Generaal had verzoend. De voorzitter der Commissie, de heer Schouten heeft daarvan, wat deze betreft, duidelijk getuigenis afgelegd. Hij bracht nog enkele treffende argumenten naar voren. Hij wees er op, dat de brigade-Oss vroeger heel wat lastige zaken heeft opgeknapt (o.a. de affaire tegen den fabrikant Z. uit Oss, waarvoor zij 200 getuigen hoorde!) zonder dat er een klacht kwam. Maar, mag men den Minister gelooven, dan ging het plotseling met de brigade radicaal mLs, toen de zaak-Oss aan de orde kwam. Welnu, dit kon de Commissie niet gelooven; zij kon niet aannemen, dat de brigade toen plot seling zoo slecht is geworden; dit zou al te merkwaardig zijn. Wanneer, vroeg de heer Schouten, alle opsporings-ambtenaren in Nederland eens zoo werden beoordeeld als de brigade-Oss? In het algemeen hand haafde hij den inhoud en de conclusies der Commissie. Hij schetste dat het beleid van den Mi nister de hoofdzaak, het kernpunt was voor het onderzoek der commissie en daarom heeft zij zich in haar conclusie alleen over dat beleid uitgesproken, en niet over dat van den Procureur-Generaal, en ook niet over dat van de brigade: dit lag niet op haar weg. De Kamer heeft zich niet te begeven in een uitspraak over het beleid van ambtenaren. In een interruptie gat de Minister te kennen, dat hij het hiermede eens was. En uit dit deel van des heeren Schoutens rede bleek, dat de Commissie aan aanvulling harer conclusie niet dacht. Zij protesteerde echter uitdrukkelijk tegen de meening. in het debat verkondigd, als zou de Minister het kanonnieke recht der Roomsche Kerk willen stellen boven ons algemeene strafrecht. De conciusie der Commissie aldus de heer Schouten bevat een zake lijke afkeuring van 's Ministers beleid op dit punt; zij heeft geen politieke strekking; de Commissie bedoelt niet aan den Minister een advies tot heen gaan te geven; zij zou het verstandig vinden als de Kamer er hetzelfde ka rakter aan gaf. Aan het slot van zijn rede verklaarde de heer Schouten dat hij het, ondanks zijn sympathie voor den minister, ditmaal met zijn beleid niet eens kon zijn; de anti- revoiutionnaire fractie staat op hetzelfde standpunt. De heer Rost van Tonningen is in zijn repliek nog eens uitvoerig ingegaan op d,e zaak der belde geestelijken en hij heeft daaromtrent (in verband met beweerde ze denmisdrijven) tal van bijzonderheden me degedeeld. Wat de bewering van den Minister be treft, dat hij geen deputatie uit Ctes heeft ontvangen, hield de heer Rost van Tonnin gen zijn bewering staande: hij noemde zelfs de namen van de personen die er deel van hadden uitgemaakt en vertelde dat de deputatie, toen ze in Oss terugkeerde, rond bazuinde dat de brigade zou verdwijnen. Opnieuw hie)d de Minister bij interruptie staande, dat hij de deputatie niet had ontvangen. Ook de heer De Geer bleek door 's Minis ters verdedigings-rede volstrekt niet over tuigd, verklaarde echter nogmaals dat hij hem volkomen te goeder trouw achtte, en gaf opnieuw als zijn meening te kennen, dat de Minister in de aanneming der con ciusie geen aanleiding behoefde te zien am heen te gaan. Ook de heer Van der Goes van Naters zeide nog eens in de goede trouw dos Ministers te gelooven, maar voegde hij er aan toe „de Minister heeft geen weerstand geboden aan het drijven van een hoofdambtenaar." Ook dr. Bie- rema verklaarde zich totaal-onbevredigend en mevr. Mackay oefende nogmaals een uitvoerige critiek op 's Ministers beleid, en op dat van den Procureur-Generaal, die door het sluiten van zaken heeft gemaakt, dat er niet achter de waarheid kon worden gekomen, dat de normale rechtsgang niet kon worden gevolgd. Mevr. Mackay riep uit: ,Als de Minister aanblijft, en geen maat regelen neemt tegen den P.-G., en geen eerherstel geeft aan de brigade, dan zal hij zich wéér vergissen in den weerslag op het volk." De Minister heeft, in tweeden termijn, nogmaals getracht zijn beleid te verdedigen en gevraagd, hoe het toch mogelijk is ge weest dat deze zaak zulk een „wanstaltigen" omvang heeft genomen. Maar hij erkende gaarne dat er, naast verkeerde, ook goede motieven in het spel waren. En hij heeft vervolgens tal van punten en zaken nog eens de revue laten passeeren. Maar de Kamer had haar stelling ge kozen. Ondanks zijn onbetwistbare wel sprekendheid vermocht de Minister niet meer een bres te schieten in de oppositie. Het resultaat hebben wij in het begin dit Overzicht vermeldt DE 19DE ALGEMEENE VERGADERING. Onder presidium van den heer A_ Stapel kamp van Utrecht is heden in het Jaar beursgebouw aldaar de algemeene vergade ring aangevangen van het Ohr. Nat. Vak verbond in Nederland. De vergadering werd bijgewoond door tal van hoofdbestuurders van aangesloten vak bonden, afgevaardigden van de Prot. Chr. Kamerfracties, van verwante corporaties, zoowel op het terrein van het sociale leven als van de Prot. Chr. Jeugdactie. De voorzitter opende de vergadering op gebruikelijke wijze, waarna hij een uitvoe rige openingsrede hield, waarin hij een terugblik wierp op de ontwikkeling van het Verbond sedert de vorige algemeene verga dering, nader stilstond bij de sociaal-eco nomische positie van ons land en de voor mannen herdacht, die door den dood aan de Chr. sociale beweging zijn ontvallen. Nadat de secretaris enkele mededeelin- gen gedaan had, kwamen de jaarverslagen aan de orde. Hieraan ontleenen we. dat het ledental van het Verbond over de beide verslagjaren ls gestegen met 6003, welke stijging bleef aanhouden, want in den jongsten kwartaal- staat wordt melding gemaakt van een stij ging van het ledental tot 117.408. Behoudens een drietal aangesloten organisaties heb ben allen gedeeld in dit stijgend ledental. Slechts de organisaties der landarbeiders, de mijnwerkers en de diamantbewerkers zagen hun ledental, resp. met 871, 29 en 1 terugloopen. In 1938 het tweede verslag jaar boekten wederom 19 organisaties een stijging in het ledental tot een totaal van 4229. Wat het aantal vrouwelijke leden betreft mag geconstateerd, dat deze groep sedert 1933 voor het eerst weer is gestegen en over beide verslagjaren een totaal van 174 nieuwe leden boeken mocht. 1 Jan. jJ. waren er totaal 2703 vrouwelijke leden. De ontwikkeling der getalsverhoudingen tusschen de „confessioneele" en de „ove rige" vakorganisaties, die sedert 1926 steeds ten gunste der Chr. vakbeweging verliep, is sinds 2 jaar in ongunstigen zin gewijzigd. Bij samenvoeging van de percentages der Roomsoh-Kathoheke en der Christelijke vakbeweging verkrijgt men de volgende cij fers: Chr. vakbeweging in 1963 44,68, in 1936: 44.15 en in 1938: 43.48. Overige vakorganisaties resp. 58,32, 55,85 en 56,52. Dit was voorn, een gevolg van den grooteren groei van het N.V.V. Zoowel de Prot. Chr. als de R. Kath. organisaties deel den in den achteruitgang. Het percentage van de eerste daalden van 16.85 tot 16.75, dat van de laatste van 27,02 tot 26.73. De verslagjaren waren rijk aan emoties en gebeurtenissen en dat de Chr. vakbewe ging staande is gebleven en het werk voortgang hebben kon is ais een wonder te achten. Van al die gebeurtenissen en acties geeft het verslag een breed beredeneerd overzicht. Met de bespreking van de verslagen en het bestuursbeleid gingen vandaag meer dere uren heen. DE TECHNISCHE PROEFTOCHT VAN DE „ORANJE". Een draadloos A.N P -telegram van boord van de „Oranje" meldt: In tegenstelling met den eersten dag van den technischen proeftocht van de „Oran je", welke door fraai weer begunstigd werd, was het den tweeden dag van de proef vaart slecht weer. ik stond een krachtige Zuidwesten wind, welke van tijd tot tijd ge paard ging met regenbuien. De stemming onder de 500 opvarenden had evenwel door het minder gunstige weer geenszins te lijden. De positie van het schip was gisteravond om zes uur: 56 graden, 56 minuten, 30 se conden Noorderbreedte. De snelheid van de „Oranje", welke bij het varen op de gemeten mijl werd bereikt, bedroeg 26,30 mijl per uur. Zooals bekend bedraagt de berekende dienstsnelheid 21 mijl per uur. ORDENING IN DE BEHANGSELPAPIER BRANCHE. Li een te Amsterdam gehouden bijeen komst van afgevaardigden van den Neder landschen bond van patroons in het meubi- leeringsbedrijf. Ned. R.K. Hanzebond ..St. Reinoldus", behangerspatroonsbond ..de Graafschap", behangerspatroonsvereeniging ..Kleinbedrijf". R.K. Bond van Schilders- patroons ,.St. Lucas". Nederlandschen Bond van Schilderspatroons, den Frieschen Schil derspatroonsbond te eener en fabrikanten en grossiers in behangselpapieren ter andere zijde, verkreeg men. na langdurige en uit voerige besprekingen, de gewenschte over eenkomst om tot de zoo hoog noodige orde ning in de behangselpapierbranche te komen De door de commissie opgestelde richt lijnen, werden na bespreking en overleg met een kleine wijziging aangenomen, zoodat met 1 Januari 1940. het voor het geheeie land geldende contract zal ingaan. De moraal van deze heele gerucht makende geschiedenis is deze: Ais de .Minister alles had kunnen voorzien, dan.... zou de brigade-Oss nooit zijn overgeplaatst, EEN „IJZEREN LONG" TE AMSTERDAM. Het Wilhelminagasthuis te Amsterdam beschikt thans over een zoogenaamde an „ijzeren long", waarmede patiënten v ei- ademhalingsorganen door verlamming be lemmerd zijn, ;n het 'even l"unnen weden gehouden. Dit toestel komt grootendeels overeen met dat hetwelk door den Amerikaanschen millionnairszoon gebruikt wordt en die er zelfs een reis over den Atlantischen Oceaan haar Lourdes meg heeft gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9