BINNENLAND
Nederlaag
voor minister Goseling
80sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 29 Juni 1939
Derde Blad No. 24312
Nederlandsche
Slagershond
Verkeersongevallen in April
Nederlandsche maatschappij tot
bevordering der pharmacie
Misdrijven tegen de
veiligheid van den staat
Christ. Nationaal Vakverbond
Conclusies inzake Oes aangenomen
Alleen de Katholieken
steunden den minister
JAARVERGADERING TE ZWOLLE.
De Nederlandsche Slagershond heeft
gisteren zijn jaarvergadering gehouden en
wel op uitnoodiglng van de daar gevestigde
afdeeling de Zwolsohe Slagerspatroonsver-
eenlging .Eendracht maakt macht", welke
tear 40-jarig bestaan herdacht.
Nadat reeds Dinsdagavond de congres
sisten in de „Harmonie" waren samenge-
lioman. en o.m. namens het gemeentebe
stuur officiMi op hei Stadhuis waren ont
vangen, werd gistermorgen de jaarvergade
ring door den bondsvoorzitter, den heer
E. Wstma, geopend.
Deze wees er in zijn openingswoord op.
dat hoewel het afgeloopen jaar financieel
voor den slager zeker niet bevredigend was,
er toch een verbetering in de positie van
het bedrijf valt te bespeuren. Spr. haalde
in dit verband den gunstigen invloed van
de vestigingswet aan en deelde voorts mede,
dat, dank zij de door den Nederlandschen
Slagershond gevoerde vleeschpropaganda.
de teruggang in het vleeschverbruik. welke
over 1938. vergeleken bij 1932, niet minder
dan 27 pCt. bedroeg, tot staan is gekomen
niet alleen, doch de vleeschconsumptie zich
thans weer eenigermate schijnt te zullen
herstellen. Volgens voorloopige berekenin
gen is de consumptie over het eerste kwar
taal 1939 met 13 pCt. gestegen, vergeleken
bij het overeenkomstige tijdvak over 1938
Uit het jaarverslag van den secretaris
bleek, dat de bond over het afgeloopen jaar
belangrijk in ledental ls vooruitgegaan en
thans ruim 4200 slagerspatroons bij den
Nederlandschen Slagershond zijn aange
sloten.
Uit het overlijdensfonds van den bond
werden het afgeloopen jaar 24 uitkeeringen
van f. 100 gedaan. In totaal is uit dit fonds
uitgekeerd een bedrag van f. 15.600.
Als plaats voor de volgende jaarvergade
ring werd Groningen aangewezen.
De heeren E Weima te Leeuwarden en
H. C. Bille te Heemstede werden resp. als
voorzitter en penningmeester herkozen, ter
wijl in de plaats van het scheidende hoofd
bestuurslid, den heer v. Asperen te 's-Gra-
venhage werd verkozen de heer A. L. J. de
Haas aldaar De heer J. P. Pruisema te
Kollum zag zich herbenoemd als commis
saris voor de provincie Friesland.
Tevens werd de heer Pruisma tot lid van
het dagelijksch bestuur gekozen. Verder
werd het hoofdbestuur nog uitgebreid met
de heeren L. Maris te Fijnaart. als com
missaris voor Noord-Brabant en J B. uit
den Bogaard te Haarlemmermeer als com-
.Tssaris voor de losse leden.
In verband met de fusie van den alge-
meenen bond van dorpsslagers met den Ne
derlandschen Slagershond werden enkele
wijzigingen in de statuten en het huishou
delijk reglement aangebracht.
De vergadering besloot in principe ac-
coord te gaan met het voorstel tot stich
ting van een spaar- en waarborgfonds ten
behoeve van zoons van leden in verband
met de credietwaardigheidseischen inge
volge de vestigingswet.
Het instituut der ..leidersvergadering", die
de algemeene vergadering voorafgaat, werd
na de geslaagde proefneming van dit jaar
gecontinueerd.
Op voorstel van de slagersvereeniging
Amsterdam" werd een commissie benoemd
die tot taak heeft om in overleg met andere
belanghebbende instanties, te onderzoeken,
hoe de afvallen tot een grootere waarde
kunnen worden gebracht.
'eer fel werd in de vergadering gepro
testeerd tegen de concurrentie, welke een
tegen zeer lage keurloonen slachtend groot
bedrijf te Gieten door den verkoop aan
particulieren den slagers in het Noorden
aandoet. De vergadering droeg het hoofd
bestuur op te trachten hier met alle wette
lijke middelen een eind aan te maken.
Van de hoofdbestuurstafel werd een uit
voerig exposé gegeven over den huldigen
stand der vleeschwarenconventieplannen
waarbij tot uiting kwam, dat de fabrikan
ten genegen zijn met de belangen en ver
langens, die het bondsbestuur naar voren
heeft gebracht, volkamen rekening te hou
den.
Op verzoek van de afdeeling „De Beve-
anden" verklaarde het hoofdbestuur zich
bereid nogmaals pogingen in het werk te
stellen, dat de regeering minderwaardig vee
dit de markt neemt.
Besloten werd in de statuten van den
bond de bepaling op te nemen, dat ver
bruikscoöperaties geen bondslid kunnen
worden, waarbij echter bepaald werd, dat
de verbruikscoöperaties, die thans lid zijn,
kd kunnen blijven.
Langdurige discussies lokte een tweetal
voorstellen uit, resp. van de slagerspatroons
vereeniging „De Voorzorg" te Amsterdam
en van de Vereenigde Rotterdamsche sla
gers, over de vorming van een oudendags-
loorzieningsfonds. De financieele conse
quenties daarvan waren echter zoodanig,
dat de vergadering ze niet kon aanvaarden.
Met instemming vernam de vergadering
dat het bestuur blijft ijveren voor afschaf
fing van de omzetbelasting op vleesch. Be
sloten werd daarop in een telegram aan
den minister van Financiën nogmaals aan
te dringen.
Een afschaffing van de belasting op dc
eesmolten inlandsche Vetten bleek op
eroote moeilijkheden te stuiten, daar deze
aangelegenheid gekoppeld is aan het lieele
zuivelvraagstuk; toch wordt ook deze
Quaestie niet losgelaten.
Een volgende kwestie, die de onverdeelde
aandacht had, was de vestigingswet klein
bedrijf. In de practijk is gebleken, dat deze
«ogal eenige mazen heeft. De heer S. de
Koo. het departement van Economisohe
Zaken vertegenwoordigende, vestigde er de
aandacht op, dat. naar de minister dezer
vagen heeft medegedeeld, binnen afzien-
baren tijd een ingrijpende herziening van
deze wet is te verwachten, waarbij aan ver
schillende minder juiste toestanden wel-
Lcht een eind wordt gemaakt.
Bij het agendapunt: uniforme keurloo-
hen werd felle critiek uitgeoefend op het
Joo lang uitblijven der beloofde wijziging
'h de vleesehkeuringswet. Dr K. Reitsma
fcees ar in dit verband op, dat een wijzi
ging dezer wet verschillende departemen
ten aangaat. Dit verklaart de langzame
afdoening.
Afgewezon werd het voorstel Vlissingen
om de provinciale commissarissen alleen te
laten kiezen door de provinciale afdeelin-
gen Deze kunnen nl. door de candidaat
stelling voldoende invloed uitoefenen.
Op verzoek der afdeeling Rotterdam zal
het hoofdbestuur contact zoeken met an
dere middenstandsorganisaties ter bespre
king van het vraagstuk eener verplichte
winkelsluiting op Zaterdagmiddag.
Verder deelde het hoofdbestuur nog mede
dat de centrale vleesch- en veehandel mo
menteel overweegt op welke wijze door bin
dendverklaring van ondernemersovereen
komsten een einde kan worden gemaakt
aan oneerlijke concurrentiemethoden in
het bedrijf
Nadat bij de rondvraag nog enkele in
terne aangelegenheden waren behandeld,
sloot de bondsvoorzitter de jaarvergade
ring.
De door het Centraal Bureau voor de
Statistiek verzamelde voorloopige gegevens
betreffende de slachtoffers van verkeers
ongevallen toonen over de laatste zes maan
den het volgend beeld, schrijft de K.N.AC.
(Tusschen haakjes de overeenkomstige
cijfers van het vorige laan.
dooden ernstig gewonden
November 1938 68 62 365 329)
December 42 45 312 314)
Januari 1939 42 (52) 326 (306)
Februari 46 39 314 2871
Maart 43 42 361 (331)
April 58 69 413 348)
Duidelijk spiegelt zich in deze cijfers af,
dat in April het wegverkeer aanzienlijk
drukker is, dan in de eigenlijke wintermaan
den. (Op de 18 geregelde teipunten van den
Rijkswaterstaat waren er op werkdagen in
April 59 c/o meer verkeerseenheden op den
weg dan in Januari). In de komende zomer
maanden zal het verkeer vanzelfsprekend
nog beduidend drukker zijn dan in April.
De K.N.A.C. arht het derhalve gewenscht
nogmaals met aandrang te herinneren aan
de drie hoofdpunten voor een veilig weg
verkeer: wellevendheid, voorzichtigheid en
stipte naleving der verkeersvoorschrlften,
welke drie punten hand in hand dienen te
gaan. Het uitsteken van een arm of rich
tingaanwijzer ten teeken, dat men voor
nemens is van richting te veranderen
heeft bijv. weinig belang voor de verkeers
veiligheid, zoolang men daarbij niet tevens
rekening houdt met de gerechtvaardigde
belangen van de andere aanwezige wegge
bruikers.
DE VERJAARDAG VAN PRINS BGRNHARD
Prinses Armgard op Soestdijk.
Naar wij vernemen vertoeft PTinses
Armgard thans, in verband met den ver
jaardag van Z.KJi. Prins Bernhard op het
paleis Soestdijk.
VERBOD TOT VERKOOP VAN
PHAR1VÏACEUTISCHE ARTIKELEN
PER AUTOMAAT.
Gistermorgen werd de 38ste algemeene
vergadering van de Nederlandsche maat
schappij tot bevordering der pharmacie
voortgezet en ditmaal in tegenstelling met
Dinsdag weer in het openbaar.
Bij de verdere behandeling van de voor
stellen vereenigde de vergadering zich met
de voorgestelde uit te schrijven prijsvragen
over een phytochemisch onderzoek van een
plant waaraan geneeskrachtige werking
wordt toegeschreven, in Nederland of Oost
en West-Indië voorkomende, waarvan de
chemische bestanddeelen niet voldoende
bekend zijn.
De vergadering vereenigde zich z. h. s.
met het voorstel om aan den hoofdbestuur
der-secretaris een bedrag per kwartaal uit
te keeren, ter doorbetaling aan een door
hem voor zijn apotheek aan te stellen
tweeden apotheker en daarvoor op de be
grooting nog voor 1939 f. 1250 uit te trek
ken.
Besloten werd ook voor 1940 f. 3000 be
schikbaar te stellen van het hoofdbestuur
ten einde daarmede behoeftige assistenten,
welke niet volgens art. 38 van het huis
houdelijk reglement voor een uitkeering in
aanmerking komen, te ondersteunen en
een zelfde bedrag als toelage voor den
secretaris van de commissie voor het zie
kenfondswezen.
Naar aanleiding van in de geheime
vergadering genomen besluiten werd
o.a. medegedeeld, dat het hoofdbestuur
een verbod heeft uitgevaardigd aan de
leden om pharmaceutische artikelen
door middel van een automaat te ver
koop aan te bieden, te verkoopen of te
leveren, zoo in als buiten apotheek.
Overeenkomstig het advies van het
hoofdbestuur vereenigde de vergadering
zich met het voorstel 's Gravenhage om
een commissie in te stellen voor een onder
zoek omtrent de bestaande methoden van
stabilisatie van geneeskruiden en om na
te gaan of het mogelijk is, een inrichting
tot stand te brengen, onder toezicht van
het labaratorium van de maatschappij en
met medewerking van de vereeniging voor
geneeskruidtuinen deze stabilisatie van de
versche plantendeelen kan worden toege
past.
De vergadering vereenigde zich ook met
het voorstel van de commissie voor maat
schappelijke belangen om voor de salariee-
ring van apothekers gedurende het eerste
jaar f. 2400 te handhaven, gedurende 18
jaar elk jaar stijgende met f. 200, met een
maximum van f. 6000 na 19 jaar. En het
minimumsalaris van provisors te bepalen
op f. 2000 per jaar.
Een tweede voorstel van dezelfde com
missie, behandelende de salarieering van
apothekers-asistenten werd teruggenomen.
Besproken werd nog de wenschelijkheid
om voor hen, die een apotheek hebben en
bevoegd zijn eerste hulp te verleenen een
onderscheidingsteeken in te stellen, zooals
ook in andere landen wel het geval is.
2562
PRIJSVRAAG TOT 1 JULI Fl. 8000 -PRIJZEN
(Ingez. MedJ
VOORLOOPIG VERSLAG TWEEDE KAMER
Aan het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot aanvulling van den eersten
titel van het tweede boek van het wetboek
van strafrecht (misdrijven tegen de veilig
heid van den staat) is het volgende ont
leend:
Bij het afdeelingsonderzoek van dit wets
ontwerp verklaarden zeer vele leden zich
met de strekking daarvan te kunnen ver
eenigen, al werden tegen de uitwerking ver
schillende bezwaren aangevoerd.
Niettemin werd van verschillende zijden
de vraag gesteld of het kwaad, dat de regee
ring met deze voorstellen bestrijden wil, zoo
ernstig en van zulk een omvang is, dat
strafmaatregelen daartegen inderdaad noo-
dig zijn.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat
de redactie van de voorgestelde artikelen in
ieder geval te ruim is. Zij vestigen er de
aandacht op, dat in de artikelen 92 en vol
gende van het wetboek van strafrecht onder
„rijk" wordt verstaan niet alleen het rijk in
Europa, doch ook de overzeesche gebieds-
deelen. Zouden nu besprekingen over een
eventueele herverdeeling van het koloniaal
bezit een onderwerp, dat in de geheele
wereld aan de orde is niet meer geoor
loofd zijn, wanneer men daarbij mocht be-
toogen, dat ook Nederlanders onder bepaal
de omstandigheden aan een andere verdee
ling zou moeten medewerken?
Verder werd er op gewezen, dat naar de
letter van de ontworpen bepalingen een be
toog ten gunste van grensrectificaties, zelfs
van de meest ondergeschikte beteekenis, en
zelfs indien deze uitsluitend uit ruiling van
grond zouden bestaan, niet meer geoorloofd
zou zijn. Men zou dus bijv. ook niet meer
mogen opwekken tot het treffen van een
regeling, waardoor de Belgische enclave
Baarle Hertog zou worden geruild tegen een
stuk Nederlandsch gebied.
Nog ernstiger achtten verscheidene leden
de mogelijkheid, dat de voorgestelde bepa
lingen zullen worden toegepast op hen, die
de opvattingen verkondigen, dat in bepaalde
omstandigheden landsveidediging onmoge
lijk is en dat in die omstandigheden afstand
van grondgebied of zelfs annexatie dus moet
worden aanvaard. De ontworpen artikelen
bevatten immers de woorden „al dan niet
bij het intreden van bepaalde omstandig
heden". en naast het „bevorderen", dat het
rijk onder vreemde heerschappij komt, noe
men zy ook het „aanvaarden" daarvan. Zal
dit laatste er toe leiden, zoo werd verder ge
vraagd, dat personen, die al dan niet op
godsdienstige gronden de meening uit
spreken, dat oorlogsgeweld moet worden
vermeden en dat wij ons liever moeten
schikken in vreemde overheersching, dan
ons met geweld van wapenen te verzetten,
strafbaar worden? Zal niemand meer mogen
opwekken tot de wettelijk geoorloofd®
dienstweigering op principieele gronden?
Wat het bezwaar betreft, dat personen,
die op principieele gronden wapengeweld
ongeoorloofd achten, ook indien dit slechts
zou strekken tot verdediging tegen een aan
val van buiten, werd opgemerkt, dat het
ontwerp zich niet richt tegen hen, die de
j opvatting koesteren, dat vreemde heer
schappij in bepaalde omstandigheden moet
worden aanvaard, doch alleen tegen hen,
die voor deze opvatting propaganda maken.
Tegen een verbod hiervan kunnen naar de
meening van de leden, die deze tegenspraak
gaven, geen gewetensbezwaren worden aan-
i gevoerd
n
(Van onzen parlementairen medewerken.
De Minister van Justitie beeft de
'/aak-Oss bi de Tweede Kamer verlo
ren.
Met groote meerderheid.
De conclusie der Commissie, waarin
wordt uilgesproken „dat de letten en
omstandigheden, welke den Minister
van Justitie hebben geleid tot het ne
men van den maatregel van 1 April
1938 ten aanzien van de brigade-Qss
der Koninklijke Marechaussee, dien
maatregel niet rechtvaardigen, terwijl
aan hetgeen nadien is gebleken in elk
geval geen motiveering voor dien maat
regel kan worden ontleend", is met 62
tegen 28 stemmen aangenomen. Alleen
zijn eigen fractie, de roomsch-katho
lieke. stemde er tegen. Er waren dus
10 leden afwezig, waaronder 3 katho
lieken.
Hiermede heeft dc Tweede Kamer
's Ministers beleid veroordeeld, en, in
direct, ook het beleid van den Procu
reur-Generaal te 's-Hertogenbosch, ter
wijl de uitspraak der Kamer een zeer
bijzondere voldoening moet zijn voor
de brigade, die door den maatregel der
overplaatsing werd getroffen, maar nu
door dit vonnis der Kamer, toch feite
lijk werd gerehabiliteerd.
Vlak voor de stemming, aan het eind
van zijn repliek, concludeerde de Minister
dat het verschil tusschen hem en de Ka
mer was „een zakelijk meeningsverschil
over een zakelijke aangelegenheid". Hier
mee scheen hij te willen zeggen (wat hij
feitelijk ook reeds in eersten termijn had
gezegd) dat hij er geen portefeuillekwestie
aan zou verbinden. Maar even te voren
had hij verklaard:
„Tot welke conclusie ik voor mij zelf
zal komen, zal wel blijken en och, dit
beteekent eigenlijk niet veel,"
Een beetje raadselachtig zinnetje. Betee
kent het niet veel of een Minister al dan
niet aftreedt?
Wat zullen wij van de discussie zelf nu
nog zeggen?
Weinig.
Zeer vele van de bijzonderheden, reeds
uit den treure vermeld en besproken, kwa
men nogmaals terug, werden opnieuw be
licht.
Duidelijk bleek, dat de lange rede des
Ministers de Kamer niet met zijn beleid en
met dat van den Procureur-Generaal had
verzoend.
De voorzitter der Commissie, de heer
Schouten heeft daarvan, wat deze betreft,
duidelijk getuigenis afgelegd. Hij bracht nog
enkele treffende argumenten naar voren.
Hij wees er op, dat de brigade-Oss vroeger
heel wat lastige zaken heeft opgeknapt
(o.a. de affaire tegen den fabrikant Z. uit
Oss, waarvoor zij 200 getuigen hoorde!)
zonder dat er een klacht kwam. Maar, mag
men den Minister gelooven, dan ging het
plotseling met de brigade radicaal mLs, toen
de zaak-Oss aan de orde kwam. Welnu, dit
kon de Commissie niet gelooven; zij kon
niet aannemen, dat de brigade toen plot
seling zoo slecht is geworden; dit zou al te
merkwaardig zijn. Wanneer, vroeg de heer
Schouten, alle opsporings-ambtenaren in
Nederland eens zoo werden beoordeeld als
de brigade-Oss? In het algemeen hand
haafde hij den inhoud en de conclusies der
Commissie.
Hij schetste dat het beleid van den Mi
nister de hoofdzaak, het kernpunt was voor
het onderzoek der commissie en daarom
heeft zij zich in haar conclusie alleen over
dat beleid uitgesproken, en niet over dat
van den Procureur-Generaal, en ook niet
over dat van de brigade: dit lag niet op
haar weg. De Kamer heeft zich niet te
begeven in een uitspraak over het beleid
van ambtenaren. In een interruptie gat de
Minister te kennen, dat hij het hiermede
eens was. En uit dit deel van des heeren
Schoutens rede bleek, dat de Commissie
aan aanvulling harer conclusie niet dacht.
Zij protesteerde echter uitdrukkelijk tegen
de meening. in het debat verkondigd, als
zou de Minister het kanonnieke recht der
Roomsche Kerk willen stellen boven ons
algemeene strafrecht.
De conciusie der Commissie aldus
de heer Schouten bevat een zake
lijke afkeuring van 's Ministers beleid
op dit punt; zij heeft geen politieke
strekking; de Commissie bedoelt niet
aan den Minister een advies tot heen
gaan te geven; zij zou het verstandig
vinden als de Kamer er hetzelfde ka
rakter aan gaf.
Aan het slot van zijn rede verklaarde de
heer Schouten dat hij het, ondanks zijn
sympathie voor den minister, ditmaal met
zijn beleid niet eens kon zijn; de anti-
revoiutionnaire fractie staat op hetzelfde
standpunt.
De heer Rost van Tonningen is in zijn
repliek nog eens uitvoerig ingegaan op d,e
zaak der belde geestelijken en hij heeft
daaromtrent (in verband met beweerde ze
denmisdrijven) tal van bijzonderheden me
degedeeld.
Wat de bewering van den Minister be
treft, dat hij geen deputatie uit Ctes heeft
ontvangen, hield de heer Rost van Tonnin
gen zijn bewering staande: hij noemde
zelfs de namen van de personen die er deel
van hadden uitgemaakt en vertelde dat de
deputatie, toen ze in Oss terugkeerde, rond
bazuinde dat de brigade zou verdwijnen.
Opnieuw hie)d de Minister bij interruptie
staande, dat hij de deputatie niet had
ontvangen.
Ook de heer De Geer bleek door 's Minis
ters verdedigings-rede volstrekt niet over
tuigd, verklaarde echter nogmaals dat hij
hem volkomen te goeder trouw achtte, en
gaf opnieuw als zijn meening te kennen,
dat de Minister in de aanneming der con
ciusie geen aanleiding behoefde te zien am
heen te gaan. Ook de heer Van der Goes
van Naters zeide nog eens in de goede
trouw dos Ministers te gelooven, maar
voegde hij er aan toe „de Minister heeft
geen weerstand geboden aan het drijven
van een hoofdambtenaar." Ook dr. Bie-
rema verklaarde zich totaal-onbevredigend
en mevr. Mackay oefende nogmaals een
uitvoerige critiek op 's Ministers beleid, en
op dat van den Procureur-Generaal, die
door het sluiten van zaken heeft gemaakt,
dat er niet achter de waarheid kon worden
gekomen, dat de normale rechtsgang niet
kon worden gevolgd. Mevr. Mackay riep uit:
,Als de Minister aanblijft, en geen maat
regelen neemt tegen den P.-G., en geen
eerherstel geeft aan de brigade, dan zal hij
zich wéér vergissen in den weerslag op het
volk."
De Minister heeft, in tweeden termijn,
nogmaals getracht zijn beleid te verdedigen
en gevraagd, hoe het toch mogelijk is ge
weest dat deze zaak zulk een „wanstaltigen"
omvang heeft genomen. Maar hij erkende
gaarne dat er, naast verkeerde, ook goede
motieven in het spel waren. En hij heeft
vervolgens tal van punten en zaken nog
eens de revue laten passeeren.
Maar de Kamer had haar stelling ge
kozen. Ondanks zijn onbetwistbare wel
sprekendheid vermocht de Minister niet
meer een bres te schieten in de oppositie.
Het resultaat hebben wij in het begin
dit Overzicht vermeldt
DE 19DE ALGEMEENE VERGADERING.
Onder presidium van den heer A_ Stapel
kamp van Utrecht is heden in het Jaar
beursgebouw aldaar de algemeene vergade
ring aangevangen van het Ohr. Nat. Vak
verbond in Nederland.
De vergadering werd bijgewoond door tal
van hoofdbestuurders van aangesloten vak
bonden, afgevaardigden van de Prot. Chr.
Kamerfracties, van verwante corporaties,
zoowel op het terrein van het sociale leven
als van de Prot. Chr. Jeugdactie.
De voorzitter opende de vergadering op
gebruikelijke wijze, waarna hij een uitvoe
rige openingsrede hield, waarin hij een
terugblik wierp op de ontwikkeling van het
Verbond sedert de vorige algemeene verga
dering, nader stilstond bij de sociaal-eco
nomische positie van ons land en de voor
mannen herdacht, die door den dood aan
de Chr. sociale beweging zijn ontvallen.
Nadat de secretaris enkele mededeelin-
gen gedaan had, kwamen de jaarverslagen
aan de orde.
Hieraan ontleenen we. dat het ledental
van het Verbond over de beide verslagjaren
ls gestegen met 6003, welke stijging bleef
aanhouden, want in den jongsten kwartaal-
staat wordt melding gemaakt van een stij
ging van het ledental tot 117.408. Behoudens
een drietal aangesloten organisaties heb
ben allen gedeeld in dit stijgend ledental.
Slechts de organisaties der landarbeiders,
de mijnwerkers en de diamantbewerkers
zagen hun ledental, resp. met 871, 29 en 1
terugloopen. In 1938 het tweede verslag
jaar boekten wederom 19 organisaties
een stijging in het ledental tot een totaal
van 4229. Wat het aantal vrouwelijke leden
betreft mag geconstateerd, dat deze groep
sedert 1933 voor het eerst weer is gestegen
en over beide verslagjaren een totaal van
174 nieuwe leden boeken mocht. 1 Jan. jJ.
waren er totaal 2703 vrouwelijke leden.
De ontwikkeling der getalsverhoudingen
tusschen de „confessioneele" en de „ove
rige" vakorganisaties, die sedert 1926 steeds
ten gunste der Chr. vakbeweging verliep, is
sinds 2 jaar in ongunstigen zin gewijzigd.
Bij samenvoeging van de percentages der
Roomsoh-Kathoheke en der Christelijke
vakbeweging verkrijgt men de volgende cij
fers:
Chr. vakbeweging in 1963 44,68, in 1936:
44.15 en in 1938: 43.48.
Overige vakorganisaties resp. 58,32, 55,85
en 56,52. Dit was voorn, een gevolg van den
grooteren groei van het N.V.V. Zoowel de
Prot. Chr. als de R. Kath. organisaties deel
den in den achteruitgang. Het percentage
van de eerste daalden van 16.85 tot 16.75,
dat van de laatste van 27,02 tot 26.73.
De verslagjaren waren rijk aan emoties
en gebeurtenissen en dat de Chr. vakbewe
ging staande is gebleven en het werk
voortgang hebben kon is ais een wonder te
achten. Van al die gebeurtenissen en acties
geeft het verslag een breed beredeneerd
overzicht.
Met de bespreking van de verslagen en
het bestuursbeleid gingen vandaag meer
dere uren heen.
DE TECHNISCHE PROEFTOCHT
VAN DE „ORANJE".
Een draadloos A.N P -telegram van boord
van de „Oranje" meldt:
In tegenstelling met den eersten dag van
den technischen proeftocht van de „Oran
je", welke door fraai weer begunstigd werd,
was het den tweeden dag van de proef
vaart slecht weer. ik stond een krachtige
Zuidwesten wind, welke van tijd tot tijd ge
paard ging met regenbuien.
De stemming onder de 500 opvarenden
had evenwel door het minder gunstige weer
geenszins te lijden.
De positie van het schip was gisteravond
om zes uur: 56 graden, 56 minuten, 30 se
conden Noorderbreedte.
De snelheid van de „Oranje", welke bij
het varen op de gemeten mijl werd bereikt,
bedroeg 26,30 mijl per uur.
Zooals bekend bedraagt de berekende
dienstsnelheid 21 mijl per uur.
ORDENING IN DE BEHANGSELPAPIER
BRANCHE.
Li een te Amsterdam gehouden bijeen
komst van afgevaardigden van den Neder
landschen bond van patroons in het meubi-
leeringsbedrijf. Ned. R.K. Hanzebond ..St.
Reinoldus", behangerspatroonsbond ..de
Graafschap", behangerspatroonsvereeniging
..Kleinbedrijf". R.K. Bond van Schilders-
patroons ,.St. Lucas". Nederlandschen Bond
van Schilderspatroons, den Frieschen Schil
derspatroonsbond te eener en fabrikanten
en grossiers in behangselpapieren ter andere
zijde, verkreeg men. na langdurige en uit
voerige besprekingen, de gewenschte over
eenkomst om tot de zoo hoog noodige orde
ning in de behangselpapierbranche te komen
De door de commissie opgestelde richt
lijnen, werden na bespreking en overleg met
een kleine wijziging aangenomen, zoodat
met 1 Januari 1940. het voor het geheeie
land geldende contract zal ingaan.
De moraal van deze heele gerucht
makende geschiedenis is deze:
Ais de .Minister alles had kunnen
voorzien, dan.... zou de brigade-Oss
nooit zijn overgeplaatst,
EEN „IJZEREN LONG" TE AMSTERDAM.
Het Wilhelminagasthuis te Amsterdam
beschikt thans over een zoogenaamde
an „ijzeren long", waarmede patiënten v ei-
ademhalingsorganen door verlamming be
lemmerd zijn, ;n het 'even l"unnen weden
gehouden.
Dit toestel komt grootendeels overeen
met dat hetwelk door den Amerikaanschen
millionnairszoon gebruikt wordt en die er
zelfs een reis over den Atlantischen Oceaan
haar Lourdes meg heeft gemaakt.