Britsch memorandum tot Berlijn gericht LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Donderdag 29 Juni f939 Redevoeringen van Churchill en Eden PIEPKUIKENS Uw Week-end naar Luik!! De komende besprekingen te Tokio Een rede van Calinescu Over economische besprekingen en nieuw vlootverdrag Garanties gevraagd Slechte ontvangst in Duitschland Waarschuwing dat het Engeland ernst is Fa. D. WARRING en ZONEN Vragen in het Lagerhuis M.V. ELTAX bob De aanval op Foetsjau en Wentsjau leenen by de vorming van een vrijwilligers corps Verder wordt gemeld, dat speciale regelingen zijn getroffen voor de levering \an gasmaskers aan de politie te Danzig en de Duitschers die uit Oost-Pruisen zijn aan gekomen. De News Chronicle zegt. dat de nationaal- socialisten zich ernstig bedriegen, als zij denken, dat hun poging om Danzig met ge weld te nemen. Polen en daardoor Engeland niet tot militaire maatregelen zou brengen. De Daily Telegraph constateert: „Een oorlog is nog niet onvermijdelijk, maar de toekomst is afhankelijk van een onbereken- baren factor: de gril of de obsessie van één man. Niemand kan voorspellen, wat zijn geest zal ontwerpen, en daarom dienen an deren zich op het ergste voor te bereiden". De Daily Herald zegt: „Het is duidelijk, dat Hitier een nieuw onheil te Danzig in den zin heeft. Wellicht zal het den vorm van een militairen Putsch hebben, die een crisis van het ernstigste karakter wel zou moeten ver haasten. Het is Hitier niet te doen om een regeling voor Danztg maar om een nieuwe overwinning. Als het tot een daad van ge weld te Danzig komt, zal dat een uitdaging aan Europa zijn. die niet ten tweede male op de wijze van Muenchen kan worden ver meden". Zelfs de Daily Express die gewoonlijk op timistisch is, zegt, dat de berichten uit Dan zig ernstige ongerustheid moeten veroorza ken. Als een oorlog niet kan worden verme den, aldus het blad moeten wij hem door staan. De ..Matin" schrijft: „Het staat vast. dat een vrij aanzienlijk getal Dultsche officie ren en manschappen te Danzig is aange komen voor een vrijwilligerscorps en dat belangrijke voorraden wapens en munitie zijn gezonden". Volgens de „Figaro" worden de 2000 te Danzig aangekomen Duitschers gebruikt als instructeurs voor het vrijwilligerscorps, dat een eventueele opmarsch der Poolsche troepen moet ophouden, tot de Duitsche troepen over den Weichsel zijn getrokken. De Jour" constateert dat. hoewel het moeilijk is de waarheid te puren uit de ver warrende berichten over Danzig, er geen rook zonder vuur is. De ..Petit Parisien" schrijft: „Wij hoo- ren. dat men te Berlijn speculeert op ver schillen in appreciatie, die zich bij een zeker gedeelte van de Britsche en Fransche openbare meening zouden manifesteeren voor het geval het tot een conflict mocht komen naar aanleiding van het vraagstuk- Danzig. Dergelijke berekeningen kunnen slechts tot een verkeerde conclusie leiden. Londen en Parijs hebben, gesteund door de eenstemmige openbare meening, besloten zfch te verzetten tegen iedere nieuwe daad van geweld en daaraan zullen zij zich houden: onverschillig of die daad té Dan zig of elders wordt gepleegd. Engeland en Frankrijk zijn thans machtig genoeg om dergelijke mogelijkheden met de grootste koelbloedigheid onder oogen te zien". De „Excelsior" zegt. dat iedere Duitsche onderneming tegen Danzig, die Poolsche maatregelen zou uitlokken, onmiddellijk tot de beloofde steunverleening van Engeland en Frankrijk aan Polen zou lelden. ROEMENIE. In de kamer heeft minister-president Calinescu een rede gehouden. Calinescu zeide. dat het land tevreden is met zijn grenzen: het is evenwel vast besloten te houden wat het heeft: Alle Roemenen zul len eensgezind zijn in het verdedigen van de grenzen. Verder zeide de minister-presi dent. dat ieder gebaar van vriendschap of goeden wil goed zal worden ontvangen, vanwaar het ook komt en in dezen zin moet men ook het handelsverdrag met Duitschland zien. Roemenië is vastbesloten dit verdrag geheel en met den besten wil toe te passen. Vervolgens behandelde de minister het vraagstuk der landsverdediging en zeide, dat het land voor geen opoffering zal te rugschrikken Voor verdediging wordt dit jaar 24 milliard lei uitgegeven tegen 11 in het vorige jaar De gansche begrooting is van 24 tot 40 milliard gestegen. Ten aanzien van het vraagstuk der min derheden zeide hij, dat dit geen vraagstuk van de bulten-, doch alleen van de blnnen- landsche politiek is. H.t Britsche ministerie van buitenland- sche zaken heeft den tekst gepubliceerd van een memorandum inzake de opzegging van het Britsch—Duitsche vlootverdrag. dat de Britsche ambassade te Berlijn aan von R b jentrop heeft overhandigd. Hierin wordt o.m. verklaard, dat men niet kan zeggen, dat in welk deel van Europa Duitschland ook in een oorlog zou worden betrokken, Engeland altijd een Duitsch-vijandige houding zou moeten aannemen. Engeland zou slechts dan een vijandige houding kun nen aannemen, als Duitschland een daad van agressie tegenover een ander land zou begaan. Verklaard wordt, dat de in het memo randum der Duitsche regeering gegeven beschrijving van de Britsche politiek als een politiek van omsingeling volkomen onge motiveerd is. Engeland heeft niet den wensch, de ontwikkeling van den Duitschen handel te belemmeren. Het memorandum wijst erop. dat reeds een aanzienlijk bedrag aan vrije valuta ter beschikking van Duitschland is gesteld voor dp aanschaffing van grondstoffen. De Britsche regeering ziet uit naar een bespreking over een verdere ver betering van Duitschlands economische positie zoo slechts wederzijdsch ver trouwen en goede wil geschapen kun nen worden. De vaste wensch der Britsche regeering is. wel verre van bevordering van een oorlog met Duitschland het scheppen van Britsch- Duitsche betrekkingen op den grond slag van wederkeerige erkenning van de behoeften van de beide landen, natuurlijk met behoorlijke inachtne ming van de rechten van andere landen Hst voornaamste doel van het vlootver drag was het invoeren van een element van stabiliteit ter vermijding van een on- ncodlgen bewapeningswedloop. Vandaar, dat de accoorden geen bepaling inzake een- z„d ge opzegging bevatten, doch du delijk a.een maar rekening hielden met beëindi- g ng of wijziging door gemeenschappelijk overleg. Let accoord van 1935 was, naar uitdruk- k: ,jk was verklaard, van permanenten aard De eenige bepaling, afgez en van de bijzondere bepanng ten aanzien der duik- t oenen welke de mogelij khed eener wijzi- g n» insloot, had bet ekking op het geval van een krachtige verstoring van het algemeene evenwicht n de bewapening ter zee en zelfs dan diende een wijziging alleen nog maar te geschieden in overleg met de Brit sche regeering. De Duitsche regeering voert niet aan, dat zulk een toestand in fe'te bestaat. Nog minder heeft zij de Britsche regeering uit- gcnoodigd den toestand te bestudeeren, alvorens haar stappen te doen. In het memorandum wordt verder ver klaard, dat de vroegere voorafgaande aan kondiging van de viootsterkte, die de Brit- eehe regeering aan Duitschland heeft ver- s r:kt, uitsluitend gegeven werd met het doel, de bepalingen van het accoord van 1933 na te komen. Geen verdere voorafgaande aankondigin gen zullen noodig zijn, aangezien zij slechts beoogden, Duitschland in staat te stellen, ten volle gebruik te maken van de quota I van 1935, doch als Duitschland niet langer gebonden is aan de in het accoord vast gelegde limiet van 35 j>ct. kan de Britsche regeering zioh niet langer gebonden achten aan haar vroegere aankondigingen, welke derhalve als vervallen moeten worden be schouwd. Zoo Duitschland bereid mocht zijn. over een ander accoord te onderhandelen, zal de Britsohe regeering gaarne aanwijzingen ontvangen omtrent omvang en doel, welke de Duitsche regeering voor zulk een accoord geschikt zou achten. De Britsohe regeering zou in het bijzonder willen weten 1. Wanneer naar de meening van Duitschland de besprekingen zouden moeten plaatsvinden, en 2. Hoe de Duitsche regeering zich voorstelt te garandeeren, dat iedere handeling in den vorm van een opzeg ging of wijziging van hel nieuwe aceoord gedurende den geldigheidsduur de goedkeuring van beide partijen weg draagt. De Deutsche Dienst levert reeds commen taar op het Briteche memorandum, dat een typisch voorbeeld van spiegelgevecht ge noemd wordt. Dat de vlootovereenkomst alleen ten doel had een bijdrage te leveren tot de bewapeningsbeperking wordt niet al leen een zakelijk onjuiste, maar bovendien onbegrijpelijke voorstelling van zaken ge noemd. zulks met verwijzing naar de rede van Hitler van 21 Mei 1935. Zonder kans op een werkelijk Duitsch-Engelsohe vriend schap had Duitschland geen aanleiding gehad vrijwillig zijn vloot te beperken tot 35 pCt van de Emgelsohe. Voortgaande behandelt de Deutsche Dienst de omsinrgelingspolitiek. De politiek der Britsche regeering is precies als die van Engeland voor den wereldoorlog. Uit tal- looze commentaren in Engelsche en Fran sche bladen kan bewezen worden, dat de ontkenning der omsingelingspolitiek on waar is. Wanneer de Britsohe regeering ver klaart slechts tegen aanvallers op te treden, vergeet zij aan te geven wie den aanvaller aanwijst. Waarschijnlijk de Britsohe regee ring zelf. Of zou de Volkenbond tot dit doel weer tot nieuw leven gewekt worden? De Duitsche kenschetsing der Britsche politiek als omslngelingspolitiek berust op een voor de Brlbsche regeering misschien onge- wenrcht inzien der ware bedoelingen, op een doorzien der doeleinden van de Brit sche politiek en van haar methode. Wan neer verder, aldus de Deutsche Dienst. In de nota ervan gesproken wordt, dat Duitschland een reeks van landen agres sief behandeld heeft, dan is dat het top punt van een even drieste als domme hui- ohelarij. Noch Oostenrijk, noch het Sude- tenland, noch Memel zijn door Duitschland overweldigd. Deze gebieden waren in 1918 resp. 1919 uit de Duitsche volksgemeen schap gescheurd en aan deze overweldi ging is door het nationaal-socialistiseh Duitschland een einde gemaakt. Hetzelfde is waar voor Bohemen en Moravië, die dui zend jaar niet alleen behoorden tot de Duitsche levensruimte, maar ook tot het Duitsche rijk, resp. Oostenrijk-Hongarije. Wat den zakelijken inhoud van het me morandum betreft, aldus de Deutsche Dienst ten slotte, willen wij vooreerst nog geen standpunt bepalen. De rijksregeering zal zeker te zijner tijd daarop antwoorden. In de City Carlton club heeft Churchill een rede gehouden, waarin hij o.a. zeide, dat Juli, Augustus cn September moe ten worden beschouwd als de maanden waarin de spanning in Europa zeer ern stig zal worden. ..Ik acht den toestand, waarin wij ons be vinden. zeer ernstig", zeide hij. „Deze toe stand lijkt veel op dien van het afgeloopen jaar. doch er is een groot verschil: er zijn dit jaar geen wegen open om terug te trek ken. Jegens Tsjecho-Slowakije hadden wij geen verplichtingen, bij verdrag vastgelegd, doch thans hebben we Polen een absolute garan tie gegeven, dat indien het het voorwerp is van een niet uitgelokten aanval van het nationaal-socialistische Duitschland. wij te zamen met onze Fransche bondgenooten genoodzaakt zijn den oorlog te verklaren!" Dit is het feit, dat voor ons staat. Wat zal dan; met Duitschland geschieden? De nationaal-socialisten maken oogenschijnlijk alle voorbereidingen om Polen te dwingen aan hun verlangens toe te geven en indien Polen niet toe zal geven, wordt dag en nacht en ieder uur gewerkt aan de voorbereiding Polen aan te vallen met een groote macht uit het Westen en het Zuiden Doelende op de woorden van den Fran- schen minister-president zeide Churchill: 1 ..Ik ben het geheel eens met den Franschen minister-president, dat wij verkeeren in een 1 periode van gevaar, welke meer acuut is en meer geladen met allerlei dreigends, dan wij ooit gekend hebben in onzen bewogen le venstijd. Indien men alleen de Duitsche voor bereidingen zou zien en de ontzaglijke opeenhooping van menschen, wapens en munitie, alsmede den toon waar neemt van de door de regeering gecon troleerde pers en de redevoeringen van de partijleiders, dan is slechts één con clusie mogelijk en wel: dat het ergste dreigt, wat kan gebeuren en dat dit spoedig zal gebeuren. Churchill zeide verder, dat evenwel alle voorbereidende maatregelen genomen kun nen worden en dat toch het laatste signaal niet behoeft te worden gegeven. Of het ge geven zal worden, hangt af van de stem ming, het temperament en het besluit van één enkelen man. die zichzelf heeft opge werkt uit een nederig bestaan tot een hoogte vanwaar hij misschien ik zeg misschien over het grootste deel der menschheld een onmetelijke catastrofe kan uitstorten. „Indien mijn woorden hem konden be reiken, zooals wel het geval zal zijn, zou ik zeggen tot Hitier: „Wacht en overweeg, vóór ge een duik neemt in het verschrikkelijke onbekende, indien ge uw levenswerk om Duitschland op te heffen uit de vernedering en verslagenheid tot een punt, waar de ge- heele wereld met spanning wacht op daden, niet onherstelbaar vernietigd wilt zien". Ik zou wenschen, dat ik Hitier kon overtuigen van het feit, dat het Britsche rijk de grens van zijn geduld heeft be reikt. Steeds weer hebben wij ons teruggetrok ken na het breken van plechtige beloften en verdragen. Hitier zou een ernstige fout maken, indien hij zou meenen, dat al dit terugtrekken alleen het gevolg zou zijn van lafheid en ontaarding. We weten, dat ons lijden hard zal zijn, doch wij zijn besloten, niet schuldig te zijn aan een schok, welks gevolgen niemand kan voorzien. Indien de nationaal-socialisten een nieuwe daad van geweld zullen plegen, welke zal leiden tot een oorlog, dan zul len we niet in dit land een schuilplaats zoeken. Churchill voegde hieraan toe, dat men in zekere kringen bij de berekeningen de Brit sche macht in de lucht niet moet onder schatten. Betreffende het incident van Tientsin zei de Churchill, dat het Japansche optreden zeer wel een val kan zijn, om Engeland weg te lokken van de zeeën, waar de beslissende slag in geval van een conflict zou worden geleverd. Engeland mag zijn vloot niet naar het Verre Oosten zenden, alvorens het zeker is van zijn positie in de Middellandsche Zee en vermoedelijk zou het dan niet noodig zijn dat de Britsche vloot werd gezonden. Sprekende over de onderhandelingen te Moskou zeide spreker: „Het schijnt mij, dat het verlangen van de Russen, dat wij allen te zamen ons zullen verzetten tegen een aanval op de Oostzee-staten, juist en ge rechtvaardigd is en ik vertrouw, dat we vol ledig hieraan tegemoet zullen komen. Ik kan niet begrijpen, zoo voegde Chur chill hieraan toe. waarom we al deze weken getreuzeld hebben". In een te Whitchurch gehouden rede heeft oud-minister Eden verklaard, dat de groot ste bijdrage welke het Britsche volk tot den vrede kan leveren is: „Een onwankelbare houding aan te nemen ten aanzien van de verplichtin gen, die wij op ons hebben genomen en alles te doen wat in ons vermogen is om anderen te doen begrijpen, dat het ons meenens is" Het grootste gevaar voor den vrede ligt. al dus Eden, in het feit, dat sommige regee ringen zelfs thans nog niet inzien, dat het ons ernst is. Iedere stap, hetzij op politiek, hetzij op militair gebied, dien de natie kan ondernemen om te toonen, dat het haar ernst is, ieder waarschuwingssignaal, dat wij kunnen geven, beteekent een bijdrage tot den vrede. Het verwaarloozen van een dezer dingen beteekent het loopen van een gevaarlijk en niet te verontschuldigen oorlogsrisico. extra zwaar, 2 pers., f. 0.60. BRAADKIPPEN, vanaf f. 0.85 SOEPKIPPEN, panklaar, per pond f. 0.40 Haarlemmerweg no. 6 - Telefoon no. 622 2643 (Ingez. Med.) ENGELAND. In het Lagerhuis heeft Chamberlain in antwoord op een vraag van Arthur Hen derson, of de regeering, in verband met het bewaren van de vriendschappelijke betrek kingen met het Duitsche volk. de aandacht van de Duitsche regeering wil vestigen op de aanvallen, welke Goebbels onlangs op Engeland heeft gedaan, verklaard, dat hij in de Duitsche pers artikelen heeft opge merkt. welke de redevoeringen van Brit sche staatslieden, die pogen begrip te too nen voor de positie van Duitsohland, be lachelijk trachten te maken en verkeerd voor te stellen. De minister-president kan slechts deze poging om de betrekkingen tusschen beide landen te vergiftigen, betreuren. Het is evenwel niet voornemens, om stappen dien aangaande te doen bij de Duitsche regee ring. Klngsley Wood heeft medegedeeld, dat een volledige overeenstemming tot stand is gekomen met Nleuw-Zeeland, op grond van de aanbevelingen van de luchtvaart commissie, welke een bezoek heeft ge bracht aan dit land. Deze overeenkomst heeft ten doel een vliegtuig-industrie op Nieu w-Zeeland in het leven te roepen en de opleiding van vliegers te vergemakkelijken, zoowel voor tijden van oorlog als van vrede. De regeering van Nieuw-Zeeland zal on middellijk in contact treden met de Dehavi- landfabrieken voor het oprichten van een fabriek en voor de opleiding van vliegers, zoodat Nleuw-Zeeland in tijd van oorlog in staat zal zijn 1300 geoefende vliegers en ander personeel per jaar te zenden. DUITSCHLAND. Het werk aan de grenzen. Een groot aantal werkkrachten uit ver schillende bedrijven is te werk gesteld aan de versterkingswerken aan de Oost- en Westgrens. Deze week heeft een groote hoeveelheid hotelpersoneel opdracht gekre gen zich onmiddellijk gereed te houden voor „spoedwerk voor den staat". Na me dische keuring zijn velen hiervan naar de Poolsche grens gezonden voor het aanleg gen van versterkingen. Hierdoor is een ge brek aan werkkrachten in het hotel- en restaurantbedrijf ontstaan, terwijl ook de kappers en het personeel van de drukke rijen niet zijn gespaard. Teneinde te voorzien in de noodlge werkkrachten hebben de nationaal-socia listische autoriteiten ook Joden te werk moeten stellen. f. 6.— f. 14.per persoon reep. ZONDER of MET verzorging Inlichtingen bij: 3^55 (Ing«z. Med.) BELGIË. Spionnage-affaire ontdekt. De rechter van instructie van de Lulk- sche rechtbank onderzoekt op het oogenblik te zamen met de politie een ernstige spionnage-affaire. Tot nu toe zijn acht personen gearresteerd, waaronder een agent van een vreemde mogendheid, een officier van het Belgische leger en zijn vriendin. Reeds is een aantal belangrijke bewijs stukken ontdekt. De bladen vertoonen koppen als „totaal gemis aan begrip voor de opzegging van het vlootverdrag", „arrogante Britsche nota aan Berlijn". Het „Hamburger Frem- denblatt" schrijft: „het Britsche antwoord is niet bemoedigend. Het sluit de deur niet, maar biedt geen uitgangspunt voor onder handelingen, die werkelijke beloften voor de toekomst inhouden." De „Deutsche Allgemeine Zeitung" zegt: „Engeland heeft zijn grootste kans na den oorlog voorbij laten gaan. Het heeft niet begrepen, welke eenige kans er in lag, dat de Duitsche politiek wordt geleid door een man, die besloten was in de wereld niet als mededinger van het Britsche rijk op te treden, maar een anderen weg in te slaan, op voorwaarde natuurlijk, dat Engeland niet op onzen weg zou komen. De „Voelkischer Beobachter" schrijft: „de Britsche nota, overhandigd op den ver jaardag van Versailles, beteekent geen bij drage tot den vrede. Het omsingelings- spel van 1914 herhaalt zich en de nota rechtvaardigt het met precies dezelfde holle phrasen als vroeger. De nota is op gesteld in uitdagenden vorm en de laatste zin beteekent een onbeschaamdheid. Men zal in het document tevergeefs een ant woord op Hitler's rede van 28 April zoeken. De nota beperkt zich er toe, op droge wijze de werkelijkheid der omsingelingspolitiek te ontkennen en bevat slechts een magere passage over onderhandlingen, waartoe En geland bereid is. Maar de groote fout is, dat het document het Britsch-Duitsche vlootverdrag tracht te verlagen tot een zui ver technisch instrument ter beperking van dc vlootbewapening, zoodat het geen en kele beteekenis zou hebben gehad voor de Duitsch-Engelsche betrekkingen. Indien dit werkelijk overeenkomt met de oorspronke lijke Engelsche opvatting, kan men slechts constateeren, dat Engeland reeds in 1935 Duitschland bedrogen heeft. Voor ons was het document een werktuig voor een duur- zamen vrede tusschen Duitschers en En- gelschen. De nieuwe nota toont aan, hoe zeer het noodig was een einde te maken aan het vlootverdrag van 1935". Chamberlain heeft gisteren het Britsche Lagerhuis mededeeling gedaan van het feit dat te Tokio besprekingen over Tientsin zullen worden gevoerd. Daar is de toestand intusschen nog aanzienlijk verbeterd, door dat groote voorraden thans zijn aange voerd. In kringen, die in nauw contact met de Japansche regeering staan, neemt men als vaststaand aan, dat bij de komende onder handelingen te Tokio belangrijk meer zal worden besproken dan de uitlevering van de vier Chlneezen door de autoriteiten van de Britsche concessie te Tientsin. Men gelooft, dat de Japansche regeering zal aandringen op de regeling van de mili taire, politieke en economsiche vraagstuk ken, die van belang worden geacht voor de veiligheid der Japansche strijdkrachten in China en van de Japansche positie daar. De Britsche consul te Tientsin, majoor Herbert en de Japansche consul Tanaka, komen per vliegtuig naar Tokio, om daar deel te nemen aan de besprekingen over Tientsin. Toen gisteren het Britsche schip Siestan voor Swatau aankwam, werden, naar Reu ter meldt, passagiers en mail door den Britschen torpedojager Thanet aan boord genomen, die ze de haven binnenbracht. De Britsche schepen Haiching en Sinkiang, die te Foetsjou liggen, hebben geen gevolg ge geven aan de Japansche waarschuwing om de haven te verlaten, ook liggen hier nog twee Britsche oorlogsschepen De Noorschc en Italiaansche schepen te Wentsjou heb ben wel gevolg gegeven aan het Japansche verzoek. De Chineesche autoriteiten van Foetsjou hebben den staat van beleg afgekondigd en zij maken zich gereed een Japanschen aan val het hoofd te bieden; met ingang van vandaag mogen geen schepen de haven meer in of uit. De gouverneur van de pro vincie Foekien, generaal Tsjen-ji, inspec teert op het oogenblik de verdedigingswer ken aan de kust. Gisteren hebben de Chineesche kustbat- terljen een hevig gevecht geleverd met acht Japansche oorlogsschepen in de monding van de Min-rivier. Dc Japansche lucht macht heeft de plaatsen langs de kust ge bombardeerd en eenige honderden Japan ners zijn aan land gezet bij Sharp Peak ten noord-oosten van Foetsjou, alsmede op een ander punt. Tusschen Japansche landingstroepen en Chineesche verdedigers op het eiland Joe- wang bij den ingang van de haven van Wentsjou wordt heftig gestreden. SWATAU MET OMGEVING 0 10 40 km. TSJAOTSJAU* KWANGTOENG KITJANG TSJAOJANG^ StRAAT— VAN—_ (314!) Naar gemeld wordt komen ten Zuiden van Tsjaotsjou voortdurend Chineesche versterkingen aan. Zij nemen stellingen in de heuvels ten westen van het gebied rond Tsjaotsjou en Swatau met de bedoe ling, den Japanners te beletten, verder landwaarts op te rukken. Ten aanzien van het Japansche verzoek, dat alle buitenlandsche schepen uit Went sjau en Foetsjau zouden vertrekken, heeft Chamberlain gezegd, dat de Britsche con sul-generaal te Sjanghai hierop heeft ge antwoord, dat de Japansche autoriteiten niet gemachtigd zijn, zich te bemoeien met de bewegingen van Britsche schepen. Te Swatau blijft de toestand nog duister en de onderhandelingen tusschen de plaatse lijke Britsche en Japansche autoriteiten worden voortgezet. Russische zaakgelastigde plotseling uit Tokio ontboden. De Russische zaakgelastigde te Tokio Smetanin. die opgetreden is bij de onder handelingen over verschillende problemen, o.m. de visscherijkwestie, sedert den terug keer van den Rusisischen ambassadeur, Sia- voetsky, naar Mioskou op 5 Mei 1938, is naar gemeld wordt, plotseling ontboden door de regeering te Moskou. Hij vertrekt op 5 Juli a.s. naar Tsoeroega. vamwaar hij den volgenden dag naar Wla- diwostok vertrekt op weg naar Moskou, al dus meldt de Yomioerl SJimboem. Het blad voegt hieraan toe. dat met het vertrek van Smetanin naar Moskou de Rus sische ambassade in Tokio practised ge sloten is, aangezien er slechts een paar leden van den staf zijn, o.w. Nicolai G2,}e~ raloff, de tweede secretaris. Ook meldt net blad. dat het naambord, dat in het Ja* pansch en Ihet Russisch gesteld was, reed» van de deur is weggenomen. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 2