Britsch memorandum
tot Berlijn gericht
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Donderdag 29 Juni f939
Redevoeringen van Churchill
en Eden
PIEPKUIKENS
Uw Week-end naar Luik!!
De komende besprekingen
te Tokio
Een rede van Calinescu
Over economische besprekingen
en nieuw vlootverdrag
Garanties gevraagd
Slechte ontvangst in
Duitschland
Waarschuwing dat het Engeland ernst is
Fa. D. WARRING en ZONEN
Vragen in het Lagerhuis
M.V. ELTAX bob
De aanval op Foetsjau
en Wentsjau
leenen by de vorming van een vrijwilligers
corps Verder wordt gemeld, dat speciale
regelingen zijn getroffen voor de levering
\an gasmaskers aan de politie te Danzig en
de Duitschers die uit Oost-Pruisen zijn aan
gekomen.
De News Chronicle zegt. dat de nationaal-
socialisten zich ernstig bedriegen, als zij
denken, dat hun poging om Danzig met ge
weld te nemen. Polen en daardoor Engeland
niet tot militaire maatregelen zou brengen.
De Daily Telegraph constateert: „Een
oorlog is nog niet onvermijdelijk, maar de
toekomst is afhankelijk van een onbereken-
baren factor: de gril of de obsessie van één
man. Niemand kan voorspellen, wat zijn
geest zal ontwerpen, en daarom dienen an
deren zich op het ergste voor te bereiden".
De Daily Herald zegt: „Het is duidelijk,
dat Hitier een nieuw onheil te Danzig in den
zin heeft. Wellicht zal het den vorm van een
militairen Putsch hebben, die een crisis van
het ernstigste karakter wel zou moeten ver
haasten. Het is Hitier niet te doen om een
regeling voor Danztg maar om een nieuwe
overwinning. Als het tot een daad van ge
weld te Danzig komt, zal dat een uitdaging
aan Europa zijn. die niet ten tweede male
op de wijze van Muenchen kan worden ver
meden".
Zelfs de Daily Express die gewoonlijk op
timistisch is, zegt, dat de berichten uit Dan
zig ernstige ongerustheid moeten veroorza
ken. Als een oorlog niet kan worden verme
den, aldus het blad moeten wij hem door
staan.
De ..Matin" schrijft: „Het staat vast. dat
een vrij aanzienlijk getal Dultsche officie
ren en manschappen te Danzig is aange
komen voor een vrijwilligerscorps en dat
belangrijke voorraden wapens en munitie
zijn gezonden".
Volgens de „Figaro" worden de 2000 te
Danzig aangekomen Duitschers gebruikt
als instructeurs voor het vrijwilligerscorps,
dat een eventueele opmarsch der Poolsche
troepen moet ophouden, tot de Duitsche
troepen over den Weichsel zijn getrokken.
De Jour" constateert dat. hoewel het
moeilijk is de waarheid te puren uit de ver
warrende berichten over Danzig, er geen
rook zonder vuur is.
De ..Petit Parisien" schrijft: „Wij hoo-
ren. dat men te Berlijn speculeert op ver
schillen in appreciatie, die zich bij een
zeker gedeelte van de Britsche en Fransche
openbare meening zouden manifesteeren
voor het geval het tot een conflict mocht
komen naar aanleiding van het vraagstuk-
Danzig. Dergelijke berekeningen kunnen
slechts tot een verkeerde conclusie leiden.
Londen en Parijs hebben, gesteund door de
eenstemmige openbare meening, besloten
zfch te verzetten tegen iedere nieuwe daad
van geweld en daaraan zullen zij zich
houden: onverschillig of die daad té Dan
zig of elders wordt gepleegd. Engeland en
Frankrijk zijn thans machtig genoeg om
dergelijke mogelijkheden met de grootste
koelbloedigheid onder oogen te zien".
De „Excelsior" zegt. dat iedere Duitsche
onderneming tegen Danzig, die Poolsche
maatregelen zou uitlokken, onmiddellijk tot
de beloofde steunverleening van Engeland
en Frankrijk aan Polen zou lelden.
ROEMENIE.
In de kamer heeft minister-president
Calinescu een rede gehouden. Calinescu
zeide. dat het land tevreden is met zijn
grenzen: het is evenwel vast besloten te
houden wat het heeft: Alle Roemenen zul
len eensgezind zijn in het verdedigen van
de grenzen. Verder zeide de minister-presi
dent. dat ieder gebaar van vriendschap of
goeden wil goed zal worden ontvangen,
vanwaar het ook komt en in dezen zin
moet men ook het handelsverdrag met
Duitschland zien. Roemenië is vastbesloten
dit verdrag geheel en met den besten wil
toe te passen.
Vervolgens behandelde de minister het
vraagstuk der landsverdediging en zeide,
dat het land voor geen opoffering zal te
rugschrikken Voor verdediging wordt dit
jaar 24 milliard lei uitgegeven tegen 11 in
het vorige jaar De gansche begrooting is
van 24 tot 40 milliard gestegen.
Ten aanzien van het vraagstuk der min
derheden zeide hij, dat dit geen vraagstuk
van de bulten-, doch alleen van de blnnen-
landsche politiek is.
H.t Britsche ministerie van buitenland-
sche zaken heeft den tekst gepubliceerd
van een memorandum inzake de opzegging
van het Britsch—Duitsche vlootverdrag. dat
de Britsche ambassade te Berlijn aan von
R b jentrop heeft overhandigd.
Hierin wordt o.m. verklaard, dat men
niet kan zeggen, dat in welk deel van
Europa Duitschland ook in een oorlog
zou worden betrokken, Engeland altijd
een Duitsch-vijandige houding zou
moeten aannemen. Engeland zou
slechts dan een vijandige houding kun
nen aannemen, als Duitschland een
daad van agressie tegenover een ander
land zou begaan.
Verklaard wordt, dat de in het memo
randum der Duitsche regeering gegeven
beschrijving van de Britsche politiek als een
politiek van omsingeling volkomen onge
motiveerd is. Engeland heeft niet den
wensch, de ontwikkeling van den Duitschen
handel te belemmeren.
Het memorandum wijst erop. dat reeds
een aanzienlijk bedrag aan vrije valuta ter
beschikking van Duitschland is gesteld voor
dp aanschaffing van grondstoffen.
De Britsche regeering ziet uit naar
een bespreking over een verdere ver
betering van Duitschlands economische
positie zoo slechts wederzijdsch ver
trouwen en goede wil geschapen kun
nen worden. De vaste wensch der
Britsche regeering is. wel verre van
bevordering van een oorlog met
Duitschland het scheppen van Britsch-
Duitsche betrekkingen op den grond
slag van wederkeerige erkenning van
de behoeften van de beide landen,
natuurlijk met behoorlijke inachtne
ming van de rechten van andere
landen
Hst voornaamste doel van het vlootver
drag was het invoeren van een element
van stabiliteit ter vermijding van een on-
ncodlgen bewapeningswedloop. Vandaar,
dat de accoorden geen bepaling inzake een-
z„d ge opzegging bevatten, doch du delijk
a.een maar rekening hielden met beëindi-
g ng of wijziging door gemeenschappelijk
overleg.
Let accoord van 1935 was, naar uitdruk-
k: ,jk was verklaard, van permanenten
aard De eenige bepaling, afgez en van de
bijzondere bepanng ten aanzien der duik-
t oenen welke de mogelij khed eener wijzi-
g n» insloot, had bet ekking op het geval van
een krachtige verstoring van het algemeene
evenwicht n de bewapening ter zee en
zelfs dan diende een wijziging alleen nog
maar te geschieden in overleg met de Brit
sche regeering.
De Duitsche regeering voert niet aan, dat
zulk een toestand in fe'te bestaat. Nog
minder heeft zij de Britsche regeering uit-
gcnoodigd den toestand te bestudeeren,
alvorens haar stappen te doen.
In het memorandum wordt verder ver
klaard, dat de vroegere voorafgaande aan
kondiging van de viootsterkte, die de Brit-
eehe regeering aan Duitschland heeft ver-
s r:kt, uitsluitend gegeven werd met het
doel, de bepalingen van het accoord van
1933 na te komen.
Geen verdere voorafgaande aankondigin
gen zullen noodig zijn, aangezien zij slechts
beoogden, Duitschland in staat te stellen,
ten volle gebruik te maken van de quota
I van 1935, doch als Duitschland niet langer
gebonden is aan de in het accoord vast
gelegde limiet van 35 j>ct. kan de Britsche
regeering zioh niet langer gebonden achten
aan haar vroegere aankondigingen, welke
derhalve als vervallen moeten worden be
schouwd.
Zoo Duitschland bereid mocht zijn. over
een ander accoord te onderhandelen, zal
de Britsohe regeering gaarne aanwijzingen
ontvangen omtrent omvang en doel, welke
de Duitsche regeering voor zulk een accoord
geschikt zou achten. De Britsohe regeering
zou in het bijzonder willen weten
1. Wanneer naar de meening van
Duitschland de besprekingen zouden
moeten plaatsvinden, en
2. Hoe de Duitsche regeering zich
voorstelt te garandeeren, dat iedere
handeling in den vorm van een opzeg
ging of wijziging van hel nieuwe
aceoord gedurende den geldigheidsduur
de goedkeuring van beide partijen weg
draagt.
De Deutsche Dienst levert reeds commen
taar op het Briteche memorandum, dat een
typisch voorbeeld van spiegelgevecht ge
noemd wordt. Dat de vlootovereenkomst
alleen ten doel had een bijdrage te leveren
tot de bewapeningsbeperking wordt niet al
leen een zakelijk onjuiste, maar bovendien
onbegrijpelijke voorstelling van zaken ge
noemd. zulks met verwijzing naar de rede
van Hitler van 21 Mei 1935. Zonder kans
op een werkelijk Duitsch-Engelsohe vriend
schap had Duitschland geen aanleiding
gehad vrijwillig zijn vloot te beperken tot
35 pCt van de Emgelsohe.
Voortgaande behandelt de Deutsche
Dienst de omsinrgelingspolitiek. De politiek
der Britsche regeering is precies als die van
Engeland voor den wereldoorlog. Uit tal-
looze commentaren in Engelsche en Fran
sche bladen kan bewezen worden, dat de
ontkenning der omsingelingspolitiek on
waar is. Wanneer de Britsohe regeering ver
klaart slechts tegen aanvallers op te treden,
vergeet zij aan te geven wie den aanvaller
aanwijst. Waarschijnlijk de Britsohe regee
ring zelf. Of zou de Volkenbond tot dit doel
weer tot nieuw leven gewekt worden? De
Duitsche kenschetsing der Britsche politiek
als omslngelingspolitiek berust op een voor
de Brlbsche regeering misschien onge-
wenrcht inzien der ware bedoelingen, op
een doorzien der doeleinden van de Brit
sche politiek en van haar methode. Wan
neer verder, aldus de Deutsche Dienst. In
de nota ervan gesproken wordt, dat
Duitschland een reeks van landen agres
sief behandeld heeft, dan is dat het top
punt van een even drieste als domme hui-
ohelarij. Noch Oostenrijk, noch het Sude-
tenland, noch Memel zijn door Duitschland
overweldigd. Deze gebieden waren in 1918
resp. 1919 uit de Duitsche volksgemeen
schap gescheurd en aan deze overweldi
ging is door het nationaal-socialistiseh
Duitschland een einde gemaakt. Hetzelfde
is waar voor Bohemen en Moravië, die dui
zend jaar niet alleen behoorden tot de
Duitsche levensruimte, maar ook tot het
Duitsche rijk, resp. Oostenrijk-Hongarije.
Wat den zakelijken inhoud van het me
morandum betreft, aldus de Deutsche
Dienst ten slotte, willen wij vooreerst nog
geen standpunt bepalen. De rijksregeering
zal zeker te zijner tijd daarop antwoorden.
In de City Carlton club heeft Churchill
een rede gehouden, waarin hij o.a. zeide,
dat Juli, Augustus cn September moe
ten worden beschouwd als de maanden
waarin de spanning in Europa zeer ern
stig zal worden.
..Ik acht den toestand, waarin wij ons be
vinden. zeer ernstig", zeide hij. „Deze toe
stand lijkt veel op dien van het afgeloopen
jaar. doch er is een groot verschil: er zijn
dit jaar geen wegen open om terug te trek
ken.
Jegens Tsjecho-Slowakije hadden wij geen
verplichtingen, bij verdrag vastgelegd, doch
thans hebben we Polen een absolute garan
tie gegeven, dat indien het het voorwerp is
van een niet uitgelokten aanval van het
nationaal-socialistische Duitschland. wij te
zamen met onze Fransche bondgenooten
genoodzaakt zijn den oorlog te verklaren!"
Dit is het feit, dat voor ons staat. Wat
zal dan; met Duitschland geschieden? De
nationaal-socialisten maken oogenschijnlijk
alle voorbereidingen om Polen te dwingen
aan hun verlangens toe te geven en indien
Polen niet toe zal geven, wordt dag en nacht
en ieder uur gewerkt aan de voorbereiding
Polen aan te vallen met een groote macht
uit het Westen en het Zuiden
Doelende op de woorden van den Fran-
schen minister-president zeide Churchill: 1
..Ik ben het geheel eens met den Franschen
minister-president, dat wij verkeeren in een 1
periode van gevaar, welke meer acuut is en
meer geladen met allerlei dreigends, dan wij
ooit gekend hebben in onzen bewogen le
venstijd.
Indien men alleen de Duitsche voor
bereidingen zou zien en de ontzaglijke
opeenhooping van menschen, wapens
en munitie, alsmede den toon waar
neemt van de door de regeering gecon
troleerde pers en de redevoeringen van
de partijleiders, dan is slechts één con
clusie mogelijk en wel: dat het ergste
dreigt, wat kan gebeuren en dat dit
spoedig zal gebeuren.
Churchill zeide verder, dat evenwel alle
voorbereidende maatregelen genomen kun
nen worden en dat toch het laatste signaal
niet behoeft te worden gegeven. Of het ge
geven zal worden, hangt af van de stem
ming, het temperament en het besluit van
één enkelen man. die zichzelf heeft opge
werkt uit een nederig bestaan tot een hoogte
vanwaar hij misschien ik zeg misschien
over het grootste deel der menschheld
een onmetelijke catastrofe kan uitstorten.
„Indien mijn woorden hem konden be
reiken, zooals wel het geval zal zijn, zou ik
zeggen tot Hitier: „Wacht en overweeg, vóór
ge een duik neemt in het verschrikkelijke
onbekende, indien ge uw levenswerk om
Duitschland op te heffen uit de vernedering
en verslagenheid tot een punt, waar de ge-
heele wereld met spanning wacht op daden,
niet onherstelbaar vernietigd wilt zien".
Ik zou wenschen, dat ik Hitier kon
overtuigen van het feit, dat het Britsche
rijk de grens van zijn geduld heeft be
reikt.
Steeds weer hebben wij ons teruggetrok
ken na het breken van plechtige beloften
en verdragen. Hitier zou een ernstige fout
maken, indien hij zou meenen, dat al dit
terugtrekken alleen het gevolg zou zijn van
lafheid en ontaarding. We weten, dat ons
lijden hard zal zijn, doch wij zijn besloten,
niet schuldig te zijn aan een schok, welks
gevolgen niemand kan voorzien.
Indien de nationaal-socialisten een
nieuwe daad van geweld zullen plegen,
welke zal leiden tot een oorlog, dan zul
len we niet in dit land een schuilplaats
zoeken.
Churchill voegde hieraan toe, dat men in
zekere kringen bij de berekeningen de Brit
sche macht in de lucht niet moet onder
schatten.
Betreffende het incident van Tientsin zei
de Churchill, dat het Japansche optreden
zeer wel een val kan zijn, om Engeland weg
te lokken van de zeeën, waar de beslissende
slag in geval van een conflict zou worden
geleverd.
Engeland mag zijn vloot niet naar het
Verre Oosten zenden, alvorens het zeker is
van zijn positie in de Middellandsche Zee en
vermoedelijk zou het dan niet noodig zijn
dat de Britsche vloot werd gezonden.
Sprekende over de onderhandelingen te
Moskou zeide spreker: „Het schijnt mij, dat
het verlangen van de Russen, dat wij allen
te zamen ons zullen verzetten tegen een
aanval op de Oostzee-staten, juist en ge
rechtvaardigd is en ik vertrouw, dat we vol
ledig hieraan tegemoet zullen komen.
Ik kan niet begrijpen, zoo voegde Chur
chill hieraan toe. waarom we al deze weken
getreuzeld hebben".
In een te Whitchurch gehouden rede heeft
oud-minister Eden verklaard, dat de groot
ste bijdrage welke het Britsche volk tot den
vrede kan leveren is:
„Een onwankelbare houding aan te
nemen ten aanzien van de verplichtin
gen, die wij op ons hebben genomen en
alles te doen wat in ons vermogen is om
anderen te doen begrijpen, dat het ons
meenens is"
Het grootste gevaar voor den vrede ligt. al
dus Eden, in het feit, dat sommige regee
ringen zelfs thans nog niet inzien, dat het
ons ernst is. Iedere stap, hetzij op politiek,
hetzij op militair gebied, dien de natie kan
ondernemen om te toonen, dat het haar
ernst is, ieder waarschuwingssignaal, dat wij
kunnen geven, beteekent een bijdrage tot
den vrede.
Het verwaarloozen van een dezer dingen
beteekent het loopen van een gevaarlijk en
niet te verontschuldigen oorlogsrisico.
extra zwaar, 2 pers., f. 0.60.
BRAADKIPPEN, vanaf f. 0.85
SOEPKIPPEN, panklaar, per pond f. 0.40
Haarlemmerweg no. 6 - Telefoon no. 622
2643 (Ingez. Med.)
ENGELAND.
In het Lagerhuis heeft Chamberlain in
antwoord op een vraag van Arthur Hen
derson, of de regeering, in verband met het
bewaren van de vriendschappelijke betrek
kingen met het Duitsche volk. de aandacht
van de Duitsche regeering wil vestigen op
de aanvallen, welke Goebbels onlangs op
Engeland heeft gedaan, verklaard, dat hij
in de Duitsche pers artikelen heeft opge
merkt. welke de redevoeringen van Brit
sche staatslieden, die pogen begrip te too
nen voor de positie van Duitsohland, be
lachelijk trachten te maken en verkeerd
voor te stellen.
De minister-president kan slechts deze
poging om de betrekkingen tusschen beide
landen te vergiftigen, betreuren. Het is
evenwel niet voornemens, om stappen dien
aangaande te doen bij de Duitsche regee
ring.
Klngsley Wood heeft medegedeeld, dat
een volledige overeenstemming tot stand
is gekomen met Nleuw-Zeeland, op grond
van de aanbevelingen van de luchtvaart
commissie, welke een bezoek heeft ge
bracht aan dit land.
Deze overeenkomst heeft ten doel een
vliegtuig-industrie op Nieu w-Zeeland in het
leven te roepen en de opleiding van vliegers
te vergemakkelijken, zoowel voor tijden van
oorlog als van vrede.
De regeering van Nieuw-Zeeland zal on
middellijk in contact treden met de Dehavi-
landfabrieken voor het oprichten van een
fabriek en voor de opleiding van vliegers,
zoodat Nleuw-Zeeland in tijd van oorlog
in staat zal zijn 1300 geoefende vliegers en
ander personeel per jaar te zenden.
DUITSCHLAND.
Het werk aan de grenzen.
Een groot aantal werkkrachten uit ver
schillende bedrijven is te werk gesteld aan
de versterkingswerken aan de Oost- en
Westgrens. Deze week heeft een groote
hoeveelheid hotelpersoneel opdracht gekre
gen zich onmiddellijk gereed te houden
voor „spoedwerk voor den staat". Na me
dische keuring zijn velen hiervan naar de
Poolsche grens gezonden voor het aanleg
gen van versterkingen. Hierdoor is een ge
brek aan werkkrachten in het hotel- en
restaurantbedrijf ontstaan, terwijl ook de
kappers en het personeel van de drukke
rijen niet zijn gespaard.
Teneinde te voorzien in de noodlge
werkkrachten hebben de nationaal-socia
listische autoriteiten ook Joden te werk
moeten stellen.
f. 6.— f. 14.per persoon
reep. ZONDER of MET verzorging
Inlichtingen bij:
3^55 (Ing«z. Med.)
BELGIË.
Spionnage-affaire ontdekt.
De rechter van instructie van de Lulk-
sche rechtbank onderzoekt op het oogenblik
te zamen met de politie een ernstige
spionnage-affaire. Tot nu toe zijn acht
personen gearresteerd, waaronder een agent
van een vreemde mogendheid, een officier
van het Belgische leger en zijn vriendin.
Reeds is een aantal belangrijke bewijs
stukken ontdekt.
De bladen vertoonen koppen als „totaal
gemis aan begrip voor de opzegging van
het vlootverdrag", „arrogante Britsche
nota aan Berlijn". Het „Hamburger Frem-
denblatt" schrijft: „het Britsche antwoord
is niet bemoedigend. Het sluit de deur niet,
maar biedt geen uitgangspunt voor onder
handelingen, die werkelijke beloften voor
de toekomst inhouden."
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" zegt:
„Engeland heeft zijn grootste kans na den
oorlog voorbij laten gaan. Het heeft niet
begrepen, welke eenige kans er in lag, dat
de Duitsche politiek wordt geleid door een
man, die besloten was in de wereld niet
als mededinger van het Britsche rijk op te
treden, maar een anderen weg in te slaan,
op voorwaarde natuurlijk, dat Engeland
niet op onzen weg zou komen.
De „Voelkischer Beobachter" schrijft: „de
Britsche nota, overhandigd op den ver
jaardag van Versailles, beteekent geen bij
drage tot den vrede. Het omsingelings-
spel van 1914 herhaalt zich en de nota
rechtvaardigt het met precies dezelfde
holle phrasen als vroeger. De nota is op
gesteld in uitdagenden vorm en de laatste
zin beteekent een onbeschaamdheid. Men
zal in het document tevergeefs een ant
woord op Hitler's rede van 28 April zoeken.
De nota beperkt zich er toe, op droge wijze
de werkelijkheid der omsingelingspolitiek
te ontkennen en bevat slechts een magere
passage over onderhandlingen, waartoe En
geland bereid is. Maar de groote fout is,
dat het document het Britsch-Duitsche
vlootverdrag tracht te verlagen tot een zui
ver technisch instrument ter beperking van
dc vlootbewapening, zoodat het geen en
kele beteekenis zou hebben gehad voor de
Duitsch-Engelsche betrekkingen. Indien dit
werkelijk overeenkomt met de oorspronke
lijke Engelsche opvatting, kan men slechts
constateeren, dat Engeland reeds in 1935
Duitschland bedrogen heeft. Voor ons was
het document een werktuig voor een duur-
zamen vrede tusschen Duitschers en En-
gelschen. De nieuwe nota toont aan, hoe
zeer het noodig was een einde te maken
aan het vlootverdrag van 1935".
Chamberlain heeft gisteren het Britsche
Lagerhuis mededeeling gedaan van het feit
dat te Tokio besprekingen over Tientsin
zullen worden gevoerd. Daar is de toestand
intusschen nog aanzienlijk verbeterd, door
dat groote voorraden thans zijn aange
voerd.
In kringen, die in nauw contact met de
Japansche regeering staan, neemt men als
vaststaand aan, dat bij de komende onder
handelingen te Tokio belangrijk meer zal
worden besproken dan de uitlevering van
de vier Chlneezen door de autoriteiten van
de Britsche concessie te Tientsin.
Men gelooft, dat de Japansche regeering
zal aandringen op de regeling van de mili
taire, politieke en economsiche vraagstuk
ken, die van belang worden geacht voor de
veiligheid der Japansche strijdkrachten in
China en van de Japansche positie daar.
De Britsche consul te Tientsin, majoor
Herbert en de Japansche consul Tanaka,
komen per vliegtuig naar Tokio, om daar
deel te nemen aan de besprekingen over
Tientsin.
Toen gisteren het Britsche schip Siestan
voor Swatau aankwam, werden, naar Reu
ter meldt, passagiers en mail door den
Britschen torpedojager Thanet aan boord
genomen, die ze de haven binnenbracht. De
Britsche schepen Haiching en Sinkiang, die
te Foetsjou liggen, hebben geen gevolg ge
geven aan de Japansche waarschuwing om
de haven te verlaten, ook liggen hier nog
twee Britsche oorlogsschepen De Noorschc
en Italiaansche schepen te Wentsjou heb
ben wel gevolg gegeven aan het Japansche
verzoek.
De Chineesche autoriteiten van Foetsjou
hebben den staat van beleg afgekondigd en
zij maken zich gereed een Japanschen aan
val het hoofd te bieden; met ingang van
vandaag mogen geen schepen de haven
meer in of uit. De gouverneur van de pro
vincie Foekien, generaal Tsjen-ji, inspec
teert op het oogenblik de verdedigingswer
ken aan de kust.
Gisteren hebben de Chineesche kustbat-
terljen een hevig gevecht geleverd met acht
Japansche oorlogsschepen in de monding
van de Min-rivier. Dc Japansche lucht
macht heeft de plaatsen langs de kust ge
bombardeerd en eenige honderden Japan
ners zijn aan land gezet bij Sharp Peak ten
noord-oosten van Foetsjou, alsmede op
een ander punt.
Tusschen Japansche landingstroepen en
Chineesche verdedigers op het eiland Joe-
wang bij den ingang van de haven van
Wentsjou wordt heftig gestreden.
SWATAU MET OMGEVING
0 10 40
km.
TSJAOTSJAU*
KWANGTOENG
KITJANG
TSJAOJANG^ StRAAT— VAN—_
(314!)
Naar gemeld wordt komen ten Zuiden
van Tsjaotsjou voortdurend Chineesche
versterkingen aan. Zij nemen stellingen in
de heuvels ten westen van het gebied
rond Tsjaotsjou en Swatau met de bedoe
ling, den Japanners te beletten, verder
landwaarts op te rukken.
Ten aanzien van het Japansche verzoek,
dat alle buitenlandsche schepen uit Went
sjau en Foetsjau zouden vertrekken, heeft
Chamberlain gezegd, dat de Britsche con
sul-generaal te Sjanghai hierop heeft ge
antwoord, dat de Japansche autoriteiten
niet gemachtigd zijn, zich te bemoeien met
de bewegingen van Britsche schepen. Te
Swatau blijft de toestand nog duister en
de onderhandelingen tusschen de plaatse
lijke Britsche en Japansche autoriteiten
worden voortgezet.
Russische zaakgelastigde plotseling
uit Tokio ontboden.
De Russische zaakgelastigde te Tokio
Smetanin. die opgetreden is bij de onder
handelingen over verschillende problemen,
o.m. de visscherijkwestie, sedert den terug
keer van den Rusisischen ambassadeur, Sia-
voetsky, naar Mioskou op 5 Mei 1938, is naar
gemeld wordt, plotseling ontboden door de
regeering te Moskou.
Hij vertrekt op 5 Juli a.s. naar Tsoeroega.
vamwaar hij den volgenden dag naar Wla-
diwostok vertrekt op weg naar Moskou, al
dus meldt de Yomioerl SJimboem.
Het blad voegt hieraan toe. dat met het
vertrek van Smetanin naar Moskou de Rus
sische ambassade in Tokio practised ge
sloten is, aangezien er slechts een paar
leden van den staf zijn, o.w. Nicolai G2,}e~
raloff, de tweede secretaris. Ook meldt net
blad. dat het naambord, dat in het Ja*
pansch en Ihet Russisch gesteld was, reed»
van de deur is weggenomen.
2—1