Dijk van het Albert-kanaal bezweken - Spoorbrug door bandjir vernield
80sie Jaarqang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Tïmotheus Klein
op het oorlogspad
FEUILLETON
door
KEES ANDREESSE.
46)
Timotheus geraakte er heelemaal door
van streek, vooral toen de minister hem
aanstootte en hem beduidde, dat hij iets
zeggen moest tegen den minister-president,
die naar voren getreden was. Timotheus
kuchte en humde zenuwachtig.
„ElhehAlstublieft, daar hebt
U uwehminister terug," bracht
hij er tenslotte met moeite uit, met een
handgebaar naar de geredde excellentie
wijzend, „Enne.... ehdit is mijn
toekomstige echtgenoote," besloot hij haas
tig, terwijl hij nu zijn uitgestrekte wijsvin
ger op Thea richtte.
Gelukkig voor zijn zielsrust was het hem
niet bekend dat er een microfoon was op
gesteld en dat zijn „welkomstrede" in dui
zenden gezinnen uit den luidspreker
klonk I)
En zoo de minister-president ook al ver
baasd was door deze begroeting, hij liet er
niets van blijken en las met veel gevoel een
briefje voor, waarin herhaaldelijk sprake
was van den heldenmoed en de doodsver
achting der voorvaderen. En nadat hij ge
ëindigd had, nam weer iemand het woord
en na dien nog een en 'nóg een. Maar ten
slotte was de vloed van welsprekendheid
dan toch opgedroogd. Op dat oogenblik
drongen twee menschen tusschen de auto
riteiten door op Timotheus af.
„Klein, we moeten een interview hebben
met jou en met den minister! En denk er
om: exclusief voor je eigen krant, hoor!"
Het waren de hoofdredacteur van de
„Nieuwsbode" en Timotheus' ouden vij
and Borgers. Doch Timotheus was thans
veel te gelukkig om nog aan oude plage
rijen te denken en hij wendde zich tot
den minster aan zijn zijde,
„Excellentie, nu kom ik mijn dank op-
eischen! Een onderhoud voor onze krant,
alstublieft!" En de minister van buiten-
landsahe zaken, de niet-te-naderen, stroeve
hoogwaardigheidsbekleeder, die nog nooit
in zijn leven een interview had willen
verleenen, stemde glimlachend toe! Om
ringd en voorafgegaan door een groot aan
tal agenten, die een weg door de opeenge
drongen toeschouwers baanden, gingen zij
naar het restaurant. Toen allen gezeten
waren, slaakte de hoofdredacteur een
zucht van opluchting.
„Gelukkig, nu heb ik al mijn mannetjes
weer terug. Als er nu maar niet een ge
gijzeld wordt! Ik hoop maar, Klein, dat je
nu niet net zulke zwerversneigingen zult
gaan vertoonen als Borgers, die haast net
zoo lang weg is geweest als jij en eerst na
dat de pseudo-minister verdwenen was, te
ruggekeerd is."
„Ik zal nu honkvast worden", beloofde
de buitenlandredacteur, die dit onderwerp
blijkbaar onaangenaam was. „Laten we
met het interview beginnen. Wil ik vragen
stellen, excellentie, of wilt U liever naar
eigen voorkeur vertellen?"
„Geen vragen, alsublieft," weerde de mi
nister af. „Het begon dan dien avond, toen
ik tot een uur of acht overwerkte
Timotheus luisterde niet naar het ver
haal. Hij was opgestaan en staarde naden
kend uit het venster. Na enkele minuten
keerde hij echter weer naar de tafel terug
en bleef achter den ijverig noteerenden
Borgers staan, terwijl hij diens aanteeke-
ningen bestudeerde Tijdens een korte
pauze, waarin de minister zweeg en na
denkend aan zijn glas nipte, richtte hij
plosteling het woord tot den, nu vluchtig
zijn copy corrigeerden buitenlandredacteur.
„Een leelijk litteeken heb je daar op je
rechterhand! Het is nog niet oud ook, lijkt
me zoo".
Thea, die rustig in haar stoel achter
over leunde, ging plotseling overeind zit
ten. Wat mankeerde Timotheus? Zijn stem
klonk zoo ongewoon, zoo treurig en triom
fantelijk haast tegelijkertijd.
„Ehja, het is nog versch," zei
Borgers, blijkbaar geïrriteerd. „Een hond
heeft mij gebeten."
„Oh," zei Tïmotheus langzaam, „een
hond, zei je todh?"
„Ja! Je dacht toch niet, dat ik me zelf
gebeten had?"
„Neen, dat niet."
Er viel een beklemd stilzwijgen. De an
dere aanwezigen keken de twee mannen
verbaasd aan. Wat had dat gepraat over
dat litteeken voor zin? En toch scheen het
wel degelijk iets belangrijks te zijn, want
de stem van den buitenlandredacteur was
scherp, haast uitdagend. De hoofdredac
teur kuchte.
„Weleh"zei hij, zich niet op
zijn gemak voelend. Doch Timotheus sloeg
er geen acht op. Hij boog zich over de ta
fel heen en pakte een van de door Borgers
volgeschreven blaadjes op. Daarna haalde
hij langzaam een klein, zwart notitieboekje
uit zijn zak.
„Een oogenblikje", zei de buitenland
redacteur plotseling haastig. „Ik moet even
weg."
„Hier blijven!" zei Tïmotheus scherp en
in zijn rechterhand hield hij plotseling
niet meer het boekje, maar een glimmen
de revolver, waarvan de loop dreigend op
Borgers was gericht.
„Wat heeft dat te beteekenen?" vloog de
aldus bedreigde op.
„Dat beteekent dat het uit is met je
spelletje, Borgers! Dat je honkvast zult
worden, vermoedelijk levenslang! Want
Jij bent de chef! Jij hebt den mi
nister ontvoerd en hebt later voor zijn
dubbelganger gespeeld Niet voor niets ben
je tooneelreoensent geweest! Je hebt er
heel wat vermommingskunst door geleerd!"
De buitenlandredacteur was heel bleek
geworden. Niettemin lachte hij verachtelijk.
„Ik vrees dat de emotie te veel voor je is
geweest Klein. Je hebt hallucinaties! Een
dergelijke dolzinnige beschuldiging zal je
nooit kunnen bewijzen."
„Toch wel," meende Tïmotheus kalm.
„Daar is dat litteeken op Je hand, waar ik
je gebeten heb. Mijn eene voortand staat
iets scheef, dat is ook aan het litteeken
nog duidelijk te zien. Dan is er het noti
tieboekje van den chef, dat met hetzelfde
handschrift volgeschreven is als deze co
py van je. En dan de witte vlek aan je
ringvinger, die overeenkomt met den vorm
van den ring, die het herkenningsteeken
van de organisatie was. En het telefoonge
sprek op den avond van de ontvoering, dat
niet uit de stad kwam, zooals je wilde doen
voorkomen, doch uit Den Haag! En je
vroegere makkers zullen Je ook nog wel
herkennen."
„Toeval!" snauwde Borgers woedend.
„Een toevallige gelijkenis! Maar dat is nog
geen rechtsgeldig bewijs!"
„Neen? Maar die dikke enveloppe dan,
die Je zoo net ongemerkt onder je vest
wou wegmoffelen en waarin vermoedelijk
de gestolen teekenincen zullen zitten
Er was een oorverdoovend gerinkel van
brekend glaswerk. Borgers had de tafel
omgetrapt en rende naar den uitgang.
Doch nog eer hij die bereikt had klonk er
een korte droge knal als van een zweep
slag. De vluchtende man hield plotseling
stil. Daarop deed hij een langzame, aarze
lende schrede vooruit en breidde toen ziin
armen uit, terwijl hij langzaam door zijn
knleën zakte.
Timotheus was de eerste, die bij hem
was, de rookende revolver nog in de hand.
Voorzichtig keerde hij den voorover lig-
genden man om en knoopte zijn kleeren
los. Op dat oogenblik sloeg de buitenland
redacteur nog eenmaal zijn oogen op, die
een starren, starenden glans hadden.
„Jeje hebt gewonnenIk„„"
Zijn oogen braken. Zwaar ademhalend
bleef Tïmotheus eenige oogenblikken bij
het doode lichaam staan, de dikke enve
loppe, die hij op hem gevonden had in de
hand geklemd. Daarop wendde hij zich
langzaam om.
„Hier hebt U uw plannen," zei hij toon
loos, terwijl hij den minister het couvert
overhandigde. „De chef heeft zijn laag
hartig werk niet meer kunnen voltooien."
Thea zat doodsbleek op haar stoel en
met trage schreden ging hij op haar toe.
„Ik heb een man gedood," zei hij ern
stig. „Hethet was de eenige oplos
sing
„Oh, Tïm," snikte ze en sloeg de armen
om zijn hals.
EPILOOG.
1.
Getrouwd:
Timotheus Klein
en
Thea van Laar
18 Februari.
De heer en mevrouw KleinLaar betui
gen hiermede hun welgemeenden dank
voor de vele blijken van belangstelling
voor en tijdens hun huwelijk ondervonden.
2.
TELEGRAM.
Genève, 18 Februari. Van harte geluk
gewenscht, stop ik zei toch dat een goede
vrouw een geschenk des hemels was!
(w.g.) Koerber en echtgenoote.
EINDE
DE OVERSTROOMING IN DE OMGEVING VAN HASSELT,
welke veroorzaakt werd door het bezwijken van den dijk
langs het Albertkanaal. Op onze foto ziet men rechts de
plaats, waar een gedeelte van den dijk
weggespoeld werd.
DE HAAN VAN DE OUDE KERK TE AMSTERDAM kreeg bij
de restauratie van het kerk gebouw een nieuw laagje verguldsel,
waarvoor hij van zijn hooge standplaats werd gehaald.
DE BEKENDE AMERIKAANSCHE FILMACTEUR ROBERT MONT
GOMERY MET ZIJN VROUW BIJ AANKOMST TE
SOUTHAMPTON MET DE „QUEEN MARY".
TIJDENS DE PROEFVAART VAN DE „ORANJE" werd een oefening in het bevestigen van het zwem
vest gehouden. Burgem. W. de Vlugt, kijkt vol belangstelling toe. hoe de heer M. C. Koning, commissaris
van de Mij. „Nederland" daarbij geholpen wordt.
MORGENvQAAT-HETlINTERNATIONALE concours «tppique in 'i
STADION TE AMSTERDAM BEG1 NNEN. De aankomst van de paarden
van de Iersche en Belgische équipe in de hoofdstad.
DOOR EEN BANDJIR
werd de spoorbrug op de lijn
BataviaDjokja volkomen
vernield.
DE NIEUWSTE „HOED '-MODE.
Een zwarte band waarop groote bloe-
men en bladeren zijn genaaid.