Het Wimbledon-toumooi - 65e Lustrum Groningsche universiteit LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Timotheus Klein op het oorlogspad 80jfe Jaarqang FEUILLETON DE JONGSTE KONING TER WERELD. De kleine koning Faisal II van Irak, de jongste koning. Zooals men weet, is zijn vader eenige maanden geleden bij een auto-ongeluk om het leven gekomen. De koning voor het oaleis te Bagdad met zijn Engelsche gouvernante. IN DE LONDENSCHE CITY brak een hevige brand uit, die zich in dfize dicht bebouwde omgeving gevaarlijk liet aanzien. De brandweer bestrijdt het vuur. Op den achtergrond de koepel van de St. Paul's kathedraal. DOOR HET DROGE VOORJAAR zijn de vroege bloembollen reeds zoo ver, dat ze uit den grond gehaald kunnen worden. Een kijkje in de omgeving van Limmen, waar het rooien der bollen in vollen gang is. HET 65-STE LUSTRUM VAN HET GRONINGSCHE STUDENTEN CORPS. DE PRAESES VAN DEN SENAAT REIKT 'AAN DE VAAN- DELWACHT EEN NIEUW CORPSVAANDEL UIT. door KEES ANDRIESSE. 45) Haast tegelijk met de parachutespringers raakte het de golven en met geleidelijk afnemende snelheid stuurde de piloot naar de plek, waar de monsterlijk opbollende valschermen op het water dreven. Toen het vliegtuig eindelijk stil lag, was het er nog slechts vijftig meter van verwijderd. Mo torbootjes, wier bemanning het luchtge vecht gevolgd had, kwamen aansnorren, doch waren nog op te grooten afstand om eenige hulp te kunnen bieden. Doch dat was ook niet noodig. Van onder twee der pa rachutes kwamen plotseling hoofden te voorschijn, die zwemmend het vliegtuig naderden, waar zij door behulpzame handen aan boord geholpen werden. Het waren Cor, de man, die de bom in het Volkenbondspaleis gedeponeerd had, enTimotheus knipperde met zijn oogen en hield zijn adem in van verbazing. Maar hij zag nog precies hetzelfde als voor heen. Dat kon niet! Hij droomde natuur lijk Hij kneep zich in den arm. dat hij het bijna uitschreeuwde van pijn en nog maar steeds zag hij hetzelfde drogbeeld. „Dat kan niet!" hijgde hij ontsteld, in zijn opwinding vergetend Fransch te spre ken. „Dat is onmogelijk!" Want voor zijn oogen zag hij als twee den persoon, die in het vliegtuig geklau terd was, den ontvoerden en later weer te ruggekeerden Hollandsohen minister van Buitenlandsche Zaken! De man was haast te uitgeput om wat te zeggen, maar toen hij zijn moedertaal hoorde, spande hij zich tot het uiterste in. „Zendonmiddellijk een telegram naar Den Haag!" fluisterde hij met zwakke stem. „Ik heb al dien tijd gevangen geze tenDede man, die zich voor mij uitgeeftisde chef!" Timotheus slaakte een ontstellenden uit roep. „Dan heeft hij inmiddels hoog en breed den tijd gelhad om de teekeningen te stelen!" riep hij uit. Maar de echte minis ter gaf geen antwoord meer. Hij was flauw gevallen. Koerber had onderwijl Cor de handboei en aangedaan. „Waar is je collega, mijn vroegere chef?" vroeg hij. Apathisch wees de man naar een van de parachutes. „Daar' onder", zei hij laconiek. Inmiddels waren ook enkele van de mo torbootjes ter plaatse gekomen, wier be manning de valschermen binnen boord haalde. Doch den commissaris werd het be spaard geboeid te worden. Hij zou nimmer meer een poging tot ontvluchten kunnen ondernemen, want aan zijn misdadige car rière was voor goed een eind gekomen. Ge wond door een van de kogels van het ma chinegeweer, had hij vermoedelijk tijdens den val het bewustzijn verloren. En het koste de bemanning van het motorbootje, dat zijn parachute opvischte, groote moei te om hem uit de verwarde touwen te be vrijden, waardoor het hem, zelfs indien hij bij kennis was geweest, onmogelijk zou ge weest zijn het hoofd boven water te nou- den Timotheus zet er een streep onder. „En als je dien chef nog ooit eens mocht tegenkomen", had cammisaris Koerber bij het afscheid op het vliegveld gezegd, „laat hem dan door den eersten den besten po- litie-agent oppakken! En als hij ln Hol- iaind zijn straf uitgezeten heeft, stuur hem dan maar ongefrankeerd naar mij op, want wij hebben ook nog een appeltje met hem te schillen!" Toen waren de schroeven beginnen te draaien, het vliegtuig taxiede over het gras en maakte nog even een rondje boven het terrein, waar men de kleine figuurtjes van den commissaris en zün vrouw met hun zakdoeken zag zwaaien, en daarna ving de tocht naar Holland aan. Timotheus liet zich naast Thea in zijn zetel neervallen, terwijl de minister tegen over hen met gesloten oogen achterover leunde. Hij was alle doorgestane emoties nog lang niet te boven gekomen, maar hij wilde zijn vertrek naar het vaderland geen oogenblik langer uitstellen dan noodig was, sinds hij vernomen had, dat de als zijn dubbelganger vermomde, chef. er werkelijk in geslaagd was de teekeningen te ont- reemden en zich daarmee uit de voeten te maken. Daarbij vergeleken was het hem maar een schrale troost dat de organisatie zelf onschadelijk gemaakt was en alle leden lange gevangenisstraffen in het vooruit zicht hadden. De gevaarijke man liep nog vrij rond en had het vaderland van den minister een ernstigen slag toegebracht. En hij zag zeer juist in, dat het vrijwel on mogelijk zou zijn iemand op te sporen, die zich zoo goed te vermommen wist. Thea leunde haar zwartgelokte hoofdje tegen Timotheus' schouder en keek geluk kig glimlachend naar hem op. Ze wist haar broer gewroken, dank zij hem. En had hij ook niet haar leven gered? Haar oorspronke lijke laatdunkende opinie van den timi- den Timotheus had zich geheel gewijzigd en t.rotsch keek ze naar den smallen ver lovingsring aan haar vinger. Den ring, dien ze van de goedaardige, doodverlegen raad seltante, die zich veel te weinig van zijn eigen waarde bewust was, had gekregen, nadat ze hem op wel zeer duidelijke wijze had moeten laten merken dat hij heusch niet bang hoefde te zijn om een blauwtje te loopen. Ze gaf zijn arm een liefkoozend drukje en zuchtte tevreden. En Timotheus? Timotheus voelde zich den koning te rijk. Op dien kouden. misti- gen avond, toen hij voor het eerst van de ontvoering had gehoord, had het geluk hem toegelachen. Het had hem alles verschaft, dat hij steeds zoo vurig verlangd had Avontuur, zelfvertrouwen, de erkenning dat hij een man was, geen sukkel, waar mee ieder den spot kon drijven. En hoven- al had het hem Thea gebracht, het meisje van zijn droomen als een zeer tastbare werkelijkheid in zijn armen gevoerdNa tuurlijk speet het hem, dat hij den chef niet aan de justitie had kunnen overleve ren, maar daar was nu eenmaal niets aan te veranderen. Er was geen enkel spoor niet het minste houvast om een onderzoek te beginnen. De chef was den dans ont sprongen en hij zou er zich wel voor hoe den zich bloot te geven. Het was een on bevredigend einde, maar hij was nu een maal zoo. Er werd gedurende den verderen tocht niet veel gesproken. De minister was van nature zwijgzaam en Thea en Timotheus waren verzonken in een gemeenschappelij- ken toekomstdroom. En eer ze er erg in hadden vlogen ze over Hollandschen bo dem, op weg naar Ypenburg. Op het vlieg veld zag het zwart van de menschen. De piloot cirkelde een paar maal over de massa heen, opdat ze een indruk konden krijgen van haar talrijkheid, eer hij zijn toestel bijna zonder schokken op den grond zette. Een verschrikkelijk kabaal barstte los. De menschen juichten en gilden, zwaai den met hoeden en zakdoeken en het dich te politie-cordon had de handen vol werk om er voor te zorgen, dat zij niet onder den voet geloopen werden. Toen Thea en Timotheus na den minis ter uit het toestel stapten, bleven ze even beduusd staan. Want in een halven cirkel voor het vliegtuig opgesteld stond een gansche rij hooggehoede autoriteiten, die hen met een luid hoera begroetten Daar waren alle ministers, de commissaris van de koningin, de burgemeester, kortom een verzameling hoogwaardigheidsbeklee- ders, te veel om op te noemen. En daar achter stond een regiment persfotografen en filmoperateurs met gevelde camera ge reed om hun aanschijn te vereeuwigen. Verslaggevers vergaten op te teekenen en zwaaiden met hun reportersboekjes hun zoo beroemd geworden collega een welkom toe. Het was grootsoh, het was geweldig. (Nadruk verboden). (Slot volgt). TER GELEGENHEID VAN HET BEZOEK VAN HET ZUIDSLA VI- SCHE SCHOOLSCHIP „JAP RAN" AAN ROTTERDAM hield de Zuidslavische consul een receptie. V.l.n.r. burg. Oud, kap. Dimitri, comm. v. d. „Jadran" en mr. v. d. Mandele, voorz. K. v. Koophandel over de Weesper trekvaart zal vervangen worden door een mo derne verkeersb'urg. De nieuwe brug wordt naast de oude gelegd. DE OUDE OPHAALBRUG TE DIEMEN HET TOURNOOI TE WIMBLEDON IS BE GONNEN. Onze landgenoot van Swol in zijn partij tegen J. F. Lysaght, welke door van Swol gewonnen werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5