Aardbeien-veiling te Beverwijk - De nieuwe verkeersbrug te Dordrecht Timotheus Klein op het oorlogspad SOsfe Jaargang IEIDSCH DAGBLAD iwsede Blad FEUILLETON DE NIEUWSTE L.N.E.R.-LOCOMOTIEF is genoemd naar een beroemd regiment n.l. „Goldstreamer". De b and van de Gold Stream Guards op het perron van King's Cross Station te Londen bij de nieuwe locomotief tijdens de rede van generaal Sir Cecil Pereira. IN HET AMSTERDAM—RUNKANAAL ONDER JUTFAAS heeft men ten behoeve van het water in de Utrechtsche singels, een viertal grondduikers laten zakken, waardoor het water van den Vaartschen Rijn gevoerd zal worden. OP ALEXANDRA ROSE-DA X worden in geheel Engeland collec ten gehouden voor liefdadige doeleinden. De hertogin van Kent bij haar bezoek aan het centraal bureau der collecte te Londen. HET HARTELUKE AFSCHEID van president Roosevelt en zijn vrouw van koning George en koningin Elisabeth, bij hun vertrek naar Canada, op de terugreis, naar huis. De president en zijn vrouw wuiven de Koninklijke gasten na. door KEES ANDRIESSE. 9) °P hetzelfde oogenblik naderden haasti- schreden. Timotheus bedacht zich geen 'Senblik maar hernam onmiddellijk zijn ;*Sere houding. De schreden werden f'Szamer en naderden thans bijna geluid- alsof de nieuwkomer nu op zijn tee- *n voortging. Blijkbaar was de man, die onuit het duister naderde, uitermate op a hoede, niet wetend of hij vriend dan vijand zou ontmoeten en ook Timo- stond voor hetzelfde dilemma. De -,!-i was thans nog geen meter van hem w hij hield zijn adem in. Plotseling «Wc een onderdrukten kreet en op het- f-rae moment viel een zwaar lichaam op j? ziine. Handen grepen naar zijn keel. nieuwkomer was over het lichaam van bewustelooze gestraikeld haar Timotheus had zijn stem herkend Worstelde slechts zwakjes om los te ko- terwijl hij, half gestikt, fluisterde: toch los, stommeling! Ik ben het!" .■^middellijk werd de druk om zijn hals l'Mer. „Kan ik dat zien in deze duister- j 'luisterde de inspecteur verontwaar- t0. terwijl hij met moeite overeind kwam. Hij knipte zijn zaklantaarn aan en liet het licht van Timotheus op den bewustelooze vallen. Hij slaakte een onderdrukten uit- roeip van verbazing. „Maar dat is Pierre Tarroohe. dien we al weken lang zoeken wegens een inbraak!" „Dat is van later zorg. Doe dat licht uit! Denk je soms dat we na al dat kabaal nog niet opgemerkt zijn? je noodigt de anderen lis het ware uit om op ons te schieten!" Nauwelijks was het liCht gedoofd of ze hoorden snelle schreden naderen. „Liggen!" siste Timotheus den nog steeds overeind staanden inspecteur in het oor. De stap- en hielden stil. „Hallo, wat is er hier aan de hand?" vroeg een stem. Timotheus kreunde pijn lijk. „Twee indringers", antwoordde hij met een heesche, onherkenbare stem. „Ik heb e onschadelijk gemaakt, maar ik ben ge wond en kan niet meer overeind komen. Help me!" Opnieuw flitste de straal van een zak lantaarn door de duisternis. Door zijn halfgesloten oogleden zag Timotheus hoe het licht over hun liggende gestalten heen- gleed en daarop kwam de ander op hen af. „Wat drommel, Pierre, hoe zijn die lui hier binnen gekomen?" vroeg hij verbaasd en bukte zich over de bewustelooze ge daante van den inbreker heen. Daarop had Timotheus gewacht. Blik- emsnsl veerde hij overeind en greep den man vast Doch hij was nog niet snel ge noeg geweest. De ander wist zich los te ukken en slaakte een doordringende kreet o:n hulp. Doch de inspecteur was ook weer op de been gesprongen en liet de kolf van zijn revolver met al zijn kracht op 'smans hoofd neersuizen. Maar diens kreet had zijn uitwerking niet gemist, en van beide kanten nader den thans de gewaarschuwde aanwezigen. „Weer liggen!" beval Timotheus. „We verschansen ons elk achter een van die schurken en schieten van achter die dek king. Dat is wel niet erg prettig voor onze bewustelooze vrienden, maar ik heb aller minst lust om een kogelgaatje in mijn li chaam te krijgen!" Op dat oogenblik naderden de opge schrikte bezoekers van de vergadering. Ti motheus hoorde hun schreden snel dichter bij komen en oordeelde het thans het aan gewezen tijdstip om ze te doen stilstaan, wilden zij beiden niet onder den voet ge- loopen worden. Hij hief zijn revolver op en loste op goed geluk een schot in de duisternis. Een kreet van pijn bewees hem, dat hij getroffen had. De schreden ver stomden. Hij hoorde opgewonden fluiste ren en schoot nogmaals, terwijl haast op hetzelfde oogenblik de inspecteur zijn wa pen afvuurde op van de andere rijde aan snellende tegenstanders. Dat was het beginsein voor een hevig vuurgevecht. De tegenstanders van Koer- ber beantwoordden onmiddellijk zijn schoten, doch meenend dat hun aanvallers stonden, mikten ze te hoog, zoodat de ko gels zonder de twee vrienden te deren over hun hoofden voorbijvlogen, hun slacht offers zoekend in de rijen der in hun ver- adering gestoorde bendeleden. Een wild geschreeuw, gevolgd door een onmiddellijk de andere richting uitgejaagden kogelre gen was het antwoord. Een helsch pandemonium van knallen en kreten barstte los, met daar tusschen door zoo nu en dan den doffen plof van een vallend lichaam. Pang! Pang! Pang! Timotheus' eerste opwelling van angst maakte plaats voor een haast onbedwing bare neiging om in een zenuwachtigen, hysterischen schaterlach los te barsten. Het was ook te idioot! Daar lagen zij met hun tweeën rustig op den vloer, terwijl de bendeleden aan beide zijden in de heilige overtuiging verkeerden door een groot aantal tegenstanders aangevallen te wor den en elkaar op een moordenden kogel regen onthaalden! Plotseling schrok hij hevig: iets had zijn schouder aangeraakt. Doch direct daarop hoorde hij de fluister stem van den inspecteur, haast onver staanbaar door al het lawaai, hoewel hij zijn mond vlak bij zijn oor had. „Nu is het zoo voorbij. Aan mijn kant wordt het vuren steeds minder, daar zijn nog maar een paar man overgebleven. Doe je zakdok voor je neus en mond, want onmiddellijk als aan dien kant het vuren ophoudt zal ik den anderen de grootste verrassing van hun leven bezorgen!" „Wat wil je dan?" „Ik heb een kleine traangas-granaat meegenomen, die ons nu mooi van pas komt!" Timotheus' hart begon heftig te klop pen. „Geen gas gebruiken!' fluisterde hij dringend terug. „Dat is De inspecteur gaf hem geen gelegenheid zijn zin te beëindigen. „Wil je dan liever doodgeschoten worden?" beet hij hem snij den toe, „Er is geen keus. Bovendien is het absoluut niet gevaarlijk, zij raken er al leen een tijdje door buiten westen. We ge bruiken ze bij de politie ook om opstootjes te onderdrukken. Heb je je zakdoek?" Het vuren aan de overzijde was geduren de dit korte gesprek steeds minder gewor den, nu klonk er slechts met groote tus- shenpoozen nog een enkel schot. Tenslotte hield ook dat op. „Nu!" zei Koerber en wierp met volle kracht zijn granaat. Timotheus hoorde een zacht „plop" en direct daarna een sissend geluid van ontsnappend gas. „Kom mee, gauw!" riep de inspecteur, wiens stem door de zakdoek voor zijn mond zonderling gedempt klonk en hij sjorde hem aan zijn schouder overeind, terwijl hij tegelijkertijd zijn zaklantaarn weer aan knipte. Ze keken geen van beiden achterom. Doch hetgeen zich voor hun oogen ver toonde was al vreeselijk genoeg en, of schoon hij wist stuk 'voor stuk met misda digers van de ergste soort te doen te heb ben. kon Timotheus een gevoel van mede- ijden met de gewonden of gesneuvelden, meest nog jonge menschen, niet onder drukken. Hij huiverde, terwijl hij voor zichtig over ze heen stapte en ook Koer ber scheen gelijke gevoelens te hebben. „Het is beroerd", zei hij ruw. .maar ze hebben het aan zich zelf te wijten. Hoe wel ze ook niet alleen voor hun plezier de zen weg zullen zijn opgegaan Werkloos heid. hongerdan een klein gappe- rijtje en ze komen van kwaad tot erger!" ij haalde zijn schouders op en liet er di eet op volgen: „Enfin, het is nu eenmaal gebeurd. Nu moeten we allereerst zorgen je vriendin te vinden." Thea! (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE AARDBEIENPLU K IN HET VERMAARDE CENTRUM BEVERWIJK IS AANGEVANGEN en groote hoeveelheden van dit kostelijke fruit worden op de veiling daar ter plaatse aange voerd. Een kijkje op de drukte in de groote veilinghal. ZATERDAG A.S. - wordt de nieuwe verkeersbrug te Dordrecht geopend, waar mede een einde gekomen zal zijn aan de pontenellende, waaronder het verkeer tot nu toe geleden heeft VOOR DE TENTOONSTELLING „RONDOM RODIN" welke 30 Juni in het Sted. Museum te Amsterdam wordt geopend. Een „chimpansé" van Fernandez wordt uitge pakt. Rechts een va n Rodin's „Burgers van Calais". MARLENE DIETRICH in gesprek met belasting-ambtenaren die haar, juist toen zij op het punt stond, met de .Normandie" te vertrekken, er aan herinner den, dat zij nog 224.000 dollars aan inkomstenbelasting schuldig was. Na eenige juweelen in onderpand gegeven te hebben, mocht Mariene toch vertrekken. 'S\&

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5