Opening gerestaureerd raadhuis te Zuidschermer - Dumonceau-bekerrit LEIDSCH DAGBLAD tweede Blad timotheus Klein op het oorlogspad 80ste Jaargang FEUILLETON DE TWEEDE DAG VAN DE INTERNATIONALE ROEIWEDS.TRIJDEN OP DE BOSCHBAAN TEAMSTERDAM, GEORGANISEERD DOOR DE KON. NED. ZEIL- EN ROEIVEREENIGING. DE FELLE STRIJD IN HET HOOFDNUMMER OUDE ACHT. VAN LINKS NAAR RECHTS NEREUS (ie), NJORD (3e) EN LAGA (2e). •V DE JAARLIJKSCHE SPORT- FEESTEN VAN HET PERSO NEEL VAN LYON'S TE LON DEN. EEN KELNERIN NEEMT EEN HINDERNIS. HET 10DE, 11 DE EN 12DE BATALJON INFANTERIE IN INDIE VIEREN HET 100-JARIG BESTAAN. Ter gelegenheid van dit feit werden groote feesten gehouden in de kleederdracht van 100 jaar geleden. Tijdens de repetitie op het Waterlooplein te Batavia. door KEES ANDRIESSE. Koerber gaf niet eens antwoord, was in een hoekje gaan zitten en 'oe moedeloos tegen den onverbidde- taalwand. Wat viel er ook te zeg- Hun toestand was hopeloos. Zelfs al hij er met zijn ontoereikende instra len toe in staat een gat ln het om- "vnde staal te maken, dan zou hem dat niets kunnen helpen. Dan zouden ze ®ts voor een nieuwen muur staan 'steen? van beton? die zeker aan de ftiekkigste pogingen weerstand zou Gedurende een kwartier zaten ze [Wend in een hoek. Koerber had zijn "irn uitgedaan, wie weet hoe lang ze w? moesten blijven en hoe bitter ze het licht nog noodig hadden! Ten- ton de inspecteur het zwijgen niet r volhouden en hij begon hardop te «ten. hebben we geen enkele kans Als nog boven waren, dan zouden wij ne" probeeren het slot van de deur te schieten. Maar hoe komen we Langs deze gladde wanden kunnen ■onmogelijk omhoog klimmen. Zélf kun nen we ons niet bevrijden. We moeten wachten tot er leden van de bende komen, die deze vervloekte lift kunnen bedienen. Roe lang dat duren kan, mag Joost weten. Misschien een uur, misschien wel veertien- dagen. Maar in beide gevallen zijn we weerloos aan ze overgeleverd. Dan is het beter dat het snel gebeurt, dan misschien over enkele dagen. Nu zijn we nog frisch en hebben we dus nog een kleine kans ons te verdedigen. Later hebben we onder hon ger en dorst te lijden gehad, zijn door deze opsluiting misschien wel half waanzinnig gewordenHij zuchtte. „Ik zie maar één uitweg: een paar scho ten af te vuren. Zijn er menschen in huis, dan zullen ze ongetwijfeld komen kijken Wat ons dan te wachten staat, kunnen we slechts raden, maar in elk geval komen we dan uit deze gevangenis. Is er niemand aanwezigdan zullen we moeten zien, hoe lang we het zonder eten en drin ken uithoudenWat denk jij ervan?" Het duurde even eer Timotheus ant woord gaf. En toen kwam er nog slechts een onverstaanbaar gegrom uit zijn mond. dat net zoo goed toestemming als afkeu ring kon beduiden. Het ging hem aan zijn hart zich te moeten overgeven, maar hij zag zelf ook geen anderen uitweg. De woorden van den minister kwamen hem weer in herinnering. „Een volgenden keer zult U niet meer levend ontsnappen, me neer KleinI" Het leek thans wel een pro fetie. Hij hoorde hoe de inspecteur naast hem in zijn zak naar zijn revolver zocht en daarna het terugzetten van den veiligheids pal. Zelfs ln de duisternis meende hij de schaduw van zijn arm te zien, die het wa pen in de hoogte hief. Instinctmatig, zon der er bij te denken, sloeg hij naar de plek, waar hij het wapen meende te zien. Zijn hand ontmoette geen tegenstand en schoot door om kletsend tegen den wang van den inspecteur terecht te komen. „Au!" riep deze nijdig, terwijl hij de re volver liet vallen, „wat heeft dat te betee kenen?" „Sorry", zei Timotheus,..ik wou je alleen maar dat schietdlng afnemen. Ik vond het beter toch nog een tijdje te wachten. Wie weet of we niet nog iets beters vinden." „Hopeloos", mopperde Koerber, terwijl hij in het duister naar de gevallen revolver tastte. Hij stootte er met zijn zoekende hand tegen, zoodat het wapen over den gladden vloer gleed en met een doffen slag tegen den wand aankwam. Het was Timotheus alsof hij plotseling een paar honderd volt door zijn lichaam kreeg. De klank van het wapen op den vloer was heel anders dan die van hun vuisten tegen de wanden! „Maak licht! Gauw dan toch, licht!" fluisterde hij opgewonden. Plotseling scheen de felle straal van de zaklantaarn door de duisternis en de in specteur zag met verbazing hoe Timotheus, met kleine zweetdruppeltjes op zijn voor hoofd. languit op den bodem van hun ge vangenis lag, het oor ertegen gedrukt. „Luister!" fluisterde hij tegen hem. Ook Koerber volgde zijn voorbeeld, maar hij hoorde niets bijzonders. Ja toch! Heel flauwtjes vernam hij een zacht gemurmel, dat hem aan in de verte voorbijstroomend water deed denken. En toch ook weer aan iets anders, dat hij niet thuis kon bren gen. „Wat is het?" woeg hij, zijns ondanks nu ook opgewonden. „Stemmen! Pratende menschen! En het geluid komt onder den vloer vandaan!" Hij nam den inspecteur zonder complimen ten de lantaarn af en onderzocht centime ter na centimeter den stalen bodem. Na- eenigen tijd liet hij een zacht gefluit hooren. „Kijk hier eens!' wenkte hij Koerber. De inspecteur keek naar de aangeduide plek, maar kon er niets bijzonders aan ontdekken. „Voel dan eens! Hij liet zijn vingers over den stoffigen vloer gaan en nu begreep hij Timotheus' opwinding. In het midden was een oppervlakte van misschien vijf vier kante centimeter, die enkele millmeters hooger was dan de rest. „Sufferds, die we geweest zijn", was Ti motheus gefluisterde commentaar, toen hij het gevonden had. „We zochten een plaats om te ontsnappen ln den muur, terwijl de oplossing van het raadsel al dien tijd on der onze voeten was!" Hij trachtte de verdikking op zij te du wen, daar hij vermoedde, dat slechts een dun stalen plaatje een opening in den vloer zou verbergen. Doch deze pogingen bleven zonder resultaat. Opnieuw liet hij zijn vingers over de verdikking glijden. Aan een der hoeken was een rond plekje, dat niet zoo koud aanvoelde en ook eenip- zins anders van kleur was dan het omrin gende staal. Hij drukte er op en merkte tot zijn verrassing, dat het meegaf. Hij drukte nog eens, harder ditmaal en zag hoe plotseling de verdikking begon te be wegen De eene kant draaide omhoog, de andere omlaag, tot het plaatje geheel om gekeerd was en een miniatuur schakelbord zich voor hun verbaasde blikken vertoonde. „Volla!" zei Timotheus, trots als een goochelaar, die het doorgezaagde wees meisje in haar geheel weer aan het ver stomde publiek presenteert. Er waren slechts drie knoppen op het bord. Een voor stijgen, een voor dalen en de overblijvende om den uitgang te openen. Maar welke van de drie zou voor dat laatste doel be stemd zijn? Aarzelend draaiende hij er een om, de machine begon weer te zoemen, doch er gebeurde verder niets. „Dat is dus waarschijnlijk voor afda len". stelde Timotheus vast. „Nu de vol gende." Het zoemen hield aan, doch ook nu ge beurde er de eerste oogenblikken niets Plotseling slaakte Koerber een onderdruk ten uitroep. Hij gleed van het midden van den vloer naar den wand toe! De eene helft van den bodem draaide langzaam, maar gestadig naar omlaag! Haastig krab belde de inspecteur naar zijn metgezel toe, wiens vloerhelft intact bleef. Na ongeveer anderhalve minuut was de eene helft van den stalen bodem geheel omlaag gedraaid. Het stemmengegons, hoe wel nog steeds veraf, was nu toch duidelijk als zoodanig te onderscheiden. Er moesten dus menschen in de buurt zijn. De inspec teur keek, terwijl hij nadenkend zijn nog steeds pijnlijken wang wreef, vragend naar Timotheus. Hoewel de klap stevig was aan gekomen, was hij de raadseltante toch dankbaar voor deze impulsieve doorkrui sing van zijn oorspronkelijk plan. Timo theus antwoordde op den onuitgesproken vraag in de oogen van zijn metgezel. „We moeten op onderzoek uit", fluister de hij. „Maar maak geen licht! Dat is nu te gevaarlijk. Doe je lantaarn uit, dan zal ik eerst naar beneden gaan om te kijken of alles veilig is." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). NA EEN WEKENLANGE REIS ZIJN DE JOODSCHE VLUCHTELINGEN AAN BOORD VAN DE „ST. LOUIS" TE ANTWERPEN AANGEKOMEN. Vandaar is een aantal hunner naar Nederland gebracht, waar zij een voorloopig onderdak zullen vinden. De aankomst van het schip in de Antwerpsche haven. ZATERDAG WERDEN TE ZUIDSCHERMER (N.H.) het gerestaureerde historische raadhuis en het daaraan gebouwde rechtshuisje officieel door den commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, mr. dr. A. baron Röell, geopend. Onze foto werd gemaakt tijdens deze plechtigheid. SCHERMWEDSTRIJD OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND op het terras van het Kurhaus te Scheveningen, georganiseerd door den K.N.A.S.B. De partij tusschen de heeren Scheepers (links) en v. d. Bosch. DE DUMONCEAU-BEKERRIT WERD VOOR DE 20STE MAAL IN BELGIË EN LUXEMBURG GEHOUDEN. GATSONIDES OP FORD TIJDENS DE KLIMPROEF. NATIONALE ZEILWEDSTRIJDEN, van „De Nieuwe Meer" op den Westeinderplas te Aalsmeer. De re genbogen met de ballon op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5