Liesje wordt Filmster Zaterdag 10 Juni 1939 creeg een paar nieuwe schoentjes maar. fee gaf haar een lesje. riep Liesje „wat een schoenen! O, ie trek ik niet aan hoor!" r Lies!" zei moeder verwijtend, „hoe op zo'n toon tegen me spreken?" kreeg een kleur en begon direct rntje lager te zingen, ja", zei ze, „u meent het natuurlijk loes. Maar u weet heus niet, wat oordig gedragen wordt en nwijze kleine garnaal!" riep moes id ben jij eigenlijk?" b acht!" zei Liesje trots, „en alle bij ons in de klas hebben échte schoenen met riempjes en gespjes Ier tenen en met hakjes en ik alleen ie nare, gekke kinderschoenen aan!" kwam juist binnen en hoorde het en hij greep naar de keurige bruine tjes, die Lies had uitgeschopt en be- kritisch. mankeert daaraan?" zei vader, „ik e schoenen keurig!" duur ook!" zuchtte moeder, endien zijn ze van uitstekende kwa- besloot vader. „Hier Lies, neem ze lar boven en wees dankbaar en laat liet meer horen!" va, Nee va", zei Liesje en ze ging als ihoorzaam kind de deur uit en de jMaar toen ze boven was ja, het ie nu echt, dat ik zoiets lelijks ver moet! gooide Lies de nieuwe en achter het bed en barstte in tra- t. Vreselijk was dat, als je vader en je zo helemaal niet begrepen! Nee, oest je Dolly hebben, die op school haar zat! Dolly's moeder begreep waar het hart van een achtjarige ame naar uitging. Dolly had altijd ernieuwste kettinkjes, armbandjes, ringetjes, die juist mode waren en eldige schoentjes, dat ze droeg! Ze wel twintig paar, peinsde Liesje. Nu roene, dan tomatenrood, dan blauw rijs. En altijd met de schattigste es en gespjes. Gister nog: Dolly was ooi gekomen met zwarte lakschoen- helemaal zonder tenen en door- in met gekleurde bandjes, at tig!" fluisterde Lies, die alles be rde wat Dolly aanhad, „nóg schat- lan je tomatenrode!" die malle dingen!" deed Dolly min- d die kan ik niet meer aan, zeg! mijn voeten zo'n pijn in!" mag je dan maar zó nieuwe?" irlijk. Moeder is zo'n schat, ik mag zei Dolly. Maar ze keek helemaal lij.... onds in bed lag Liesje erover te pein-> olly's moeder gaf Dolly alles wat ze hebben wou. Zou Dolly's moeder méér lar dochtertje houden dan Lies' moe- n Liesje? O nee, dat was het niet, moeder was nu eenmaal „stijf en rets". Moeder zei, dat je tienmaal zo- ad aan eenvoudige sterke, degelijke j als aan bergen, snufjes en rommel- ie je direct weer in een hoek gooide, vendien zei moeder daar heb (n geld vooii Liesje zuchtte. Natuurlijk, ze begreep best, dat moeder gelijk had, maar ze vond het eenvoudig vreselijk, dat gereken en ge pieker! Daar moest je echt aanleg voor hebben, net als moeder! Die vond het fijn, als ze een goedkoop lapje gekocht had, dat tóch mooi was! Maar zij, Liesje, was niet zo! Eigenlijk paste ze helemaal niet bij vader en moeder, die van degelijke, bruine schoenen hielden. Zij, Liesje, was een weeldekind, net als Dolly. Zij hield van degelijk èn schattig, net als.als Ja, Liesje's ogen dwaalden langs de muur van haar kamertje, waar het portret van Shirley Temple hing: een schatje gewoon! (Dolly had ook een medaillonnetje met Shirley en zelfs een ringetje met haar lachend gezichtje). Liesje had al heel vaak verhalen gelezen over toverfeeën, die zo maar opeens in een lang wit gewaad voor je bed staan en je hartewensch komen vervullen. En ze was vaak woedend geworden, als ze las. wat een gekke wensen de mensen toch deden! Verbeeld je, als hier eens een toverfee stond. Zij zou heus niet zeggen: „een paar tomaatrode schoentjes zonder tenen" of zooiets mals. Nee, ze vroeg meteen. „dat ik een échte filmster ben". „Goed", zei de fee, die voor Liesje's bed stond en ze lachte wel een beetje geheim zinnig, maar. net als alle feeën zei ze geen woord om het meisje te waarschu wen. Dat mogen feeën niet! Liesje wandelde dus in een heel kort, zijden geborduurd jurkje zó beelderig als nog niemand ooit gezien had! door een tuin vol bloeiende boomen. Uit de verte klonk gelach en gezang en het geluid van een klaterende fontein, waarop het zon licht schitterde. „Heerlijk!" jubelde Liesje en ze wilde het op een lopen zetten naar de andere kin deren toe. Maar opeens voelde ze zich ste vig bij de arm gegrepen, zo stevig, dat het pijn deed. „Maar Liesje", zei een krakende stem, „een filmster holt niet als een jon gen!" en de fonkelende ogen van haar ouden manager keken haar boos aan, doe je daarvoor al die gymnastiek?" Liesje zuchtte. Ze herinnerde zich opeens hoe ze ochtend aan ochtend geoefend had om elegant en zwierig te leren rennen. Nu zette ze zich in beweging ennadat de oude heer nog twee keer „mis" gezegd had, was het eindelijk goed. Knip! klonk het toen opeens vlak naast haar ende nieuwste foto van Liesje Lovers, de pas ontdekte Nederlandse film ster, was genomen enting op briefkaarten, in medallonnetjes, op armbandjes zijn ron de doen over de wereld. Nog altijd klonk het gerucht van kinderstemmen Liesje in de oren, maar vóór ze het vrolijke groepje was genaderd, kwam haar kamenier tus senbeide. „O, Liesje!" riep die ontsteld, „hoe kün je met d i e schoentjes hier komen? Het zijn de tomaatrode en voor de opname van straks heb je immers de blauwe nodig? Gauw, we gaan ze thuis verwisselen. .,Hé!" riep Liesje verdrietig, maar er was niets aan te doen: ze had maar te gehoor zamen Toen Liesje voor de tweede keer door de bloeiende tuin liep, nu met de hemels blauwe schoentjes aan, ging er onder de kinderen een hoera'tje op. Het waren alle maal volmaakt beeldige filmkinderen in smetteloze kleren en met hagelwitte, regel matige tanden en onberispelijke krullen. „Daar is Liesje Lovers, de nieuwe Hol landse ster", hoorde ze fluisteren en een van de jongens hief zijn glas met de fijnste frambozenlimonade op om haar toe te klin ken. „Dank je, dank je", z^i Liesje gevleid. „O, frambozenlimonade, vemikkelijk zeg?" „Ja, èn taartjes!!" riep een kleine krul- lebol en ze schoof Lies een schoteltje toe. „Halt, Liesje, dat mag j ij volstrekt niet gebruiken", zei Liesje's strenge kamenier, „er zit teveel room en suiker in. Je zou heus te dik worden, kindje!" „Bah!!" dacht Liesje, maar ze slikte haar boze woorden in. Ze was immers Liesje Lovers, het beeldige slanke filmsterretje! Al! die schoentjes knelden! Stilletjes schopte zij ze onder de tafel uit en hield nogeens haar glaasje bij. „Goed", zei de fee, die voor Liesje's bed stond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 15