üJr 3 De ramp van de Thetis- De Hollandia-roeiwedstrijden Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad jl£l 4 Timotheus Klein op het oorlogspad mm FEUILLETON DE AMSTERDAMSCHE JEUGD heeft in Artis een nieuwe attractie gevonden in den vorm van zeven reuzen schildpadden, waarop de kinderen een rit kunnen maken. r» DE HERTOG EN DE MIJNWERKER. De hertog van Kent bezocht in het graafschap Kent een aantal plaatsen. De hertog in gesprek met een mijnwerker te Aylesham. HET VERONGELUKKEN VAN DEN BRITSCHEN ONDERZEEËR „THETIS". Op de foto ziet men het boven water uitstekende achterschip met er bij de sloepen met de reddingsmanschappen. DE EERSTE DAG VAN DE HOLLANDIA-ROEIWEDSTRIJDEN. te Alphen aan den Rijn. De finale stijlroeien vïerriemsgieken dames. Start, v. 1. n. r. Dordt, Vliet, Spaarne, Laak. GISTEREN WERD TE MIDDELBURG de nieuwe burgemeester, de heer mr. dr. J. van Walré de Bordes plechtig geïnstalleerd. De aankomst van den burgemeester en zijn echtgenoote bij het prachtige oude stadhuis. DE RAMP VAN DE ENGELSCHE ONDERZEEBOOT „THETIS". Direct na het bekend worden van het ongeluk snelden uit alle naburige havens torpedoboot jagers en reddingsvaartuigen naar de plaats des onheils. Een aantal torpedobootjagers in volle vaart te hulp snellend, gefotografeerd uit een vliegtuig. door KEES ANDRIESSE. .■int dat maar aan mij over!" schreeuw de ze daarna terug. „Ik ken hier de om- ïeving op mijn duimpje!" Ronkend snelde Jet auto'tje over de besneeuwde wegen, terwijl de snelheidsmeter tusschen de Jachtig en honderd bleef schommelen. En JJéwel ze een omweg van bijna vijftien blometer maakten, waren ze in minder W thuis dan ze op den heenweg noodig hadden gehad. Ze hadden onderweg niet °en minsten overlast ondervonden en Ti- jwtheus slaakte een zucht van tevreden- toen hij zich in Thea's behaaglijken fauteuil liet neervallen. ,De klok op den schoorsteenmantel wees ooi minuten voor half zeven, bulten zond heds een nieuwe, kille winterdag zijn eer- li* grauwe schemering op verkenning uit. Diea was in de keuken verdwenen en ram- jjelde daar met potten en pannen. Timo- ®eus hoorde het sissen van boter in een s«kenpan en strekte met een voldanen Somlach zijn beenen naar het vuur uit. Dat "s één van de beelden, die hij zich altijd '01 het ideale huiselijke leven had ge wamd: samen met een lieve vrouw te ontbijten, in plaats van in een kille zlt- fonor op zijn eentje het onverschillig toe- "Oélde pensionsontbijt te moeten veror beren. Maar dit maal kwam hij toch niet aan zijn dagdroomen toe. Daarvoor was het lawaai in de keuken te luid en bovendien hadden de gebeurtenissen van de laatste dagen er aanmerkelijk toe bijgedragen zijn werkelijkheidszin te versterken. En hij wist maar al te goed, dat er tallooze knap pe, sportieve en galante jongelieden om een knap meisje als Thea zouden heen- zwermen en dat hij, daarbij vergeleken, slechts een zielig figuur sloeg. Hij zuchtte opnieuw, maar ditmaal was het niet van tevredenheid. Gedurende het ontbijt knapte zijn stem ming echter weer wat op. Zoolang dit avon tuur duurde, waren zij althans te zamen en had hij volop gelegenheid om haar te be wonderen. En hoewel dit uiteraard een zeer platonisch genoegen bleek, bezat Ti motheus niet voldoende zelfvertrouwen om méér te durven vragen. Terwijl ze hem nog een kop thee in schonk, vroeg Thea: „Heb jij nog lust om te gaan slapen? Ik ben zoo klaar wakker, dat ik er over begin te denken maar niet meer naar bed te gaan en in plaats daar van eens een flinke ochtendwandeling te maken." „Neen, slaap heb ik ook niet", antwoord de Timotheus. „Maar een ochtendwande ling? Brrr! Hij rilde van overdreven af schuw. „Daar is het mij te koud voor. En te glad. Aan één pijnlijken schouder heb ik meer dan voldoende, ik heb nu niets geen zin om ook nog te vallen en een arm of been te breken!" Thea lachte en kwam achter zijn stoel staan. „Arme jongen, heb ik je erg pijn gedaan?" „Je sloeg raak, hoor! Ik geloof, dat onze vriend van vannacht nu nog niet bij zal zijn." „Dat komt hem wel toe. Maar voor jou spijt het me. heusch!" En ze streelde hem licht over zijn wang. Timotheus voelde zich beurtelings heet en koud worden van gelukzalige emotie, maar tevens voelde hij zich te verlegen om iets te zeggen. Maar dat werd hem ook be spaard. Achter zijn rug ging de deur open en Thea's opgewekte stem riep: „Ik ga dan maar alleen. Over een half uurtje ben Ik terug. Dag hoor!" En de deur ging weer dicht, een zeer ver warden Timotheus achterlatend. En Timo theus onze baardige, verlegen raadseltante, deed thans Iets wat hij nog nooit eerder in zijn leven gedaan had. Hij ging naar den spiegel toe en bekeek critisch zijn ge zicht. Neen, het was werkelijk geen gelaat, dat voor een meisje als Thea iets aantrek kelijks kon hebben, moest hij vaststellen. Het verwarde, sprieterige, bleekblonde baardhaar, de onzichtbare wenkbrauwen boven het excentrieke brilletje en dan zijn neusneen, het was eenvoudig het uiterlijk van een oud mannetje; een oud mannetje, dat bovendien een beetje „raar" is. En voor de derde maal zuchtte Timo theus dien ochtend. Maar, berispte hij zich zelf streng, wat haalde hij zich dan ook voor dingen in het hoofd! Hij leek wel mal. Hij was toch geen schooljongen meer, wiens hart voor elk lief meisjeskopje da delijk in vuur en vlam stond? Waarom was hij hier eigenlijk in Genève? Toch niet om zich te gedragen als iemand, die door een kalverliefde uit zijn evenwicht gebracht was!. Hij liet zich weer in zijn fauteuil terug vallen en begon de papieren van het be wusteloos geslagen bendelid door te kijken. Doch zij maakten hem al evenmin wijzer dan de andere stukken, die hij tot nu toe in handen had gekregen Er waren ver schillende persoonlijke brieven bij, die niets met de organisatie uitstaande had den, doch die het karakter van den ge adresseerde wel In een zeer ongunstig licht deden zien. In de portefeuille bevonden zich ook slechts enkele brieven, wat bank papier van niet al te hooge waarde en een paar postzegels. Meer was niet te vinden. Dat kon hem ook al niet veel verder hel pen, besloot Timotheus teleurgesteld en hij wilde juist de portefeuille weer op tafel werpen, toen het hem plotseling te binnen schoot, dat zich in deze wel eveneens een achtervak kon bevinden, net als in die van Van der Eem Dat was inderdaad het ge val. En ook in dit vak bevond zich een groot, dun vel papier, dat herhaaldelijk gevouwen was. Timotheus spreidde het voor zich op tafel uit en wilde beginnen te lezen. Doch dat viel niet mee. Het ge schrevene bestond uit een zonderling alle gaartje van onuitsprekelijke woorden, waar hij met den besten wil ter wereld niet het minste uit opmaken kon. Halfluid las hij den eersten regel nog eens over: „97 15. Xxe uu ddy uuwrj wtzjtubuuu wyu- buudd ui dyaayjdjezu ed unedad dx anjc- wty dim „Eii zoo ging het voort, een groot vel folio vol. Maar hoezeer hij ook teleurgesteld mocht zijn door het feit, dat hij den tekst niet ineens kon lezen. Timotheus was verre van ontmoedigd. Als raadseltante was hij ook op het gebied van geheim schriften goed thuis. En hij meende er wel zonder al te groote moeite in te zullen sla gen het geschrevene te ontcijferen. Thuis had hij in zijn boekenkast een lieele reeks standaardwerken over geheimschriften staan, die hij allen van a tot z bestudeerd had. Kerckhoffs' „La cryptographie mili taire" had hij evengoed doorgewerkt als het boek van Viaris „L'art de chiffrer et déchiffrer les dépêches secrètes" en „Die Methoden der Geheimschriften" van Drö- scher. Een geheimschriftdat was een kolfje naar zijn hand. Hij kreeg pa pier en potlood en verdiepte zich ln de ontsluiering van den raadselachtigen tekst. Het leek hem op het eerste gezicht betrek kelijk eenvoudig. De opeenvolgende letter reeksen bestonden niet allen uit hetzelfde aantal, zoodat hij met vrij groote zeker heid kon aannemen dat er geen nonvaleurs gebezigd warenlooze letters, die er slechts toe dienen het ontsluieren van een geheim schrift voor onbevoegden moeilijker te ma ken. Hij achtte het zelfs waarschijnlijk, dat de gebruikte methode een der eenvou digste en oudste was, die bestonden, na melijk het Julius Caesarsysteem, waarbij de letters van het normale alfabet ver vangen worden door andere, die men ver krijgt door onder het gewone abc even eens alle zes en twintig letters te zetten, doch in andere volgorde. Een dergelijk cryptogram is makkelijk te dechiffreeren, daar het bekend is, dat bepaalde letters vaker voorkomen dan andere. Zoo is bij voorbeeld in het Hollandsch de e de meest gebruikte letter en dus zoekt men in het geheimschrift naar de letter, die daar het meest voorkomt en vervangt die door een e. Kleine woordjes, zooals „de" en „het", zijn dan ook gemakelijk te vinden en de ontsluiering van een dergelijk cryptogram is voor een deskundige op dat gebied dan ook een kleinigheid. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5