Het wonder van Woerden RAADSELS en wei voor het gedicht, dat je me stuurt. Het is heel, heel mooi, en zeer de moeite waard, het te bewaren. Ik denk, dat Moe der blij en aangedaan tegelijk was, toen jij je cadeau overhandigde en je gedicht op zei. Verder hoop ik voor je, dat je fietstocht is doorgegaan. Annie Lek Nu, je hebt fijne cadeaux gekregen en kunt met voldoening op je ver jaardag terugzien. Bep Cram a Misschien is het je wel meegevallen met de repetities. Zet in elk geval je beste beentje voor. Jan Crama Jij bent goed in je spullen gezet: voor school en voor je speel- uurtjes. Lena Prevo Bedankt voor je aardige anekdote Leny Moraal Dat was dan een onge lukje verleden week; dat kan ieder wel eens overkomen. Je ziet. dat ik het schrift her kend heb. Jopie Poptie Jouw Moeder is ook van alle kanten bedacht. Leuk, dat je een stil len wensch van Moeder vervuld hebt op haar dag. En Moeder kreeg weer hondjes, maar nu geen levenden zeker! Greetje Herreur Dat was een bof, dat Teddie bij jullie mocht blijven. Nu blijft hij in de familie. Misschien ontmoeten Bobbie en Teddie elkaar nu nog wel eens. met al deze mooie versierinkjes. Drietal de Neef Prettig, weer iets vam jullie te hooren Ik houd van vergeet-mij- nietjes; je begrijpt wel. waarom! Ik weet niet uit mijn hoofd, of ik nog raadsels van jullie heb; dat moeten jullie zelf onthou den. Als ik nog raadsels van jullie tegen kom. merken jullie het wel. Tweetal Hoogstraten Je hóéft niet elke week een briefje bij je raadsels te schrij ven. Wèl vind ik het heel prettig, wat van jullie te hooren; maar het is eigen, vrije verkiezing. Natuurlijk doen jullie den eenen keer weer eens langer over de raad sels, dan den anderen. En hoe waren de rapporten? ^■n Bouter Die Toos trekt er maar fijn op uit tegenwoordig Gelukkig, dat Grootvader het goed maakt. Verder had je een prettigen tocht dien dag. Annie Klos Jij treft het, juist op Zon dag jarig te zijn. Hartelijk gefeliciteerd en heel veel genoegen dien dag. Trientje Olivier Nog hartelijk gefelici teerd met je feestdag, en groeten voor jullie beiden. Nu heb je waarschijnlijk weer wat te vertellen. Ik herhaal weer eens: insturen tot uiterlijk Dindsdagmorgen 9 uur, naar Bureau Leidsch Dagblad, of naar Was- straat 5. Leeftijd kleineren: 711 jaar; grooteren: 1116 jaar. Je leeftijd steeds onder de raadsels. En nu weer tot den volgenden keer. -Allen hartelijk gegroet door jullie Raad seltante. Mevr. M. J. BOTERENBROOD. Toen de nood op het hoogst was, was de redding nabij. tic. was m Septemoer van het jaar 1575, dus tijdens den Tachtig jarigen oorlog, die voor ons land zooveel leed meebracht. Ook vooi de bewoners van het stadje Woerden zag net er donker uit. Rondom de stad i^»nd overal het land onder water, een tr>jstelooze aanblik voor de menschen, die zich op de wallen bevonden. Heel in de verte verhieven zich de torens van Gouda, een s«.ad die nog in handen van den Prins van Oranje was. Daar had men op dit oogenblik geen last van den vijand. Maar in Woerde. des te meer! Het had de ooorten gesloten en de wallen met ka nonnen bezet. Schildwachten met geladen vuurroer bewogen zich regelmatig langs de versterk ngen en spiedden den omtrek af. Want er dreigde groot gevaar. Temidden van het water hadden de Spanjaarden een zevental schansen opgeworpen en hadden daardoor de toegangen tot de stad afgezet. Een naar van hun versterkingen lagen zóó dicht bij de muren, dat ze een onmiddel lijke bedreiging waren. Gelukkig belette het water den Spanjaar den om de wallen al te dicht te naderen. Trouwens van bestorming had de vijand reeds afgezien Dat had hem voor Alkmaar en Haarlem te veel soldaten gekost. De eerste stad werd niet voort niets genoemd „het graf der Spanjaarden". Daarom wilden de belegeraars het voor Woerden, net als vorige jaar bü Leiden, op een andere manier probeeren. Ze pasten de uithongeringsmethode toe. Nu was het maar le vraag, wie het het langst zou volhouden, de Spanjaarden of de Woerdenaars! Nu en dan kon men kleine roeibootjes zich over het watervlak zien bewegen. Moe dige Woerdenaars, die de omgeving op hun. hun duim kenden, waagden zich tusschen Nu was het maar de vraag, wie het het langste zou volhouden! de vijandelijke verschansen door. Soms werden ze beschoten, maar door behendig manoeuvreeren wisten ze meesial achter de belegeraars te komen en zetten dan koers naar Gouda. Daar haalden ze levensmidde len en de arme uitgehongerde menschen waren weer dolblij, al ze iets te eten kregen. In Mei 1576 werd hun geduld op een zware proef gesteld. De vijand was gewaar schuwd, dat er soldaten van den Prins met proviand in aantocht waren, ze overvielen he.t convooi met een groote overmacht en tachtig man werd door den vijand gedood of gevangen genomen. Het was voor de WoerdenaaTs om er moedeloos bij te wor den! Week na week verstreek en de toe stand werd al benauwender! Met angst en beven zagen ze het oogenblik naderen, dat al het voedsel opgebruikt zou zijn en ze dus de poorten zouden moeten openenMaar wat gebeurde? Op zekeren dag stonden tal van mannen, vrouwen en kinderen vol ver bazing aan den kant van den Rijn, die door de stad stroomde. Het was of het water van visch wemelde. Vooral groote snoeken zwommen aan de oppervlakte. En men hoefde geen moeite te doen om ze te van gen; met emmers en schepnetten haalde men zooveel visch uit het water, als men maar wilde. Oneens was er eten. de honger kon wor den gestild, nieuwe voorraden opgedaan. Toen de nood op het hoogst was geste gen. was er voor Woerden uitkomst geko men! En ook aan het beleg kwam. op on gedachte wijze spoedig een einde. Het was op den avond van den 23sten Augustus 1576. dat de belegerden een groote bedrijvigheid in het vijandelijke leger op merkten. Er waren boden aangekomen en weldra voeren de bootjes van de eene schans naar de andere En den volgenden morgen was de vreugde groot in Woerden, want er geen Spanjaard meer te zien! Wat was eT gebeurd? Overal in het land waren de Spaansche troepen beginnen te muiten. Ze verlieten hun garnizoenen, ko zen zich eigen bevelhebber* en trokken naar de Zuidelijke Nederlanden. De troe pen. waarop de regeering nog kon steunen, moesten worden verzameld en zoo was dan voor Woerden ook het bevel gekomen, het beleg op te breken. Groot waren de vreugde en de dankbaar heid in het stadje! En kort na het ontzet verscheen een lied. dat nog lange jaren nadien op 23 Augustus door de Woerdenaars werd gezongen. Het luidde: Wij mag hen alle Godt wel loven. Die Heere ghebenedijt. Den oppersten Coninck van hier boven, Die nu Woerden heeft be vrijt Hij heeft er die bloethonden afghewent, Die daer voor hebben ghelegen Bij een jaar in seven schantsen ront. (In de raadsels wordt de nieuwe spelling gebi voor allen om uit te de groteren vier; de ren drie goede opli i. Ingezonden door Henk Stout Mijn geheel is een spreekwoor letters. 1, 11, 7 eet men op de boterh 18, 19 gebruikt de bakker, 5, 2, dat ontploft, 9, 8, 19. 19, 21, 17 een naam. Men leest een boek liefs 14, 21, 22, 23. De aarde is een 5, draden moet men de stof 20, 17, 13, 4, 19, 23 heeft zijn waarde. lei twee 2, 3, 4, 12. Wie zoekt, zal II 23, 8, 22. n. Ingezonden door Piet Martij Hier volgt een bekend spreekwi in te vullen. N. r...n k... zc..n. m. Ingezonden door Dirk Wekn Mijn geheel is een plaats op Tei van 16 letters. 1, 2, 3, 4 is een windrichting, 5, 15 een meisjesnaam, 12, 14, 3. 8, plaats in Zuid-Holland, in de boll 8, 9, 10. 11, 12, 13. 14, 15, 16. is Nederlands muntstuk. IV. Ingezonden door Anny Beko( Waarmee begint De Geschied! Nederland? V. Ingezonden door Annie Labor Op de kruisjes komt zowel vi naar beneden als van links naar naam van een stad in Duitsland X 1. een medeklii x 2. kinderspeelg( x 3. gereedschap XXX x x 4. het gevraagd x 5. een meisjesn x 6. lichaamsdeel X 7. een medeklii VI. Ingezonden door Jannie van Kam Mijn eerste deel is een rivier, En heeft zijn oorsprong ver van Mijn tweede deel is hecht en En stelt aan het water paal en De beide deelen vormen saam, Een stad of dorp; kent ge de VU. Ingezonden door Niek Bakki Met h heb ik een staart en ben Met m een deel van het lijf, en dus Met p ben ik gewicht en dus een Met r heb ik geen hoek, en ben VIII. Ingezonden door Drietal van Dezen keer is Jan wijzer, mal altijd wijzer?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 22