Conferentie Noordsche ministers - Ingebruikneming Willem IH-kazeme LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Timotheus Klein °P het oorlogspad SÖsfe Jaargang FEUILLETON door KEES ANDRIESSE. die de beweging van zijn hand ifoHi '":<>n met moeite een kreet van man n Afdrukken. Het jasje van des j» colbert was opengevallen en op het fv.?verhemd zag hij een donkere plek, I jflM ,onm'ddellijk herkende. Zij had de- ^eer, die hem bij den nachtwaker ir.]1 ^oen schrikken. De man was ge- o cnistig gewond liet Timotheus zijn oogen door itn h. gaan of niet lets kon Od» als noodverband dienst kon doen. JL t,1?, fhp aan den achterwand zag hij tng» verbandtrommel. Met trillende iy. ,1 kreeg hij het ding van de plank, Mel pï 'let weer wt zÜn handen glippen. I jj, Waren slag viel de trommel tegen I is van den nachtwaker, die wankel- I f.p' ISlrdoor het lijk met een doffen plof I tjL™1 v'oer viel. Timotheus was een ze- 1 "sis nabij, doch met uiterste wilsin- «<o *nst hij zich te beheerschen. Hij l6,6een tijd om aan zijn zwakte toe te I Wij! een menschenleven in gevaar ™e. Met afgewend hoofd schoof hij den nachtwaker opzij en pakte de verband- kist weer op. Er zat een schaar in, waarmee hij voorzichtig de kleeren van den bewus- telooze rondom de bloedvlek wegknipte. Opnieuw moest hU zijn tanden op elkaar klemmen. In rug en zijde van den man waren twee gapende meswonden, die, naar haar plaats te oordeelen, waarschijnlijk voor het hart bedoeld waren. De gewonde moest het slachtofer van een onverhoed- schen, achterbakschen aanval geweest zijn, flitste het door Timotheus' hoofd. Bij een gevecht van man tegen man hadden de wonden aan de voorzijde moeten zijn. Nog steeds was het bloeden niet opgehouden en met onwennige vingers legde hij een noodverband aan. Daarna rommelde hij verder in de kist of er geen druppels aan wezig waren, die dienen konden om het bewustzijn weer op te wekken. Tenslotte vond hij, heel onderin, een klein fleschje amoniak. Opnieuw zuchtte de gewonde drenkeling diep. Zijn oogleden trilden, het middel miste zijn uitwerking niet. Zijn lippen be wogen zich en Timotheus boog .zich over hem heen om te kunnen verstaan wat hij zei. Doch hij kon kop noch staart aan de gestamelde klanken maken. Blijkbaar wilde hij een naam zeggen, want dezelfde korte brokstukken kwamen steeds weer terug. Timotheus keek rond of de nachtwaker misschien ook ergens iets opwekkends had en vond tenslotte een thermosflesch met warme koffie. Hij goot den nog steeds mompelenden man voorzichtig een paar druppels in en nam toen zelf ook eenige flinke slokken. Hij schroeide zijn keel, maar niettemin deed de heete drank hem goed. Hij besloot den half bewustelooze voorloo- pig met rust te laten en eerst voor zichzelf te zorgen. Bibberend deed hij zijn natte bovenkleeren uit en hing ze om de kachel te drogen. Er stond nog een halfvolle ko lenkit en hij ledigde die in de vlammen, nadat hij het kacheltje stevig opgepookt had. Na korten tijd sloegen reeds dikke dampwolken uit het kletsnatte goed. Toen hij zich tenslotte weer naar den man, dien hij gered had. wendde, zag hij hoe deze hem met wijd opengesperde oogen gadesloeg. Timotheus dacht geen oogenbiik, dat zijn ongewone costuum, bestaande uit zijn hemd, onderbroek en sokken, dat in hooge mate uit den toon viel bij zijn baard en bril, de oorzaak van 'smans verbazing kon zijn. Hij merkte met vreugde, dat hij weer bij was en haastte zich naar hem toe. Op nieuw bracht hij de thermosflesch aan zijn lippen en terwijl hij met zijn linkerarm het hoofd van den gewonde steunde, dronk deze met gretige teugen. Daarop wierp hij een blik naar zijn zij en zag het haastig aangelegde verband, dat het bloeden ech ter niet had kunnen stelpen en zich lang zaam rood begon te kleuren. Hij deed een poging om te glimlachen en fluisterde toen. met lange tusschen- poozen tusschen de woorden: „Dat was overbodigHethet is met me voorbijWreek me Hij kuchte, moeilijk en benauwd en Ti motheus zag, dat het spreken hem pijn deed. „Kalm blijven," waarschuwde hij „Ik zal er voor zorgen, dat de schurk niet ont snapt. De politie Met een zwakke beweging van zijn hand beduidde de man hem te zwijgen. Hij schudde het hoofd. „Geenpolitie in geen gevalpolitie." Hij zweeg weer. Timotheus zag hoe hij worstelde tegen een nieuwe flauwte en hij liet hem het laatste restje van de koffie uitdrinken. Dat scheen den man nieuwe kracht te geven. Hij hield zijn linkerhand naar Timotheus uitgestrekt en duidde met een hoofdknik naar den ring. „Neem dieIn mijn binnenzak... zit eenportefeuilleGa naar GenèveRoei het heele nest uit Zeze hebben ookden nacht waker Uitputting belette hem verder te spre ken. Eenige minuten lag hij roerloos, haast niet meer ademhalend. Het verband op zijn zijde was nu geheel doorweekt en van tijd tot tijd kwam een benauwd rochelen uit zijn keel. Plotseling kwam hij half over eind. een hevige hoestbui deed zijn gan- sche lichaam schokken. Een lichtrood ge tint schuim kwam hem op de lippen. „DeministerGenève reutelde hij, nauwelijks verstaanbaar. Op nieuw onderbrak een hoestbui zijn woor den. Slap viel hij in Timotheus' armen te rug. Geen aardsche pijn kon zijn lichaam meer deren. Intermezzo. Treinen razen over de rails, die Europa als een spineweb bedekken. Van hoofdstad tot hoofdstad spinnen zij hun draden, sla pend of wakend worden de reizigers op de gladde staven over het gerimpelde, ge sprongen en gemartelde aangezicht der aarde gevoerd. Pascontróle douane. Even een kort oponthoud. En wéér zin gen de wielen hun eentonig lied. Bonk - bonkebonk - bonk bonk. Vlug - haast U toch - haast U. Stoomfluiten gillen, witte pluimen vagen over het land, als de staart van een komeet schieten de verlichte cou péraampjes voorbij. Van Oost en Zuid, van Noord en West stampen snuivende locomotieven. Van Brussel en Parijs, Berlijn en Warschau, Praag, Boekarest, Budapest. Weenen, van Belgrado en Rome, van alle Europeesche hoofdsteden jagen de internationale trei nen naar de stad aan het meer. Genève! Zetel van den Volkenbond, die dezer da gen zijn zooveelste voltallige vergadering zal houden. Doch niet alleen staatslieden richten hun blikken thans op Genève; niet alleen de journalisten, die veel zullen schrijven, meer zullen praten, en nóg meer zullen verzwij gen. Ook anderen reizen thans naar de stad in Zwitserland. Europa lijkt een stoomketel onder hooge spanning. De wijzer van den manometer schommelt steeds dicht in de buurt van de roode streep. Er dreigt gevaar! Duistere elementen, belust op gemakke lijk gewin, worden nu magnetisch aange trokken door de fraaie en anders zoo rus tige stad aan het meer. Van zakkenrollers en hotelratten af. tot spionnen en contra-spionnen toe. Treinen razen over de rails naar Genève, de stad, waar de Volkenbond zijn jaarlijk- sche vergadering houdt. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE CONFERENTIE VAN DE NOORDSCHE MINISTERS TE STOCKHOLM waarin beraadslaagd werd over Hitler's aanbod wederzijdsche niet-aanvalspacten te sluiten. V.l.n.r. minister Koht (Noorwegen), minister Erk- ko (Finland), minister dr. R. P. Munch (Denemarken) en minister Richard Sandler (Zweden). HET TWEEDE REGIMENT HUZAREN-MOTORRIJDERS - heeft de nieuwe Willem III-kazerne te Apeldoorn betrokken. Met de door de burgerij aangeboden trompetten defileert het regiment voor de autoriteiten. 1E0N BLUM IN ENGELAND. Hij bracht o.a. een bezoek aan Winston Churchill. Blum flinks) en Churchill, na een lunch ten huize van Churchill. ZONDAG IS HET MOEDERDAG. De Nederlandsche Banketbakkers- Vereeniging kwam op de* aardige gedachte de misdeelde kinderen op dezen dag te tracteeren en liet een groot aantal taarten bezorgen in het Boddaert Tehuis aan de Quellynstraat te Amsterdam. HET ENGELSCHE ONTDEKKINGSVAARTUIG „DISCOVERY II", IS NA EEN REIS VAN 2 JAAR NAAR HET ZUIDPOOLGEBIED IN LONDEN TERUGGEKEERD. HET SCHIP IN HET KATHERINE DOK. EEN PERSONENAUTO sloeg te Am- sterdam na aanrijding met een melk- auto over den kop. Een inzittende dame werd ernstig gewond. HET BEZOEK VAN GENERAAL VON BRAÜCHITSCH AAN ITALIË. V.l.n.r. Generaal von Brauchitsch, de opperbevelheb ber van het Duitsche leger. Koning Victor Emanuel en Mussolini bij manoeuvres nabij Rome.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5