[unotheus Klein |op het oorlogspad LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON I IN HET BEROEMDE ETON-COLLEGE zijn 38 schui lkelders gebouwd, v, aarin de leerlingen en de leeraren bij [een eventueelen luchtaanval ondergebracht kunnen worden. Een der uitgangen. DE MILITAIRE LUCHTVAARTAFDEELING IN INDIË GAAT HAAR ZILVEREN JUBILEUM VIEREN. ER WORDT GEDUCHT GEOEFEND OM BIJ DIT JUBILEUM GOED VOOR DEN DAG TE KUNNEN KOMEN. LINKS KAPITEIN ROELOFS, COMMANDANT DER NIEUWE AFDEELING OP TJILILITAN, IN EEN DER TOESTELLEN. RECHTS GLENN MARTIN-BOMMENWERPERS STARTKLAAR. door KEES ANDRIESSE. stom0 had evengoed tegen een doof- jmme kunnen spreken. L®n °ogenblik leunde hl] tegen de kus- itpSv,-nlet begrijpend wat er eigenlijk 12' ,e Doch toen sloeg plotseling de Lm al? ecn beete, verlammende golf in L r: °™hoog. Wat was er met den chauffeur En k! bad hem al Jaren in dienst twn ü?5 beleefd en oplettend ge- En nu deze plotselinge verandering hij zou toch niet eensklaps krank- Prlgeworden? ■i»«Iveuw sloeg met belde vuisten Ijt.h het glazen tusschenschotver- ISJ„'mj Probeerde het portier te openen, Itmir ?oe bij ook aan de kruk rukte en liS;,. bIeef gesloten. Het begon te mot te™ en 'n een oogwenk was de hard- b,H'ïen weg met een spiegelend ijslaagje liiei. Gehele malen slipten de achter- I ïppmP ,van bet wegdek af, maar niettemin I deÏÏ de de wagen zijn vaart niet. Over I thaia.hers van den versteend lijkenden I den T1 uherP de minister een blik op I Uca^e meber- De wijzer sidderde op In hetzelfde waanzinnige tempo raasde de auto de halte Wassenaar voorbij. De weg lag nu eenzaam en verlaten in de felle lichtbundels van de koplampen. Er was nergens een andere auto, zelfs geen fietser of wandelaar te zien, waarvan hij de aan dacht zou kunnen trachten te trekken. Toch! Een donkere massa doemde na enkele minuten voor den wagen op.een auto, die terzijde van den weg geparkeerd stond. De minister veegde met zijn zakdoek de zweetdruppeltjes van het voorhoofd. Als hij er nu maar in slaagde de inzittenden op hem opmerkzaam te maken! Doch dat was overbodig. Enkele honder den nieters voor de andere auto minderde de chauffeur vaart, om tenslotte even voorbij den geparkeerden wagen te blijven staan. Twee mannen sprongen er uit. Zonder een woord te zeggen kwamen zij op den wagen toe en de minister dankte zijn goe de gesternte voor deze onverwachte hulp. Doch de welkomstwoorden, die hij hun toe had willen roepen, bleven in zijn keel ste ken, toen hij zag, dat een van hen een re volver in zijn hand had, waarvan de loop op zijn hart gericht was. Een der mannen ging naast den chauffeur zitten, terwijl de tweede, wiens revolver nog steeds naar hem wees, het portier van slot deed en bij hem kwam. „Rustig blijven, als je leven je lief ls zei hij slechts, en liet zich op de bank te genover tien minister neervallen. „Ma maarprotesteerde deze hulpeloos. „Koest zei ik", herhaalde de ander. Opnieuw vloog de wagen over den glad den weg, den minister, die meer dood dan levend in de kussens terugleunde, steeds verder van Den Haag wegvoerend. Na eeni- gen tijd sloeg men een zijweg in en ten slotte hoorde men het geluid van de bran ding. Langs het strand ging de tocht thans voort, tot eindelijk met een groen lichtje gezwaaid werd en de wagen voor de twee de maal stopte. De man met de revolver beduidde hem uit te stappen. Hij bleef vlak achter hem en de minister voelde, hoe iets ronds tegen zijn rug gedrukt werd. „Geen kik, of De man achtte het niet noodig zijn zin te voltooien en ook zonder dat wist zijn gevangene genoeg. Moeilijk liepen ze een paar honderd meter over het natte zand tegen den wind in, tot plotseling een ge weldige schaduw voor hen opdoemde. Een vliegmachine! Timotheus raakt uit zijn gewone doen. Er hing een dikke mist, toen Timotheus een paar minuten over tien de hooge stoep van het gebouw van de „Nieuwsbode" af daalde. De vorst, die de temperatuur gedu rende eenige dagen onder het nulpunt had gehouden, scheen in dooi omgeslagen te zijn, het was althans niet koud meer. Timotheus' hoofd duizelde nog van het schokkende nieuws, dat hij zoo pas ont vangen had en hij besloot dat een flinke wandeling hem goed zou doen. Bloots hoofds, de handen diep in de zakken van zijn winterjas, beende hij met groote stap pen over het trottoir. Al spoedig geraakte hij uit de drukte van de binnenstad. De helverlichte etalages werden minder en minder en de straten waren slechts spaar zaam bevolkt. Luid klonken de voetstap pen van de enkele voorbijgangers tusschen de huizenwanden. Terwij i hij zoo voortliep hielden Timo theus' gedachten zich ingespannen bezig met de plotselinge en geheimzinnige ver dwijning van den minister van Buitenland- sche Zaken. Hoe had de zaak zich precies toegedragen? Hij kon zich daar geen helder beeld van vormen. Daarvoor waren de be richten van Donker ook te oppervlakkig geweest. Ze waren onvolledig en gaven uiteraard slechts een zeer summier idee van wat er voorgevallen kon zijn. Boven dien stond het voor Timotheus nog heele- maal niet vast, dat er inderdaad misdaad in het spel was geweest, zooals Donker zoo overtuigd gezegd had. Zeker, naar deze be richten te oordeelen .leek het daar het meest op. Indien de minister met vacantie had willen gaan. hoefde hij niet onder zulke geheimzinige omstandigheden ver trokken te zijn. Maai' Timotheus was een hartstochtelijk liefhebber van detective literatuur en door deze lectuur had hij de gewoonte aangenomen om bij alle versla gen van misdaad op eigen houtje voor speurder te spelen. In principe verdacht hij iedereen, die bij een misdaad betrokken was, van alle mogelijke kwaad. Zelfs het slachtoffer bleef voor zijn wantrouwige ver onderstellingen niet gespaard. En nooit ging hij bij zijn theoretische speurtochten lou ter van de door de dagbladen verstrekte feiten uit. Zélf was hij in gedachten beur telings zoowel misdadiger als slachtoffer, fndien hij de misdaad gepleegd zou heb ben, welke beweegredenen zouden hem dan daartoe hebben gedreven? Enhoe zou hij gehandeld hebben om niet ontdekt te worden? Op deze beproefde wijze overdacht hij ook dien avond het geval van den verdwe nen minister. Stuk voor stuk onderwierp hij de verschillende mogelijkheden aan een systematisch onderzoek. Had de minister zélf soms een reden om plotseling te verdwijnen? Maar indien dat zoo was, indien hij iets op zijn geweten had, er bang voor was, dat feiten aan het daglicht konden komen ,die hij verborgen walde houden, zou het dan niet veel een voudiger geweest zijn, indien hij met stille trom vertrokken was? Timotheus stelde zich deze vraag en pie kerde er verder over na om er een ant woord op te vinden. Tenslotte kwam hij tot de conclusie, dat een dergelijke handel wijze natuurlijk wel eenvoudiger geweest zou zijn, maar dat er ook zekere nadeelen aan verbonden waren. Een minister was een andere persoonlijkheid dan de eerste de beste burgerman, die verdwijnen kon zonder dat er een haan naar kraaide. De verdwijning van een staatsman zou bekend moeten worden. Men zou een onderzoek instellen, en de feiten, die verborgen moes ten blijven, zouden juist daardoor algemeen bekend dreigen te worden. En dat nog daargelaten, er bestond een mogelijkheid, dat de minister juist in den tijd van zijn verdwijning zich van de bedreigingen, die hem tot vluchten genoopt hadden, zou kunnen ontdoen. Maar indien hij daarna terugkwam, zouden pijnlijke vragen gesteld kunnen worden en hoe zou hij dan voor alles een verklaring kunnen vinden? Neen, hoe langer Timotheus nadacht, hoe vaster hij ervan overtuigd raakte, dat eenvoudig wég gaan in een dergelijk geval het domste was, dat gedaan kon worden. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). NAAR DEN SLOOPER. Het s.s. „Tjikembang" van de JavaChinaJapanlijn heeft zijn tijd uitgediend en is naar Hendrik Ido Ambacht versleept om zijn einde onder sloopers- handen te vinden. Het schip te Rotterdam. VOLGENS OUD GEBRUIK worden in Torrington, Devonshire, op een dag in Mei, op straat dansen uitgevoerd. De bakker en de slager bij den lentedans. DOOR DE N.V. SCHEEPSBOUWWERF „DE KLOP" TE SLIEDRECllT is voor Russische rekening een drietal Baggermolens gebouwd, die nu aan de Park kade te Rotterdam zijn gemeerd, om binnenkort naar Rusland te vertrekken. HET CARILLON van den toren van de nieuwe Koopmans beurs te Rotterdam Is gemonteerd. De groote beursbengel met twee kleinere klokken. SN SOLDAAT ALS KONINGIN ELIZABETH. Aan de beroemde Royal Tattoo in Aldershot nemen dit ar soldaten in de uniformen uit 1580, den regeeringstijd van Koningin Elizabeth, deel. Een soldaat als Konin gin Elizabeth, inspecteert bij de generale repetitie de troepen in hun historische uniformen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5