BINNENLAND
Balkanperikelen
DE NACHTEGAAL
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag i Mei 1939
Vijlde Biad No. 242(8
Wat nu?
door S. A. Reitsma
Prof. Barth betrad
politiek terrein
Dr. Colijn zendt boodschap
aan Roosevelt
Dt zaal in het Krijgshistorisch Museum te Sofia, waarin de 4 vazen met verloren
geganen grond te ntoongesteld staan.
Na den grooten oorlog leefden de Interne
mteilijkheden der Balkanstaten weer op.
1 I herleefden weer de geheime ge
nootschappen, die hun gewapende benden
hun eigen regeeringen en tegen de
bevollcingr der andere landen gebruikten.
I Macedonië had hieronder te lijden,
s grond Is hier met bloed gedrenkt. Bij-
nder berucht ls de werkzaamheid der
oro i Internationale Macedonische revolu-
Sonnaire organisatie), welke reeds ln 1893
Gruew en Deltschew opgericht was en
het Macedonische comité van Boris
srafoff ondersteund werd. Deze terroris
me bonden hadden hun hoofdzetel zelfs
in tijdlang ln de ministeries te Sofia.
Den Doolaard beschrijft den strijd der
ltadjl's onderling zeer goéd in zijn ro-
m „Orient-Express". Ik zal hier geen re
is geven van de pogingen om aan de
idlge woelingen een eind te maken. Ook
let van de werkzaamheid van Ivan Ml-
llolf. die ln 1934 verbannen werd, toen
Imro op aandringen van Joego-Slavië,
ICcleel althans, in Bulgarije werd verbo-
l doch die thans weer na een verblijf
Polen ln Italië opduikt. Evenmin wil ik
Itvijden over den moord op minister
bulrkskl (1923) en op andere vooraan-
inde politici of over den mislukten aan-
g op koning Boris (14 April 1923) en de
bommen vernielde kerk van Sveta
Welja (16 April 1923), waarbij door een
Ier het leven van den koning gered
Indien ik daarover ging schrijven,
dit artikel tot een boekwerk uitdijen,
jl ik slechts door een dagbladartikel
S duiden op de ontbindende elementen,
ke op den Balkan werkzaam zijn. Daar-
ga ik thans ook niet dieper in op de
irvarde toestanden en de vele moorden,
in Albanië Ahmed Zogoe in 1925 op den
Identszetel en daarna in 1928 op den
Hngstroon brachten, noch op de vele op-
ir.den in dat land, noch op de politieke
'(den in Beograd en Zagreb (Agraml
denk aan dien op den leider der boeren
'itsch op den uit Macedonië met me-
(erking der Kroatische terroristische
itadji's geleiden moord van koning
tonder van Joegoslavië te Marseille in
"t noch op de talrijke opstanden, de
«isafstanden en -wisselingen en moord-
slagen ln Griekenland of op de recent*
.'•binding der Uzeren Garde in Boeka-
H en het neerschieten van de leiders
organisatie „bij hun pogingen om te
«luchten."
Is Joegoslavië werd evenals in Roeme-
•i Bulgarije en Griekenland het parle-
Mt ontbonden en verder dictatoriaal ge
leerd, zelfs de naden oorlog aangenomen
wn van het Koninkrijk werd vereenvou-
I»; de boerenleider Matsjek stuurt ech-
vanuit Zagreb (het vroegere Agram)
autonomie aan. Gelukt dit en verklaren
Bosnië enz. eenerzljds en Macedonië
er Invloed van de Imro) anderzijds,
autonoom, dan valt het sterke Joe-
«vlë vroeger of later in verschillende
«en uiteen. Nu Albanië feitelijk een
lansene bezitting, zij het onder den
,m van „protectoraat" werd. moet het
de Joego-Slaven wel bijzonder onbe-
ijlljk zijn in het Noorden tegen Italië,
iitsohland (Ostmark) en Hongarije te
met Zara en Albanië als Italiaan-
«dglng in het westelijk Mid-
eo Zuiden.
*e' het oude Albanië stond Joego-Slavië
de geboorte van eerstgenoemd land
Immer op gespannen voet, doorloo-
waren er grensgevechten; Ochrid,
Prizren, Tetevo. Petsch thans in
Joego-Slavië, zijn bijna zuiver
plaatsen, althans plaatsen met
„minderheden", welke straks den
wel wegens verdrukking te hulp
u„ r9epen als zij den Joego-Slaaf dwars
Hel a ®n dan komt victor Erna-
L'SS "ieuwe Albaansche koning, zijn
llenuÜ onschuldige kinderen te hulp.
lüuiï ^et cecept.
L •ar8e is het meest sphinxachtige land
j.s, Bmkan. Behoorden Roemenië, Joe-
e en *le^ voormalige Tsjecho-Slo-
de z.g. Kleine Entente van Sla-
Bulgarije heeft er zich buiten
rnden.
i evenals bulten het Balkanpact,
n tr pebruari 1934 onder aandrang
mianrt tusschen Roemenië, Grle-
lotmm t en Joego-Slavië werd ge-
t«nt de Bedoeling elkanders grenzen i
tstrjo. eeren- Bulgarije was ook te zwaar
hp,. WuL in Duitschland tot het verzet
Ne l, vwsailler dictaat gevoerd heeft,
sterker. Thans Zoeken
C üt e,n. Engeland hier steun, maar
1 d, Ük za! zijn? Men verge te niet,
vrouw van koning Boris een Ita-
koningsdochter is. In alle lagen
der bevolking verlangt men de verloren ge-
gane gebieden terug. Toen ik in 1937 het
mooie, militaire museum te Sofia bezocht,
toonde men mij daar vier vazen, die grond
bevatten uit de verloren gegane gebieden
n.I. uit de Dobroedsja, uit Caribrod, uit Ma
cedonië en Thracië. Er werd bij gezegd, dat
Bulgarije niet zou rusten voor het deze
landstreken teruggekregen zou hebben. Ze
ker is, dat Bulgarije een uitweg wenscht
naar de Aegeische Zee, naar het vroegere
Dédéagatsch, dat, toen die stad definitief
aan Griekenland kwam, volgens het vre
desverdrag tenminste een Bulgaarsche vrij
haven zou zijn, maar het nooit geworden
is. Zal hier weer een koehandel gedreven
worden om Griekenland als prijs een „cor
ridor" te laten aanbieden? Zooals in 1915
Turkije dit deel vrijwillig aan Bulgarije af
stond en zooals Italië van Oostenrijk-Hon-
garije in denzelfden tijd aan de Adria en
ln Trentino compensatie vroeg?
Niemand weet het. Toch zou het zoo
dwaas niet zijn als Griekenland hier iets
van den prooi van 1918 liet vallen. Ook ten
opzichte van Joego-Slavië, dat zijn uitgang
door het Vardardal naar Saloniki begeert
en Turkije. Want wat dit laatste aangaat,
de groote spoorlijn Beograd-Istanboul loopt
van Svilengrad geheel ongemotiveerd over
Grieksch gebied; de belangrijke Turksche
stad Adrianopel Edirnet ligt aan een klein
zijlijntje en is daardoor van haar econo
mische omstreken practisoh afgesloten.
Men droomt er in Bulgarije van om de
spoorwegen, die ten Noorden van het
grensgebergte, den Rhodopo Dagh, dood-
loopen o.a. bij Petritsch, naar het Zuiden
door te trekken naar de Aegeische kust,
o.a. naar Kavalla.
In 1937 reisde ik van Pythion naar
Alexandroupolis over het laatst overgeble
ven lijntje van de eens zoo machtige Fran-
sche Compagnie des Ohemins de Fer Orien-
taux, alzoo langs de grensrivier Maritza.
Aan de eene zijde zag men vanuit de keu
rige Mlcheline het Turksche land, aan de
andere zijde het golvende terrein van West-
Thracië met Grieksche blokhuizen waarvan
het dak met een schildwachthuisje voor
den uitkijkpost bekroond werd. Voorts stof
fige wegen met kameelkaravanen
door de maïsvelden, wijngaarden, moerbei-
bosschen tot men bij het armoedige
Alexandroupolis kwam. Na Xanti en Drama
was langs den spoorweg naar Saloniki
alles neergebrand, wegen en bruggen wa
ren vernield na den Venizelistischen op
stand van generaal Kamenos eenige jaren
tevoren. Men verwondert zich daar niet
meer over als men de verwoeste dorpen en
bruggen in Macedonië en vooral in Zuid-
Albanië gezien heeft. Noch over de Jam
merlijke armoede op het platteland en aan
zekere weelde ln enkele meestal poli
tieke kringen in de groote steden. Even
min over de haat, die tusschen de volkeren,
rassen en standen heerscht, een haat zóó
groot, dat men zich daarvan in .Europa"
geen voorstelling kan maken.
De Balkan voor de Balkanvolken! Dat is
een leuze en zou een goede leuze zijn als
men er zich aan kon houden. Maar dat
gaat niet. Rusland strekte vroeger zijn
handen naar Konstantinopel uit, Oosten-
rijk-Hongarije naar Dalmatië, Bosnië, de
Herzegovina, de Sandsjak Novl Pasar en
verder naar de Aegeische Zee, Frankrijk en
Engeland vischten in troebel water. Ita
lië deed hieraan mee. Alle grootmachten
schoven en schuiven hun pionnen op het
Balkan-schaakbord naar voren. Italië nu
weer in Albanië. Straks wordt dit gevaar
lijk spel voortgezet, een spel, waarvan nie
mand den inzet weet. Een spel, welke Duit-
sclie, Fransohe, Italiaansche en Engdschc
soldaten evenals in 1915 zal doen vragen-:
Wat in 's hemelsnaam moeten we ln deze
oorden komen doen? Wie en wat heeft
ons in deze hel gedreven? Geeem&nn heeft
hierover in zijlr boek ,J94e ïtooht" een
typisch vooettfeeid gegeven van IXiiteohe
jongens, die door het Ibardal naar Ko-
sovska Mitrovica en het historische Ltj ster -
veld oprukten. Want hoe overweldigend
mooi en interessant de Balkan in vredes
tijd is voor den toerist, zoo ellendig zijn
deze door vijf eeuwen Turksch wanbeheer
geteisterde doodarme, achterlijke streken
wanneer de bestiale primaire gevoelens bij
een oorlog opleven. Voor de West-Europee-
sche beschaving is het een noodlot, dat de
dragers daarvan zich door een magische
kracht aangetrokken voelen en mis
schien is dit ook een noodzakelijkheid
tot een volkerencomplex, waarin niette
genstaande den uiterlijken schijn, de uai-
chie woekert. Een drang waaruit voor allen
niets dan ellende kan voortkomen. Miss
Edith Durham noemde dit al jaren geleden
„the Burden of the Balkans", de last waar
onder de diep betreurenswaardige Balkan
volkeren maar ook anderen zuchten.
Het is de vraag of wij hiervan ooit ver
lost zullen worden.
Onze generatie zeker niet!
(Nadruk verboden).
ALDUS VERKLAART MINISTER
GOSELING.
Op de vragen van den heer Faber betref
fende het weigeren van vergunning aan
prof dr. Karl Barth om ln een besloten
bijeenkomst van theologische studenten-
vereenigingen te Amsterdam een tweetal
vragen te beantwoorden, omdat deze zouden
liggen op politiek terrein, heeft de minister
van Justitie als volgt geantwoord:
In verband met het verbod van politieke
actie door vreemdelingen, dat in dezen tijd
meer dan ooit moet worden gehandhaafd,
heeft de Minister, mede omdat prof dr.
Karl Barth ten deze geen toezeggingen
wenschte te doen en omdat hij met het oog
op zijn optreden hier te lande uitdrukkelijk
te kennen had gegeven, dat hij de theologie
nooit als een politiek-neutrale aangelegen
heid had beschouwd, het noodig geacht en
kele waarborgen te treffen, dat het op
treden van genoemden hoogleeraar niet
een politieken inslag zou krijgen.
Daartoe werd. met name voor wat be
treft de behandeling van in de bijeenkom
sten te stellen vragen, de medewerking van
hoogleeraren aan de betrokken faculteiten
ingeroepen, opdat er met het noodige on
derscheidingsvermogen voor zou worden
gewaakt, dat het Nederlandsche geestes
leven niet ernstiger zou worden belemmerd
dan door de tijdsomstandigheden geboden
is. Deze medewerking is welwillend ver
leend.
Tegen de lezingen zelf bestond uit een
oogpunt van genoemd verbod geen be
zwaar ook de behandeling van vragen le
verde bij het meerendeel der bijeenkomsten
geen moeilijkheden op.
Bij de beantwoording van enkele vraag
punten in de vergadering, voorafgaande
aan de bijeenkomst te Amsterdam, werd
echter het politiek gebied op ontoelaatbare
wijze betreden. Toen daarop bleek, dat aan
een deel der te Amsterdam voorgelegde
vraagpunten, ook naar het oordeel van den
betreffenden Nederlandschen hcogleeraar.
een politieken grondslag niet kon worden
ontzegd, is zonder nadere instructie van
den Minister na overleg met prof. Barth
besloten, dat bedoelde vragen niet zouden
worden toegelaten, waarop ten slotte de
voor de behandeling van vragen georgani
seerde bijeenkomst niet is doorgegaan.
De getroffen waarborgen zijn derhalve
tot het strikt noodzakelijke beperkt en zij
zijn ten uitvoer gelegd op een wijze, die ge
heel a an de te behandelen stof was aan
gepast.
De minister-president dr. H. Colijn heeft
de volgende boodschap gezonden aan pre
sident Roosevelt ter gelegenheid van de
opening van het Nederlandsche paviljoen
op de wereldtentoonstelling te New York.
„Nu de omstandigheden een Nederland
schen minister verhinderd hebben naar de
Ver. Staten van Noord-Amerika te komen
om het Nederlandsche paviljoen van uw
grootsche tentoonstelling te openen, ver
heug ik mij er over, in de gelegenheid te
zijn een boodschap van vriendschap na
mens de regeering en het volk van Neder
land te zenden.
De Vereenlgde Staten en Nederland zijn
steeds door nauwe vriendschapsbanden
verbonden geweest. Ik behoef niet uit de
weide over de redenen. Afgezien van ge
meenschappelijk voorgeslacht, leeft de
wederzijdsche erkenning van den plicht
zich te onderwerpen aan goddelijke ordi
nantiën.
Fvenzeer vermogen beide het ware even
wicht tusschen de indivldueele vrijheid en
het gezag van den Staat te treffen. Zij
deelen een afkeer van knechtschap, zij
hechten beide aan een regelmatige volks
invloed op de regeering. en aan het in
acht nemen van de normale gedragsrege
len, zoowel door den burger als door de
gestelde machten. Uit kracht van deze
welgegronde vriendschap neemt Nederland
met oprechte vreugde aan deze tentoon
stelling deel. HIJ heeft bewondering voor
dit compact getuigenis van Amerikaan-
sche geestkracht en wat er mee werd tot
stand gebracht en het verheugt zich van
zijn paviljoen het rood-wit-blauw te zien
wapperen van zijn aloude vlag, welke
spreekt van zooveel dat Holland en de
Vereenigde Staten dierbaar is en dezelfde
kleuren begroet in de .stars and stripes".
GIFTEN VOOR DE DEFENSIE.
Verantwoording van de vrijwillige bij
dragen voor de versterking van de defen
sie: f. 13.89 K G. Krimpen aan den IJssel:
f. 8 wed. P V. Papendrecht; f. 10 S. G.
Nijmegen; f.10 G G. Rotterdam; f. 2.50 J.
B. Drimmelen; f. 27.79 K. G. Dordrecht:
f 1 mevr. E. O. Amsterdam; f. 150 J. P. G.
Jr., Ommen; f.5 mevr. H. J. H.J. H. C„
Den Haag; f. 1 J. M. S.. Leiden; f. 50 J. A. H.
Wageningen; f.5 J. M. H. Utrecht; f.1500
J. P. G. Jr. Ommen; f. 0.59 dienstplichtige
te Amersfoort; f.500 J. A. P., Wageningen:
f. 3 mevr. S. B„ Amsterdam.
Tot en met deze verantwoording werd
ontvangen f, 195.269,61.
Een restaurant begreep
de waarde van
dagbladreclame.
Een Amerikaanisoh restaurant is
onlangs een campagne begonnen ln
dagbladen. Het plaatste iederen dag
een annonce met een pakkende tekst.
Voor het met deee advertenties in de
dagbladen begon, bediende het 30 tot
40 gasten per dag, nu steeg het
aantal bezoekers tot gemiddeld 1200
per dag. 4306
..Natuurlijk gaan wij voort onze
advertenties in dagbladen te concen-
treeren", zei de directeur, de heer
Burton White.
HET HAAGSCH GEBOUW DER
ARTILLERIE-INRICHTINGEN.
Nog geen stappen na het Kamervotum.
Naar wij vernemen heeft het Rijk, na de
verwerping door de Tweede Kamer van het
door den minister van Defensie aange
vraagde crediet voor den bouw van een
nieuw administratiegebouw voor het staats
bedrijf der artillerie-inrichtingen te
's-Gravenhage, zich nog niet tot het ge
meentebestuur van Den Haag gewend.
Het is dus nog geheel onzeker, wat met
het terrein zal gebeuren, of het bouwwerk
zal worden afgebroken of alsnog zal wor
den afgemaakt. Dit laatste is uiteraard
zonder meer volstrekt onmogelijk.
De gemeente zal echter, naar ons werd
verzekerd, in dezen voorloopig geen stap
pen doen en een afwachtende houding
aannemen.
NEDERLANDSCH-DUITSCHE REIS-
OVEREENKOMST.
De regeeringspersdienst meldt:
De tusschen de Nederlandsche en Duit-
sche regeering bestaande reisovereenkomst
werd dezer dagen voor een Jaar verlengd.
Opnieuw werd daarbij een bedrag be
schikbaar gesteld voor niet-zakelijke reizen
van Duitschland naar Nederland.
In de bestaande regeling werd geen andere
wijziging aangebracht dan die, welke de
mogelijkheid opent reeds gedurende de
Pinksterdagen daarvan gebruik te maken.
(Reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplage).
Copyright P. I. 0. Bo« 6 Ci
In het paleis was alles feestelijk versierd. In het licht van duizen
den gouden lampen schitterden de vloeren en muren, die van por-
celein waren, oogverblindend. Prachtige bloemen, die allemaaj een
klokje hadden, geurden overal. Er was een druk geloop en veel
deuren g-~igen open, zoodat het steeds tochtte, waardoor de
klokjes voortdurend luidden.
Midden in de groote zaal, waarin de keizer zich bevond, was een li moeten zitten. Het geheele hof was reeds aanwezig Het kleine
gouden stang met een ring gemaakt. Hierop zou de nachtegaal p keukenmeisje had verlof gekregen achteraan bg de deur te staan,
want aQ had een vaste aansteking in de keuken gekregen.
Iedereen droeg zgn of haar beste k'eeren en icdereer keek met oogen, groot van nieuwsgierigheid.
vogel, waar de keizer tegen knikte.
naar den kleinen, grauwen