ÉtÊÉ* wm Êf 4 ZjtH) 31{; Het Poolsche memorandum aan Berlijn Gouden Echtvereeniging ie Voorschoten Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 6 Mei 1939 Vierde Blad No. 24268 AN wij zeggen Churchill moet het spook van de verzoeningspolitiek bezweren Bereid tot nieuwe besprekingen Van het echtpaar Eigeman-Degeling fr RECHTZAKEN weel U zeker wel hoe! Anctets moet U er lach eens op gaan tettert Krachtige aandrang Churchill in de regeering op te nemen D> tekst der Poolsche nota aan Dultsch- lland luidt als volgt: ZooaLs blijkt uit den tekst der Poolsch- juitsche verklaring van 26 Januari 1934. jsmede uit het verloop der onderhandelin- ipn die daaraan zijn voorafgegaan, had deze verklaring ten doel nieuwe bases te IPgen voor den opbouw der wederzljdsche bedekkingen tusschen beide landen. Deze verklaring ging uit van de twee volgende beginselen: lo afzien van het gebruikmaken van ge teld in de betrekkingen tusschen Polen en juitschland; 2o. vreedzame regeling, door vrije onder- sndelingen, van de geschilpunten, die zich ■In de verhouding tusschen belde landen pochten voordoen. De poolsche regeering heeft steeds op die de verplichtingen begrepen, die voor «aar uit deze verklaringen voortsproten. In Ben geest was zit bereid de betrekkingen on nabuurschap met het Duitsche rijk te rermen Ai gedurende verscheidene jaren voorzag ,t Poolsche regeering. dat de moeilijkheden jndenonden bij de uitoefening van de actie van den Volkenbond te Danzig een ■garde situatie zouden scheppen en dat yin. in het belang van Polen en Duitsch- fcnd verbetering moest worden gebracht. Gedurende verscheidene jaren heeft de Poolsche regeering de Duitsche re geering te verstaan gegeven, dat over gegaan moest worden tot openhartige besprekingen. De Duitsche regeering scheen zich echter daaraan te willen onttrekken en beperkte zich er toe vast Ie stellen, dat de Danzigschc proble men de Poolsch-Duitsche betrekkingen niet zouden bemoeilijken. Bovendien heeft de Duitsche regeering eer dan eens de Poolsche regeering ver keringen ten aanzien van de vrije stad (hnzig gegeven. In dit verband behoeft hts herinnerd te worden aan de ver- ring door den rijkskanselier afgelegd op I februari 1938. De rijkskanselier heeft |ttn openlijk in den Rijksdag het volgende Sietfende Danzig verklaard: .Be Poolsche staat eerbiedigt de nationale «sanden in Danzig en de vrije stad en lïitschland eerbiedigt de rechten van to". Aldus was het mogelijk den weg naar ten accoord in te slaan, dat begon met Ranzig en dat het mogelijk maakte, ondanks de pogingen van sommige vredesvcrstoorders, definitief het vergif in de Duitsch-Poolsche betrekkingen te neutraliseeren en aldus een aanvang te maken met oprechte en vriendschap pelijke samenwerking. [Eerst na de gebeurtenissen van Septem- heeft de Duitsche regeering het dbeeld geopperd van besprekingen met fin over wijziging van de positie van rig en over een doorgangsweg tusschen fn Rijk en Oost-Pruisen. 1 verband daarmede spreekt het Duit tor memorandum van 26 April 1939 over toebeelden geopperd door den Duitschen toister van Buitenlandsche Zaken tijdens to onderhoud, dat hij 21 Maart 1939 te priijn heeft gehad met den ambassadeur to.i Polen. li" dat onderhoud werd er van Duitsche pde de nadruk ou gelegd, dat een regeling pi die kwesties bespoedigd moest worden, toeen een voorwaarde werd genoemd w de handhaving van alle Duitsche voor alen. Hoewel verrast door dezen aan- fing Op spoed en door de omstandigheden aronder zij geformuleerd werden, heeft ^Poolsche regeering zich aan onderhan- ton niet onttrokken. Zij was echter to oordeel, dat de Duitsche eischen ge- den aldus geformuleerden inhoud, door ^to niet aanvaard konden worden. POOLSCHE VOORSTELLEN. I °P 26 Maart werd het Poolsche stand- pit in een schriftelijke verklaring aan de towhe regeering uiteengezet. Dat stand- tot kan als volgt samengevat worden: 1'd- De Poolsche regeering stelde een ge- penschappelijke Poolsch-Duitsche garan- voor van het afzonderlijk bestaan van t vrije stad Danzlg. welker regime eener- K gebaseerd zou zijn op de algeheele RMtd van het binnenlandsche leven der purseljjke bevolking en anderzijds op de poiediging van de rechten en belangen to Polen. L!o-De Poolsche regeering was bereid met huuche regeering alle nadere regelin- ïnrt ^studeeren. welke van technisch "dpunt bezien het transitoverkeer per 7°°™^ en langs de straatwegen van KL?"en: die van het Duitsche gebied naar hdsen gaan. vereenvoudigen en ver- pnukkelijken. im? ,as bereid aan dat transitoverkeer ,™n mogelijk hinderpalen in den weg het wilde den Duitschen wen- men" 'ï0 dberaal mogelijk tegemoet ko to» ™}ter met één enkel voorbehoud: *5,"iet kunnen afzien van zijn sou- men over gedeelte van het ge- to ■::xn°'v-er bedoelde verkeersmidde- LTelslotte beeft de Poolsche regeering er to rarfwf 1)31 bet verleenen van facilitei ten ™e verbindingswegen door Pomme- T»nd tül"2 van de houding van Duitsch- *öobh!enover de vrije stad Danzig. De öu-?", kegeering heeft bijgevolg geheel kiitvï, 'n den geest van de Poolsch- -rtiior,6 verWaring van 1934. welke elk der hanrt machtigt haar standpunt bij on- oandelingen te bepalen. Ee" maand lang is hierop geen for- antwoord ontvangen. Pas op 28 beeft de Poolsche regeering doen van tegenvoorstellen in plaats van de aanvaarding zonder meer van de van Duitsche zijde mondeling geopper de denkbeelden, door het Duitsche rijk beschouwd werd als een weigering om te onderhandelen. Het spreekt vanzelf, dat het stellen van eischen door den eenen staat, welke dan zonder wijziging of reserve door den anderen staat aan vaard zouden moeten worden, niet be schouwd kan worden als onder handelingen in den zin van de verkla ring van 1934. Dat kan evenmin in overeenstemming zijn met de vitale be langen en de waardigheid van den Poolschen staat. Er dient ook od gewezen, dat de Poolsche regeering niet in staat was zich uit te spreken over een Poolsch-Duitsch-Hon- saarsche garantie van de onafhankelijkheid van Slowakije, waarop het Duitsche memo randum in algemeene termen zinspeelt en waarop de rijkskanselier in zijn rede van 28 April nader inging Immers een derge lijk voorstel was in dien vorm voordien nooit gedaan. Men kan zich overigens moeilijk voorstel len hoe een dergelijke garantie in overeen stemming gebracht zou kunnen worden met het Duitsche politieke en mlltaire protec toraat over Slowakije, dat eenige dagen voordien werd afgekondigd, nog voordat Duitschland zijn voorstellen aan Polen deed toekomen. 3o. De Poolsche regeering kan niet de Duitsche interpretatie aanvaarden van d® verklaring van 1934, welke daarop zou neerkomen, dat Polen zou moeten afzien van het reeht politieke aceoor den met derde staten te sluiten, d.w.z. afstand doen van de onafhankelijkheid van zijn buitenlandsche politiek. Uit de politiek der Duitsche regeering van de laatste jaren blijkt duidelijk dat zjj voor zichzelf niet een dergelijke conclusie uit die verklaring trok. In dat verband herinnert de nota aan de Duitsche ver plichtingen jegens Italië en het Duitsch- Slowaaksche accoord van Maart 1.1 WEDER KEERIGHEID. De Poolsche regeering verleent en eischt wederkeerigheld in haar betrekkingen met andere staten, aangezien dat de eenig mogelijke basis is van normale relaties tus schen de staten. De Poolsche regeering verwerpt als onge fundeerd alle verwijten en bezwaren in zake de z.g. onvereenigbaarheid van de weder- zijdsche Poolsch-Britsche garantie van April 1939 en de Poolsch-Duitsche verkla ring van 1934. De Britsch-Poolsche garantie is zuiver defensief, bedreigt Duitschland in het geheel niet en is gelijk aan het Poolsch- Fransche bondgenootschap, waarvan de Duitsche regeering erkent, dat het wel ver- eenigbaar is met de Poolsch-Duitsche ver klaring van 1934. De nota citeert dan de passage in de Poolsch-Duitsche verklaring betreffende de aanvaarding der beginselen van het Kel- logg-pact, dat juist beoogt het afstand doen van een oorlog als instrument der nationale politiek, welk pact ook door Duitschland werd geteekend Hieruit blijkt, dat Polen door de verklaring van 1934 niet meer gebonden zou zijn. indien Duitschland In strijd met het pact tot een oorlog mocht overgaan. De verplichtingen van Polen, voort- vloe ende uit het Poolsch-Britsche accoord, zouden van kracht worden, in geval van een actie van Duitschland. welke de onaf hankelijkheid van Groot-Brittannië zou bedreigen en dan zou bii<Tevolg Polen tegen over Duitschland ook niet meer gebonden zijn door de verklaring van 1934 en het Kellogg-pact. Wanneer de Duitsche regeering de Pool sche regeering verwijt, dat zij zich heeft verplicht de onafhankelijkheid van Groot- Brittannië te garandeeren en wanneer zij alsdan als een schending door Polen van de verklaring van 1934 beschouwt, laat zij na rekening te houden met haar eigen ver plichtingen tegenover Italië, waarover de rijkskanselier op 30 Januari 1939 heeft ge sproken. Meer in het bijzonder houdt de Duitsche regeering geen rekening met haar verplichtingen tégenover Slowakije, vervat In de accoorden van 18 en 23 Maart 1939. De Duitsche garanties tegenover Slowakije maken geen uitzondering voor Polen. De vestiging van garnizoenen en het aanleggen van versterkingen in West-Slowakije waren voornamelijk tegen Polen gericht. Uit het voorgaande blijkt, dat de Duitsche regeering geenszins het recht had eenzijdig te verklaren dat de Poolsch-Duitsche ver klaring van 1934 niet meer van kracht was. Deze verklaring was overigens voor den tijd van tien jaar gesloten en mocht tijdens die periode niet opgezegd worden. Er dient verder od gewezen, dat de ver klaring van 1934 buiten werking werd ge steld. nadat Duitschland had geweigerd de toelichting te aanvaarden in zake de ver- eenigbaarheid van de Poolsch-Britsche ga rantie en de Poolsch-Duitsche verklaring van 1934. welke toelichting de Poolsche regeering van plan was aan den Duitschen vertegenwoordiger te Warschau te zenden Hoewel de Poolsche regeering niet de opvatting van de Duitsche regeering deelt, dat de verklaring van 1934 door Polen zou zijn geschonden, is zij toch bereid, in geval de Duitsche regeering er prijs op steit. dat de Poolsch-Duit sche betrekkigen opnieuw contractueel worden geregeld op basis van goed® nabuurschap, voorstellen van dien aard *e aanvaarden, echter onder voorbe houd, dat rekening wordt gehouden met d® principieele opmerkingen, hier boven in dit memorandum uiteengezet. 17 Mei a.s. zal het 50 jaar geleden zijn dat J. W. Eigeman en J. Degeling wonende te Voorscholen in den echt werden verbonden. Wij kunnen ons de vreugde der jubilarissen voorstellen wanneer op dien dag hun 10 kin deren, waarvan 9 gehuwd, en hun 14 klein kinderen zich bij hen voegen om de herinne ringen uit die 50 jaren te overdenken. Vooral de bruidegom heeft in wijden kring bekendheid verworven, eerst als bediende van den beurtschipper Verhoog, Voorscho tenRotterdam, vervolgens bij de familie Reyneveld en tenslotte op de kweekerij „Fi- lices" van wijlen den heer R. Eggink, waar „Jan" met paard en wagen beladen met bloemen, geregeld naar Den Haag trok om de verschillende bloemenhandelaren van verschen voorraad te voorzien. Nog steeds is hij werkzaam in het tuinbouwbedrijf. Ook de gouden bruid weet nog van geen stilzit ten! Wij wenschen het echtpaar in hun wo ning Wijngaardenlaan 121 nog vele geluk kige en gezonde jaren toe! HAARLEMSCHE RECHTBANK. Diefstal m vereeniging. Voor bovengenoemde Rechtbank stonden terecht de gezusters J. R. en C. R. uit Hil- legom. aan wie diefstal ten laste was ge legd. Zij hadden op verschillende tydstip- pen bij V. en D. te Haarlem kinderschoen tjes en andere voorwerpen weggenomen. Ook bij andere firma's hadden zij hetzelf de uitgehaald. De Officier van Justitie eisehte tegen J. R. een gevangenisstraf van 3 maanden en tegen C. R. een gevangenisstraf van 6 we ken. HAARLEMSCHE POLITIERECHTER. Mishandeling. Een 39 jarige transportarbeider uit Hoofddorp stond terecht wegens mishan deling. Op 18 Febr. jj. had hij den melk- slijter H. I. uit Hoofddorp een klap gege ven, waardoor deze een blauw oog en bo vendien verwondingen opliep aan zijn hoofd. De oorzaak ging over een oude schuld die verdachte nog moest betalen en die getuige van verdachte's geld af hield.- De officier van Justitie achtte het feit bewezen, eisehte tegen hem 1 week gevan genisstraf. Overeenkomstig den eisch werd verdachte veroordeeld. Nogmaals mishandeling. Een 32 jarige incasseerder uit Haarlem mermeer stond hierna terecht wegens mis handeling van den aannemer M. v. Z. uit Haarlemmermeer. Verdachte zou van Z. eenige klappen hebben toegediend. De officier van Justitie eisehte een geld boete van f. 25.subs. 15 dagen hechte nis. De Politierechter veroordeelde verdach te tot een geldboete van f. 10.subsidair 6 dagen hechtenis. 4397 (Ingez. Med.V door kansel] de rijksdagrede van den rijks- 1Fr en het Duitsche memorandum '""men, dat het enkele feit van het Onze Londensche correspondent schrijft: Hoe lang nog voor Churchill In het kabi net wordt opgenomen? Dat is de vraag die zich hier steeds meer op den voorgrond dringt. Het gaat daarbij niet om de persoon van Churchill alleen- maar om een verregaande reconstructie van het Engelsche kabinet. Tallooze malen reeds hebben de politieke profeten aange kondigd dat een dergelijke reconstructie op handen was. maar eiken keer zijn de voorspellingen lalikant uitgekomen en heeft Chamberlain zich ertoe beperkt een enkele onbekende nieuwe kTacht in zijn kabinet op te nemen, of tot een interne verschuiving van sommige ministers. Zoo bijvoorbeeld bli de aanstelling van een mi nister voor munitie-voorziening. Voor de benoeming openbaar gemaakt werd, was er van verschillende zijden sterke druk op den premier uitgeoefend deze gelegenheid te benutten om Churchill in het kabinet op te nemen. Maar wederom heeft hij ge weigerd om voor dezen druk te wijken en heeft hij de post gevuld door de portfolio aan den betrekkelijk onbekenden minister van Transport te geven en de zoo vrijge komen plaats door een onder-minister laten bezetten. Daarmee is de agitatie voor een grondige versterking van het kabinet echter niet opgehouden, integendeel zij wordt des te krachtiger voortgezet en het zou kunnen schijnen dat het oogenblik niet meer veraf is. waarop de premier ten lange leste voor den aandrang In pers en parlement zal moe ten zwichten. Men denke niet dat dit een kwestie van ondergeschikt belang is die alleen Engeland raakt. Geenszris. Zou Churchill in het ka binet worden opgenomen dan zal dit van het allergrootste belang zijn voor Enge land's buitenlandsche politiek en zoodoende voor het behoud van den internationalen vrede. De reden is als volgt. Evenals Bon net in Rusland en in Oost--Europa in het algemeen, weinig vertrouwd wordt, zoo zijn er ook teekenen ten over dat er niet alleen in Engelsche Oppositie-kringen maar ook in de landen die Engeland aan zijn zijde tracht te scharen, in het bijzonder Rus land. nog steeds een sterk wantrouwen be staat ten opzichte van de oprechtheid van Chamberlain's bekeering tot de nieuwe po litiek van krachtig verzet tegen het Duitsch expansionisme. Het is geep geheim, dat dit wantrouwen een van de obstakels vormt voor het tot stand komen van een Anglo- Fran sell-Russische overeenkomst. Geheel onbegrijpelijk is dit niet. Het Is nu eenmaal niet gemakkelijk te gelooven dat het drie manschap Chamberlain-Hoare-Simon dat zoo vaak imen denke aan Abessynië. Spanje of Tsj echo-Siowakije) krachtige woorden heeft gesproken zonder echter de con sequenties van die woorden te dur ven aanvaarden, dat zoo lang zoori ver bluffend vertrouwen in de beloften en verzekeringen van Hitler en Mussolini heeft gesteld en dat een jaar lang zoo ver knocht is geweest aan de verzoeningspoli tiek. nu werkelijk bereid is de nieuwe politiek van krachtig verzet tot het bittere einde door te voeren. De Engelschen, die Hitler en Mussolini zoo gaarne verwijten dat zij hun beloften breken en dat woorden en verzekeringen daarom niet meer genoeg zijn maar door daden moeten worden be wezen. vergeten maar al te gemakkelijk dat de landen die nu gevraagd werden zich bil Engeland aan te sluiten, met eenige reden wantrouwen aan de waarde van Chamberlain's beloften en woorden. Er is daar destemeer reden voor omdat er tel kens weer teekenen zijn dat een kleine, maar invloedrijke gToep achter de scher men. gewoonlijk bekend als de Astor- groep en die in het verleden in nauw con tact met. Downing Street stond, haar ge loof in de verzoeningspolitiek nog aller minst heeft opgegeven. Het eerste bewijs dat deze school nog steeds actief werkzaam is kwam vlak na de Engelsche garantie aan Polen. Men zal zich herinneren dat de „Times", die al zoo lang en vaak met succes een „welwillende verzoeningsgezinde" houding tegenover Duitschland heeft bepleit toen in een op zienbarend hoofdartikel de voorstelling trachtte te wekken, dat de Engelsche ga rantie niet de Poolsche grenzen maar al leen de Poolsche onafhankelijkheid gold. en dat het aan Engeland lag om te be slissen welke Duitsche eischen Polen zou kunnen inwilligen zonder zijn onafhanke lijkheid in gevaar te brengen. Beck was daar zoo ontzet over. dat het een oogenblik wel leek alsof hij zijn bezoek aan Londen zou atlassen en er is dan ook een krachtig Foreign Office dementie voor noodig ge weest om het kwaad dat de „Times" ge daan had te herstellen. Sinsdien is er van bevoegde zijde steeds de nadruk od gelegd dat Engeland geenerlei druk op Polen zou trachten uit te oefenen en dat Polen voor zichzelf moest beslissen hoe ver het met de inwilliging van de Duitsche eischen zou kunnen gaan. Zooals men wellicht reeds gelezen zal hebben, hebben de voorstanders van de officieel reeds doodgewaande ver zoeningspolitiek het daarbij niet gelaten. Nu de situatie tusschen Berlijn en War- schau zich op gevaarlijke wijze begint toe te spitsen, geven zü opnieuw teekenen een i campagne op touw te willen zetten die Engeland's nieuwe bu tenlandsche politiek op de gevaarlijkste wüze zou kunnen on dermijnen. Niet zonder reden heeft Chur chill onlangs gezegd dat het nu erop of eronder was en dat de geringste zwakheid Engeland en den vrede noodlottig zou kun nen worden. Daarom juist zou een her nieuwde campagne van de Astor groep uiterst bedenkelük kunnen worden Welis waar is het nog te vroeg om reeds van een campagne té spreken, het kan zijn dat het bli de eene proefballon die de voorstanders van de verzoeningspolitiek in de ..Times" hebben opgelaten zal blijven. Zooals zoo vaak. nam het de vorm aan van een pro- minent-geplaatst ingezonden stuk in de „Times", een lang pleidooi voor de oplos sing van de geschillen met Duitschland langs den weg van vrienschappelijke be sprekingen en in het bijzonder voor de op- vatt'ng van de Engelsche garantie aan Polen, die het Foreign Office een maand geleden in allerhaast moest dementeeren. Nu Engeland, zoo luidde het. Polen gega randeerd heeft heeft het op zijn minst het recht er zich van te overtuigen dat Polen geen „redelijke" Duitsche eischen verwerpt en Engeland zoodoende eventueel in een is kennelijk, dat Engeland wel zal beslissen Europeeschen oorlog betrekt. De bedoeling wat ..redelijke" eischen zijn. en dat Polen, ais het niet naar Engeland's „raad" in dezen wil luisteren niet op de uitvoering der bijstandsverplichtingen mag rekenen. Het is waar, dat een ingezonden stuk van een particulier niet de kracht van een offi cieel communiqué mag worden toegekend, maar het is nauwelijk te verwonderen dat zü die de techniek van de „Times" hebben leeren kennen en die weten, hoe nauw het contact tussohen Downing Street en ver schillende leden van de Astor-groep is, dit nieuwe levensteeken van de verzoenings politiek niet over het hoofd kunnen zien. Het wantrouwen in de vastberadenheid der regeering zal dan ook ongetwüfeld er door aangewakkerd worden. Nu is het juist om dit wantrouwen dat het succes van de nieuwe Engelsche politiek zoo licht noodlottig zou kunnen worden en dat tegelükertüd mannen als von Ribben- trop slechts kan sterken in hun vaste over tuiging, dat Chamberlain, als het er op aan komt. toch niet zal vechten, op te heffen, dat er in een groot deel van de pers steeds sterker op een verregaande reconstructie van het kabinet wordt aangedrongen. Men redeneert dat alleen de opneming van Churchill en Eden, die al zoo lang tegen de gevaren van de verzoeningspolitiek hebben gewaarschuwd en wier oordeel door de ge beurtenissen zoo geheel bevestigd is gewor den. Duitschland en de landen van Oost Europa ervan zal overtuigen dat het Enge land ditmaal ernst is. Sommigen gaan nog verder en zeggen dat de opname van Chur chill en Eden in het kabinet niet genoeg is, maar dat het driemanschap Chamber- lain-Hoare-Simon wier namen zoo onver- brekelük met de verzoeningspolitiek zijn verbonden moeten aftreden, voordat En geland's nieuwe politiek in Europa au serieux genomen zal worden In hoeverre de Conservatieve partij in het Lagerhu s deze opvatting deelt is moeilijk te zeggen. Interessant is echter dat een groot en be langrijk deel van de conservatieve oers zich onomwonden voor de opname van Churchill in het kab'net u'tspreekt toet alleen de Yorkshire Post. de trouwe vriend van de Chu chiü-Eden groen maar ook een zoo invloedrijk blad als de Da"v Teleeraoh om van de populaire Ders zooals de .Daily Mail" en Daily Express" noc niet eens te spreken, dringt hier al weken lang od aan. (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13