\Onthulling van een gedenksteen voor dr. Lely - Wandelmarsch in Indië Me Jaargang LEIDJCH DAGBLAD Tweede Blad timotheus Klein öphet oorlogspad tSt 1 m - W$m "Én FEUILLETON MINISTER-PRESIDENT DR. II. CCXLIJN Jinlhulde gisteren in den gevel van het geboortehuis van dr. C. Lely aan de Leidsehegracht te Amsterdani, een gedenksteen. Tijdens de rede van den minister. HET SCHIPPERSKAMP IJSSELSTEIN" TE HATTEM waar werklooze schippersj ongens opgeleid zullen wor den, is door min. prof. mr.Romme geopend. Het kamp gaat uit van de slichting Nederland's Volkskracht". 'Aw' 4 sfer.ït; TWEEDAAGSCHE WANDEL- MARSCHEN TE BATAVIA. WELGEMOED OP WEG. DE HERTOGIN DANST. De Hertogin van Kent danst op een liefdadigheidsfeest in Ply mouth met den burgemeester van Plymouth. LUCHTBESCHERMINGSOEFENINGEN IN ENGELAND. Bij een „aanvalop het militaire kamp te Aldershot. De vrouw van een soldaat brengt haar kinderen naar een veiliger plaats. V-S£v:-. u I BE NEDERLANDSCHE DAVISCUP-PLOEG IN POLEN. Van Swol en de I Braauw toonen groote belangstelling voor het spel van hun a.s. tegenstan- |ders- V-l.n.r. v. Swol, een Poolsche official, aanvoerder Leembruggen en jhr. de Braauw. OP PATROUILLE DOOR DE WOESTIJN. De Meharisten, kameelruiters, zijn de politie van de woestijn. Zij vormen een onderdeel van het Egyptische leger. Een groep Meharisten op patrouille. door kees andriesse. Li. zeker?" flapte Timotheus eruit. |\nfs<Lover zijn eigen gevatheid. Lj °e eerste maal van zijn leven, dat t'd v ™'tenlandredacteur een hatelijk- on toevoegen, schonk hem geen be kt» E' want Borgers had direct na zijn IP* Woorden afgebeld. te verwachten was, stond Ver- ÉT.JJ.ytur en vlam. toen Timotheus hem fcósefiv overbracht en de miskende Karante moest een vloed van onaan- M i ïvoor<ten over zijn schuldeloos 'M. saan, eer hij hem de belofte «najneen had, dat hij om tien uur ko- begon Timotheus daar- In vei verlaten redactielokaal heen Ln, „r te wandelen. Borgers had weer e omn ï?n z|)n kul'en- °P de ongelegen- iEfS was soms verhinderd (onder I- 1 eenvoudig weg, vaak zelfs est - voren bericht te geven. Dan «riliii/'ü1 huis opgebeld worden en gc- t anti» eeg men daar van z^n hosPita ps-i^oofd, dat meneer uitgegaan was niet wist, wanneer hij zou terug komen. Ieder ander zou na één zoo'n esca pade op straat gevlogen zijn. maar Borgers had een streepje voor. Hij beschikte over uitgebreide relaties, waardoor hij zijn krant dikwijls aan primeurs geholpen had en daarom zag men bij hem door de vingers, wat een ander zijn baantje gekost zou heb ben. ..Dat kan hij doen", mopperde Timotheus, terwijl hij zich weer over zijn werk boog. Maar in zijn hart voelde hij tegelijkertijd een schrijnende leegte. Want hoezeer men op de redactie ook het land had aan Bor gers om zijn eigenmachtig optreden en zijn vaak hatelijken spot, men wist, dat hij voor de krant onmisbaar was En dat was Ti motheus nietAls hij plotseling weg zou blijven, zou men hem nauwelijks mis sen Opnieuw ratelde de telefoon. „Den Haag voor U", zei de juffrouw. „Dank U". mompelde Timotheus afwezig, terwijl hij zich afvroeg, wat dat voor een bericht zou kunnen zijn. Tusschen zes en tien uur 's avonds stond de berichtentoe- vloed vrijwel stop, zelfs de correspondenten wachtten zooveel mogelijk tot na dien tijd, omdat dan de nachtredactie op haar post was. „Hallohallo", herhaalde hij auto matisch. Het duurde lang eer de aansluiting tot stand kwam. Eindelijk klonk een hij gende, opgewonden stem. „Redactie?" „Ja, Nieuwsbode", antwoordde Timotheus. „Is er nog geen stenograaf? Doe het dan zelf. maar schiet in 's hemelsnaam wat op, want het is van het hoogste belang!" Haastig greep Timotheus potlood en pa pier. „Met Donker uit Den Haag. Ik heb iets bijzonders, neem onmiddellijk op „Ben je zoover?" kwam Donker's onge duldige stem weer. „Ik zal langzaam dic- teeren.... Hedenavond omstreeks half negen werd de aandacht van den pariementsver- slaggever van de „Nieuwsbode", die op vftg naar zijn woning was. getrokken door een zwak gekTeun, dat uit een portiek in een stille straat kwam. Hij stelde onmiddellijk een onderzoek in en vond in den versten hoek een bewusteloozen man. Met groote moeite slaagde hij er in hem weer bij te brengen. Uit zijn uiteraard vrij verwarde verklaringen bleek, dat hij de particuliere chauffeur van den minister van Buiten- landsche Zaken was. Verder viel uit zijn mededeelingen op te maken, dat hij door twee mannen overvallen werd, toen hij zijn wagen gereed maakte om den minister van zijn departement te halen. Eén van de aanvallers droeg een chauffeursuniform, dat als twee druppels water op het zijne geleek. De onverlaten hebben den chauffeur met een zwaar voorwerp een slag op het hoofd toegebracht, waardoor hij het bewustzijn verloor „Treurig, treurig", zei Timotheus. „Ongetwijfeld. Heb je dat? Pas dan op, want het mooiste komt nogOnze verslaggever waarschuwde onmiddellijk de politie, die den man met een brancard naar het ziekenhuis liet vervoeren. Infor maties aan het huis van den minister be vestigden, dat de chauffeur omstreeks acht uur zijn meester zou komen afhalen, daar deze wegens den gespannen internationa len toestand heden langer op het departe ment zou blijven dan gewoonlijk. De auto met den minister is echter niet thuis ge komen, hoewel Zijne Excellentie, volgens den portier van het ministerie, wél is in gestapt en weggereden. De minister-presi dent is direct van deze raadselachtige ver dwijning op de hoogte gesteld en de politie doet alle mogelijke moeite om den verdwe nen bewindsman terug te vinden Klaar! En denk erom. dat wij de eenigen zijn, die dat bericht hebben! Niemand an ders weet er nog van. Bel direct Borgers op en waarschuw den baas. We moeten zien, dat we dit nog in een extra editie op straat krijgen. Als ik wat meer te weten kan komen, bel ik opnieuw. Adieu!" Met wijdopengesperde oogen las Timo theus het bericht nog eens over. Zie. daar was nu het avontuur! En een bloedjong verslaggevertje ais Donker maakte het mee, terwijl hij, Timotheus, hier op de redactie moest zitten en brief jes van kinderen beantwoorden. Wat zou er eigenlijk met den minister gebeurd zijn? Zou het waar zijn. wat de chauffeur ver telde? Dan zou er misdaad in het spel zijn! Terwijl hij het nummer van Borgers draaide, voelde Timotheus een rilling van opwinding over zijn rug gaan. Wat een sensatie, wat een avontuur! De bitse stem van Borgers' hospita on derbrak zijn overdenkingen. „Neen, meneer Borgers is niet thuis, hij is uitgegaan." „Maar om ongeveer half negen belde hij op!" protesteerde Timotheus. „Het is wer kelijk dringend, ik moet hem. spreken!" „Hij is er niet en daarmee uit!" snauwde leze lieftallige dame en belde af. Hulpeloos haalde Timotheus zijn schou- lers op en belde den hoofdredacteur op. die gelukkig wel thuis was en die beloofde onmiddellijk te zullen komen. Kort daarop werd er weer gebeld. Nog er hij den hoorn weer aan zijn oor had gebracht, hoorde hij Donker's opgewonden stem. „Zeg, Klein, er zit veel meer aan dat zaakje vast dan oorspronkelijk wel leek! Ik ben er van overtuigd, dat er misdaad in het spel is! De politie heeft de auto onbe heerd aangetroffen op het strand boven Katwijk aan Zee. En uit de sporen in het zand vermoeden ze, dat een vliegmachine van daar is opgestegen. En in het werkver trek van den minister is de brandkast ge forceerd. Ook in zijn huis is in zijn stu deerkamer ingebroken. Ales is overhoop ge haald. maar het is nog niet bekend of er iets vermist wordt. Dat zal voorloopig ook nog wel een tijdje duren, want ambtenaren van het departement moeten alles onder zoeken. Maak hier zelf maar zoolang een berichtje van. Ik bei vanavond nog een uitvoeriger verslag door." Timotheus slaakte een zucht van verlich ting, toen kort daarna Vermeer mopperend binnenkwam om in zijn plaats de zorg voor het sensationeele nieuws op zich te nemen. Intermezzo. De minister was verbaasd, toen zijn chauffeur dien avond, in plaats van de richting Zorgvliet in te slaan, hem over den Benoordenhoutschen weg reed. In ge dachten verdiept als hij was. merkte hij het eerst, toen ze bijna den Leidschen straatweg bereikt hadden. Hij tikte tegen het glazen tusschenschot, doch de chauf feur sloeg daar blijkbaar geen acht op en reed met onverminderde snelheid door. „Stop!" riep de minister geïrriteerd, ,,stop!". (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5