Oplossingen
Schoonmaak
Goede oplossingen
s -
„Enne, hoe krijg je die er in?"
„Dat zal je direct zien. We knippen nu
de banen van onderen een stukje open,
zoodat er een opening van ca. 10 centimeter
middenlijn ontstaat. De vrijkomende eind
jes papier gebruiken we, om er een ring van
ijzerdraad in de opening tc plakken. Het
gewicht van dien ring houdt den ballon in
de lucht rechtstandig. Het is de ballast.
A propos, Padje heb je een stuk dik ijzer-
draad en een nijptang meegebracht, zooals
ik je gezegd heb?"
,,Dat spreekt van zelf!" Padje haalde
een eind draad van c.a. 35 c.M. lengte uit
zijn broekspijp en een tang uit zijn jaszak.
De draad werd tot een ring gebogen en als
een krans o mde opening geplakt.
„Nu zetten we nog een sterretje van
papier boven op den bol. om elke opening
goed af te sluiten, zoodat er geen lucht uit-
stroomen kan, en onderwijl haalt Els de
kleine petroleumlamp uit den kelder. Luci
fers heb ik wel in mijn zak".
Toen alles gereed was en de lamp bran
dend op den vloer stond, grepen de jongens
den ballon en zetten hem met een zwaai,
waarbij hij bol kwam te staan, boven op de
lamp; de heete lucht, die uit het lampeglas
opsteeg, stroomde in de holte. Reeds na
korten tijd voelden de jongens de warmte,
de ballon trilde onder hun handen en
toonde duidelijk het streven op te stijgen.
..Los!" commandeerde de Kever, en toen
de jongens hun handen terugtrokken, rees
het gevaarte rechtstandig naar de zolde
ring. waar het tegen aangedrukt plakken
bleef.
„Aaah!" Deze roep ontsnapte aan vier
monden, terwijl vier paar oogen vol bewon
dering staarden.
„Maar hoe krijgen we hem weer naar
beneden?" vroeg Sherlock, „moet ik een
ladder hallen?"
„Niet noodig. Zoodra de lucht binnen
in afgekoeld is, komt hij vanzelf omlaag.
Dat gebeurde ook werkelijk spoedig.
„We moeten hem eens buiten in de
opne lucht laten vliegen," stelde Padje
voor. „Hier op zolder is het toch maar een
armzalige vertooning.''
„Dat lappen we 'm op de wei, morgen
middag," zei Sherlock enthousiast. „Maar de
petroleumlamp kunnen we onmogelijk mee
nemen.''
„Hoeft niet," beleerde hem de Kever.
„Een leeg schoensmeerdoosje, een beetje
watten en een fleschje brandspiritus is
alles wat we noodig hebben."
„Daar zal ik voor zorgen," zei Els.
„want ik ga mee naar het veld."
„Afgesproken!" besloot de Kever, „en
jij, Padje, kunt misschien nog wat dun
ijzerdraad meebrengen?''
„O-Ké!"
Toen Zondagsmiddags de G-menclub en
haar assistente Els naar de wei buiten de
stad fietsten voor het feest der ballonop
stijging. scheen het meizonnetje vriendelijk
op het grasveld, waar de lieve meizoentjes
hun witte kopjes nieuwsgierig uit het
groene dek staken als wilden ze kijken wat
de drie jongens en het meisje uitvoerden
De dampkring was volmaakt rustig.
.steeg het rood-groene gevaarte lang
zaam en statig de lucht in.
Een ideaal weertje voor ons doel. con
stateerde de Kever met voldoening.
We zouden het niet beter kunnen
wenschen. beaamde Els.
Ze waren op de wei aangekomen legden
de fietsen neer en pakten den ballon uit.
Padje keek misnoegd naar een aantal
koeien, die op eenigen afstand rustig lagen
te herkauwen
Als die beesten maar geen roet in het
eten gooien, zei hij.
Wees geen zanikpot, Padje! Je bent
groot en dik genoeg om een koe bij de
horens te pakken, en je bent toch bang
voor zoo'n beest. Je moest je schamen,
keurde Els ziln gedrag af
In de oogen van deze jonge dame wilde
Padje toonen dat hü geen lafaard was.
Ifc bedoel alleen, dat ik voor onzen
ballon vrees. Wat my betreft mogen de
beesten doen wat ze willen. Ik trek mij
niets van hen aan", zei hij met een min
achtend handgebaar.
Intusschen hadden de Kever en Sherlock
het schoensmeerdoosje met ijzerdaad zoo
danig in de opening bevestigd, dat het ca
5 centimeter binnen den ballon zat. Nu
legden ze een flinken dot watten, in brand-
sp.ritus gedrenkt, er in.
Aanpakken, jongens en den ballon
recht houden! commandeerde de Kever, en
jij. Els, steek de vlam er in. maar vootr-
z chtig. dat het omhulsel niet in brand
vliegt. Hij reikte haar een doosje lucifers
aan.
Zoodra de blauwe vlam laaide en Els
haar hand teruggetrokken had, drukte de
jongens den ring van Ijzerdraad tegen den
grond.
De ballon werd zienderoogen ronder, de
heete lucht vulde de binnenruimte en streek
alle touwen van het omhulsel glad en toen
de jongens op commando loslieten steeg
het rood-groene gevaarte langzaam en
sta.ig de lucht in. Geen plafond remde hier
zijn vaart. Nu zweefde hij wel meer dan
100 meter hoog. werd door een zacht br esje
gevat en dreef meer en meer af in de
richting van de rustende koeien, terwijl hij
gestadig daalde, omdat de brandstof zoo
wat verteerd was. De geheele G-men-club
zette het op een loopen den ballon achter
na. maar hun parforcejaeht werd gestopt
door een breede greppel die dwars door het
weiland liep.
Daar gaat ie. onze ballon! schreeuwde
Padje, toen hij weer op adem gekomen
was. Kijk eens. die stomme beesten!
De ballon zweefde nu nauwelijks vijf
meter boven den grond vlak boven de
koeien, die door het verbijsterende monster
verschr kt opsprongen en op de vlucht
sloegen. Maar een oude koe vatte deze rust
verstoring als een persoonlijke beleediging
op. Met het hoofd omlaag er, de vervaar
lijke horens recht vooruit maakte hij front
tegen den rood-groenen vijand die haai*
juist tegemoet dreef Met triomfantelijk
snuiven nam zij hem op haar horens en
galioppeerde de anderen achterna Maar er
was nog een vonkje vuur in den dot watten
en de door den snellen loop van het dier
veroorzaakte tocht deed het omhulsel vlam
vatten. Razend van schrik en woede rende
de koe in een lcr'ngetje rond terwijl bran
dende flarden papier omhoog stegen en
spoedig als een hoopje asch weer neer
vielen.
Els en de jongens hadden het tooneel
met verbazing gade geslagen. Eindelijk zei
de Kever;
Jammer dat ie nou al kapot is. Hij
heeft ons 68 cent gekost.
Tja. lang heeft de voorstelling niet
geduurd; maar we hebben toch waar voor
ons eeld gehad meende Sherlock.
Dat. is zeker! constateerde Els, d:e
geen cent in de onkosten bijgedragen had.
Ende dispereert niet Dat was het
woord van Jan Pietersz. Coen in alle moei
lijke omstandigheden schoolmeesterde de
H B S 'er Guus.
Hé Kever, wie is er nu in den put?
vroeg Sherlock opgewekt We hebben im
mers nog 46 eent Allicht komt er nog
een kapitaaltje bij en dan bouwen we een
nieuwen grooteren luchtballon. Maar voor-
loopig willen we ons sterken met een kleine
versnapering.
Met deze woorden haalde hü een paar
stukken zoethout uit zijn zak die hü gul
ronddeelde.
M. E. L HEKTOR.
der raadsels uit het vorige
nummer.
1. Al. wat men met ere doet, is geen
schande.
2. Sas-van Gent; 2. West-Kapelle; 3.
Hoedekenskerke; 4. Heinkenszand.
3. Hoef. blad, hoefblad.
4. Baard, gaard, haard, paard, waard.
5. Hunnebedden (bloembedden); 2. een
boom.
6. Een kers.
7. Leeuwarden; leeuw, Ede, ree, laan.
8. Hemelvaartsdag; Em, el, vaart, dag,
heg, mes.
„Moesjelief, waar ben je toch?'
Zeurt mijn Lijsjepo«p.
„Kindjelief, houd nu je mond,
Houd me niet zoo op!"
„Moesjelief, kom speel met mij,
Dek me warmpjes toe!
Trek me 't nieuwe jurkje aan,
Toe dan, lieve Moe!"
.Lijsjekind. hoe kom j'erbü
'k Heb beslist geen tijd,
Want vandaag moet alles schooi
't Is geen kleinigheid!
'k Sop den vloer van 't poppenh
'k Klop de dekens uit,
'k Spoel de stoeltjes é-n voor
Met de glazenspuit!
En dan wasch 'k je kleertjes fij
Ben je nu niet blü?"
„O ja, Moes, want na de schoon :a.
Komt de lieve Mei!"
MARIE MI Cl
ontvangen
au
Alie Wilterdink, Loes van Veggel
Schouten, Annie Schouten, Rite Mize
rard Knijnenburg, Suze van Polanen
drik Hanno, Toos de Vos, Rie de Va H
de Vos, Piet Martijn, Henk Stouten
Stouten. Nellie Stouten, Sjaantje I
Henk Stouten II. Annie Schneider,
Spyker. Marietje de Mooy, Ineke B(
brood, Elsje Boterenbrood, Hannie Be
brood. Bep Oostveen, Annie Schippe
Schipper. Aukje van der Walle, Em
Groot, Geertrui de Groot, Sofietje La
Marietje Lagerwij. Jilles de Vos. Jo
Jannie Kooien, Janna Struik, Willy
Lena Prevo, Dini Nieuwendijk, Ann
Winkel, Gerrie Sweris, Wim de Wolf.
neke van Manen. Mientje de Water
Weima, Jannie Lek. Annie Lek. Wil
Karei van der Wilk, Mientje Uitd<
gaard, To Wijnbeek, Annie Hansen
Bronsgeest, Marietje Zaalberg,
Brandt, Leny Moraal, Ria Holleman.
Bekooy, Ali Stikkelorum, Koosje Sti cr
rum, Elsje de Bruyn, Jopie Susan, il]
Korswagen, Ans Nieuwenhuys, Coba
lind, Elsje Verlind, Truusje van ei
Pim van Weizen, Wim Nieboer, Elly
teveel, Lydia Botermans, Henk van Eg
Neeltje van der Plas, Greetje Herreur.
Eichhorn, Annie van der Vos, Trudi
duyn, Tini Overduyn. Henny van
Niek Bakker, Marti Bakker, Wim Rie
Paul Rienstra, Bea van der Kooi, AU
der Kooi, Kora Key. Prüna Slootweg
ter Slootweg. Marietje Lieshout, Jopie H
tie, Truusje Sluymer, Jack de Geus. f
Geus, Ton Tegelaar, Frans Pison,
Monhemius, Jopie Glasbergen,
Glasbergen, Greetje Lips, Marietje ijl
Vliet, Bernard van Vliet, Paulus
Marietje Laman, Wim Laman, Co
velt, Jannie Hartevelt, Toni Neute
Afke Neuteboom, Leny Neyenhuys,
Graaf, Tiny Dee. Piet Bruné, Lies
Trientje Olivier. Willy Wig'gers, Corn
Welzen, Willy Broers, Marietje P
Willy van Rijn, Abram Fakkel, SuzeH
kerk, Sam Heemskerk, Jannie van B
Herman Hoogstraten, Marianne Hoc<
ten, Hanny IJkema, Dickie Oskam. Di
Man, Liesje van Driel, Beppie Bouter
Vorigen keer te laat ontvangen
Maarten Veldman.
;en
Wc
[in
1
ge lr
hui
ot
et.
h
d<
Oi
■ri
Pr ie