Beck's antwoord p Hitler's Rijksdagrede STOFFEN- WEEK Cf*#»" STADSNIEUWS Jaargang VRIJDAG 5 MEI 1939 No. 24267 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Polen handhaaft zijn rechten, doch is tot onderhandelen steeds bereid begint de bij Dit nummer bestaat uit ZES bladen EERSTE BLAD Onze betrekkingen met Zuid-Afrika verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 cis. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsptein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zUnd per 3 maanden f.2 35 per week f. 0.18 Franco per post f 2:35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f.0.80 per 3 mnd.» I In de plenaire zitting der Kanier van Af vaardigden heeft de Poolsche minister buitenlandsche zaken, kolonel Beek, enmorgen de volgende verklaring afge- "d: .Ik maak van de bijeenkomst van het arlement gebruik, om zekere lacunes aan Minister Beek. vullen, welke de laatste (maanden in Jjn beleid tot uiting gekomen zijn. De p der internationale gebeurtenissen zou getwijfeld van den kant van den minis- van buitenlandsche zaken een veelvul- optreden wettigen, dan mijn enkele teenzetting voor de Senaatscommissie '~T buitenlandsche zaken. Maar aan den ren kant had de zoo snelle loop der urtenissen terecht het gebillijkt een mbare verklaring uit te stellen tot het inblik, waarop de essentieele vraag den van onze politiek een meer rijpen zouden aannemen. De gevolgen, rtvloeiende uit de verzwakking der col- uieve internationale instellingen en uit diepgaande herziening der methoden samenwerking tusschen de landen, elke ik overigens meer dan eens aan de mers heb kenbaar gemaakt, hebben in verschillende deelen der wereld een ks nieuwe kwesties doen ontstaan. De gevolgen van die wijzigingen hebben, den loop der laatste maanden, de gren- van de republiek bereikt. Meer over "t algemeen kan men ten aanzien van die öschijnselen, naar het mij toelij kt, zeg en, dat deze kunnen worden samenge- at in de constateering. dat de verhoudin- ii tusschen de verschillende landen een eer individueel karakter en aanzien heb- n aangenomen. Wat ons betreft, moet geconstateerd worden, dat zich zeer ernstige gebeur tenissen hebben voorgedaan. Ons con tact met sommige landen is dieper ge worden en heeft zich op gemakkelijker wijze ontplooid, in andere gevallen daarentegen zijn ernstige moeilijkhe den ontstaan. DE OVEREENKOMT MET ENGELAND. De zaken behandelend in chronologische olgorde, zal ik in de eerste plaats onze overeenkomst met Groot-Brittannië ver belden. Na een voelingname langs diplo- batieken weg, welke ten doel had het ter- jan te verkennen en het doel van onze toekoinstige betrekkingen vast te stellen, ebben wij ter gelegenheid van mijn be- aan Londen, een rechtstreeksch ac coord gesloten, gebaseerd op het beginsel .«ani wederkeerigen bijstand in geval eener rechtstreekse he of niet-rechtstreeksche be- der onafhankelijkheid van een on- «r beide landen. Ge kent den tekst van «tt accoord, volgens de verklaring van mi- omt President Chamberlain d.d. 6 April, omtrent, welker bewoording wij het eens *Ün geworden, en welke beschouwd moet .jorden als een accoord. dat gesloten is *~cnen de twee regeeringen. Ik zou wen- *nen, dat de Poolsche openbare meening sh t'idat van de z^e der EngeLsohe ^atslieden niet slechts een diep begrip v moet heb voor de algemeene vraagstuk je Europeesohe politiek doch ook een ^danige houding jegens ons land. dat ik w de grootste openhartigheid en in vol- ®en vertrouwen alle essentieele kwesties Hff eenige reserves en zonder eenigen kén 0pen te laten» **eb kunn€n bespre- Indien het mogelijk geweest is, snel een definitie der beginselen van de E&gelsch-Poolsche samenwerking te kouien, is dit vooral omdat wij duide geconstateerd hebben, dat beide regeeringen, wat betreft de groote Europecsche vraagstukken, dezelfde in zichten hebben. Het slaat vast, dat noch Engeland, noch Polen eenige agressieve bedoeling hebben jegens wie ook, doch aan den anderen kant blijven zij zich stevig be wegen op het gebied van eerbiediging van bepaalde fundamenteele beginse len in het internationale leven. De evenwijdig loopende verklaringen der leiders van de Fransche politiek toonen aan, dat Parijs en Warschau het er over eens zijn, dat de doeltreffendheid van ons defensief accoord niet verzwakt kan wor den door wijzigingen in de internationale conjunctuur, en dat dit accoord integen deel een der essentieele elementen moet vormen voor de structuur van de Europee- se he politiek. DE BETREKKINGEN MET DUITSCHLAND. De minister besprak vervolgens de be trekkingen met het Duitsche rijk en gaf een historisch overzicht van de totstand koming van het accoord van 1934. Het ver drag van 1934 was een poging om aan de geschiedenis der betrekkingen tusschen twee groote volken een gunstiger wending te geven. Uit dit oogpunt bezien is de ver breking van dit accoord iets van niet ge ringe beteekenis. Eelke overeenkomst is slechts waard, wat haar gevolgen waard zijn. Het Poolsch-Duitsche accoord van 1934 was een overeenkomst van weder zij dsche eerbiediging en van goede na buurschap, doch het verloor zijn wer kelijk karakter van het oogenblik af, waarop de neiging zich openbaarde om het zoodanig te interpreteeren, dat de vrijheid van onze politiek beperkt werd om als motief to gebruiken om van ons eenzijdige concessies te eischen, welke onvereenigbaar zijn met onze vitale be langen. Overgaande tot den huidigen toestand, zelde Beek, dat hij met betrekking tot de verschillende juridische bezwaren, welke van Duitsche zijde zijn opgeworpen, de ju risten verwees naar den tekst van het Poolsche antwoord op het Duitsche memo randum, dat vandaag aan de Duitsche re geering zal worden overhandigd. Zooals blijkt uit den tekst van het Duit sche memorandum, heeft de Duitsche re geering bij het nemen van haar besluit zich gebaseerd op persberichten, zonder de mee ning na te gaan van de Britsche regeering of van de Poolsche regeering wat het ka rakter van de gesloten overeenkomst be treft. Evenwel bracht dit geen moeilijkhe den, omdat ik mij terstond na mijn terug keer uit Londen bereid had verklaard, den Duitschen ambassadeur te ontvangen, die tot op heden gemeend heeft hiervan geen gebruik te moeten maken. Waarom is dit feit van belang? Het is duidelijk, voor iemand die lo gisch redeneert, dat het geenszins het karakter, het doel of de omraming van het Poolsch-Britsche accoord waren, welke tot dit besluit geleid hebben, doch wel het feit zelf, dat de overeenkomst gesloten was. En dat is op zijn beurt van beteekenis om de bedoelingen van de Duitsche politiek te beoordeelen. Als namelijk de Duitsche regeering de non-agressieverklaring, welke tusschen Po len en Duitschland in 1934 gesloten is, in tegenstelling tot haar vorige verklaring, zoodanig interpreteert als te zijn geïnspi reerd door den wensch Polen te isoleeren en aan onzen staat een normale en vriend schappelijke samenwerking met de Weste lijke mogendheden onmogelijk te maken, dan zouden wij altijd zelf die interpretatie van de hand hebben gewezen. DE KWESTIE DANZIG. Wat Danzig betreft, zal ik imet eenige al gemeene opmerkingen beginnen. De vrije stad Danzig is geen uitvinding van het verdrag van Versailles. Zij is een verschijn sel, dat sinds eeuwen bestaat. Zij is een voortvloeisel van een positieve mengeling van Poolsche en Duitsche belangen. Dc Duitsche kooplieden in Danzig hebben de ontwikkeling en den bloei van die stad ver zekerd. dank zij den overzeeschen handel van Polen. Niet slechts de ontwikkeling maar de bestaansgrond van die stad vloei den voort uit het feit, dat zij gelegen is aan de monding van de eenige groote Pool sche rivier en aan den voomaamsten spoor weg, welke op het oogenblk onze verbin ding vormt met de Oostzee. De overwegende meerderheid der be volking van Danzig is thans Duitsch, maar haar bestaan en welzijn hangen af van het economische potentieel van Polen. Wij hebben ons altijd geplaatst en plaatsen ons op het oogenblik vastbe raden op het standpunt der rechten en belangen van onzen zeehandel en van onzen zeehandel en van onze maritie me politiek te Danzig. Wij hebben niet gewild eenigen stelsel- matigen druk uit te oefenen op de vrije nationale, ideologische en cultureele ont wikkeling der Duitsche meerderheid in de vrije stad. Ik verneem, dat men de an nexatie van Danzig bij het Duitsche rijk opeischt. Nu ons voorstel van 26 Maart om gemeenschappelijk het bestaan en de rech ten van de vrije stad te waarborgen zon der antwoord is gebleven en ik integendeel verneem, dat men in dit voorstel een wei gering ziet om te onderhandelen, ben ik wel verplicht mij af te vragen, waarom het in werkelijkheid gaat. Gaat het om de vrij heden van de Duitsche bevolking van Dan zig, die niet bedreigd worden, om een pres tige kwestie of gaat het om een voornemen Polen van de Oostzee terug te dringen? Welnu. Polen zal zich niet van de Oostzee laten terugdringen. Dezelfde overwegingen zijn van toepassing op de verbindingen door onze provincie Pom- meren. Ik leg den nadruk op dit woor den „Provinice Pommeren", want de uitdrukking „corridor" is een kunstma tige uitvinding, omdat het hier immers een provincie betreft, welke van alle tijden Poolsch is geweest en slechts een uiterst klein percentage aan Duitsche kolonisten bezit. Wij hebben -aan het Duitsche rijk alle faciliteiten in de spoorwegverbindingen verbindingen verleend, wij hebben aan de burgers van dien staat toegestaan, om uit het Duitsche rijk naar Oost-Pruisen te rei zen zonder zich te behoeven onderwerpen aan douane- of pasformaliteiten. Wij heb ben voorgesteld analoge faciliteiten te on derzoeken voor het automobielverkeer en hier ziet men opnieuw de vraag verschij nen waarom gaat het in werkelijkheid? Wij hebben er geen enkel belang bij de Duitsche burgers te hinderen in hun verbindingen met hun Oostelijke pro vincies. Wij hebben echter geen enkele beweegreden, onze souvereiniteit op ons eigen grondgebied te beperken. Wat de eerste en de tweede kwestie betreft, t.w. die der toekomst van Danzig en der verbinding door Pommeren, gaat het steeds om eenzijdige concessies welke de Duitsche regeering van ons schijnt op te eischen. Een staat dio zichzelf respecteert, doet geen eenzijdige concessies. Waar blijft dus die wederkeerigheid? In dat opzicht ontbreekt den Duitschen voor stellen elke duidelijkheid. In zijn jongste redevoering sprak de Duitsche rijkskanselier van een drievoudig voorstel in Slowakije Ik ben verplicht te verklaren, dat ik dat voorstel voor het eerst vernomen heb uit de rede van den rijkskanselier van 28 April. Tijdens zekere voorafgaande besprekin gen, had men zich beperkt tot zinspelingen over de mogelijkheid om de kwestie van Slowakije te bespreken in geval een alge meen accoord tot stand zou komen. Wij hebben niet getracht dieper in te gaan op dit soort besprekingen, daar het niet onze gewoonte is om van de belangen van an deren een voorontwerp van onderhandelin gen te maken. Eveneens is ons voorstel om Ziet advertentie op pag 4' 46 bl' 4257 (Ingez. Med.) het nonagressiepact met 25 jaar te verlen gen in geen enkelen concreten vorm tijdens de jongste besprekingen voorgelegd. In dit opzicht werden eveneens niet-officieele zin spelingen gedaan, zij het ook, dat deze af komstig waren van vooraanstaande ver tegenwoordigers der Duitsche regeering. Maar in die bespekingen kwamen ook an dere zinspelingen te voorschijn, welke veel verder gingen dan de behandelde onder werpen Ik houd mij het recht voor om zoonoodig op deze kwestie terug te komen. In zijn rede stelt de Duitsche rijkskanse lier als een concessie zijnerzijds voor de tusschen Polen en Duitschland bestaande grens te erkennen en definitief te aan vaarden. Ik moet vaststellen dat het er om zou gaan ons onbetwistbaar eigendom de jure en de facto te erkennen. Hieruit volgt dus. dat dit voorstel evenmin mijn standpunt kan wijzigen, dat de Duitsche eischen in de kwestie Danzig en de auto strada eenzijdig blijven. In het licht van die overwegingen ver wacht gü van mij en terecht een antwoord op de laatste passage van het Duitsche memorandum: Indien de Poolsche regee- ring er belang aanhecht, dat de Poolsch- Duitsche betrekkingen opnieuw bi) verdrag geregeld worden, is de Duitsche regeering daartoe bereid". Het komt mij voor. dat ik in beginsel onze houding heb uiteengezet. Thans duidelijkheidshalve nog een sa menvatting van mijn uiteenzetting. De be weegreden voor het sluiten van zulk een accoord zou zijn „de vrede". Een woord, dat de Duitsche rijkskanselier in zijn rede met nadruk heeft genoemd. De vrede is ongetwijfeld het doel der Poolsche diplomatie. Twee voorwaar den moeten vervuld worden wil dit woord zijn werkelijke waarde hebben: ten eerste: vreedzame bedoelingen, ten tweede: vreedzame methoden van op treden. Indien de Duitsche regeering zich in haar betrekkingen met ons land door deze twee beginselen laat leiden, is iedere bespreking mogelijk, mits hier bij natuurlijk de beginselen welke ik zoojuist heb uiteengezet, in acht wor den genomen. De vrede Is een kostbaar en begeerc-ns- waardig iets. Onze generatie welke den oor log heeft gekend, verdient stellig een tijd perk van vrede. Doch de vrede, zooals vrij wel alle dingen op deze wereld, heeft een hoogen prijs, welke evenwel begrensd is. Voor ons, Polen, bestaat het begrip van een vrede tot eiken prijs niet. „Er is in het leven der menschen, der volkeren en der staten slechts één ding dat geen prijs kent: dat ding is de eer". BINNENLAND. De regeering over de Indische tinfusie. 3e Blad) Het Leger des Heils jubileert (4e Blad) De Tweede Kamer over het echtscheidings- ontwerp (4e Blad) Bespoediging van de onteigeningsprocedure. (3e Blad) Dr. Colijn eert de nagedachtenis van dr. Lely (3e Blad) net Nederlandsche paviljoen te New York geopend. (Binnenland, 3e Blad) BUITENLAND at wet op Britschen dienstplicht. (3e Blad) Onderhandelingen tusschen Serven en Kroaten mislukt? (Buitenland, le Blad) Nog steeds onzekerheid over het aftreden van Litwinof. (le Blad) Een verklaring van Daladier. (Buitenland, le Blad) ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Mr. P. J. IDENBURG WEER NAAR ZUID-AFRIKA. Naar wij vernemen zal op uitnoodiging van de Nederlandsche regeering mr. P. J. Idenburg, secretaris van het college van cu ratoren der Rijksuniversiteit alhier, zich an dermaal naar Zuid-Afrika begeven ter be vordering van de cultureele betrekkingen tusschen Nederland en dit land. Reeds in 1937 vertoefde hij, zooals bekend, geruimen tijd met dit doel in de Unie. Mr. Idenburg zal morgen per m.s. „Bloem fontein" vertrekken en stelt zich voor eind November weder hier te lande terug te keeren. Bij de politie zijn gisteren vier geval len van rijwieldiefstal aangegeven: twee van de vermiste fietsen stonden een oogen blik onbeheerd in de Mooijapksteeg, een derde in de Dwars Koornbeurssteeg. TENTOONSTELLING „CHINA". De officieele opening. In de bovenzaal van café-restaurant ,,'t Schuttershof" wordt van 4 tot en met 8 Mei een tentoonstelling gehouden, welke den naam „China" draagt en die is inge richt door het 'Informatiebureau inzake China in samenwerking met de Ver. van Chineesehe studenten in Nederland „Chung Hwa Hui". De opbrengst van deze expositie de toegang is vrij, doch vrijwillige bijdragen zijn welkom komt ten gpoede aan het comité „Hulpverleening aan China", waar voor onlangs hier ter stede met uitermate groot succes ook een collecte is gehouden. Het geëxposeerde materiaal, in hoofd zaak documentaire foto's, prenten getee- kend door Chineesehe soldaten en kinde ren, affiches, Japansohe oorlogsamuletten, boeken e.d„ beoogt een beeld te geven van het ontzaglijke leed. dat de Japansche in vasie over het Chineesehe volk heeft ge bracht en dat ook wel heel duidelijk blijkt, wanneer men de foto's der aangerichte ver woestingen ziet en verder verneemt, dat Voor het Noordoosten: droog weer. Helder tot licht bewolkt. Meest matige Zuidoostelijke wind. Zelfde temperatuur. Voor het Zuidwesten: gedeelte lijk bewolkt. Geen regen van be teekenis. Meest matige Zuidooste lijke tot Zuidelijke wind. Zelfde temperatuur. van de 150 millioen inwoners niet minder dan één derde gedeelte van hun huis en haard is verdreven! De heer J. L. J. F. Ezerman, oud-advi seur voor Ohineesche aangelegenheden in Ned. Oost-Indië, thans woonachtig te Was senaar, heeft bij de opening zijn instem ming met het tweeledig doel dezer tentoon stelling betuigd, n.l. eenerzijds belangstel ling te wekken voor China en zijn nijvere bevolking, teneinde daardoor de betrekkin gen te verinnigen en anderzijds hulp te verleenen aan de millioenen Ohineezën. die nameloos lijden onder den oorlogsgruwel. China vraagt geen wapens, doch slechts medicijnen en sera. Spr, besloot met de hoop uit te spreken, dat veler bijdragen het lijden der Chineesehe bevolking zullen verzaohten. De gezantschapssecretaris de heer To Yuan Tieh, die den Chineeschen gezant wegens ongesteldheid vertegenwoordigde, wees op den geest, welke het Chineesehe volk bezielt en het in staat stelt nu reeds 22 maanden lang weerstand te bieden aan een machtigen en technisch veel beter toegerusten vijand. Volgens de laatste be richten uit zijn land blijft die geest on verzwakt gehandhaafd. Na nog zijn vreug de te hebben uitgesproken over de in deze tentoonstelling gedemonstreerde samen werking tusschen de Nederlandsche. Indo- nenische en Chineesehe studenten, besloot spr. met namens den gezant hartelijk dank te zeggen aan allen, die deze expositie tot stand brachten. EEN VERKEERSFOUT. Aan de verkeerde zijde uitgestapt. Gisteravond omstreeks halfacht is de be stuurder van een op de Breestraat gepar keerde auto de heer C. de G. uit Noord wijk aan den verkeerden kant. d w.z aan de verkeerszijde ui gestapt, waardoor een pas serende w'elrlidster mej C F. in onzachte aanraking kwam met het. portier en bloe dend aan het hoofd werd verwond De Eerste Hulpdienst vervoerde de on fortuinlijke wielrijdster naar haar woning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1