Jaargang Vrijdag 5 Mei 1939 No. 10 LEIDSCH DAGBLAD „drie G-men" maken een luchtballon leek wel den kop van een zeeman met een pruim achter de kiezen." IliWi |avoniuurlijk jongensverhaal van M. E. L. HEKTOR. (Slot) Zaterdagmiddag papa Sliers het [even had, dat de middagtafel op- i was en hij zich in het zijkamertje trokken had om een uiltje te knap- lorens weer in zijn winkel te gaan, c zijn zoontje Gerrit. alias Sherlock, fen. nadat hij zijn zuster Els met oogje beduid had. dat nu het |k gekomen was. waarop hij haar odig had. Terwijl moeder en het leisje Aagje in de keuken druk bezig I begaven zij zich naar den zolder, »ote ruimte, waar alleen langs de I stapels kisten, huisraad, dat niet |t werd en andere rommel stond, o.a. tafel op drie schragen. Els was Ind met een groote schaar. Gerrit Ten pot stijfsel en een kwastje, tanneer komen Padje en de Kever?" pis, die al met de namen en per- er drie G-men bekend was. |e kunnen elk oogenblik verschijnen. In den weg haar boven wel. want we 1 al verscheidene keeren hier verga- .gymnastiek gedaan." Hij wees naai ringen. die aan stevige touwen |n zolderbalk afhingen, aten we dan vlug de tafel klaar t die hebben jullie immers noodig om Iken" lijl ze er mee bezig waren, hoorden pmniel op de trap en weldra stapten i Gijs over den drempel. Guus droeg tot pak onder den arm. feens. jullie komen precies op oijd om jen. die zware tafel te sjouwen." be- Els de vrienden van haar broer, leb je daar allemaal in dit pak?" pet omhulsel van onzen ballon." ant- de Kever gewichtig, faaat! Is het al klaar?" natuurlijk niet, de grondstoffen We hebben juist 24 groote vellen kij de vloei gekocht. De kever zegt dat Idoende is," verklaarde Padje. Jïou dan. vooruit! De tafel staat er. |t. Padje!" Padje voldeed bedaard r uitnoodiging. Twaalf vellen rood en lel groen vloeipapier kwamen voor at wordt een kakelbonte bal!" Els op. Juist fijn!" verdedigde zioh de Kever. lood en groen gekozen, omdat het nentaire kleuren zijn!" [Complimenten zijn heelemaal niet zei snibbige Els. De kever trok Jjdend zijn schouders op over zooveel dheid omtrent de wetten der op- I een meisje van 14 jaren. Hij haalde gvuldtg opgevouwen stuk bruin pak papier uit zijn jaszak, dat hij op tafel glad streek. Het had den vorm van de doorsnede van. een reusachtig suikerbrood, 95 c.M. hoog en aan de basis 38 c.M. breed. .Ziezoo nu knippen we 20 vellen zijde- vloei precies naar dit model," "verklaarde de Kever. „Dat zal niet gaan," zei Padje, die intusschen een vel vloei op het model ge past had. „Het vloeipapier is wel breed ge noeg, maar wel 15 centimeter te kort." ..Kan niet schelen! We knippen van de 4 overblijvende vellen repen van 25 cen timeter breedte, die we straks onderaan plakken." „Vooruit, dan maar." Els knipperde reeds ongeduldig met de schaar in de lucht. De Kever nam haar het gevaarlijke instru ment af en begon het vel zijdevloei vol gens het model in vorm te knippen. „Malle jongen, wou je die 20 vellen één voor één knippen? Neem er tien tege lijk. De schaar is scherp genoeg. Nee. geef ze maar aan mij terug. Dat is geen werk voor mannen, die twee linker armen aan het lijf hebben. Kijk jongens, hij houdt de schaar vast als een kolenschop, ha ha!" De Kever keek het lachende meisje be duusd aan en overhandigde haar het in strument. ..Ga je gang." zei hij berustend, „maar pas op; „tien vellen rood en tien groen" Tien roode vellen werden zorgvuldig op een gestapeld en het mal er bovenop gelegd „Daar gaat ie!" Els zette de schaar in den hoop en knipte dat het een lust was. In vijf minuten waren de roode en de groene bolsegmenten gereed. „Ziezoo, nu nog vijf roode en vijf ge wone reepen!" juichte Sherlock, terwijl hij de 4 reservevellen op de tafel uitspreidde. Ook dit werk werd door Els vlug en han dig verricht. „Wat nu?" vroeg Padje. „Moeten die lappen een bol worden?" De Kever keek hem medelijdend aan. „Wat dacht je dan. Padje? Een aardappel of een paddestoel?'' „Nou. ik ben benieuwd hoe je dat wilt klaarspelen!" De Kever achtte het beneden zijn waar digheid het raadsel met woorden op te los sen. De daad zou het bewijs leveren. Met de hulp van Sherlock en Els plakte hij telkens een rooden en een groenen ogiefvorm met de 38 cM. breede basis om gekeerd aan een strook van 30 centimeter, zoodat er 10 spoelvormige figuren ontston den. „Prachtig!" verklaarde de Kever. ..Nu vouwen we die lappen in de lengte dubbel en leggen ze twee aan twee op elkander, zoo dat steeds een rood veld op een groen komt te liggen.'' Na eenige vergisingen was ook dit karwei verricht. „En nu plakken we telkens twee banen met een smal randje aan elkaar!" Padje stond er bij, met de handen in zijn broekzakken; hij keek nieuwsgierig naar het werk en schudde nu en dan ongeloovig het hoofd; maar toen weer twee dubbelba- nen paarsgewijze aaneengeplakt werden, begon hij het te begrijpen. „Wel, drommels, Kever! Nu gaat me een electrische centrale op! Dat wordt net als een voetbal, wanneer ze de leeren lap pen aan elkaar naaien!" „O zoo! snap je het eindelijk? Tja, ste- reometrische imaginatie hebben maar heel weinig menschen," sprak de H.B.S.'er ge wichtig. „Gooi dat potjes-latijn maar in mijn pet, Kever. In mijn vak komt geen sterre- meterij in mijn natie te pas!" verdedigde zich Padje. „Aaah!" Deze roep ontsnapte aan vier monden. Acht banen waren nu aan elkaar geplakt*. Het invoegen van de laatste dub bel baan kostte eenige moeite, maar Els was handig en Sherlock, haar broer, wist nu precies, hoe hij de zaak aanpakken moest, zoodat weldra het gevaarte gereed was. Het groote moment was gekomen, waarop zich de bol vorm van den ballon openbaren moest. Het. was dan ook een plechtigheid, toen de Kever met zijn helpers de papiermassa om hoog hief en de vouwen er uit getrokken werden. En, tja daar had je den ballon! Hij was wel niet volmaakt bolrond en een beetje scheef, maar dat deed geen afbreuk aan den trots van den constructeur en de vreugde van zijn assistenten. Alleen Padje meende een kritische op merking te moeten maken: „Nou, Kever, een ballon mag het voor mijn part zijn, maar mooi rond is ie niet. Het lijkt wel de kop van een zeeman met een kaal hoofd en een grooten pruim ach ter de kiezen!" „Alle begin is moeilijk,'' kwam Els den verongelijkte te hulp. „Maar hoe wil je het ding de lucht in krijgen?" vroeg Sherlock. „Dat heb ik jullie toch reeds §esegd: het heete lucht!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 19