Balkanperikelen REGENJASSEN FALCON-JASSEN Hbt Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 5 Mei <939 Vierde Blad No. 24267 RAUMANN TEPPEMA Echtscheiding bij onderling goedvinden door S. A. Reitsma ■en greep terug MIDZA-BONS. Voorloopig verslag der Tweede Kamer i. Toen mijn collega-journalist L. A. Matz- i]d, twee jaar geleden den Baltëan be en zijn prachtig geïllustreerd en goed enteerd boek ..Brandherd Balkan" iegeven had, gaf hij als inleiding een tje van zijn reisroute met het onder- irift: „Ik kan deze rondreis aan iederen ,rist aanbevelen, in het bijzonder echter K West-Europeesehe staatslieden". Aan J slot wendde de schrijver zich tot den >r Mc. Kenzie, hoogleeraar in de jour- ;iek te Washington, die tot het resul- gekomen was, dat in 1940 in de Bal- jlanden een nieuwe wereldoorlog zou uit- rsten, met de volgende opmerking: „Ge- te professor! Gij voorspelt den wereld- log voor 1940. Mijn Servische waarzeg - r blijft er bij, dat dit reeds in 1939 ge leden zal". tot de conclusie te komen, dat het rtot een uitbarsting moet komen, be- ift men werkelijk geen profeet te zijn; jiers geheel afgescheiden van de geci- jrde uitspraken, wel'ke ik toen nog niet inde, maakte ik op blz. 121 van den jaar- 1937 van het door mij geredigeerde __;hrift „Spoor- en Tramwegen", toen schreef over Albanië, dat ik pas in alle itingen doorkruist had, de opmerking: het den Koning (Zog I) gelukken zal, bijeen te houden, is natuurlijk de ite vraag, daar niemand weet wat Italië doen, wat Griekenland voor heeft en it Joego-Slavië zal toelaten. Dit is wel ter, dat dit verloren hoekje op den Bal- nog mogelijkheden biedt voor groote jflicten". En deze meening werd beves- ;d toen ik in 1937 opnieuw door alle Bal- .taten zwierf en gelegenheid had met van vooraanstaande personen van ge iten te wisselen. Mede door de daarop Igde correspondenties. Verrassingen zal Balkan bieden, dat is wel zeker. Matz- dvraagt in dat verband: „Verrassingen? in den vorm van voltreffers op de itbaan Europa". aarom de Balkan zoo'n gevaar voor >a is? In de eerste plaats omdat hier rele doodarme volken van verschillend met verschillende godsdiensten, zonder zij door ethnografische grenzen ge iden zijn, naast en door elkaar wonen; n, die zich na eeuwenlangen bloedigen aan de Turksche overheersching ►rstelden, een reusachtigen achter- ad op cultureel- en economisch gebied tn in te halen en die elkaar het licht de oogen niet gunnen. Maar vooral om- dc Westersche grootmachten in deze len expansie-mogelijkheden zoeken. it moeten zoeken, welke elders niet te vinden en daardoor aanleiding geven I wrijvingen op elk gebied. Ieder die de Balkanigeschiedenis kent, ït hiervan tallooze voorbeelden aan te m, ik noem er'eenige: den strijd van en Oostenrijk-Hongarije om Albanië, naijver van het vroegere Montenegro opzichte van Servië, den Germaanschen ing nach Oosten" naar Saloniki ten •le van Servië, de Russische agressie de Bosporus het z.g. testament van f den Grooten, welke in de wording Roemenië <1859i en van Bulgarije en ^-Roemenië '1878) tot uitdrukking fcni de Grieksche expansie, enz. Het niet voor niet, dat de Centrale Mogend- :n Turkije. Montenegro, Bulgarije, Roe de en eindelijk Griekenland in den >ten oorlog betrokken en evenmin, dat geallieerden van Saloniki uit hun eind- lensief in 1915 inleidden, nadat tevoren ^anvallen op de Dardanellen schipbreuk 1en hadden, serie kaartjes geeft de veranderingen welke zich in nauwelijks 27 jaar op Balkan voltrokken. Aan de hand daar- moge ik eenige toelichtingen geven, «e den sleutel geven tot een juist begrip 'tegenwoordige moeilijkheden. treft men het kaartje aan van den l in 1912. dus vóór den eersten Bal oorlog. Baron Hartwig, de Russische ge it m Belgrado, had geijverd voor de op- ïnting yan een Balkanbond. Roemenië geweigerd toe te treden, wijl dit land niet tegen Oostenrijk-Hongarije wil- xeeren. In 1912 wendde de combinatie "anje, Servië, Griekenland en Monte- 'o zich tegen Turkije (8170ctober waarvan het tegenwoordige Albanië een provincie, een sandsjak was. Ieders was vooruit omschreven, de te behalen Pl2 was verdeeld op een stuk Macedonië uitgeoefend. na, waarover dë Tsaar aller Russen uit spraak zou doen, welke vaagheid later <in 1913) aanleiding tot den broederstrijd der overwinnaars zou worden. Het oogenblik van aanval was goed gekozen: Turkije was verzwakt door den slechten afloop van den Tripolitaanschen oorlog van 19111912 met Italië, waaruit dit laatste land o.a. ook als voordeel behaalde de „tijdelijke" be zetting van de Dodekanesische eilanden en Rhodos, welke het nu zulk een sterke po sitie in het Westelijk bekken der Middel- landsche Zee geeft. Het succes van de aanvallen der verbon denen op Turkije was overweldigend. Al banië verklaarde zich 28 November 1912 op het congres van Valona onafhankelijk, de Bulgaren versloegen de Turken beslissend bij Kirk Kilisse <21—23 Oct. 1912), bij Lüle Burgas '2831 Oct. 1912) en Tsjorlu (2 Nov. 1912). Zij sloegen het beleg voor Adrianopel en werden pas opgehouden bij de Tsjataldsjalinie onder den rook van Konstantinopel en bij Bulair op het schier eiland Gallipoli. De Serven stietten op min der tegenstand, doch versloegen de Turken o.a bij Kumanova (23—24 Oct. 1912), ter wijl de Grieken naar het Noorden opdron gen en Saloniki bedreigden. Turkije haastte zich een wapenstilstand aan te vragen, de belegeringen van Cetinje door de Mon- tenegrijnen 'en Serven), van Janina dooi de Grieken en Adrianopel door de Grieken 'en Serven) gingen echter door. In Londen begonnen dc vredesonderhandelingen En- ver Bey en de Jong-Turken weigerden even wel Adrianopel af te staan; het gevolg v/as een hernieuwde opening der vijande lijkheden op 3 Febr. 1913; 6 Maart viel Ja nina. 26 Maart Adranopel., 23 April Sku- tari, dit laatste door het verraad van den Albaanschen bevelhebber Essad Pascha Toptani. De Montenegrinnen moesten onder druk van Oostenrijk-Hongarije deze stad. waar een bezetting van internationale lan dingstroepen in garnizoen kwam, verlaten. Ook de Serven, die in Durazzo tot de Adria doorgedrongen waren, moesten voor de Oostenrijksche en Italiaansche bedreiging het veld ruimen. De Turken haastten zich den voorloopigen Londenschen vrede te onderteekenen. waarbij hun grens terugge bracht werd tot de lijn Enos-Midia. De eerste Balkanoorlog was geëindigd. Nu begint een typisch Balkan verschijnsel. Bulgarije, dat het leeuwenaandeel in de vernietiging van de Turken gehad had. eischte Macedonië tot het Ochridameer, dus tot de tegenwoordige Albaansche grens met Monastir 'het tegenwoordige Bitolj) en Uesküb (het tegenwoordige Skoplje voor zich op. evenals de Aegeische kust van Saloniki tot Dédéagatsch. ongeveer het ge bied dat haar in 1878 bij den vrede van San Stefano toegewezen doch bij het ver drag van Berlijn in het zelfde jaar weer afgenomen was. De Serven en Grieken maakten ook aanspraak op deze streken. Den 29 Juni 1913 vielen de Bulgaren hun vroegere bondgenooten aan. doch werden uit Macedonië teruggedreven. Deze 2e Bal kanoorlog. een der wreedste, welke ooit ge voerd is, verliep verder fataal voor den aanvaller, doordat Roemenië onverwachts Bulgarije in den rug aanviel en tot bij Sofia oprukte. Turkije greep weer naar de wapens en bezette zonder slag of stoot Adrianopel Den lOen Augustus 1913 stond Bulgarije bii den vrede van Boekarest aan Roemenië in het Noorden een stuk van de Dobrudsja af. Griekenland kreeg Zuid-Macedonië tot voorbij Kavala, het had den 15den Februari Kreta reeds genomen Servië behield Noord-Macedonië. Den 29sten Sep tember 1913 sloten Bulgarije en Turkije den vrede van Konstantinopel, waarbij Adria nopel weer bij Turkije kwam en Bulgarije slechts een smalle kuststrook langs de Aegeische Zee behield. Een schets van den toestand wordt in het middelste kaartje gegeven. Bij de beëindiging van den Balkanoor logen hadden alle partijen ten koste van Turkije gewonnen. En toch waren allen ontevreden, zich uitende in de vorming van vrijscharen komitadji's welke ge steund door geregelde troepen elkanders grenzen schonden en dood en verderf in ..the debateable lands", zooals de Balkan- reizigster Miss Edith Durham Macedonië en de andere grensdistricten noemde, ver spreidden. Ieder land wilde een stuk hebben van wat aan een ander land toebehoorde, omdat er een stamverwante bevolking woonde of omdat het er eens zes eeuwen geleden, n-1- vóór de komst der Turken, een werkelijk of ook maar een schijngezag had Egyptische katoen. 14.50 - 16.50 - 18.50 - 22.50 QUELRA1N 28.50 - 32.50 - NICHOLSON in diverse prijzen. Maarsmanssteeg 4a6 - Telef. 1673 4232 dngez. Medj Een gezantenconferentie te Londen, bij eengeroepen door Sir Edward Grey en sa mengesteld uit de gezanten van Frankrijk, Duitschland. Oostenrijk-Hongarije, Italië en Rusland, bleef zich onder leiding van Sir Grey met de Balkan-aangelegenheden be moeien. Zoo erkenden zti de onafhankelijk heid van Albanië, oefenden druk uit op de aanstelling van den vorst, den M'bret, Von Wied, stelden een Internationale Con trole-commissie m. evenals commissies om de grenzen van het vorstendom in overleg met Montenegro. Servië en Griekenland vast te stellen, noodigden Nederland uit officieren beschikbaar te stellen voor de instrueering en organisatie eener gendar merie. enz. Onderwijl ging de intrigue door. In Bel grado. Sofia. Saloniki. werkten de geheime genootschappen waarvan ik zooeven sprak. Een der gevaarlijkste was de Servische, die van ..de Zwarte Hand", waarbij officieren de leiding hadden oa. kolonel Dimitryevitsch die in 1903 den koning Alexander Oereno- vitsch en diens vrouw koningin Draga Maschin had laten vermooTden. Dit genoot schap ..Eenheid of de Dood" was het. dat onder de leuze van een Groot-Servië tot de Adria". op 28 Juli 1914 in Serajevo den Oostenrijkschen troonopvolger en diens vrouw, aartshertog Franz Ferdinand en Sophie Chotek. door Princip e.a. liet dood schieten. Dit feit gaf aanleiding tot het ultimatum van Oostenrijk-Hongarije aan Servië, dat weder tot den oorlog tusschen beide landen voerde welke zich nog in Augustus tot den wereldoorlog uitbreidde. Turkije stond daarbij reeds spoedig aan de zijije van de Centrale mogendheden Duitschland en Oostenrijk-Hongarije; Roe menië. Bulgarije en Griekenland hielden zich voorloopig onzijdig, evenals Italië, dat eigenlijk met Duitschland en de Donau- monarchie tot den Driebond behoorde. In den grooten oorlog, welke hier niet in bijzonderheden zal worden nagegaan, zwenkte Italië voorloopig. Het was voor den meestbiedende te koop. Oostenrijk- Hongarije was bij de onderhandelingen weinig scheutig; zoo verzette de dubbel monarchie zich tegen afstand van Zuid- Tirol en Trentino. Daarentegen beloofden Engeland. Fankrijk en Rusland in 1915 o.a. een deel van Albanië en de Dalmati- sche kust, welke aan Oostenrijk behoor den. Zulks geschiedde bij een geheim ver drag van 26 April 1915, dat bij de ineen storting van Rusland in 1917 door de Sov jets gepubliceerd werd en toen verkoeling van Italië met Servië bracht; het is o.a. op dit verdrag waarop de Italianen thans hun rechten op Albanië gronden. Bulgarije liet zich overhalen door het vrijwillige aanbod van Turkije om de landstrook Westelijk van de Maritza met den spoorweg van Adrianopel naar Dédéagatsch al te staan, de partij der Centralen te nemen, toen Von Mackenzen in begin October 1915 met een groote macht Servië binnenviel. Geza menlijk verdreven Duitschers, Oostenrij kers en Bulgaren de Serven uit hun land. Montenegro werd in begin 1916 van de kaart van Europa weggevaagd. Het front, dat gevormd werd, liep einde 1915, begin 1916. ongeveer langs de Grieksch-Macedo- nische grens, het Ochridameer en dwars door Albanië langs de Vyossa Na het avon tuur bij de Dardanellen hadden de Fran- schen. Engelschen en Russen zich den 5en October 1915 in het toen nog neutrale Griekenland en wel in Saloniki genesteld, terwijl de Italianen in Valona hun hoofd kwartier vestigden: het Grieksche eiland Korfu werd li Januari 1916 door Frank rijk bezet. De droeve rol, welke Griekenland in den oorlog speelde, is bekend. Koning George, die in 1913 in Saloniki vermoord was, was opgevolgd door koning Konstantijn, iemand met sterke Duitschc sympathieën, die ech ter geen oorlog wilde. Zijn eerste Minister, de onbetrouwbare, maar zeer bekwame Venizelos, ging daar dwars tegen in, ge- Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot aanvul ling van de bepalingen in het burgerlijk wetboek en in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, betreffende echtscheiding en ontbinding des huwelijks na de schei ding van tafel en bed is het volgende ont leend. Men verklaarde vrijwel algemeen den te- I genwoordigen toestand met betrekking tot de mogelijkheid van echtscheiding bij on derling goedvinden onbevredigend te ach ten. De eerbied voor de wet eischt, dat ont duiking van haar uitdrukkelijk voorschrift, hetwelk zoodanige echtscheiding verbiedt, worde voorkomen. In zooverre was men het dus eens. Over de wijze, waarop deze ont duiking behoort te worden tegengegaan, bleek een diepgaand meeningsverschil te bestaan. Verscheidene leden verklaarden tegen het wetsontwerp ernstig bezwaar te heb ben, niet zoozieer om hetgeen het inhoudt als wel om hetgeen er niet in staat. Zij zouden met het wetsontwerp op zich zelf wel kunnen meegaan, indien de daarin voorgestelde bepalingen werden uitgebreid met een verruiming van de gronden, waar op echtscheiding kan worden verkregen, aj zou naar hun overtuiging het ontwerp, zoo als het thans luidt, bij totstandkoming van zulk een verruiming weinig noodzakelijk zijn. omdat aan de ontduiking van artikel 263 B.W. dan, zoo niet geheel, dan toch grootendeels, vanzelf een einde zou komen. Zou evenwel een verruiming van echtschei dingsgronden achterwege blijven, dan zou, naar deze leden meenden, het middel, het welk de regeering wil toepassen om deze ontduiking tegen te gaan, erger kunnen blijken dan de kwaal de ontduiking in der. vorm, waarin zij thans plaats vindt zelf. Deze leden stelden voorop, dat ook zij het huwelijk in beginsel beschouwden als een band voor het leven. Slechts in zeer bijzondere gevallen mag deze band worden verbroken. Èr kan dan ook geen sprake van zijn, de beslissing over het al dan niet in stand houden van het huwelijk over te laten aan de willekeur van partijen. Aan het voorschrift van artikel 263 B.W zou den zij dus niet getornd willen zien. Alleen de rechter zal echtscheiding mogen toe slaan en alleen op bepaalde, In de wet om schreven of nog te omschrijven gronden. Onder deze gronden zou eohter in ieder ge val behooren te worden opgenomen het ge val, dat het huwelijk een volslagen mis lukking is geworden. Zou een zoodanige echtscheidingsgrond in de wet worden opgenomen, dan ver wachtten de hier aan het woord zijnde le den, dat aan de tegenwoordige procesprac- tijk stellen en erkennen van gefingeerd overspel vrijwel dadelijk een einde zal komen. Daarnaast behoort, naar de meening van deze leden, ook de ongeneeslijke krankzig- nigheid als echtscheidingsgrond te worden erkend. Men kan daarbij allerlei voorwaar den stellen om overijlde ontbinding van het huwelijk te voorkomen. Wat de minister thans voorstelt aldus deze leden komt neer op een beperking van de mogelijkheid tot echtscheiding. Het gevolg daarvan zal echter niet zijn ver meerdering van het aantal gelukkige hu welijken, doch veel meer een toeneming van het aantal onwettige verhoudingen. Daarmee kan de publieke moraliteit niet gediend zijn. Sommige leden waren het gevoelen toe gedaan. dat de minister met behulp van dit wetsontwerp de op den godsdienst van een gedeelte van ons volk gebaseerde op vatting. dat het huwelijk onverbreekbaar is, zooveel mogelijk aan de rest van ons volk wil opdringen. Daartegen hadden zij bezwaar. Juist in deze tijden, waarin een dracht meer dan ooit noodig is, moet men er voor waken de verschillen in ons volk te vergrooten. Enkele leden achtten het wetsontwerp overbodig. Vele andere leden konden de bezwaren, tegen het wetsontwerp, of meer nog tegen de omstandigheid, dat het wetsontwerp be paalde dingen niet inhoudt, niet deelen. Zij juichten integendeel de indiening van het ontwerp toe en hadden van den inhoud met groote instemming kennis genomen. Het zal aan de „groote leugen" inderdaad een einde maken. Dat daardoor nieuwe vormen van ontduiking in de hand gewerkt zouden worden, konden deze leden niet inzien. Mocht dit toch geschieden, dan zal het tot weinig gevallen beperkt blijven. Huns inziens zal de rechter spoedig genoeg zulke pogingen doorzien, waarna men niet licht meer iets dergelijks zal ondernemen. Wat betreft het voorstel om ongenees lijke krankzinnigheid als echtscheidings grond te erkennen, merkten deze leden op. dat de ongeneeslijkheid wel zeer moeilijk vast te stellen is. Het zou ontzettend zijn voor den echtgenoot, die krankzinnig was, doch later geneest, indien tijdens zijn gees tesziekte zijn huwelijk ontbonden zou zijn. Verscheidene van deze leden wezen er bo vendien op, dat de Heilige Schrift niet ver oorlooft krankzinnigheid als grond voor echtscheiding te erkennen. De beschouwing, dat men niet een be paalde opvatting van het huwelijk met be hulp van de wet moet opdringen aan ge deelten van de bevolking, die deze opvat ting niet deelen. beantwoordden de hier aan het woord zijnde leden met de opmer king. dat het mogelijk is. aan alle opvat tingen over het huwelijk gelijke rechten toe te kennen. Deed men dat, dan ware een wettelijke regeling nauwelijks denkbaar. En indien er één onderwerp is, dat een wettelijke regeling niet kan ontberen is het toch zeker wel het huwelijk, althans zoover het de burgerrechtelijke gevolgen betreft. De eenige voor ons land aanvaard bare regeling nu is naar het oordeel van de leden een zoodanige, welke op Chris telijke beginselen berust. 4233 BH UWEN WJNKECIER OF IN ONZE VERKOOP.FICfWCEN EN DEPÓTS (Ingez. -Mptl V steund door de land- en zeemacht van Frankrijk en Engeland. In 1917 trad de koning af, waarna het Grieksche leger zich bij dat van generaal Sarrail. bij de „Armée d'Orient" voegde. Roemenië had zich reeds eerder, nl. in 1916, bij de geallieerden aan gesloten, maar was spoedig daarna door de Oostenrijkers, Duitschers en de Bulga ren vernietigd. Den 15en September 1918 zette Fran- chet d'Espèrey zijn aanval in Macedonië in. In enkele dagen hadden de Franschen en Serven. gesteund door Engelschen en Grieken de linies der oorlogsmoede Bulgaren verbroken; het front der Centralen stort te ineen. Tien dagen na het begin van den aanval vroegen de Bulgaren een wa penstilstand, welke den 28en September te Prilep tot stand kwam. Turkije moest wel dra (30 October 1918 te Mudros) het Bul- Balkan v<5<5* dcm earsttn balkanoorlog BALtCAM MADErt IwttDOl BALKAN0O6LOQ balkan nadcn WERELDOOPloö gaarsche voorbeeld volgen. Aan de Donau gekomen vond Franchet d'Espèrey geen geregeld leger der Centralen tegenover zich. Hindenburg en Ludendorff verklaarden den oorlog verloren. De vrede van Neuilly (27 Nov. 1919) was bijzonder vernederend voor Bulgarije. Aan Servië moest het o.a. de streek om Cari- brod en Strumica afstaan, aan Grieken land West-Thracie tot en met Dédéa gatsch. dat van toen af Alexanddroupolis zou heeten. Turkije verloor bij den vrede van Sèvres (10 Aug. 19201, welke door de Turken niet erkend werd, belangrijke ei landen en gebiedsdeelen: een daarop ge volgden oorlog met voor Griekenland zeld zaam ongunstigen afloop had om. ook tot resultaat, dat Konstantinopel (Istanbul) in 1922 verlost werd van de geallieerde be zetting (verdrag van Mudanya). Mustaph» Kemal Pascha bracht Turkije na den vre de van Lausanen (1923) als zelftandig er kenden staat, als republiek, weer tot aan zien, waarbij Griekenland o.a, Oost-Thra- cie met Adrianopel moest afstaan en de grens opnieuw langs de Maritza kwam te liggen, zoodat Alexandroupolis Grieksch bleef. Joegoslavië had na den grooten oorlog de grootste terreinwinst behaald. Een stuk van het Banaat was van Hongarije afge rukt. Slovenië en Kroatië waren aan het rijk, dat den naam zou krijgen van het Koninklijk der Serven. Kroaten en Slove- nen (S.H.S., zocals ook op de na-oorlog- sche postzegels gedrukt werd) toegevoegd, Bosnië en de Herzegovina kreeg het tóe gewezen. evenals het vroegere Montenegro en de Dalmatische kust. welke Italië zich zag ontgaan met uitzondering van de stad Zara. Albanië bleef door de Italianen be zet. totdat zij er in 1920 uit werden gewor pen en alleen het eiland Saser.o tegenover Valona bezet hielden. De Zuidelijke grens van Albanië bleef een twistappel tusehen Albanië en Grie kenland, dat zelfs de zuiver Albaanche ste den Korea en Gjinokastre wilde bezetten. Verschillende grenscommissies waren hier werkzaam. Toen in 1923 een hiermede be laste Italiaansche generaal Tellini door Grieken werd vermoord, bezet'" Ita lië het eiland Korfu. doch moest dat on der Britsche bedreiging weer verlaten. De na den oorlog ontstane toestand is op het rechtsche kaartje aangegeven. Nadruk verboden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13