défileeren te Rotterdam - Heropening museum „Amstelkring mariniers Op eenzamen post... LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Siste Jaargang door KURT SIODMAK. Hij draaide zich om, zoodat hij op zijn lag. Hauser zag, dat zijn hemd aan njn lichaam kleefde van bloed. Hij scheur- van het lichaam van zijn kameraad: «n klein rond gat, haast niet te zien, vlak t»l de wervelkolom ,,Het is gedaan Hauser, ik zie niets meer. m n h^hden, mijn vingers, Hauser... strijk over mijn oogen... au, dat trekken is het al nacht... Water!" SI trachtte te scheien.... hij rochelde. Hauser draaide hein om en legde het "o hoofd weer op zijn schouder, «nel en blaffend drong de stem van "tailles tot hem door. Moeizaam sprak O'Murphy: ,,lk ben klaar, mijn jongen... ik ben ai onderweg... ja, dat doet goed, die hand op voorhoofd... Ik heb je altijd graag mo ten lijden, Hauser, net als Sky. maar toch weer op an{jere manier dan Sky... be- htnelijk niet... van een ruwen klant, als ik oen. niet?" En hol lachen brak door de keel van den stwonde. Zijn stem werd zwakker. Zijn ge- kleurde vaalgrijs. ..waarom vechten wij eigenlijk, Hauser? waarom schieten wij op deze menschen? Waarom laten wij ons eigenlijk doodschie ten?... Ach, ik ben er allang achter, dat het een smerig zaakje isHauser, blijf bij me! Nu ga je plotseling weg, Hauser!" O'Murphy richtte zich op. „Ik ben bij je," fluisterde Hauser. meb verstikte stem. ..O'Murphy, hoor je me? O'Murphy, ouwe jongen, hier is mijn hand, ik ben bij je, je zult niet dood gaan, hier!" Met een heftige beweging trok hij het hoofd van O'Murphy aan zijn borst, alsof hij het daar voor den dood verbergen wilde. „Hauser" fluisterden de lippen van den grooten, zwaren, stervenden O'Murphy, hij glimlachte. „Sky?" vroeg hij voor de laat ste maal, zacht en teeder Boven Hauser's hoofd hing de roode vlag der opstandelingen. Zij hing, slap als een vaatdoek, geen zuchtje wind bewoog haar. Hauser liet het hoofd van den doode zachtjes op den grond zakken. Het groote gezicht was verstard in een ondoorgrondelijken glimlach, een blijdschap, die reeds niet meer van deze wereld was en zijn hart pas bij de laatste slagen ver vuld had. Vaarwel, O'Murphy, kameraad! Hauser zette zijn verrekijker aan de oogen. De geweren begonnen weer te ratelen hier daar daar Ze kwamen Kleine zandfonteintjes spoten omhoog, kwamen op het fort toe en verdwenen plot seling, als er een doode achter lag. In zijn kijker zag Hauser een angstig, baardeloos jongensgezicht, dat hem met wijdgeopende oogen aanstaarde. De mond ging open, rond als een gat, donker als een graf. Precies in het midden van het voor hoofd was een kleine ronde schaduw... het hoofd viel, dieper, diepersloeg in het zand... een ander gezicht, hard en ge bruind, verscheen, zonk omlaag en ver dween... gezichten... het een na het ander... steeds weer nieuwe. Wanhopig keek Hauser naar zijn dooden kameraad, terwijl een plotselinge woede bij hem opkwam. De overmacht was oneindig. Steeds kwa men nieuwe linies uit de brandende woestijn te voorschijn. De binnenplaats lag vol menschen, gewon den... Langzaam in onophoudelijke bewe ging... en toch lagen zij stil... met gekruiste armen: hun oogen staarden naar den he mel, dien zij wel zagen, maar niet begre pen. Een schot gierde over Hauser's hoofd en reet de vlag van den mast. Steenen donder den neer. Hauser wankelde en gaf een felle schreeuw van pijn Toen Achilles, op het geluid van die schreeuw zijn gezicht naar den toren wendde, zag hij, dat de vlag niet meer wapperde. En Hauser ontbrak. De oogen van den Griek vonkten van woede. Een nieuw verraad Die lafaard van een Hauser had de vlag naar beneden gehaald, wilde het fort over geven! Achilles draalden de loop van zijn ma chinegeweer om. De kogels sloegen tegen den toren, tegen den muur, waarachter Hauser zich stellig als een lafaard verbor gen hield. Achilles schoot en schoot. De kogelband liep nog steeds door zijn handen, toen het geschreeuw van een Arabier, dat boven twee doode mannen lagen, allang zijn oor bereikt had. Hij liet den band pas los, toen een kogel zijn hals doorboord had. hem den adem afsneed, en zijn hart, midden in een ra- zenden loop, tot stilstand bracht. Een uur later viel het laatste fort. De aanvallers betraden het pas den volgenden morgen, toen allang niemand er meer aan dacht, de vlag opnieuw te hijschen. De belegeraars waren bang geweest voor een val, en hadden daarom een nieuwen dag afgewacht. Van de bezetting vonden zij niets anders, dan drie levenlooze lichamen van Euro peanen, die schoten in borst en hals ver toonden en waarvan een nog heel vaag teekenen van leven vertoonde. Namen en nationaliteit waren niet vast te stellen. De Inlanders hadden zich met hun dooden en gewonden in de bergen teruggetrokken. Zij streden hun strijd verder, soms openlijk opvlammend, dan weer stil en verborgen, zooals die strijd reeds tientallen jaren hun land verbrandt. XXII. Nieuw Begin. Over de mooie, vriendelijke stad Bazel, met haar hooge torens en grappig be schilderde huisjes in smalle straten, waai de een heerlijke frissche wind. De zon leg de een glans van goud over de kleine huisjes, waar de Rijn langs stroomde. Over de brug kwam een paartje aange wandeld, dood op zijn gemak, dikwijls stil houdend in de opwinding van het gesprek. Hijflink en gebruind, den arm in 'n doek. Zij: zeer elegant, zeer mooi. een gouden glans over het haar. een zeldzaam lichte, wiegende gang, zooals alleen iemand loopt, die gelukkig is... Hij hield haar bij den arm en zij leunde haar kleinen sierlijken schou der lichte tegen den zijne... „Kijk, de Rijn!" zei ze en wees op den grijsgroenen stroom, die schuimend en gol vend, over de steenachtige bedding snelde, naar het dal. „Hier ls hij nog niet „Vader Rijn", hier is hij nog de jongeling „Je hebt je les goed geleerd", zei hij op de manier van een prijzenden leeraar, „en als je zoo goed blijft oppassen, zul je nog eens de eerste van de klas worden." „Zeg, hadden jullie ook die plaat van de Rijn op school hangen, waar hij begint als jongeling, met een lauwerkrans in het haar, dan als man en tenslotte als oude grijsaard met lange haren...?" Hij scheen haar vraag niet te hooren. Hij was blijven staan en staarde het water na, waarin zich af en toe witte schuim - wolkjes afspiegelden „Hij stroomt langs Frankrijk..." zei hij, alsof hij zich eerst weer de kaart van Eu ropa voor den geest moest halen. „Hij stroomt naar Duitschland," zei zij verlegen. „En zal ons schelden..." voegde zij er. nauwlijks hoorbaar aan toe. Hij greep haar kleine hand en trok haar dicht naar zich toe. Zij stonden bij elkaar, als twee meeuwen, die zich aan elkander willen warmen. De koele frissche Alpen- wind speelde met hun haren. „Ik dank je nog eens, Ysot, dat je geko men bent, daar beneden, in die wilder niszei hij zachtjes en drukte haar hand. „Het was heel erg lief van je, Ysot... anders stond ik hier nu vast en zeker niet. bij den Rijn, in het hartje van Europa, aan het begin van een nieuw leven. Dan lag ik nu ergens onder het woestijnzand en de woestijntamboer roffelde een „Rust zacht" boven mijn hoofd, als jij er niet ge weest was Zij trok haar hand iets terug en glim lachte: „Ach, maar dat spreekt toch vanzelf, dat ik nog eens naar het fort ging. Ik had mijn auto toch bij jullie laten staan..." „Ysot...!" (Nadruk verboden). (Slot volgt). MET DE „MELISKERK" arriveerden te Rot terdam 2 giraffen voer een der Nederlandsche dierentuinen. De eerste blik op het nieuwe vaderland. EEN KOE ALS STIEFMOEDER VAN TWEE LAMMETJES. Een aardig tafreeltje op de boerderij van den heer J. G. Benit te Langereis, gemeente Hoogwoud. TER GELEGENHEID van den vtrjaardag van H. K. H. Prinses Juliana en tot besluit van de vlootrevue défileerden de mariniers te Rotterdam voor kap. ter zee L. A. C. M. Doorman, commandant van de „Tromp*'. De commandant groet het vaandel. EEN REUSACHTIG WATERRAD OP HET EILAND HAINAN. Soldaten van het Japansche landingskorps op het eiland Hainan voor een groot oud waterrad in de Nantu-rivier bij Haihoi. EEN DRIEWERF HOERA VOOR PRINSES JULIANA klonk gisteren over t plein te Ilpendam, waar de daar ter plaatse gelegerde troepen, ter eere van den verjaardag van onze Prinses défileerden voor de autoritei ten. Links burgemeester van Oorschot. 5 MEI zal de heropening geschieden van het museum Amstelkring in het voormalig schuil- kerkje „Ons lieve Heer op solder" te A'dam. Inte rieur v. h. in ouden staat teruggebrachte kerkje. DE KROONPRINS VAN IRAN MET ZIJN GEMALIN IN TEHERAN AANGE KOMEN. Het kroonprinselijk paar begeeft zich naar den Shah, die zijn schoondochter voor de eerste maal zag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5