4L
PRIJSRAADSELS
Prijsraadsels
Oplossingen
Prijsraadsels
De jager en de kraaien
«•Sir-
(In de raadsels wordt uitsluitend
de nieuwe spelling gebruikt).
Naam, leeftijd en adres onder de raadsels.
Tijdig insturen (tot Dinsdagmorgen 9 uur).
Leest allen begin correspondentie!
voor groteren (II16 jaar)
In elk geval het 1ste raadsel oplossen;
daarbij nog het 2de of 3de raadsel, naar
keuze.
I.
Hier volgen 27 lettergrepen:
an. da, da, der, dis. en, ge, gen, ger,
kei, kens, ker, las, let, lie, ne, o, oes,
pa, rein, rog, so, span, tel, ter, ter. mis.
Uit deze lettergrepen 9 groepen van 3
leUirgrepen vormen, zodanig, dat van elke
groep de le en 2e lettergreep een woord
vormen, en de 2e en 3e lettergreep ook een
woord, dat dus met dezelfde lettergreep
begint, waarmee het le woord eindigt. In
elke groep komen dus 2 woorden. De 18
woorden hebben de volgende betekenis:
1. lettergreep 1 en 2 heeft elk schip, letter
greep 2 en 3 jaarlijks volksfeest of jaar
markt.
2. lettergreep 1 en 2 schildersgereedschap,
lettergreep 2 en 3 deel van het alfabet.
3. lettergreep 1 en 2 gewricht, lettergreep
2 en 3 bergruimte.
4. lettergreep 1 en 2 werpstrik, lettergreep
2 en 3 wasmiddel.
5. lettergreep 1 en 2 stekelige plant, let
tergreep 2 en 3 herhaaldelijk.
6. lettergreep 1 en 2 vloeistof, lettergreep 2
en 3 onwaarheid spreken.
7. lettergreep 1 en 2 schelpdier, lettergreep
2 en 3 stuk grond.
8 lettergreep 1 en 2 koren, lettergreep 2
en 3 een koppel trekdieren.
9. lettergreep 1 en 2 inwoner van Afrika,
lettergreep 2 en 3 een meisjesnaam.
De beginletters der 9 groepen noemen
een olaats in Gelderland.
II.
De beginletters van 6 woorden vormen
de naam van een rivier in Noord-Holland.
Die woorden betekenen:
1. herfstbloem.
2. mond van een dier.
3. waterdamp.
4. hoog bouwwerk.
5. stadje in Noord-Holland.
6. orgaan in de buikholte.
Laat men de beginletters weg, dan krijgt
men 6 andere woorden van de volgende
betekenis:
1. hemellichaam.
2. vogel.
3. leidsel.
4 deel van je hoofd.
5. waterkering.
6. wild zwijn.
ELI.
Nu volgt de naam van een bekende plaats
in Zwitserland, bestaande uit 11 letters.
1, 9, 7. 6, 3 oud oorlogsschip.
2, 6, 1, 6. 4 neerslag.
3, 6. 2. 7, 9. 4. 5 Europees eiland.
4, 9, 1. 6, 10 spijker.
5, 2. 6. 3. I. 6, 4 het naderen van een
gevaar.
6, 4. 1. 6, 7 hemels wezen.
7, 9, 8, 3, 4, 6 neerstortende sneeuw
massa.
8, 6, 2, 6, 7. 11 heelal.
9, 7, 1, 6, 4 waterplanten.
10, 6, 5, 6, 2 dierenhuid.
11, 3, 6, 4. 5, 6. 2 agent van politie.
Zoals jullie ziet. vormen de beginletters
weer de Zwitserse plaats.
der raadsels uit het vorige
nummer.
1 Eind goed, al goed. Idee, geen, goal,
dood.
2. 1. al, smeer, Aalsmeer; 2. vrees, wijk,
Vreeswijk; 3. mep, pel, Meppel; 4. har
der. wijk, Harderwijk.
3 Zuid-Amerika; zuid, kamer, kam, ia.
4 Twee voeten (van den molenaar).
5. De zon.
6. Baan. Daan. haan, maan, Zaan.
7. Reiger; r, een, spits, nergens, kippen
ren, r.
8. Speeltuin.
voor kleineren (711 jaar)
In elk geval het le raadsel oplossen;
daarbij nog het 2e of 3e raadsel, naar
keuze.
L
Uit onderstaande 60 letters moet je 12
woorden vormen, ieder van 5 letters. De
beginletters, van boven naar beneden ge-
fezen, noemen iets waar vele mensen deze
weken naar toe trekken,
aaaaaaabddddeeeeeeeee
eeeeeeeggkllllllmmnnn
nnnnnnoprrrrttuvwx.
De 12 woorden hebben de volgend bete
kenis:
1. dragen sommige mannen.
2. tegenstelling van boven.
3. gebruikt men bij de maaltijd.
4. je slaapt onder en op een
5. dient, om water in te dragen.
6. telwoord.
7. tegenstelling van weinigen.
8. verdieping.
9. iets tijdelijk ten gebruike geven.
10. iets helpen voortbewegen.
11. bijzonder of buitengewoon, b.v
mooi.
12. gebruikt men om te naaien.
n.
Verborgen vogelnamen.
1. Is dit hek sterk genoeg?
2. Dat was een dikke paling, hè?
3. Met de staartvin kan de vis roeien.
4. Hè, was er maar altijd 's winters ijs; je
kon dan naar hartelust schaatsenrij
den!
5. Zet de trap eens bij die bruine lijst; er
ligt zooveel stof op.
6. Ga mee, Stien; we gaan wandelen.
m.
Tien letters noemen iemand, die radio
kan ontvangen en horen.
De letters 1, 2 en 3 zijn het tegenoverge
stelde van ijverig.
4, 5, 6 en 7 een hemellichaam.
8, 9, 10 een deel van de korenhalm.
Meedoogenlooze strijd tusschen mensch
en dier.
Het was voorjaar en de zon scheen heer
lijk. Toen kwamen op een goeden dag op
eens de kraaien aangevlogen van het Zui
den. Ze vlogen over het moeras: het waren
er zeker wel over de duizend. Pikzwarte
waren er bij en ook bonte met prachtig ge
kleurde metaalachtig glanzende veeren.
Toen de kop van den stoet het moerasland
verlaten had en over het zonnige heuvel-
gebied vloog, werden verkenners uitgezon
den. Die rekten de halzen, namen dan op
eens een duik naar beneden en streken neer
op een grooten boom onder het bemoedi
gend geroep van „kra, kra!" Dit betee-
kende: „Komen jullie maar. de kust Ls
veilig".
Toen de nacht daalde, was de heele
kra aden kolonie thuis, in hun twee oude hoo
rnen waar ze al jaar op jaar genesteld had
den. Maar veel nieuwe kameraden waren
meegekomen. Nu ginge: ze slapen tusschen
de takken en het leek wel, of die beide boo-
men. zooeven nog een fijn netwerk van kale
takken en twijgen, nu twee donkere mop
pen geworden waren; zóó vod zaten ze!
Slaohts een paar oude kraaien zaten als
wachtposten in de toppen. Zij hadden al
heei veel medegemaakt in hun leven en
wisten, dat de nacht verraderlijk is
Maar toen klonk opeens een vreemd ge
luid, een luid kloppen als van een hamer
op hout: „klonkklonk!" De eenzame
kraaien in den boomtop krasten ten ant
woord en gingen tusschen de anderen zit
ten. Nu is alles goed, want K'lonk, de aan
voerder, die oude roover, die zomer en whi
ter hder woonde, die éénoogige, pikzwarte,
doorgewinterde slimme Klonk, hield de
wacht
Toen den volgenden morgen de Jager op
zjjn fiets voorbijkwam en de kraaien In de
boomen zag zdbten, haaLde hij direct z
kijtker te voorschijn en tuurde naar bov
Ja, het was net zooals hij gedacht hi
daar heel boven In den top zat een grot
pikzwarte kraai heel alleen. De jager d<
net, of hij niets gezien had en reed do
En toen hij nauwelijks een trap of vijl
daan had. hoorde hij een luid ,.kioi
klonik" achter zich ende heele tn
van over de duizend kraaien vloog krasse
op. De jager dacht bij zichzelf: „Wac
maar, jou éénoogig monster, als ik jou
te pakken krijg!" En hij belde meteen
apotheker op en bestelde honderd g
eieren. Direct klaarleggen!
Een week later waren de kraaien al be
lemaal gewend. Ze woonden paar aan pa
of in kledne groepjes bijeen, maar alle
Klonik heelemaal apart. En toch war j
heer en meester over de heele kolonie
Bij het eerste morgenkrieken verzanw
den de kraaien zich op een grooten bn
in den omtrek en vandaar zwermden zei
over de wijde velden, waar ze voedsel t
den zoeken.
Ze streken neer in een grooten boom.
Een deel wandelde achter die ploeg aa
om engerlingen op te pikken, anderen Ion
den op muizen en zochten struiken 4
slootjes af. Bij hoopen streken ze neer to
schen het jonge zaad en pikten de plan tja
uit. En zoo waren ze dag in dag uit dri
bezig.
Toen April kwam met zijn zoele regentH
sctoot het zaad snel omhoog. Grasjes
gen uit den grond, madeliefjes en bod
bloemen staken haar kopjes op. En i
kraaien waren intusschen heel ijverig bed
de oude nesten van het vorige jaar bij]
flikken. Zóó ijverig, dat ze nergens andfl
oog voor hadden.
Maar de oude Klonk hield die wacht Ed
op een morgen zag hij den jager voorla
komen. Hij kende hem goed, al had ja
vandaag ook geen geweer bij zich. 9
Klonk keek met zijn ee>ne oog scherp d
hoe de man de velden overging en telle!
bukte en neerknielde. Klonk wist preo
wat de jager deed. Hij wachtte tot hij o*
de heuvels verdwenen was en vloog toeni
dezelfde richting de velden over.
Ja hoor, daar zag hij iets grauwacM
wits schemereneen nest met eieren. B
streek neer en bekeek de dingen van aü
kanten.
Ben gek gedoe, eoht menschenwerk! 0
ieder ei stond een woord „vergif" en
doodskop. Dat was een waarschuwing vw
onvoorzichtige menschen, wist Klonk, mai
hij had die heelemaal niet noodig: hij w
uit ondervinding, dat Je die dingen niet e«
kon. Vele jaren geleden had hij voor l>
eerst zoo'n nest gevonden en wilde hij1
direct op aanvallen. Maar toen hij ntiuv
lijks een half ei uitgeslurpt had, werd i
door een boerenjongen opgedreven.
Opeens had het ei als een vuur in ri
keel gebrand en met veel moeite was l
hem gelukt zich naar het beekje te sleep?
waar hij zijn snavel in het water stak i
dronk en dronk.
Hij had vreeselijke pijnen geleden!
boen hij na weken voor het eerst weer zi
eigen stem gehoord had, was het ou
„kra-kra" geluid verdwenen om plaats
maken voor het doffe .klonk-klonk"!
En Klonk vloog over de velden en pd
al de gifeleren stuk en waarschuwde z
kameraden, zoodat er niemand in liep
De jager had een slechten buit d<ifc voor ja