Tunnels ie Velsen Vredessterkte van het leger wordt opgevoerd Een Belgisch Ministerie dat er geen is! 80 ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 April 1939 Derde Blad No. 24252 Paraat onder alle omstandigheden De wijziging der dienstplichtwet GEMENGD NIEUWS Watervliegtuig verongelukt Inwendige moeilijkheden blijven De verduisterde 45.000 in safe te Oude-Pekela teruggevonden Brand aan boord van de „Paris" (Vervolg van pagina 1 van het 1ste Blad). Aan het „wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet" is het volgende ont leend: Ofschoon de verhooging van de lichtings sterkte en de verlenging van den duur der eerste oefening een niet onbelangrijke ver grooting hebben gebracht van de geregeld aanwezige sterkte, is de regeering tot de overtuiging gekomen, dat de maatregelen, welke onder bepaalde omstandigheden voor een doeltreffende grens- en kustbeveiliging noodig ziin, een hoogere vredessterkte kun nen vereischen dan thans mogelijk is. Een wettelijke bepaling, als in het voorgestelde tweede lid van art. 30 der dienstplichtwet is belichaamd, zal de gelegenheid openen om de daarvoor noodige voorzieningen te treffen. Dit tweede lid luidt: „Voor elk der in het eerste lid bedoel de groepen van dienstplichtigen kan de duur der eerste oefening tot ten hoog ste twee jaar worden verlengd. De dienstplichtigen, voor wie de duur der eerste oefening niet is verlengd, kunnen onverminderd de uit andere bepalingen voortvloeiende verplichtingen, worden verplicht, alsnog werkelijken dienst te vervullen uiterlijk tot het tijdstip, tot hetwelk de eerste oefening had kunnen worden verlengd." Wordt de bevoegdheid geschapen om de eerste oefening tot twee jaar te ver lengen, dan zal dit niet steeds tot het volle maximum behoeven te geschieden en zal het ook tot bepaalde onderdeden der weermacht beperkt kunnen wor den. De mogelijkheid zal zelfs bestaan om naar gelang van omstandigheden de verlenging geheel achterwege te laten. De voorgestelde maatregel zal het mo gelijk maken de vredesssterkte zoodanig op le voeren, dat met grootere gerustheid in tijden van spanning de ontwikkeling van de gebeurtenissen kan worden afgewacht, zonder telkens voor de vraag te staan, of tot een buitengewone oproeping van niet in werkelijken dienst, zijnde dienstplichti gen krachtens art. 32 der dienstplichtwet moet worden overgegaan. De verhouding van 't voorgestelde tweede lid van art. 30 tot art. 32 zien de ministers van Defensie en van Binnenlandsche Za ken aldus, dat art. 32 wordt toegepast, als buitengewone omstandigheden zijn in getreden, en dat eerstbedoelde bepaling zal dienen om voortdurend op het plotseling en onverwacht intreden van dergelijke om standigheden voorbereid te zijn. Het verdient de aandacht, dat verlenging van de eerste oefening in het algemeen de voorkeur verdient boven buitengewone op roeping van dienstplichtigen van oudere lichtingen, daar zoodanige oproeping veel dieper in het volksleven ingrijpt. De tweede volzin van het nieuwe tweede lid van art. 30 heeft de strekking om het langere verblijf in werkelijken dienst ook nog te kunnen toepassen ten aanzien van dienstplichtigen, die reeds na volbrachte eerste oefening in het genot van groot ver lof zijn getreden. De bevoegdheid daartoe kan noodig zijn, omdat er kort na het ver trek met groot verlof van een lichtingsge deelte omstandigheden kunnen intreden, welke niet waren voorzien. Eerste oefening kustwachter. De taak van de marine-kustwacht in het defensiestelsel bestaat in het snel ontdek ken, het voortgezet waarnemen en het des kundig beoordeelen van de bewegingen en andere verrichtingen van schepen, die zich aan de kust, en vliegtuigen, die zich boven het zeegebied vertoonen. Omtrent 't waar genomen voorwerp moeten worden vastge steld het soort of type van schip of vlieg tuig, de vermoedelijke koers en snelheid, de mogelijke bedoeling van een uitgevoerde manoeuvre, enz. Om deze taak naar behooren te kunnen volbrengen, is een langdurige ervaring on ontbeerlijk. Bij gehouden oefeningen is ge bleken, dat de dienstplichtigen, bestemd voor de kustwacht, de noodige ervaring niet bezitten. Een Ingesteld onderzoek heeft de overtuiging gevestigd, dat het niet moge lijk is. bedoelden dienstplichtigen volgens het tot dusver gevolgde opleidingssysteem die ervaring bij te brengen. Het gevolg hiervan is, dat de zeemili ciens-kustwachter bij den bestaanden toe stand niet voldoen en niet kunnen voldoen aan de hooge. doch noodzakelijke eischen, die hun oorlogstaak hun stelt. Om hierin verbetering te brengen, dient aan de opleiding tot kustwachter, welke tot dusver nagenoeg geheel theoretisch is, een practisohe leergang te worden gekoppeld. Deze zal dan bestaan uit plaatsing aan boord van een varend schip en detachee ring bij een vredesseinpost. Deze voortge zette opleidingen zullen slechts vruchtdra gend kunnen zijn, indien zij eenige maan den duren, mede in verband met de om standigheid, dat een deel van de zeemili- ciens-fcustwachter in hun burgerwerkkring weinig of niet met het zeewezen in aanra- K'ng is geweest. Het is namelijk niet mo gelijk, de kustwachters uitsluitend te kie zen uit de zeevarenden, daar dezen uit hoofde van hun beroep bij een buitenge-, wone oproeping veelal niet tijdig op hun plaats zouden kunnen zijn. Ook valt nog in aanmerking te nemen, dat de bemanning van een kustwachtpost, die vaak in het open duin, onbeschut en eenzaam is opgesteld, in staat zal moeten rijn zich met eenige kans op succes tegen een aanvallend vliegtuig te verdedigen en dat een deel van de opleiding hieraan ge- 4iim°eten worden. Alles te zamen genomen, zal de eerste- ^"eningstijd van den zee-milicien-kust- wacnter, wil hij voor zijn taak berekend Un, belangrijk moeten worden verlengd, ff daarom reden den bestaanden toe- f~hd, volgens welken hij een veel kortere eerste oefening heeft dan de overige dienst plichtigen van de zeemacht, niet langer te bestendigen. Of voor de opleiding de volle 21 maanden hoogste duur van de eerste oefening voor de overige dienstplichtigen der zeemacht noodig zullen zijn, is een vraag, die door de ervaring zal moeten worden beantwoord. Herhalingsoefeningen. Nadat de dienstplichtigen de eerste oefe ning hebben volbracht, volgt er een lange reeks van Jaren, gedurende welke zij be schikbaar moeten blijven voor opkomst bij mobilisatie. Al dien tijd moet hun ge oefendheid op peil blijven. Maar dit is niet genoeg. Ook moeten zij. wanneer nieuwe wapenen, verdedigingsmiddelen, enz. zijn ingevoerd of belangrijke wijzigingen in de organisatie zijn aangebracht, zoo spoedig mogelijk daarmede vertrouwd worden ge maakt. Hoe langer hoe meer vestigt zich de overtuiging, dat daartoe meer en voor een deel langere herhalingsoefeningen noodig zijn dan het bestaande maximum van 40 dagen voor de dienstplichtigen, die den rang van onderofficier niet bekleeden toelaat. Is dit in het algemeen het geval, hoeveel te meer moet dit dan niet gelden voor de dienstpliohtigen van de lichtingen van 1937 en vroegere jaren, die een eerste oefening van slechts 5'/i maand of als voorge- oefende van nog korteren duur hebben doorloopen. Daar de jongste van deze lich tingen eerst ln 1952 naar de aanvullings reserve overgaat bij welken overgang de diensttijd nog niet is volbracht, doch wel de bestemming voor onmiddellijke opkomst bij mobilisatie eindigt zou het bij hand haven van den bestaanden toestand nog jaren kunnen duren, dat de weermacht groote scharen van dienstpliohtigen telt. wier geschiktheid voor de oorlogstaak niet staat op de hoogte, welke tegenwoordig noodig geacht moet worden. In verlenging van den duur der herha lingsoefeningen zal het middel gevonden moeten worden, om hieraan zooveel moge lijk tegemoet te komen. Het ligt voor de hand, dat de verdeeling van den totalen duur der herhalingsoefe ningen over de onderscheidene dienstja ren zeer verschillend zal kunnen en moe ten zijn, ook wat betreft den aard der oefe ningen. Wat voor het eene wapen geldt, geldt niet altijd voor het andere wapen. Wat voor de jonge lichtingen geldt, is niet altijd ook voor de oudere lichtingen van toepas sing En bij hetzelfde wapen en dezelfde lichting moet soms weer versohil worden gemaakt naar gelang van de bestemming, welke de eene. en die, welke de andere groep van dienstplichtigen heeft. In verband met een en ander kan slechts een zeer globaal overzicht worden gegeven van de regeling, welke de minister van Defensie zich na bestudeering van de daar omtrent ontvangen adviezen heeft gedacht ten aanzien van de verdeeling van den voorgestelden duur van ten hoogste 85 da gen. Deze duur zou in het algemeen verdeeld behooren te worden over verschillende pe rioden van 17 tot 20 dagen. Voor degenen, die bestemd zijn om reeds bij de eerste der buitengewone oproepingen op te komen, welke bestemming samen hangt met hun taak bij den grens- en kustdienst, zouden de laatste twee perio den vervangen moeten worden door 4 pe rioden van een korteren duur. OFFICIERSOPLEIDING ZEEMACHT. De behoefte is aan den dag getreden om het getal reserve-officieren bij de zeemacht belangrijk uit te breiden. Tot dusver kwam deze categorie van reserve-officieren uit sluitend voort uit personen, die zich vrij willig verbonden bij de Koninklijke mari nereserve Daar het niet zeker is, dat ook het bij uitbreiding noodig geoordeelde ge tal reserve-oflicieren langs dezen weg zal worden bereikt, ligt het in het voornemen zoo noodig ook dienstplichtigen, die daar toe de geschiktheid bezitten, voor opleiding tot reserve-officier bij de zeemacht aan te wijzen, al hebben zij zich daarvoor niet op gegeven. Het ligt voor de hand, dat op deze dienst plichtigen na hun opleiding gelijke ver plichtingen dienen te rusten als op hen, die voor denzelfdcn dienst een vrijwillige verbintenis hebben aangegaan. Daarom is het noodig, dat voor deze personen een overeenkomstige bepaling in het leven wordt geroepen als thans in art. 43. derde lid, der wet voor de officiers-adspiranten van de landmacht is neergelegd. Dit derde lid luidt: ..Behoudens de door Ons vast te stellen uitzonderingen behooren zij, die als dienst plichtige in opleiding zijn genomen tot of ficier. met ingang van den dag, volgende op den laatsten dag der eerste oefening, en voor den tijd, dien zij als dienstplich tige nog hebben te dienen, tot het reserve- personeel der landmacht, indien 't dienst plichtigen der landmacht, en tot de Ko ninklijke marine-reserve, indien 't dienst plichtigen van de zeemacht betreft." KORT NA DEN START IN HET WATER GEVLOGEN. Nabij de loods van het marinevliegkamp Schellingwoude is gistermiddag om even vier uur een watervliegtuig, kort na den start, in het water gevlogen en in den mod der blijven steken. De twee militairen, die zich in het toestel bevonden, konden het vliegtuig tijdig ver laten en sprongen te water. Zij werden bei den door een sloep opgepikt en aan wal gebracht. Het toestel wilde met twee andere water vliegtuigen naar de Mok vertrekken, doch bij het taxiën kon het vliegtuig niet omhoog komen. De machine steekt thans gedeeltelijk bo ven het water uit en zal worden geborgen. AUTO EEN AUTO GERAAKT. Gistermiddaz is op den rijksstraatweg naar Wamsveld een doodelijk ongeluk ge beurd. De ongeveer 46-jarige gehuwde H Pruil uit War ken. gemeente Warnsveld. werd daar door een auto, vermoedelijk doordat hij deze niet hoorde aankomen, aangereden en op slag gedood. In aansluiting aan reeds verschenen be richten over de tunnels te Velsen, deelt de A.N.W.B. thans het volgende mede. De spoorwegtunnel en de tunnel voor ge woon verkeer zullen op 500 M. ten oosten van het pontveer gelegd worden op een diepte van ongeveer 22.50 N.A.P. De tunnel voor gewoon verkeer zal onder den vaarweg van het ter plaatse van de tunnels tot circa 300 M. te verbreeden Noord-Zeekanaal een horizontaal gedeelte van 150 M. lengte verkrijgen, waaraan de opritten onder een helling van 1 28,5 tot een lengte van circa 645 M. zullen aanslui ten. De opritten, welke gedeeltelijk als tun nel, gedeeltelijk open worden uitgevoerd, vinden hun beëindiging in een verkeers plein, waar nieuw aan te leggen wegen ver bindingen zullen vormen met de bestaande wegen. Op het Zuidelijke verkeersplein zal de weg AmsterdamVelsen worden aangeslo ten, terwijl ook een verbinding met den ouden Rijksweg HaarlemVelsen tot stand zal worden gebracht. Op het Noordelijke verkeersplein zal Wykeroog worden aange sloten, terwijl de provinciale weg Beverwijk Uitgeest over de omlegging om Beverwijk heen zal worden gevoerd en daarmede te vens krulsingvrij ln verbinding gebracht. Het geheele nieuwe tracé zal, behoudens de verkeerspleinen, kruisingsvrij worden aan gelegd en evenals de tunnel en de nieuwe verbindingswegen alleen voor motorrijtui gen bestemd worden; rijwielpaden worden dus niet aangelegd. Het langzame verkeer zal van de veer pont gebruik moeten blijven maken, het geen in verband met den vrij grooten om weg, welken het locale verkeer door de tun nel zou moeten maken, weinig of geen tijd verlies op zal leveren. De tunnel verkrijgt een rijbaanbreedte van 7 M. en een doorrijhoogte van 4.20 M de verlichting zal zoodanig worden ont- bmdoandr wefe* I I -«gverfeg aandoitinyen b«tooiulf ypaorlyn i orngciegd* worpen, dat een geleidelijke overgang van het felle daglicht naar de kunstverlichting in de tunnel zal worden verkregen. WIELRIJDER KREEG EEN DUW. Doodelijk ongeval te Rotterdam. Gistermiddag even voor twee uur is op de drukke Koninginnebrug te Rotterdam een ernstig ongeval gebeurd, dat een wiel rijder het leven heeft gekost. De man reed in de richting binnenstad en een tweede wielrijder naast hem gaf hem op een ge geven oogenbük een duw, waardoor de eerste viel en terecht kwam onder de ach terwielen van een zware zeswielige vracht auto. De man, de 24-jarige J. J. A. Lindenhof, uit de Boezemlaan, moet op slag dood zijn geweest. ERNSTIG ONGELUK BIJ HET LOSSEN VAN HOUT. Gisterochtend is in de haven te Delfzijl de arbeider M. Hollander uit Farmsum, bij het lossen van het Finsche s.s. „Helen" door een hoeveelheid hout, welke in een takel hing, geraakt en ernstig gewond. De man werd per Groene Kruisauto naar zijn woning overgebracht en is in den loop van den dag overleden. (Van onzen Brusselschen correspondent). België beschikt over een sterk leger. Het Ministerie van Landsverdediging is buiten het politiek geharrewar van de laat ste jaren gebleven en men heeft den niet- politieken luitenant-generaal Denls onge stoord op zijn plaats laten doorwerken Nu het in Europa stormt, zijn de grendels op de deur gedaan en de noodige voorzorgs maatregelen genomen. Specialisten zijn op geroepen, het systeem der luchtverdediging is in werking gesteld, een aantal verloven zijn ingetrokken. Maar binnen de muren van het huis gaan de onderlinge twisten door. alsof er geen gevaar dreigt. Neen. veel is er niet veranderd sinds de verkie zingen. Dat blijkt wel uit de wijze, waarop de regeering tot stand komt of liever niet tot stand komt. Zeker, het is verheugend dat de drie traditioneele regeeringspartijen van de 202 Kamerzetels er thans 170 hebben veroverd. Als zij ze maar niet samen moes ten deelen in een verhouding die een krach tige meerderheid met een flinke oppositie ertegenover, uitsluit, n.l. 73 Katholieken. 64 socialisten. 33 liberalen. Noch bij de Katho lieken, noch bij de socialisten heerscht een stemmigheid. Dwars door de partyen heen loopt steeds het talenvraagstuk. Vooral bij de Katholieken, waar de Vlamingen nu over een meerderheid van 46 tegen 27 zetels voor Brussel en Wallonië beschikken. En bovendien worden zü meer dan ooit opge stuwd door de Vlaamsche nat onalisten. wier parlementsgroepen op 15 April j.l. een dagorde hebben aangenomen, waarin zij de federale omvorming van den Belgischen Staat de eenige duurzame grondslag voor orde naar binnen en veiligheid naar buiten noemen. Nu de eerste blydschap over de verkiezingswinst bti Katholieken en libera len is bekoeld, vindt men op de regeerings- tafel dus nog dezelfde problemen l'ggen. (met uitzondering der Martens-zaak). die men er na de overhaaste Kamerontbinding had achtergelaten. Met dit verschil, dat het internationale vraagstuk zich nu nog veel dreigender laat aanzien en dientengevolge ook de economische en financieele proble men meer zorgen baren. Wat de partyen dus voorheen niet met elkaar wisten klaar te spelen, moeten ze nu onder veel moeily- ker omstandigheden doen. De Minister van Financiën. Gutt, heeft zyn collega's op de minder aangename mededeeling vergast dat hij dit jaar een tekort van 1 milliard franc verwacht, zoodat er nieuwe belastingen en bezuinigingen noodig zullen zyn. Want België moet een paai- milliard franc leenen en die kan het land zeker niet krijgen met een genoemd begrootingstekort. Ondanks het feit dat Gutt. die tot geen politieke party behoort, door de socialisten op 22 Februari met het Ministerie Pierlot naar huis werd gestuurd, omdat zü den conser vatieven financier van inflatie beschuldig den ondanks deze pessimistische uitlatin gen vinden we diens naam terug in het kabinet dat Pierlot gevormd had. Zonder een conservatief financier kan men bii de banken volstrekt niet aankloppen. Reeds ging bij wijze van stormsein het disconto der Nationale Bank een flink stuk de hoogte in! Gutt was ook van oordeel dat het finan cieel herstel zonder drieledige regeering niet mogeiyk is! En Pierlot was de ondankbare taak beschoren alle tegenstribbelende ele menten onder één vaan te scharen. De soc alisten toonden echter geen haast op zijn vriendelijke uitnoodiging in te gaan. Zij redeneerden als volgt: Toen het land na vijf jaren deflatiepolltiek in 1935 aan den rand van den afgrond stond heeft men een beroep op ons gedaan. Dank zij onze mede werking en activiteit heeft België aan het wereldherstel kunnen deelnemen Daarna is een tyd van groote internationale span ning gevolgd met alle nefaste economische gevolgen daaraan verbonden. En alle hier uit voor uitspruitende binnenlandsch moei- lykheden. heeft men ons op den rug ge schoven. Men heeft een Kamerontbinding geprovoceerd om ons kwüt te raken en ons tegenover het kiezerscorps verdacht ge maakt, Men heeft bereikt wat men wilde. Katholieken en liberalen hebben samen de We zijn nu niet meer de sterkste party, meerderhe'd. En als ge ons nu toch in de regeeving wilt hebben dan eischen wii ?a- ','ant'es opdat men ons niet zal misbruiken voor de politiek van het Comité Central Industriel" of van den conservatieven vleugel van het Katholieke Blok. En of deze garanties voldoende zijn, daarover zal ons Party-Congres oordeelen. Zoodat de socia listen zich niet gehaast hebben. En daar zat nu Pierlot met zijn nationale unie. Wachten op de beslissing van het ..Maison du peuple". Het is toch de koning die zijn ministers benoemt en het Parle ment. dat allereerst van het regeerings- programma kennis neemt. Dat nooit. En zoo gooide Pierlot Zaterdag het roer om en be gon met de samenstelling van een Katho liek-liberale regeering Een onmogelijke taak, ook al is er een theoretische meerder heid van enkele stemmen. De Katholieke arbeiders, de linker vleugel van het Katho lieke Blok samen met de conservatieve liberalen tegen de socialisten. De franskil- jonsche liberalen samen met de mannen van de Katholieke Vlaamsche Volks-party. met Sap. van Cauwelaert, etc, die de Vlaamsche eischen met kracht willen door zetten. Maar het prestige moest gered wor den. Pierlot wilde en zou de regeering hebben voordat het socialisten-congres zyn besluit nam. Hij begon dus Zaterdagavond met de samenstelling van de tweeledige regeering omtenslotte Maandagmorgen terwyi het socialistische congres reeds aan den gang was. toch met een drieledige regeering voor den dag te komen.. Voor Spaak en zyn partijgenoot Piérard werd een plaatsje gereserveerd totdat het Con gres zijn uitspraak gedaan had. Heeft juist deze wijze van optreden het congres in het harnas gejaagd? Men wist dat de Vlaam sche socialisten over het algemeen voor de deelneming aan de regeering te vinden waren, de Brusselsche Federatie had haar gedelegeerden zonder imperatief mandaat naar het Congres gestuurd, terwül het meeste verzet van de zyde der Walen kwam. Maar men rekende in het algemeen op de overredingskracht van Spaak om het Congres ervan te overtuigen dat by den huldigen gevaarlyken binnen- en buiten- landschen toestand deelneming aan de re geering geboden was. Weliswaar heeft Spaak erop gewezen dat loonen en salaris sen niet zullen worden aangetast, dat de meeste belastingen door de socialisten in het voorjaar van 1938 voorgesteld en die toen door de Katholieken zoo bitter bestre den werden, zouden worden ingevoerd wel iswaar schaarden de Man, Herman Vos en oud-ministers Delattre en Balthazar zich aan zün zyde. maar dat alles heeft niet mogen baten. De tegenstanders voerden aan dat indien er buitenlandsoh gevaar dreigt, de socialisten wel aan de verdedigings maatregelen zullen deelnemen, maar dat daarvoor deelneming aan de regeering niet geboden wac. Met de Luiksche Federatie was men van oordeel dat het Congres op nieuw voor een .fa't accompli" was gesteld Nu toch weer een twee-regeeringen- kabinet. (Nadruk verboden). Na onafgebroken intensief speuren van gemeente- en rijkspolitie zijn de f. 45.000.welke een vrouw uit Gro ningen in de hoofdstad een oude heer uit de provincie heeft weten afhandig te maken, teruggevonden. Het geld is tenslotte gevonden door de marechaussee te Oude Pekela in een safe van een bankinstelling in die plaats. Zooals men weet, zijn de vrouw en haar jonge vriend ingesloten in het huis van bewaring te Amsterdam, waar zij zich in een hardnekkig stilzwijgen omtrent de plaats waar het geld ge borgen was, hulden. (Reeds in een gedeelte van onze vorige oplaag geplaatst). KRUIDENIERSWINKEL TE DEVENTER IN DE ASCH GELEGD. In den nacht van Maandag op Dinsdag heeft te Deventer een felle uitslaande brand gewoed in den kruidenierswinkel en bakkerszaak aan de Papenstraat van M. Kampman. De bewoners waren bij het uit breken van den brand niet thuis en arri veerden pas, toen de brandweer met veel materiaal den strijd tegen de vuurzee voerde. Huis en inboedel, die verzekerd wa ren en eigendom zijn van den bewoner, gingen totaal verloren. De oorzaak van den brand is niet bekend. (Vad.) BUITENLANDSCH GEMENGD. Uit Le Havre wordt geseind dat een zware brand is uitgebroken aan boord van de Fransche mailboot Paris. Men vreest dat het geheele schip een prooi der vlammen zal worden. De Paris, een schip van 34.569 ton. is ge bouwd op de scheepswerven van St. Nazaire in 1921. Het schip hoort thuis In Le Havre en is het eigendom van de Compagnie Gé nérale Transatlantique. Het is 225 M. lang. Nader wordt gemeld: De Paris lag gereed om heden naar New- York te vertrekken met talrijke personen, die een bezoek aan de New-Yorksche ten toonstelling willen gaan brengen. Boven dien waren talrijke kunstvoorwerpen, tot een waarde van 25 millioen francs, aan boord gebracht, waarvoor een tweevoudige veiligheidsdienst was ingesteld. Ondanks de assistentie, die spoedig gebo den werd door de brandweer der gemeente te Le Havre en door dravende brandweer spuiten. breidde het vuur zich zeer snel uit en loopt het geheele schip gevaar. Om drie uur in den nacht zag het er naar uit. alsof de brand zich samentrok tusschen den tweeden en derden schoorsteen. By het blusschingswerk heeft zich ook nog een tweetal ongelukken voorgedaan: de chef van den veiligheidsdienst en een brandweerman zyn in ruim 1 gevallen. De eerste kwam om het leven, de tweede kreeg veelvuldige breuken. Hedenmorgen is de „Paris" gezonken, na dat het schip een slagzy maakte van dertig graden. De voorwerpen van waarde en vliegtui gen, welke met de „Paris" naar New York zouden worden gezonden, zyn gered. GROOTE BRAND VERNIELT 36 HUIZEN. In dsn afgelocpen nacht is in de ge meente Peklina in het Waagdal (Slowa- kye) een groote brand ontstaan. Van de 40 huizen werden er 36 door het vuur ver» nield.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9