Noord wijksche bloemenhulde op Soestdijk - Vliegongeval
Op eenzamen
post
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
80ste Jaargang
FEUILLETON
RIJWIELPLAATJESMISÊRE, OOK IN INDIE I CONTROLE TE
BATAVIA. BEHALVE EEN PLAATJE, MOET MEN OOK EEN
KWITANTIE KUNNEN TOONEN.
BU SCHELLINGWOUDE vloofe
een watervliegtuig van de marine,
kort na den start in het water. De
beide inzittenden werden gered.
MAANDAG J.L. WERD VOOR DE EERSTE MAAL DE NIEUW INGESTELDE VLIEGDIENST AMSTERD/Jfc
ZüRICH GEVLOGEN. Na de aankomst van het eerste Hollandsche vliegtuig op het vliegveld te Ziiricl
3de van links de bekende vliegtuigbouwer Fokker; met bloemen de directeuren van de „Swissair",
Pillichody en Groh.
JAPANSCHE TROEPEN met een draag
bare brug in de buurt van Yungsin, in het
Noordwesten der Kiangsi-provincle.
DE AANBIEDING VAN EEN BLOEMENHULDE op het Paleis Soestdijk door een zèvental
Noordwijksche kinderen van verschillende scholen, bedoeld als inzet van het groote bloemenfeest
van 2730 April in Noordwijk. De aankomst der kinderen. De bloemen zijn bestemd voor Prinses
Juliana en Prinses Beatrix.
EEN TROMPET uit het graf van Toetan-
chamen wordt door een trompetter van het 2e
Reg. Huzaren te Cairo voor de
radio bespeeld.
GISTEREN WERD TE STAPHORST DE JAARLIJKSCHE VEE
MARKT GEHOUDEN. TWEE STAPHORSTER KINDEREN, DIE
HUN GELD BELEGD HEBBEN IN SNOEPGOED.
door
KURT SIODMAK.
20)
„Help mij even," zei ze lachend en reikte
hem de shaker.
Hauser keek haar uitdrukkingsloos ln de
°ogen, nam den beker, van haar aan en
schudde hem onbeholpen.
..Hij moet ontwaken," bad Ysot vurig,
„hij moet spreken. Ik moet hem aan het
praten krijgen. Waarom staart hij zoo?"
Zij kon den blik van die oogen niet lan
ger verdragen.
„Ik had niet moeten komen, ik had niet
®et hem moeten eten. Uit! het moet
uit zijn!" dacht zij en terwijl de woorden
moeilijk over de lippen kwamen zei ze:
..Zoo moet U dat doen.
Ze greep naar den beker en raakte zijn
hand aan.
Hauser liet den beker vallen. Hij greep
haar hand, draalde die met den palm
naar buiten en begroet zijn mond in liet
zachte, witte vleesch.
Ysot trok haar hand terug. Het was
Ufht een gloeiende stempel in haar hand
gedrukt was. Pijnlijk voelde ze den druk
vaa zijn tanden.
Zij draaide zich om en liep naar het
midden van de kamer. Zij schreeuwde van
angst en weerloosheid, haar hand brand
de, ze schreeuwde en schreeuwde maar
er kwam geen geluid over haar lippen.
Hauser hief het hoofd op. Hij stond op
en liep naar den tegenovergelegen hoek
van de kamer, zoo ver mogelijk van haar
weg.
Het was onheilspellend stil ln de kamer.
Een heelen tijdToen zei Hauser toon
loos: „Ik hoop, dat U mij vergeven wilt,
U zult mij, hoop ik, begrijpen, als ik
U verzoek, mij alleen te laten, morgen
zal ik
Zijn stem stierf weg.
Ysot ging naar de deur, die zich wijd en
bijna automatisch opende, en wandelde de
ijzige gang door, onafzienbaar en donker.
Haar hoofd voelde leeg. Haar hand brand
de van Hauser's kus.
XIII. De Kans.
Ysot zat op haar kamer en voerde niets
uit. Zij wachtte waarop? Aan haar pols
tikte zonder ophouden haar horloge. Een
dag ging voorbij. Nog twee uur van den
middag lagen voor haar. Wat moest zij
doen? Hoe gauw zou de Afrikaansche
nacht alweer aanbreken, een nacht, die
geen schemering kende, maar altijd plot
seling kwam. vooral na zulke brandend
heete. wolkenlooze dagen. En zij had nog
niets bereikt..
„Staat U toe, dat wij binnenkomen?"
vroeg onverwacht een scherp geaccen
tueerde stem vlak bij Ysot. Zij wendde het
hoofd om.
Voor haar stond de kleine Griek in een
hooggesloten uniform. Hij had een hand
groetend aan de slaap gebracht en boog
met een haast eerbiedige beleefdheid
Achter den Griek stond de Iersche reus.
Hij was verlegen. Hij boog het blonde
hoofd met het keurig gescheiden haar en
hield zijn oogen neergeslagen.
Ysot nam beiden eens op. Blijkbaar dreig
de er geen gevaar. Zij knikte. Achilles
Daskalopoulos boog nogmaals en trad het
vertrek binnen.
„Wilt U niet gaan zittenMoe wees
Ysot op een smalle bank. Achilles boog
opnieuw.
„Vergunt U ons allereerst te vragen of
U nog boos op ons bent. Wij zijn ons er
zeker van bewust, dat wij ons niet heele-
maal behoorlijk gedragen hebben. Maar de
alcohol..,, de verwarring van het oogen-
blikzoomaar onverwacht een mooie
vrouw te ontmoetten
Achilles onderbrak zijn van buiten ge
leerde redevoering en wierp een afwach-
tenden blik op Ysot. .De oorlogging
hij zuchtend verder. „U begrijpt ons hope
lijk. mademoiselleWij beloven oot
moedig beterschap, in het bijzonder die
groote lobbes daar."
Met een onverschillige handbeweging
wees hij op O'Murphy, die nog altijd zijn
oogen niet had opgeslagen.
Plotseling drong het komische van deze
twee eigenaardige „ridders" tot Ysot door.
Zij keek hen beiden eens aan. De kleine
stapte trotsch als een haan heen en
weer: Ysot maakte zichzelf vrocüjk bij de
gedachte, dat hij ieder oogenblik kon gaan
kraaien. De andere was precies een belee-
digde olifant. Ja, nu wapperde hij met zijn
groote oorenmisschien wuifde hij zich
wel koelte toe
Ysot begon te lachen. Zij barstte in
lachen uit, probeerde nog. het tegen te
houden, maar tevergeefsch. Onmogelijk.
Ze lachte van ganscher harte, zóó dat
haar schouders schokten.
Ysot lachte tot ze niet meer kon. De ka
mer danste voor haar oogen. Ze snakte
naar adem en ging op haar bed zitten.
Telkens brak haar lach opnieuw door en
zij kreeg er bijna tranen van in de oogen.
Toen de sluier voor haar oogen eindelijk
wat optrok, zag zij Achilles, die brullend
van het lachen voor haar stond en met
twee handen zijn buik vasthield. De reus
stond daar nog altijd met gebogen hoofd,
maar hij had zijn mond vertrokken tot.
een vroolijken grijns.
Ysot stond op. Zij was zichzelf nu weer
meester.
„Neen, ik ben niet meer boos," zei ze en
reikte Achilles de hand, die hij probeerde
te kussen. Maar snel. in plotselingen
schrik trok zij haar arm terug. Zij ging
naar haar koffer en haalde een flesch
whisky te voorschijn.
Achilles was direct heel huiselijk gaan
zitten. De stijve beleefde houding, die hem
verveelde, was plotseling van hem afge
vallen. Hij trok een verrukt gezicht:
„John Haig! Staat U toe?"
Hij nam de flesch. verwijderde zorgvul
dig het staniol. Daarna sloeg hij met de
vlakke hand op den bodem van de flesch.
De kurk sprong eruit. Begeerig hield hij
zijn neus boven de flesch Hij knikte ge
rustgesteld en vulde met breede gebaren
de kleine zilveren bekers.
„Op onze nieuwe vriendschap!" zei, hij
en hief zijn glas; hij trapte O'Murphy op
zijn teenen. „Doe toch niet zoo stijf!" siste
hij woedend en wendde zich toen weer tot
Ysot, stralend van vriendelijkheid.
O'Murphy greep het glas en goot den in
houd in zijn keel. Hij grijnsde van plezier,
toen hij den geur van de whisky in zijn
neus voelde. Dat was wat anders dan die
sprit, die je keel stukvrat.
„Kun je niet even wachten?" Verschrikt
wendde Achilles zich tot Ysot: „Hij heeft
geen opvoeding"Wanhopig schudde
hij zijn hoofd, „of hij is zoo slim, dat hij
denkt, dat hij er twee kan drinken, ter
wijl ik er maar eentje krijg."
Hij dronk zijn glas leeg en schonk zich
behendig een tweede in.
„Op Uw gezondheid, mademoiselle, nog
maals.
Hij knipte met zijn oogen.
Ysot lachte en greep haar glas, dat zij
langzaam naar de lippen bracht.
Plotseling kwam een gedachte bij
haar op:
Deze twee spookverschijningen wisten,
waar haar vader was; zij moest vriendelijk
met hen omgaan, om het doel te berei
ken. Zij was nu dicht bij hem. zoo dicht,
als ze nog niet geweest was, sedert ze het
fort betreden had. Nu lag het heelemaal
aan haar. deze kans te benutten, die de
beide whiskydrinkers haar, zonder dat ze
er erg in hadden, aanboden.
Ysot beefde innerlijk van opwinding,
toen ze haar vroolijksten lach door de
droefgeestige kasematten liet schallen en
met wanhopige grappen een conversatie
begon.
XIV, Verleidingen.
Hauser verroerde zich niet. Ysot had de
kamer verlaten Er scheen een onwezen
lijke stilte in de kamer neer te dalen.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).