DESSERT OF HORS-D'OEUVRE?
Bestrijding
van de jeugdwerkeloosheid
80ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 15 April 1939
Derde Blad
No. 24249
BELASTING MOEILIJKHEDEN!
BUITENL. WEEKOVERZICHT
Oorlog of vrede
HOOGSTRATEN'; Boekhoudbureau
Drie voorontwerpen naar den
Hoogen Raad van Arbeid
De spanningen in onze huidige wereld
houden onverminderd aan. Hoe lang nog
zal Europa deze kunnen verdragen? Wie de
sterkste zenuwen heeft zal overwinnaar zijn
heeft Hitier eens geprofeteerd en inder
daad, deze woorden kunnen wel eens op
geld doen! Waarbij echter niet vergeten
mag worden, dat men alleen met zenuwen
den strijd niet wint, hoe belangrijke factor
zij op zich zelve mogen zijn
De Albaneesche kwestie ls al weer afge
daan; voor de zooveelste maal hebben de
Westersche democratieën zich bij het vol
dongen feit neergelegd. Ongetwijfeld met
wrok in het hart, doch toch lltalië heeft
alles gedaan, wat het nog doen kon, om
het den democratieën zoo aannemelijk mo
gelijk te maken. Officieel blijft immers de
Albaansche onafhankelijkheid bestaan,
wordt het land slechts aan Italië verbon
den door een unie door middel van het
Italiaansche koningshuls. Het Albaansche
parlement louter en alleen door de Ita
lianen uitgezochte vertegenwoordigers!
heeft het koningschap aangeboden aan
koning Victor Emmanuel, die wel zoo goed
gunstig is geweest, dit te accepteeren. Heel
eenvoudig, niet waar? De wereld weet ech
ter maar al te goed, wat te denken van
het geval. Weer ls een klein land de dupe
geworden van een der totalitaire staten!
Steeds meer wint de idee veld, dat het
Italiaansche optreden vanuit Berlijn is ge
regisseerd. Albanië was immers in feite al
onder Italiaansche macht; de bezetting
kan slechts een afweer-middel zijn tegen
hetgeen in de kringen der as wordt ge
noemd: de Engelsche omsingelingspolitiek.
De as tracht strategische posities te bezet
ten, die daartegen als afweer kunnen die
nen en tevens als springplank tegen die
landen, die zich leenen voor de Engelsche
pogingen.
Het wil ons voorkomen, dat in het licht
van afweer tegen de omsingelingspolitiek
momenteel alle actie der as Berlijn-Rome
moet worden bezien.
Hetgeen echter impleclet ln zich sluit,
dat de gevaren voor verstoring van den
vrede stijgen! Actie wekt reactie en zoo
moet het oogenblik steeds nader komen,
dat de grens van hetgeen te verdragen is
wordt bereikt....
Op zich zelf merkwaardig is, hoe Berlijn
"en Rome de waarheid weten te verkrachten
bij het goed-praten van hun streven. Het
valt hun moeilijk op het oogenblik nog de
schuld te werpen op de Joden, zoo lang de
zondebok voor alles, wat ln hun oogen ver
keerd ging, maar nu vervangen zij de Jo
den eenvoudig door Engeland en klaar is
Kees! Duitschland en Italië willen sleohts
hun „levensruimte" en hoe durft men het
dan bestaan om zich tegen zulke gerecht
vaardigde eischen te verzetten? Eischen,
die heelemaal den vrede niet bedreigen
zoolang men hun maar rustig hun gang
laat gaan, ten koste van andere landen en
andere belangen.
Dat Engeland zich nu aan het hoofd
heeft gesteld van de beweging, die daaraan
een halt wil toeroepen, dat komt niet te
pas, dat is oorlogshetze en oorlogshysterie.
Jammer voor de as, doch tot geluk van
de bedreigde landen, is Engeland eindelijk
ontwaakt en nu zet het met ijzeren ener
gie. zooals men dat altijd van dat land ge
wend is geweest, zijn streven voort om een
dam op te werpen tegen de expansiezucht
der as. Men kan zeggen, dat het Juiste in
zicht laat is gekomen, doch het is er dan
toch eindelijk. Slechts kan men zich afvra
gen, of Chamberlain tenslotte wel de leider
kan zijn van de nieuwe actie, die totaal
indruischt tegen zijn gansche verleden.dat
zoo'n fiasco heeft geslagen. Is hij, ook psy
chologisch gesproken, de man. dien Enge
land in de huidige tijdsomstandigheden
I noodig heeft? Zijn jongste redevoering
geeft maar al te zeer aanleiding daaraan
ie twijfelen, want al vervalt Engeland niet
ln de fout van 1914 om voor goede ver
staanders niet duidelijk genoeg te spreken,
toch mag worden betwijfeld, of het wel
voor Berlijn en Rome duidelijk genoeg
spreekt. Op beide laatstgenoemde hoofdste
den maakt alleen de taal van de gebalde
vuist indruk; slechts voor geweld zuUen zij
uit den weg gaan. En is de taal van Cham
berlain wel geëigend, om daar den indruk
te wekken, die noodig ls om preventief te
werken? En juist daarop is toch het Engel-
«he streven gericht. Engeland, noch allen,
die met John Buil meegaan, willen den
oorlog, integendeel hopen nog altijd deze
ergste ramp der rampen af te kunnen
wenden door een blok te vormen, waarvoor
oerlijn en Rome zullen terugschrikken.
Doch dan dient voor de bedreigers van den
Vrede ook die taal te worden gebezigd, die
door hen wordt verstaan. Hetgeen geenszins
Wil zeggen, dat men moet vervallen in
scheldpartijen of iets dergelijks, doch wel,
dat rechtstreeks op het doel wordt afge
daan en trots alles hapert daaraan nog wel
J°o een en ander, waardoor niet wordt be
reikt, hetgeen de bedoeling is en hetgeen
nog slechts bij machte kan zijn om den
i°°rlog te eenigerlei tijd te voorkomen
Feitelijk is momenteel de situatie reeds
een dusdanige geworden, dat in Europa het
terrein voor verdere agressie der totalitaire
ptaten is gesloten. België en Nederland
hoezeer overigens zelfstandig en niet in
tenig verband betrokken zijn reeds lang
gewaarborgd tegen een Duitschen aanval,
volen heeft onlangs garanties gekregen, die
zcus zijn omgezet in een verdrag van we
ll kkC'gheid, Griekenland en Roemenië
hebben thans na de verovering van Albanië
ue noodige garanties gekregen en Turkije
'w<,irVtr.moedelii't wel volgen. Nu zal men
Beril z.cggen. dat er nog één lacune
r y'.Zuid-Slavië, doch dit is slechts
Cj 'jn Zuid-Slavië heeft in de eerste plaats
iui j n sdeun van Frankrijk door een oud
in'af' da^ noP altijd van kracht is en
nnri uede Plaats heeft het den Balkan-
achter zich, waardoor ingrijpen ver-
c „™..mag heeten, zoo het in zijn onaf-
,j "Ikheid mocht worden bedreigd. Ge
ide "gSing geeft men er blijkbaar
«ti-Jtvo ur aan om het Zuid-Slavië niet
si HKer te maken!
v,ec,nts fén voorwaarde is verbonden aan
wLa p sneUcn. n.l. deze. dat de be-
TiaJ ,!i at vecht voor zijn bestaan! Dat
Hat ^er te veel gevergd heeten; de
veroordeeld !at "iet d°et' ls moreel immers
Ithanc kr'ng om de totalitaire staten
gesloten TpHpro HoqH vovi nionnra
stvp«i. ,en! Iedere daad van nieuwe
'e kim!Lvan n zyde dreigt nu noodlottig
men worden, vooral ook, waar iedere
PLANTSOEN 29 - LEIDEN - TELEF. 1754.
3022 (Inges. Mcd.)
staat zelf mag beoordeelen, of er reden is
voor gewapend verzet en dit niet afhanke
lijk is gesteld van „overleg", hetgeen tot-
dusver de groote rem is geweest voor eenig
optreden.
Onnoodig te zeggen, dat zoodoende de
Engelsche politiek wel een volslagen wen
ding heeft gemaakt, doch evenzeer, dat
zoodoende het gevaar op oorlog ontzettend
is vergroot. Iedere nieuwe actie van Berlijn
of Rome kan nu de ergste gevolgen met
zich meesleepen!
Zoowel Italië als Duitschland noemen al
die garanties onzinnig, want zij bedreigen
niemand, verzekeren zij. Ongelukkig genoeg
wordt hun woord echter niet meer ver
trouwd en. helaas, daarvoor is reden te
overMet Ti.il Uilenspiegel kunnen zü
zeggen: de menschen mogen mij niet. doch
ik heb het er ook naar gemaakt!
Nog één lacune ls er, zou men kunnen
zeggen: de sovjets ontbreken nog in het
spel. dat thans wordt gespeeld. Doch dit
is in hoofdzaak slechts schijn. Er is geen
twijfel mogelijk, dat Engeland hier zü
terloops opgemerkt, dat het niet noemen
van Frankrijk bü al deze kwesties slechts
daarom is. omdat dit land geheel het En
gelsche voetspoor drukt sovjet-Rusland
geenszins heeft uitgeschakeld, integendeel
al zün invloed aanwent om dit land. dat
wat het Oosten betreft de eerst aangewe
zene is om direct hulp te verleenen. recht
streeks te betrekken in het collectieve
vredespact. dat de plaats gaat innemen van
den steeds afbrokkelenden Volkenbond, die
goed beschouwd. ter ziele is. Polen en
Roemenië hebben echter totnutoe hun arg
waan tegenover hun Oostelijken buurman
nog niet weten te overwinnen, doch o.i. zal
wel een modus vivendi worden gevonden,
waardoor ook de sovjets hun plaats zullen
kunnen innemen tegen verdere agressie.
Ideologie spreekt hierbli geen woord mee.
Chamberlain zeide het tien dagen geleden
reeds en sir John Simon heeft het nog
eens herhaald!
Steeds duideUjker wordt tevens dat de
Vereenigde Staten hun houding hebben be
paald! Weliswaar zetten de solationisten
hun act e nog voort doch hun beteekenis
schünt zienderoogen af te nemen. Bü een
conflict zullen de Vereenigde Staten achter
de democratieën staan, men mag dit ge
rust als vaststaande aanvaarden!
Mogelijkheid van toepassing van
het twee-op-een-stelsel.
ARBEIDSVERBOD VOOR DE GEHUWDE
VROUW IN OVERWEGING.
De Minister van Sociale Zaken heeft bü
den Hoogen Raad van Arbeid ingediend een
drietal voorontwerpen, resp. betrekking
hebbende op den arbeid van 14- en 15-ja-
rige meisjes, den arbeid van 14-jarige meis
jes en den arbeid van 14-jarige jongens.
Aangezien vooral met betrekking tot de
beide laatstgenoemde voorontwerpen groo
te spoed betracht dient te worden, heeft de
voorzitter van den raad een tweetal com
missies benoemd, waarvan de eerste zich
bezig zal houden met de regeling inzake
den arbeid van 14- en 15-jarige meisjes,
welke regeling is gedacht als een blüvende
wijziging der arbeidswet, terwül de beide
andere voorontwerpen, welke een tüdelüke
regeling behelzen, aan een kleinere com
missie zullen worden voorgelegd. Het prae-
advies dezer laatste commissie zal, wegens
den vereischten spoed, overeenkomstig art.
21 van het reglement van den Hoogen Raad
van Arbeid als advies aan den raad worden
uitgebracht. Ten aanzien van het eerstge
noemde voorontwerp zal daarentegen de
normale werkwijze van den raad worden
gevolgd.
In de toelichting tot het voorontwerp in
zake den arbeid van 14-jarige meisjes zegt
de Minister o.m.. dat dit ontwerp een voor-
loopige regeling behelst, in afwachting van
de invoering van het ontwerp betreffende
ae 14- en 15-jarige meisjes De voorloopige
regeling beoogt; een spoedige bevordering
eener betere arbeidsverdeeling.
Inwerkingtreding van een arbeidsverbod
met betrekking tot 14-jarige meisjes, voor
dat een gelüksoortige regeling voor 15-ja-
rige meisjes wordt ingevoerd; biedt overi
gens het voordeel, dat de ondernemers zich
nu gemakkelüker aan den nieuwen toe
stand kunnen aanpassen. Deze geleidelük-
heid wordt nog vergroot, doordat in het
onderhavige ontwerp de bepaling is opge
nomen, dat het arbeidsverbod geen betrek
king zal hebben op meisjes, die vóór 1
April 1939 omstreeks welken datum dit
ontwerp aan den Hoogen Raad van Arbeid
Zullen Berlijn en Rome de teekenen des
tüds verstaan? Veel blüft in dit opzicht
afhangen van hun economische positie
Zün de dictators nog wel de leiders of
worden ook zü voortgedreven door nood
zakelijkheden. sterker dan zü
Wii vreezen in dit opzicht!
De aandrang op Polen b.v. wordt voort
gezet. maar. gerugsteund door de verkregen
garanties, toont Polen zich totdusver min
der dan ooit bereid tot tegemoetkoming.
Welhcht zelfs minder dan feitelijk in over
eenstemming is met het leven van twee
buurstaten in goede harmonie. Maar ja
van het een komt het andere....
Intusschen heeft Engeland al is het
Italiaansche optreden in Albanië, goed be
schouwd. in strüd met het Engelsch-Ita-
liaansch accoord. dit verdrag nog niet op
gezegd. Het wil Italië nog een kans geven
om zün goede bedoelingen te toonen en dit
in Spanje, dus door terugtrekking van de
troepen. Of het echter zelf veel vertrouwen
heeft in die poging gezien hetgeen bü
Gibraltar plaats vindt en gelet op het
steeds maar uitstellen van de „parade te
Madrid? Mag men trouwens verwachten,
dat Italië zonder meer zün sterke positie
ln Spanje, waardoor Frankrük wordt ge
noodzaakt om een aanval te weerstaan aan
een derde grens weer een strategische
cos tie dus der as! zal prijs geven?
Eenmaal uit Spanje zou de invloed op
Franco ook wel eens kunnen dalen
Dat juist nu de Du tsch? vloot gaat
manoeuvreeren in de Spaan "he wateren,
zegt in dit verband ook wel iets!
Alles met elkaar genomen blüft de hoog
spanning ln ons werelddeel onverminderd
hangen
werd toegezonden en openbaar gemaakt
der, leeftüd van 14 jaar hadden bereikten
toen reeds ln het bedrijfsleven werkzaam
waren.
De uitwerking der voorziening is in
hoofdzaak aan de Arbeidswet 1919.
Arbeid van 14-jarige jongens.
In de toelichting op de regeling betref
fende de veertienjarige jongens merkt de
Minister op, dat hü vertrouwt, dat een
verbod van ondernemingsarbeid van 14-Ja-
rige jongens voor het bedrijfsleven in het
algemeen weinig bezwaren met zich zal
brengen. Niettemin blijft het noodig, dat
de wettelüke regeling met de eischen der
practük rekening houdt. Dit kan op ver
schillende wijzen geschieden. In de eerste
plaats door met betrekking tot die bedrijfs
takken, ten aanzien waarvan het verbod
op onevenredig groote moellükheden mocht
stuiten, bij algemeenen maatregel van be
stuur afwijking van dat verbod toe te
staan. Vervolgens door te bevorderen, dat
met betrekking tot alle bedrijfstakken even
eens bü algemeenen maatregel van bestuur
wordt toegestaan, dat 14-jarige jongens
onder zekere voorwaarden gedurende onge
veer de helft van den normalen werktüd,
namelyk des morgens of des middags, ar
beid verrichten.
Door zoodanige regeling wordt het moge-
lyk gemaakt, dat de ondernemer de be
schikking over 14-jarige jongens behoudt,
mits de plaats, die één zoodanige jongen
thans in het bedrüf inneemt, voortaan
door twee van die jongens om beurten zal
worden bezet. Aan deze methode van het
zoogenaamde twee-op-een-stelsel zal de
voorwaarde worden verbonden, dat de jon
gens op dat gedeelte van den dag, waarop
zij niet arbeiden, deelnemen aan het in sa
menwerking met het particuliere initiatief
voor hen te organiseeren en door het De
partement van den minister erkende ont
wikkelingswerk. dat zoowel lichamelijke op
voeding als geestelüke vorming ten doel
heelt. Door dit werk, dat zoo veel mogelük
op de practijk moet zijn gericht, zullen deze
jongens in het algemeen meer geschikt
worden gemaakt voor hun toekomstige be-
drijfstaak.
Er zün daarnaast eenige bedrijven, waar
van reeds thans vaststaat, dat het verbod
er niet op van toepassing dient te zün. Tot
die bedrijven behoort in de eerste plaats
de landbouw, waarvoor nog geeneriel werk
tijdregeling geldt. Voorts moeten in dit
verband de zee- en de binnenvaart, met
inbegrip van de visscherü genoemd wor
den.
Voorts moeten ook 14-jarige jongens, die
in opleiding zijn voor een geschoold be
roep, in het belang van die opleiding zoo
wel des morgens als des middags den ar
beid kunnen verrichten, die daarvoor noo
dig is.
Zullen derhalve uitzonderingen van alge-
meene strekking op het voorgestelde ver
bod moeten worden toegestaan, ook dient
de mogelijkheid te worden opengehouden,
om in bijzondere gevallen vergunning tot
afwüking daarvan te verleenen. Dit kan
gewenscht blüken, wanneer een 14-jarige
jongen een bepaalde bekwaamheid bezit.
Betere verdeeling der werkgelegenheid.
Als voordeelen van de hier voorgestelde
regeling verwacht de minister büjkens het
bovenstaande, een betere verdeeling der
werkgelegenheid over de jeugdige manne-
lüke arbeiders en een verhooging der ont
wikkeling van 14-jarige jongens, die zoowel
in hun eigen belang als in het belang van
het bedrijfsleven ls. Doch daarnaast mag
worden aangenomen, dat het onderhavige
verbod ook tot gevolg zal hebben, dat een
aantal jongens, die anders bij het berei
ken van den 14-jarigen leeftüd in het be-
drüfsleven zouden zijn gegaan, thans nog
gedurende eenigen tijd aan de bestaande
vormen van onderwüs zullen deelnemen,
hetgeen eveneens aan hun bekwaamheid
ten goede komt. De aldus op tweeërlei wüze
bevorderde uitbreiding van de opleiding
van 14-jarige jongens zal op haar beurt
wederom eenige werkverruiming doen ont
staan voor onderwüzers, vakschool- en
sportleeraren.
Arbeid van 14- en 15-jarige meisjes.
De minister zegt ter toelichting van het
voorontwerp betreffende den arbeid van
14- en 15-jarige meisjes o.m. het volgende:
Het is voor het meisje, dat zich tot vrouw
begint te ontwikkelen, voor haar geheele
verdere leven van groot belang, dat die ont
wikkeling niet door nadeelige invloeden van
buiten wordt gestoord. Omstandigheden nu,
welke die ontwikkeling lichamelük of gees
telijk ongunstig kunnen beïnvloeden,
vloeien m dikwüls niet geringe mate voort
uit het verband met het ondernemings
milieu.
Deze overwegingen moeten tot de over
tuiging brengen, dat het jeugdige meisje in
het algemeen in het ondernemingsmilieu
minder op haar plaats is.
Het is daarom de meening van den mi
nister dat arbeid in ondernemingen ten
aanzien van 14- en 15-jarige meisjes in het
algemeen dient te worden verboden.
Deze maatregel zal. behalve dat hü haar
beschermt tegen nadeelige invloeden van
buiten, bovendien dit gunstig gevolg heb
ben, dat hü haar richt op arbeid in en
voor het gezin, hetzij dit in het gezin is,
waarin zü worden opgevoed, of een ander
gezin. Want niet alleen zullen zich ver
scheidene meisjes van 14 of 15 jaar wegens
het voor haar geldende verbod van onder
nemingsarbeid in de huishouding begeven,
verwacht mag ook worden, dat velen van
haar na het bereiken van den 16-jarigen
leeftüd daarin werkzaam zullen blijver.
Dit nu acht de Minister niet van geringe
beteekenis. In het gezin immers ligt over-
eenkomstie haar natuuriüken aanleg in de
eerste plaats haar bestemming en in den
regel ook haar toekomstige taak. Daaren
beven is er in het tekort aan Nederland-
sche meisjes in de huishouding een werk
kring zoeken.
Ten slotte beoogt de Minister met het
voorgestelde arbeidsverbod voor 14- en 15-
jarige meisjes, mede een vermindering van
de werkeloosheid onder de jongens en
mannen door middel van een verschuiving
in de werkgelegenheid ten gunste van deze
beide groepen van arbeiders. Dit doel ech
ter zou illusoir worden indien de 14- en 15-
jarige meisjes zouden worden vervangen
door gehuwde vrouwen.
Daar nu vooral met betrekking tot
dc 15-jarige meisjes deze mogc-Hjkheid
in het geheel niet denkbeeldig is. over
weegt de Minister te bcvorde en. dat
de invoering der onderhavige regeling
gepaard zal gaan met een arbeidsver
bod voor de gehuwde vrouw, dat ter
zelfder tüd in werking zou moeten tre
den.