Chamberlain's verklaring in het Britsche Lagerhuis Frankrijk geeft eveneens verzekeringen aan Griekenland en Roemenië LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 14 April 1939 Derde Blad No. 24248 Garanties en voor Griekenland Roemenië 80ste Jaargang De achtergrond der gebeurtenissen Garanties voor Griekenland en Roemenië De status quo in de Middellandsche Zee en op den Balkan dient gehandhaafd Was bang de straat over te steken. Het Brilsch-ltaliaansch actoord dient gehandhaafd De Italiaansche vrijwilligers in Spanje Geloof in de mogelijkheid van den vrede Konden wij gisteren in een deel onzer oplaag nog een kort resumé opnemen van Chamberlain's rede. thans geven wij die rede uitvoerig weer. Het Lagerhuis was tot de laatste plaats bezet en de tribunes waren overvol, toen de Speaker te 15.05 uur zijn plaats innam. Onderweg naar het Lagerhuis werd Chamberlain, die vergezeld was van zijn ethtgenoote, luide toegejuicht. Ook in het Lagerhuis werd de premier met langdurig applaus begroet, toen hij opstond om zijn rede uit te spreken. Chamberlain verklaarde, dat de Speaker na overleg met de regeering tot de overtui ging was gekomen, dat het in het openbaar belang was het huis bijeen te roepen voor de bespreking van zekere gebeurtenissen, die het Paaschfeest hadden verstoord en een wijd verspreide ongerustheid en onbe haaglijkheid hadden teweeggebracht in Europa en in het bijzonder in het Oosten van de Middeellandsche Zee. De minister verklaarde te zullen begin nen met een kort relaas van de gebeurte nissen. Hij sprak vervolgens over de verklaring, die hij een week geleden in het Huis over Albanië heelt afgelegd en voegde hieraan toe. dat Italiaansche oorlogsschepen voor de kust van Albanië verschenen op 6 April, dat Italiaansche inwoners aan boord ge nomen werden en dat des avonds Italiaan sche troepen uit Bari en Brindisi vertrok ken naar Albanië. De verbinding met Albanië was moeilijk en de Britsche regeering wacht nog steeds op een medcdeeling omtrent de recente gebeurtenissen van den Britsohen gezant te Durazzo. Intusschen zijn echter uit Italiaansche en Albaneesche bron inlichtingen over de gebeurtenissen ontvangen. De bezetting van Albanië begon in den vroegen ochtend van 7 April en in den middag van Goeden Vrijdag scheen het, dat de vier kuststeden door de Italiaansche troepen bezet waren. Koning Zogoe en de Albaneesche regeering schijnen in den nacht van 6 op 7 April Tirana verlaten te hebben en volgens be richten uit Italiaansche bron was hun ver trek het sein voor het uitbreken van on lusten in de hoofdstad. De Italiaansche troepen moeten op 8 April te Tirana zijn binnengerukt en op denzelfden dag kwamen de koning, de ko ningin en hun kind op Grieksch gebied aan, waar zij gastvrij door de Grieksche regeering werden ontvangen (toejuichin gen). Dat zijn, aldus de premier, alle feiten, die mij omtrent de Italiaansche bezetting van Albanië bekend zijn. Wanneer wij den achtergrond bezien, staan wij al weer tegenover een dergelijk verschil van getuigen. Lord Perth, aldus voegde Chamberlain hieraan toe, werd er op 4 April van In ken nis gesteld, dat koning Zogoe voorstellen had gedaan betreffende een versterking van het Italiaansch-Albaneesche bondgenoot schap. Op 20 Maart had koning Zogoe om troepen gevraagd, welke, naar beweerd werd, bestemd zouden zijn voor een gebruik tegen Zuld-Slavië. De Italianen waren ech ter niet op zijn voorstel ingegaan en legden kort daarna een plan voor versterking van het bondgenootschap voor in overeenstem ming met de vroegere voorstellen van Zogoe. Het voorgelegde plan bracht geen wijziging in den juridischen toestand in Albanië en ging niet vergezeld van eenig ultimatum. Na gezinspeeld te hebben op de verdere Italiaansche beweringen, n.l. die omtrent anti-Italiaansche betoogingen in Albanië, laf de premier de Albaneesche lezing van de gebeurtenissen. „In een schriftelijke mededeelingen van 8 April aan het Foreign Office betoogde de Albaneesche gezant, dat de Italiaansche regeering, na vergeefs getracht te hebben de Albaneesche regeering te dwingen een voorstel te aanvaarden, dat deze onver- eenigbaar achtte met de onafhankelijkheid, de souvereiniteit en de integriteit van het tand, haar wil trachtte op te leggen door middel van een ultimatum". Dit ultimatum werd eenstemmig door de Albaneesche Kamer van Afgevaardigden verworpen, waarop de Italiaansche troepen landden onder dekking van een zwaar bom bardement door hun vloot- en luchtstrijd krachten op de vier havens in den vroegen ochtend van 7 April. De Albaneesche gezant verklaarde, dat hij nog geen bijzonderheden kende omtrent de. Italiaansche voorstellen. Desniettemin luidden de berichten, dat deze voorstellen onder meer bestuurscontróle op uitgebreide schaal door Italië en bezetting van zekere uitgezochte punten van strategisch belang door Italiaansche troepen inhielden. Het leek waarschijnlijk, dat dit mettertijd zou kunnen leiden tot een uitgebreide Itali aansche immigratie. Koning Zogoe had een commissie be noemd ter bestudeering van de voorstellen en deze commissie rapporteerde, dat de uanuansche plannen de instelling van een Protectoraat ten nadeele van de °n®'hankeHjkheid, souvereiniteit en on- hacfden Van A^'3an'® tot strekking ?on'n8 Zogoe heeft toen den Italiaan- w~ifn Bezant gevraagd, wat gebeuren zou, Z~;!leer mj weigerde de voorstellen in over- f'nB te nemen. Daarop was hem mede- vaat- deze koers een werkelijk ge- Niott.V0?r Albanië met zich zou brengen. vnnSüJi verw'erp de Albaansche vorst de tëllen en verklaarde hij, dat zoo noo- dig het land met geweld tegenstand zou bieden. Op 8 April deed de Albaneesche gezant, na de bovenstaande redenen opgegeven te hebben voor de verwerping der Italiaansche voorstellen een beroep op de Britsche re geering om alles te doen wat in haar ver mogen lag, teneinde een klein land, dat wanhopig trachtte zijn eigen gebied te ver dedigen, te helpen. De beide lezingen, zoo vervolgde Cham berlain, verschillen naar den inhoud zeer van elkander en voor het oogenbhk zal het verstandig zijn, een oordeel over de ge beurtenissen, die voorafgingen aan de be zetting op te schorten. Volgens de officieel-gelnspireerde verkla ringen der Italianen en van den Italiaan- schen minister van buitenlandsche zaken, werd de bezetting den Italianen opgedron gen door het wanbestuur en de weerbar stigheid van koning Zogoe, door het feit, dat de Italiaansche uitgaven voor scholen, wegen enz. slecht beheerd werden door de Albaneesche regeering, dat koning Zogoe zijn volk verried, terwijl voorts de Italianen staande hielden, dat de hulp van hun re geering ingeroepen was door vele elemen ten, die er naar verlangden bevrijd te wor den van konings Zogoe's wanbestuur. „Er kan geen twijfel over bestaan, dat deze zaken later duidelijker zullen worden dan zij thans zijn. Intusschen kan geen twijfel gekoesterd worden, ten aanzien van de algemeene gevolgen, die de Italiaan sche bezetting te voorschijn roepen. (Toe juichingen.) De openbare meening in de geheelc wereld is eens te meer diep geschokt (toejuichingen) door dit nieuwe ver toon van het gebruiken van geweld. Terecht of ten onrechte worden de ver halen omtrent onderdrukking en slechte behandeling door de vroegere Albaneesche regeering, omtrent gevaar voor de Itali aansche belangen en omtrent Albaneesche geestdrift voor de Italiaansche troepen, met twijfel en argwaan beschouwd. Voor een ieder, wat ook zijn geloof moge zijn, Christelijk of Mohammedaansch, moet het duidelijk zijn, dat een machtige natie haar eigen wil heeft opgelegd aan een klein en betrekkelijk weerloos land, door een in drukwekkend vertoon van gewapende macht Wij in dit land, zoo vervolgde Chamber lain, hebben ons één ding af te vragen: In hoeverre zijn de gebeurtenissen in Albanië in overeenstemming met het BritschIta liaansche verdrag van 16 April 1938? Chamberlain bracht de voorgeschiedenis van deze overeenkomst in herinnering en zelde: „Ik ben er van overtuigd, dat in dit land en in de wereld het gevoel zal lieerschen, dat het optreden der Ita lianen in Albanië, dat zoo ver verwij derd is van een „bijdrage tot de alge meene zaak van vrede en veiligheid", onvermijdelijk de oorzaak van verdere onbehaaglijkheid en van toeneming der internationale spanning moet zijn. Ten aanzien van den status quo in de Middellandsche Zee, zooals die in de over eenkomst is omschreven, zeide Chamber lain, dat Lord Perth te Rome en Halifax te Londen met deze overwegingen in hun ge dachten hebben duidelijk gemaakt, dat de situatie het geheele vraagstuk van hand having van den status-quo, welke een zoo belangrijk element van de overeenkomst is, in acuten vorm zou kunnen naar voren brengen. „De Adriatischc Zee is zeker een deel van de Middellandsche Zee, en de Italiaansche regeering kan niet bewe ren, dat wij daarbij niet betrokken zijn" Chamberlain herinnerde er aan, dat op 7 April Ciano verklaard heeft, dat de Ita liaansche regeering voornemens was de on afhankelijkheid en de integriteit van Al banië en den status quo in de Middelland sche Zee volledig te eerbiedigen. Op 9 April zijn de Italianen ervan in kennis geste)'' dat wij, ofschoon wij van deze verzekering kennis hadden genomen, ernstig bezorgd waren over de berichten van een plotse- lingen inval in Albanië en moeilijk konden gelooven, dat de geschillen, indien de toe stand tusschen Italië en Albanië was, zoo als Ciano hem had Geschreven, niet langs den weg van onderhandeling konden wor den opgelost. Wij konden moeilijk begrij- hoe de Italiaansche landing op de Alba neesche kust In overeensteming kon wor den gebracht met de handhaving der on afhankelijkheid van dat land. Lord Perth heeft Ciano medegedeeld, dat de Britsche regeering het recht meende te hebben op een zoo duidelijk mogelijke uit legging over den toestand der Italiaansch- Albaneesche betrekkingen en de verdere voornemens van Italië. Lord Perth had hieraan toegevoegd, dat de uitlegging de sterke afkeuring van de Britsche regeering had en de openbare meening in Engeland niet zal bevredigen. Toen Perth had gevraagd naar de verdere plannen van Italië, had Ciano geantwoord, dat die zouden afhangen van de wenschen van het Albaneesche volk. Chamberlain voegde hieraan toe. dat het thans uit de laatste berichten duidelijk was, dat het Albaneesche bewind de kroon aan den koning van Italië heeft aangebo den. Wij moeten de toestemming der Italiaan sche regeering afwachten. Wat ook het resultaat mag zijn, de Brit sche regeering acht dat. wat in Albanië gebeurd is, uiterst moeilijk te vereenigen met datgene, waarop de Britsch-Italiaan- sche overeenkomst het oog heeft. Het is niet alleen de toekomst van Albanië, die op het spel staat. (Toejuichingen.) Een gevoel van onbehaaglijkheid en ongerust heid heerscht niet alleen in het aangren zende gebied, maar ook in andere landen, die door de Middellartdlsche Zee bespoeld worden of in het Balkanschiereiland liggen. Ik wil het Huis niet lastig vallen met uit voerige bijzonderheden, maar één bewijs van dit feit geven. Toen Crolla. de Italiaansche zaakgelastigde, op 11 April een bezoek bracht aan Halifax, deelde hij den minis ter mede, dat de aangrenzende landen. Griekenland en Zuid-SIavië, volkomen rustig waren. Later tijdens dit onderhoud deelde Hali fax hem mede. dat de Britsche regeering niet voornemens was Korfoe te bezetten, doch het een zeer ernstige zaak zou achten, wanneer een andere mogenheid dit zou doen. (Toejuichingen.) In den ochtend van den Paaschzondag vernamen wij van onzen gezant te Athene, dat de Grieksche regeering een inlichting had gekregen, volgens welke Italië van plan was Korfoe spoedig te bezetten. Dit bericht werd bevestigd door den Griekschen gezant te Londen. De minister van Buiten landsche Zaken heeft denzelfden dag den Italiaanschen zaakgelastigde van dit be richt mededeeling gedaan, waarop de zaak gelastigde zeide zonder aarzelen te kun nen verklaren, dat het bericht onmogelijk juist kon zijn. Hij gaf op eigen verant woording de verzekering, dat dit niet de politiek van zijn regeering was. Halifax verklaarde daarop, dat hij over deze verzekering tevreden was, doch dat er noodzakelijkerwijs geen enkel misver stand tusschen beide regeeringen ten aan zien van dit punt mocht bestaan. De Grieksche gezant werd van den inhoud van dit gesprek in kennis gesteld en op den avond van denzelfden dag heeft de Itali aansche zaakgelastigde een nieuwe bood schap van Mussolini overgebracht en op nieuw de verzekering gegeven, dat Italië voornemens was de land- en zeegrenzen van Griekenland te eerbiedigen. Zijn rede voortzettende, zeide de pre mier. naar aanleiding van Korfoe en de geruchten daarover en hoe die ontstaan zijn: „Ik beweer niet, dat ik dat alles weet. Het feit echter, dat zij in omloop gekomen zijn en in breeden kring geloof hebben ge vonden, illustreert de algemeene onbehaag lijkheid. die door de recente gebeurtenissen is gewekt". Aan deze heele geschiedenis wordt, thans geen geloof meer geslagen, maar toch, ge lijk ik reeds bij een vorige gelegenheid heb gezegd, wanneer het vertrouwen eenmaal is geschokt, wordt het niet gemakkelijk her steld. De Britsche regeering is van mee ning, dat zij zoowel een plicht te vervullen als een dienst te verrichten heeft, door geen twijfel te laten in den geest van wie het ook zij, ten opzichte van haar stand punt. Ik maak daarom van deze gelegen heid gebruik om namens de regeering te verklaren, dat de Britsche regeering het grootste belang er aan hecht, dat vermeden wordt om door geweld, of bedreiging met geweld, den status in de Middellandsche Zee en op het Bal- kanschierci'and te verstoren. Bijgevolg is zij tot het besluit gekomen, dat in geval van eenigerlei actie, die duidelijk een bedreiging zou vormen van de on afhankelijkheid van Griekenland of Roemenie (toejuichingen) en tegen welke resp. de Grieksche of de Roe- meensche regeering het van vitaal be lang zou achten verzet te bieden met haar nationale strijdkrachten, de Brit sche regeering zich verplicht zou ge voelen om terstond de Grieksche of de De Fransche regeering heeft gisteren de besluiten welke de ministerraad heeft ge nomen. bekend gemaakt. De publicatie gaat vergezeld van een verklaring van Da- ladier aan de pers. De Fransche politiek is laatstelijk gedefinieerd, aldus Daladier's verklaring, in mijn radiorede van 29 Maart j.l. Ik zeide toen dat Europa in een staat van verontrusting verkeerde en dat Frank rijk vastbesloten zijnde den vrede in vrij heid en met eer te behouden, in de eerste plaats zijn eigen defensie moest verdedi gen en de banden van solidariteit hechter moest maken met alle landen, die besloten zijn weerstand te bieden aan agressie. Wij hebben sedertdien in dezen zin gehandeld. Wij deden dit zonder veel ophef te maken en zonder ijdele pro- taten vaststel. Ik breng hulde aan het ge heele volk. dat in Frankrijk en de Overzee- sche gebieden een bewonderenswaardig voorbeeld van kalmte en vastberadenheid geeft. Tezelfder tijd en met dezelfde methoden hebben wij de noodzakelijke diplomatieke actie voor de handhaving van den vrede door versteviging der solidariteit, welke een eenheid moet vormen tegenover het ge meenschappelijk gevaar voor alle landen, die vastbesloten zijn hun vrijheid te be houden, voortgezet. Wij blijven in voortdurend contact met de regeeringen van Engeland, de Ver, Sta ten, Rusland. Polen en den Balkanbond. Ons doel is die noodzakelijke samenwerking te organiseeren tusschen alle naties, die er niet aan denken om de vitale belangen van vocaties. Wilde onze actie doeltreffend ®eni& volk' welk het ook zij, te bedreigen, die geen enkel loyaal onderzoek der hui dige problemen afwijzen, en die vastbe sloten zijn om weerstand te bieden aan iedere poging tot overheersching. Moet ik hieraan toevoegen dat onze nauwe en diepe overeenstemming met Groot Brittannië nooit een grooter kracht gehad heeft dan thans? 'Ik richt dus tot de Fransche natie de De regeering dankt uit naam van Frank- volgende verklaring, welke is opgesteld in rijk alle mannen die hun post hebben in- overeenstemming tusschen de Fransche en genomen by hun regimenten, in hun es- de Engelsche regeeringen: quadrilles en op hun schepen, en allen die ertoe hebben bijgedragen om hun land zijn De Fransche regeering hecht er het veiligheid te verzekeren. Ik wil ook allen grootste" belang aan, iedere wijziging tc dank zeggen, die in onze fabrieken der landsverdediging, waar het ook zij, een voorkomen, die opgelegd wordt door ge- krachtige inspanning tot stand brengen, weid of door bedreiging met geweld, in waarvan ik dagelijks de gelukkige resul- den status quo in de Middellandsche zijn, dan moesten zoowel bedreigingen als geredeneer achterwege blijven. Wij hebben daarom militaire maatregelen genomen die de grenzen van Frankrijk en zijn Rijk tegen iedere verrassing be schermen. Zee en op het Balkan schiereiland. Re kening houdende met de bijzondere on gerustheid die de gebeurtenissen dezer laatste weken hebben doen ontstaan, heeft de Fransche regeering bijgevolg aan Roemenië en Griekenland de bij zondere verzekering gegeven dat, inge val een actie zou worden ondernomen welke duidelijk de onafhankelijkheid van Roemenië of Griekenland zou be dreigen, en waartegen de Roemeensche of de Grieksche regeering het in haar vitaal belang zou achten verzet te bie den met haar nationale strijdkrachten, de Fransche regeering zich gebonden zal achten haar onmiddellijk allen bij stand, die in haar vermogen is, te ver- leenen. De Engelsche regeering heeft een gelijke houding aangenomen. De Fransche regeering is aan den an deren kant verheugd over de afsluiting van de wederzijdsche verplichtingen tusschen Engeland en Polen, welke landen besloten hebben, elkander wederzijds steun te ver- leenen, ter verdediging van hun onafhan kelijkheid, wanneer zij direct of indirect worden bedreigd Het Fransch-Poolsche bondgenootschap is aan den anderen kant bevestigd door de Fransche en de Poolsche regeering in den zelfden geest. Frankrijk en Polen waarbor gen elkander onmiddellijk en rechtstreeks tegen iedere directe of indirecte bedrei ging, die een aanslag zou beteekencn op hun vitale belangen. Nog vandaag doen onze ambassadeurs mededeeling van deze verklaring aan alle betrokken regeeringen en in het bijzonder aan Turkije. Na deze verklaring te hebben doen hoo- ren, ging Daladier als volgt voort: Bescherming van Frankrijk en zijn Rijk tegen iederen directen of indirecten aan val op zyn integriteit en op zijn rechten, een streven, uitsluitend in de zorg om den vrede, naar alle overeenkomsten welke in staat zijn om de solidaire bescherming te verzekeren van de volkeren tegen iedere onderneming, die hun onafhankelijkheid bedreigt, aldus is de politiek, die de Fran sche regeering voert, in het bewustzijn van haar verantwoordelijkheden, in de onwrik bare vastbeslotenheid, voor geen enkelen plicht terug te deinzen, die het behoud van het lot des vaderlands op haar legt." Nu bevrijd van alle rheumatische pijnen. „Twaalf maanden leed ik de hevigste rheu matische pijnen in mijn beide knieën. Tweemaal werd ik behandeld, maar het gaf niets. Ik kon geen trap op of af. Be was bang de straa/t over te steken, want ik was al mijn zelfvertrouwen kwijt. Veertien da gen geleden begon ik met Krusdhen Salts, en iru ben ik al een heel ander menseh. Be lorp kwiek en steek de straat met een ge rust hart over. Mijn pijnen worden steeds minder." D. L. Rheumatische pijnen ontstaan bijna steeds door de schadelijke afvalstoffen, die in Uw organisme achterblijven, waarvan urine zuur een der voornaamste is. Kruschen Salts spoort lever, nieren en ingewanden aan tot regelmatige, krachtige werking, waardoor de afvalstoffen langs de natuur lijke kanalen worden verwijderd, waardoor het bloed wordt gezuiverd en de pijnen ver minderen, om binnen korten tijd geheel te verdwijnen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en dro gisten. 2943 (Ingez. Med Roemeensche regeering, al naar het geval zou zijn, allen steun te verleenen, die in haar vermogen ligt (toejuichin gen.) Wij doen mededeeling van deze verkla ring aan de rechtstreeks betrokken regee ringen en aan de andere. Ik verneem, dat de Fransche regeering een gelijkluidende verklaring dezen midag aflegt. De regee ringen der Dominions worden voortdurend op de hoogte gehouden van alle ontwikke lingen. Ik wil slechts een of twee opmerkingen hieraan toevoegen. Wat mij betreft, niets van wat gebeurd is, heeft wijziging ge bracht in mijn overtuiging, dat de politiek der regeering, toen zij een jaar geleden het Engelsch-Italiaansche accoord ondertee- kende, juist was. (Toejuichingen van de regeeringsaanhangers, geroep daartegen van de oppositie). Ik zeg dat niet om een controverse op te werpen, maar om een verkeerd begrip van mijn tegenwoordige houding te vermijden. Ik beken openhartig mijn diepe teleurstelling over het optreden der Italiaansche regeering. Ongetwijfeld zullen sommigen zeg gen, dat wij thans moeten verklaren, dat het BritschItaliaansche accoord als geëindigd moet worden beschouwd, maar ik deel die opvatting zelf niet, niemand met gevoel voor verantwoor delijkheid kan in deze dagen lichtvaar dig iets doen, dat zou leiden tot ver hoogde internationale spanning en ieder zal het verlies van de voordeelen betreuren, die voortvloeien uit interna tionale overeenkomsten, waartoe men is gekomen na onderling overleg. Ik geloof daarom, dat er een wijdver breid verlangen zal zijn om de bepalingen te zien nakomen van de overeenkomst en uiteraard, met het oog op de recente ge beurtenissen, kijk ik uit naar de Italiaan sche regeering voor het practische bewijs, dat zij dien wensch deelt, (toejuichingen.). Chamberlain sprak vervolgens over de evacuatie van de Italiaansche vrijwilligers uit Spanje. Spr. haalde de bepalingen in de overeenkomst aan, die dit onderwerp be handelen en voegde hieraan toe, dat in den loop van do recente gedachtenwisselingen de Britsche rc-geering er van in kennis is gesteld, dat de Italiaansche vrijwilligers te ruggetrokken zullen worden na de overwin ningsparade in Madrid. Chamberlain voegde hieraan toe. dat de Britsche regeering goede nota heeft geno men van deze nieuwe verzekeringen. „Ik kan hier slechts aan toevoegen, dat de regeering de terugtrekking van de Italiaansche vrijwilligers uit Spanje altijd beschouwd heeft als een vitaal element van de overeenkomst." „Eens te meer bespreekt het Lagerhuis zwaarwegende en ernstige problemen. Eens te meer is ons allen duidelijk gemaakt van hoe ondraaglijken aard de staat van zaken is, die de geheele wereld in een eeuwig te- rugkeeren van groote ongerustheid houdt, die den handel en de industrie vernielt, die het maatschappelijk leven en de cultuur neerdrukt en een neerdrukkenden invloed uitoefent op iedere sfeer van menschelijke activiteit in ieder land. Wij hebben langen tijd geduld geofend, ondanks vele verstorin gen van ons streven naar wegnemen van argwaan, bevordering van goeden wil en behoud van den vrede. Ik ben niet bereid te gelooven. dat dit streven geen vrucht zal dragen. De ge beurtenissen, waarover wij ons in het verleden beklaagden en de gebeurtenis sen, welke wij thans veroordeelen. kun nen niet nalaten de rcmoc'eren en het creweten der volkeren te waar zij ook mogen leven, en ze te brengen tot de erkenning van het gemeenschap pelijke gevaar."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9