Gedenksteen voorde Elias Beeckman-kazemete Ede - Ontploffing op brug Op eenzamen post... 80ste Jaargang LEIMCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON *V~ door KURT SIODMAK. 6) „Wat Is er?" „Mohammed Ibn Azar zag Iemand voor de poort Hij riep, maar er kwam geen antwoord." „Waarom heeft hij niet geschoten?" „De gestalte was plotseling verdwenen, heer O'Murphy trok zijn revolver. Hij lachte boosaardig. Zoover was het dus al? „Kom mee!" fluisterde hij. „Neem je ge weer! Ik zal de kleine poort laten open maken. „Het is volle maan, heer, de Dscinns „Ben je bang?" O'Murphy lachte zachtjes. De man schudde zijn hoofd en haalde den haan pal van zijn geweer over. Hij hield het on der zijn arm, gereed om te schieten. O'Mu'phy trad op het kleine deurtje tn de zroote noort toe „Openmaken en goed oppassen, als ik O Dscinns zijn woestijngeesten. Noot ▼an den vert. schiet, dan direct den grooten carbidschijn- werper aansteken!" Knarsend ging het kleine poortje open. O'Murphy stond buiten, in de schaduw der hooge fortmuren. In het licht van de maan leek het landschap slechts uit twee kleuren te bestaanzwart en wit. Bij de oase ston den onnatuurlijk, als op een prentbrief kaart een paar palmboomen. Behoed zaam keek O'Murphy om zich heen. De schildwachten moesten zich vergist heb ben „Daar!" fluisterde de soldaat naast hem. O'Murphy keek ln de aangegeven rich ting. Voor poort II bewoog zich iets langs en zwarts, beschreef een kleinen cirkel en viel weer op den grond. Een slang? Plot seling was het weer verdwenen. OMurphy trachtte de duisternis met zijn oogen te doorborea „Schijnwerper! Poort II" brulde hij, in eens bezield door een angstig voorgevoe len. Hij schoot zijn revolver in de lucht af; toen rende hij naar de poort. Het licht gloeide aan en wierp een hel len cirkel op den grond. In het zand voor de poort lag een mensch Het fort was ontwaakt. In een oogenblik wemelde het van soldaten. Gedempte kreten weerklon ken. Een kameel huilde. O'Murphy boog zich over de gestalte. Het was Hauser. Zijn uniform hing in flarden om hem heen. Zijn samengeperste oogleden waren blauw, zijn mond stond wijd open, een akelig zwart gat in het witte gezicht. O'Murphy nam zijn kameraad in de armen. Wat was hij licht!Open maken!" Hij trapte tegen de poort. „Schiet een beetje op, jullie!" Piepend ging de poort open. OMurphy sleepte zijn last in den hoek van de bin nenplaats, legde hem neer, trok zijn jas uit en schoof die opgerold onder het hoofd van den bewustelooae. Water....! Daar was al een emmer. OMurphy scheurde een stuk van zijn overhemd af. doopte dat in den emmer en duwde het daarna tusschen de lippen van den man op den grond. Langzaam, heel langzaam sloeg Hauser de oogen op. Hij voelde iets onbeschrijfe lijk zaligs aan zijn lippen, iets verzach tends, dat zich over zijn tong verspreidde en in zijn keel drong: waterZijn adem haling werd iets lichter. „Meer!" fluisterde hij. Hij zag den emmer, richtte zich gretig op, boog zich er overheen en stak zijn hoofd erin, alsof hij zich erin verdrinken wilde. OMurphy stond op, rood van inspan ning en geluk. HÜ deed een pas terug en bekeek zijn weergevonden kameraad. „Is het lievelingetje terug?" zeurde een hatelijke stem. Ruw wendde OMurphy zich om. Achilles stond achter hem en veegde met zijn hand lang zijn neus: „Merkwaar dig, dat had ik nooit gedacht, wonderkin deren worden toch over het algemeen niet oud „Als jij vandaag of morgen sterft, dan zal ik me daar geen oogenblik om bekom meren!" antwoordde O'Murphy woedend. „Maar als jij vroeg doodging, zou ik je heel vriendelijk behandelen, dat genoegen zou ik voor geen geld ter wereld willen missen", zei de Griek gelaten. „Hou je mond!" OMurphy hief zijn hand op. Achilles stond onbewegelijk. O'Murphy bracht zijn hand, gereed om een klap uit te deelen, plotseling naar zijn muts, want ineens stond Bogdanoff voor hem. Losjes hield hij de rijzweep tusschen de vingers, zijn lakschoenen glommen, het kleine elegante kwartiermutsje stond scheef op zijn glanzend gepommadeerde haren en hij rookte een sigaret met een heel lang mondstuk. Geïnteresseerd keek hij naar de gestalte op den grond die den emmer nog steeds omvat hield en zijn hoofd er in dompelde. „Wegnemen, dat water!" De 'verdorste keek den emmer na als een kind dat men zijn speelgoed ontnomen heeft. Toen werd zijn blik getrokken door de glinsterende schoenen; hij staarde er afwezig naar, langzaam ging zijn blik naar boven en bleef hangen aan het gezicht boven hem, waaruit een paar kleine koude oogjes hem opnamen. Hauser begreep. Met moeite heesch hij zich overeind, trachtte op zijn beenen ln evenwicht te blijven en salueerde. „Sterke Fransche troepen naderen uit het Zuiden", fluisterde hij. Bogdanoff dacht na, zijn voorhoofd ln rimpels getrokken, toen keek hij verach telijk naar den haveloozen man voor hem. „Waar heeft U uw mannen gelaten?" „Allen gesneuveld. Ik ben de laatste." Hauser wankelde. Langzaam werd het bleeke gezicht van Bogdanoff overtogen door een gloeiend rood. De kleur scheen uit zijn ooren te vloeien en verbreidde zich vandaar over zijn gezicht. Hij begon te sidderen. Vast omklemde hij zijn rijzweep en trad tot vlak voor Hauser. „Zoo, en jij leeft nog, hè?" siste hij en hij spuwde het sigaretteneindje weg. Bogdanoff deed een stap zijwaarts en stiet, in waanzinnige woede, de emmer te gen Hauser's knie, zoodat het kostelijke water over zjjn broek spatte. De verdroog de grond zoog het dadelijk op. Zonder een kreet zakte Hauser in elkaar. Een schaduw viel over Bogdanoff: OMurphy stond voor hem. Salueerde hij of bracht hij nogmaals zijn hand omhoog om te slaan? Zijn breede borst ging wild op en neer, de spieren lagen als koorden op zijn arm „Commandant!!!" Bogdanoff keek verbaasd op. Een se conde lang sloeg hij het gezicht van OMurphy gade. De man salueerde nog steeds, maar zijn hand was gereed om uit te schieten. Bogdanoff draaide zich om, schreed dreu nend door de rijen der Berbers, die angstig terugweken en verdween in het gebouw. OMurphy haalde verruimd adem. Hij boog zich over den bewusteloozen, nam hem als een kind op zijn armen en droeg hem behoedzaam naar zijn kamer, waar hij hem op zijn eigen bed neerlegde. Voorzichtig kleedde hij hem uit, en begon hem zachtjes met olie te wrijven en te masseeren. Hauser kreunde. Achilles zat in zijn hoekje. Hij had een flesch Sprit 1) voor zich staan en sloeg O Murphy's bemoeiingen rustig gade. „Wat het zand nog heeft overgelaten, knijp jij nu dood," zei hij. „Als ik jou ooit nog eens in mijn handen krijg, kun je daar op aan", bromde de Ier. „Je bent een bruut", zei Achilles droo- merig. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). SIC TRANSIT Acht locomotieven, die haar plicht gedaan hebben, en verdrongen zijn geworden door de electrische en dieseltreinen, worden te Rotterdam gesloopt ZIJNE EXCELLENTIE als machinist. Dr. Leslie Burgin, de Eng. minister van verkeer be stuurde de „Royal Scott". DE BEËEDIGING VAN DEN COMMANDANT EN ONDER-COMM. VAN DEN LUCHTAFWEERDEENST VAN DE AFDEELING DELFT VAN DEN VRIJWILLIGEN LANDSTORM vond gisteren op het Markt plein te Delft plaats. De minister van Defensie, dr. J. J. C. van Dijk, feliciteert den nieuwen commandant den res. Ie luit. C. M. Hage. Naast hem de onder-commandant, de res. Ie luitenant F. C. Boogaard. DE AMERIKAANSCHE KRUISER „RICHMOND" die de West-Ind. wa teren bezoekt, vaart de St. Annabaai te Willemstad binnen. DE GEDENKSTEEN VOOR DE NIEUWE ELIAS BEECKMAN-KAZERNE TE EDE werd gisteren door den commandant van de Eerste Divisie, ge- neraal-majoor jhr. J. T. Alting von Geusau, onthuld. WEER EEN BOMAANSLAG IN ENGELAND. Ditmaal op Hammer- smithbridge te Londen. Een zware stalen plaat van een van de vierskettin- gen der brug, is aan den kant losgerukt en omgebogen, terwijl een hek werd vernield. al gereed voor het komende sei zoen. De restaurants en de ter rassen worden in orde gebracht. Parade der parasols. SCHEVENINGEN maakt zich HET BEZOEK VAN GENERAAL GORT chef van den Britschen Generalen Staf aan Frankrijk. De aankomst op het vliegveld le Bourget. De begroeting door generaal Gamelin (links.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5